DE NIEUWE AMSTERDAMMER No.16 20 November 1944 --------------------------------------------------------------------------

                           FRONTNIEUWS
7 Geallieerde legers in aanval op Duitschland.
Ook het tweede Britsche leger onder generaal Dempsey is Zaterdag den aanval op Duitschland begonnen; ten Noorden van Aken bezette het de stad Geilenkirchen. In Nederland trok het ten Noorden van Meyel over het Deurne's kanaal, zonder veel Duitsche tegenstand te ondervinden.
De hevigste strijd woedt op het oogenblik bij Aken, Metz en Belfort. Ondanks het feit dat het hoofdkwartier van generaal Eisenhower weinig nieuws bekend maakt, blijkt toch wel uit de verschillende berichten dat de aanval goede vorderingen maakt. Bij Aken werden o.a. Woerselen, Immendorf en Mariadorf bezet; geallieerde troepen hebben Heinsberg, ten Noorden van Aken en Eschwweiler, ten Zuiden van de stad, bereikt.
Ten Noorden van Thionville is het derde Amerikaansche leger op Duitsch grondgebied enkele kilometers opgerukt. Het zelfde leger heeft Metz volledig omsingeld; de stad is voor 1/3 deel in hun handen. De Duitschers zijn in terugtocht op het Saargebied; de overvulde wegen worden onophoudelijk door geallieerde bommenwerpers en jachtbommenwerpers bestookt.
Het 1e Fransche leger is Belfort tot op 5 km genaderd; Montbéliar werd bevrijd. Langs de Zwitsersche grens zijn deze troepen in 3 dagen meer dan 30 km opgerukt.

Luchtoorlog.
Het bestoken van de Duitsche olie-installaties gaat onafgebroken voort.
Zaterdagmiddag werden doelen bij Münster bestookt; Zaterdagavond werden aanvallen ondernomen op Wanne-Eickel, Hannover en Wiesbaden; van de ingezette 900 toestellen ging slechts 1 verloren.
Zondag worden doelen bij Weenen en Linz door zware Amerikaansche bommenwerpers uit Italië gebombardeerd.
Zaterdag drongen Amerikaansche lange-afstandjagers tot aan Ulm boven Duitsch gebied door. Vooral het transportsysteem werd aangevallen. 86 Duitsche jagers werden in de lucht of op den grond vernield, waaronder 30 schroeflooze jagers. 16 Amerikaansche jagers gingen verloren.

Oostfront.
De Russen zijn het belangrijke spoorwegknooppunt Maskolcz tot op 5 km genaderd. De strijd om den spoorlijn tusschen deze stad, die het voornaam- ste Duitsche steunpunt in Noord-Hongarije is, en Boedapest verloopt steeds meer ten gunste van de Russen. Ook Boedapest wordt meer en meer door de Russen genaderd; zij staan nog slechts 5 km van de Zuid-Oostelijke voorsteden van de stad.
Volgens Duitsche berichten is Tirana, de hoofdstad van Albanië, door de Duitschers ontruimd.
Britsche troepen van het commando Adriatische zee vechten nu samen met de troepen van maarschalk Tito in Joego-Slavië. Ter ondersteuning van deze troepen werd Serajewo gebombardeerd.
Op verzoek van bet Russische opperbevel werden door Britsche jagers van steunpunten in Griekenland, aanvallen ondernomen op het Duitsche transportsysteem op den Balkan.

België.
De haven van Antwerpen is reeds gedeeltelijk in gebruik genomen en zal waarschijnlijk binnen een week op volle capaciteit werken.
De betoogingen van de verzetsbeweging in Brussel zijn Zondag zeer ordelijk verloopen; de betoogers eischten aftreden van de regeering Pierlot.

Verre-Oosten.
Amerikaansche bommenwerpers hebben in den haven van Broenei (N.W. Borneo) treffers geplaatst op een Japansch slagschip en een zware kruiser.
Landingen van Amerikaansche strijdkrachten worden gemeld op een eilanden- groep 200 km ten Noorden van West-Nieuw-Guinea.

Laatste nieuws Westfront.
Volgens Zwitsersche berichten zijn Fransche troepen in Belfort binnenge- drongen; de spoorlijn Belfort-Muhlhouse hebben zij doorsneden.

