No. 39 17 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. In de Ardennen zijn de geallieerden in Houffalize doorgedron- gen en naderen St. Vith. Ten N.O. van de Duitsche saillant is het front verbreed, zoodat hier twee nieuwe Amerikaansche divisies ingezet konden worden; deze zijn ondanks heftigen Duitschen tegenstand 1 1/2 km gevor- derd en staan minder dan 13 km van St. Vith. Ten N.O. van Bastogne wordt de Duitsche achterhoede teruggedreven. In Luxemburg is de Duitsche grens wederom overschreden