                                -2-
              FETISH DER VEILIGHEID
Generaal De Gaulle heeft eenigen tijd geleden verklaard, niet slechts dat Frankrijk verwachtte, deel te nemen aan de verovering van Duitschland, doch dat het groote belangstelling had voor, en belang bij, het lot van West-Duitschland in verband met de Fransche veiligheid.
Indien de generaal hiermede niets anders bewezen heeft, dan bewijst hij in ieder geval, een goed, een onvervalscht Franschman te zijn. Want een Franschman, die het niet dagelijks heeft over de veiligheid van Frankrijk, moet nog uitgevonden worden.
Omstreeks het jaar 1930 mislukte de conferentie der zeemogendheden tot beperking der bewapening; Frankrijk weigerde haar eischen te verminderen, tenzij Engeland en de Vereenigde Staten haar veiligheid waarborgden. De Engelsche teekenaar Low beeldde daarop Briand af, omhangen met veiligheidsacten, en gerugsteund door zware scheepskanonnen. Briand spreekt tot de conferentie en zegt: "Frankrijk heeft den vrede lief. Oui ! Maar Frankrijk moet op zijn veiligheid letten. Het is redelijk. Het wil zijn programma matigen, indien de conferentie daartegenover dienst wil nemen in het Fransche vreemdelingenlegioen. Voila!"
Veiligheid is de nachtmerrie der Fransche politiek. Geweest, en nog. Doch veiligheid wordt gemakkelijk een fetish.

Wij zouden zulke beroepen op de Fransche veiligheid met een glimlach af kunnen doen, ware het niet, dat hierachter de tragiek van Europa dreigt schuil te gaan. Hetzelfde Frankrijk, dat om veiligheid riep; hetzelfde Frankrijk, dat Engeland opriep tot gezamenlijke actie tegen de Duitsche hermilitarisatie van het Rijnland, intrigeerde in Syrië en het heele nabije Oosten tegen Engeland, en verleende aan de opstandige arabische nationalisten een mate van bescherming, die minstens compromittant was.
Wij vertrouwen, dat het Frankrijk van De Gaulle een ander Frankrijk is dan dat van 1930-40. En wij trekken hier waarlijk niet de oprechte vredelievende bedoelingen van het nieuwe Frankrijk in twijfel. Doch wij wijzen erop, dat een beroep op eigen veiligheid te gemakkelijk kan dienen tot dekmantel. En vooral, dat al te veel geroep en veiligheid allicht de sfeer van samenwerking kan verstoren.
Wie voortdurend den mond vol heeft over eigen veiligheid, geeft blijk zijn naburen niet te vertrouwen. Dat k a n zin hebben. Doch het kan ook het beste middel zijn, om de goede verstandhouding te bederven.

Deze laatste strekking heeft, naar wij vreezen, Frankrijks "drang tot veiligheid", zooals hij in de woorden van De Gaulle tot uiting komt. Welke is de bedreiging, waartegen Frankrijk zich beveiligen moet door invloed ten Oosten van zijn grenzen? Duitschland! Doch wie is er nog, die een Duitschland wenscht, dat zulk een bedreiging kan vormen? De wederoprichting van zulk een Duitschland zou alleen kunnen worden ingegeven door angst, door de wensch, een bolwerk op te werpen tegen Rusland. Het is duidelijk, dat Europa daar- door juist verzeild raakt in een vicieuzen cirkel.
Welke beteekenis heeft bovendien een dergelijke, zuiver militaire, zuiver territoriale "beveiliging"? De Maginotlinie moest dienen tot beveiliging. Zij viel. De Atlantic-wall moest dienen ter beveiliging. Hij verkruimelde onder het vijandelijk vuur. Zoo de Siegfriedlinie, zoo iedere militaire beveiliging.
De eenige werkelijke bijdrage tot de veiligheid van Frankrijk, en tot de veiligheid van Europa, is de aaneensluiting van Europa. Zulk een aaneensluiting is waardeloos, indien zij op zuiver militaire gronden geschiedt. Zij houdt niet stand, indien zij alleen maar gericht is op de opportuniteit. Want iedere verschuiving in de belangen maakt dan, dat de verdragsluitenden er belang bij hebben, het verdrag op te zeggen of te schenden. En in beide geval-

                                   -3-
len is de situatie ernstiger, dan wanneer er nimmer een verdrag geweest was.

Veiligheid is een fetish! De eenige veiligheid, die bestaan kan, is die welke men geniet in goed gezelschap. Europa zal ernaar moeten streven, onderling "goed gezelschap" te zijn. Daar, en niet in een fortenbarriëre door het Ruhrgebied, ligt Frankrijks veiligheid, Neerlands veiligheid, Engelands veiligheid, onze veiligheid.
                                    -o-

                  NEDERLANDS TAAK (1)
Een bekend woord van Bismarck is: "Holland annektiert sichselbst", waaruit blijkt; dat hij geen begrip had van de beteekenis der verschillen in volkskarakter.
Wij zijn zeemogendheid, en dat niet omdat ons land aan de zee grenst, want dat doet China ook, evenals bijv. Noord- en Zuid-Amerika, maar geen van deze is een typische zeemogendheid. En zoo zouden er meer voorbeelden te noemen zijn.
Een volk wordt dàn een zeevarend volk, een zeemògendheid, wanneer het antwoord geeft op de roepstem der zee, wanneer de zee het lokt en uitlokt tot zijn eigenlijke groote activiteit.
Hiervan is bij de Duitschers geen sprake; deze volkeren ontplooiden hun eigenlijkheid te land, in het binnenland van Europa; zij wendden hun gelaat niet naar de wijde zee, noch hieven zij het op naar de sterren om koers te zoeken over de verre wateren, maar blikten naar den bodem, welke zij bewerkten voor land- en mijnbouw.
Het feit, dat wij aan de Duitsche landen grenzen, was in het geheel geen grond voor Bismarcks verwachtingen, aangezien wij naar zee keken en dus met den rug naar Duitschland gekeerd staan, dat wij trouwens reeds in 1648 staatkundig den rug hadden toegekeerd.
Wij keken over zee en dus naar Engeland, waar wij een waarlijk geestverwant volk ontmoetten, met hetwelk wij politiek samengingen, wanneer de vrijheid in het geding was, en met hetwelk wij vaak vochten uit handels- en koloniale belangen.
De Duitsche landen speelden voor ons slechts een bijkomstige rol en zoozeer waren deze van hun betrekkelijke onbelangrijkheid overtuigd, dat nog Frederik de Groote zijn Pruisischen staat in rang gelijk stelde met Nederland van zijn tijd, waarin wij reeds lang ons politieke hoogtepunt overschreden en het kampioenschap der gewetensvrijheid door den Koning-Stadhouder overgedragen hadden aan Engeland.
Frederik dacht verder in het geheel niet aan een Duitsche eenheid, maar zocht slechts bondgenooten tegen zijn vijanden vnl. tegen Oostenrijk. Na zijn dood won de Rijksidee in snel tempo veld en ruim tachtig jaar na 's konings overlijden stichtte Bismarck het Duitsche keizerrijk, dat thans door Hitler waanzinnig vergroot is tot het z.g. Groot-Duitschland, waarin nog minder ras- en volkseenheid te vinden is, dan in het keizerrijk het geval was.
Bismarcks beroemde en veel bewonderde schepping was een blunder, die door de geheele wereld critiekloos werd aanvaard. De oude Oostenrijksche macht bracht hij aan Pruisen, maar vergat de Duitsche landen te schiften, en volhardde bij de feodale Rijksidee. Deze fout heeft zich schrikkelijk gewroken aan de geheele wereld.
Zijn speculatie, dat Nederland zichzelf geleidelijk in het Rijk zou voegen, liep op niets uit; integendeel staan wij thans als doodsvijanden tegenover elkaar er is de kloof tusschen beide landen grooter dan ooit, terwijl daarentegen de band met Groot-Brittannië nauwer is toegehaald, dan sinds eeuwen het geval was.
Tusschen Groot-Brittannië en ons land waren altijd vele banden, terwijl de zee het bijzondere geographische bindmiddel was, want rivieren en zeeën verbinden, omdat over beiden handel en verkeer gemakkelijk plaats vinden. Nederland en Engeland zijn niet zoozeer gescheiden door de zee, als wel erdoor vereenigd. Bergen scheiden. Water niet. Daarom is water nooit een "natuurlijke grens" in den zin van natuurlijke scheidingsoorzaak. Engeland en Nederland kijken elkaar in het gelaat, hebben hetzelfde "operatieterrein en gelijke doelstellingen. Maar Duitschland en Nederland niet.

                                   -4-
  Behalve dat Bismarck de fout maakte, dat hij de Duitsche landen niet schifte, wilde hij ook nog op den duur een zeevarend volk met geheel ander karakter inlijven. En Hitler, wiens staatsmanskunst in een vingerhoed kan, maakt de zaak nog duizendmaal erger door de distantie, welke ons volk in acht nam tegenover de Duitschers te veranderen in razende afkeer.
  Wij hebben met de Duitsche volkeren bitter weinig gemeen, wij hebben ons eigen zeer specifieke volkskarakter, terwijl de Duitscher .........
                                   -o-

DUITSCHLAND. Het is niet geheel zeker wie thans de macht in handen heeft in het Derde Rijk, maar het vermoeden is gewettigd, dat de huidige alleenheerscher Himmler is, bijgenaamd "sanfte Heinrich".
Na een ex-huisschilder zou dan een ex-dorpsschoolmeester opperheer aller Duitschers zijn. Men zou bijna denken dat dit op vooruitgang wijst bij onze Oosterburen.
De reden waarom wij dit vermoeden - en wij staan in dit opzicht niet alleen - is, dat sinds den aanslag rondom Hitler een mysterieus zwijgen hangt.
"Zou hij dood zijn?" vraagt men zich hier en in het buitenland af. Dit behoeft in het geheel niet het geval te zijn; het is zeer wel mogelijk, dat tengevolge van den op hem gepleegden aanslag zijn krankzinnigheid verergerd is, zoodat hij zich niet meer durft vertoonen, noch toonbaar is. Hij is schizophreen en de aanslag kan hem een ontzaggelijken schok bezorgd hebben.
Als Hitler wegvalt, moet krachtens zijn persoonlijk bevel Goering hem op- volgen. Maar van dezen hooren wij al evenmin iets als van Hitler. "Der Hermann" is blijkbaar spoorloos verdwenen.
Blijven over Goebbels en Himmler.
Toen Goebbels na den aanslag de totaalste Mobilmachung, een soort volksleger beval, antwoordde Himmler prompt met de oprichting van den Volkssturm, een organisatie, welke de partij vast in handen heeft en die geen ander doel heeft dan Goebbels en zijn aanhang onder den duim te houden. Goebbels mag propaganda maken, en wanneer hij eventueel niet zou willen, dan beschikt sanfte Heinrich nog wel over sanfte Mittel om hem te dwin- gen. Reeds herhaaldelijk heeft Goebbels gepoogd de leidende functie onder Hitler in handen te krijgen, maar telkenmale is het hem mislukt.
De chef der S.S. en der Gestapo Heinrich Himmler heeft alle touwtjes in handen, waaraan de anderen dansen, misschien thans zelfs de Führer aller Germanen.

HUICHELAARS. Nog steeds tracht de door de Duitschers gecontroleerde pers en radio verdeeldheid te zaaien tusschen de Nederlanders en nog steeds zijn er menschen die dit zwendelspel niet doorzien.
Een roerend verhaaltje in de krant over de diefstal van de fiets van een diacones, die nu de adressen harer patiënten en haar vervoermiddel kwijt is. Maar over de massadiefstallen der Duitschers van fietsen, ook van ver- pleegstersfietsen, zwijgen de huichelaars.
Voortdurend hitsen de kranten tegen de zwarte handelaars, maar bewaren het diepste stilzwijgen over het feit, dat de Duitsche Wehrmacht in beslag ge- nomen goederen aan den zwarten handel verkoopt, en dat de geheele N.S.B., incl. de "Nederlandsche" S.S. bij dezen handel betrokken is.
Herhaaldelijk wordt de N.S.B. gelijk gesteld met de illegale strijders, alsof deze iets te maken zouden kunnen hebben met het nazi-uitvaagsel, dat slechts één doel kent n.l. verdeeldheid te zaaien. De illegaliteit toont karakter, waartegenover de N.S.B. slechts karakter-loosheid weet te stellen.
Sluit de gelederen, Nederlanders, en waakt tegen verdeeldheid.
                                  -o-

Nog steeds zijn er abonné's, die om verantwoording van gelden vragen. Kunnen zij niet inzien, dat dit levensgevaarlijk is voor de menschen van ons blad? Dat een simpel berichtje, als b.v. "f.10.-- van X" voldoende kan zijn om een landverrader, die dit aan een onzer bezorgers opgaf, de schakel in handen te spelen, welke tot arrestatie onzer menschen leidt? Wij moeten dus volharden bij onze weigering om gelden te verantwoorden in ons blad en vragen om vertrouwen.
                                -o-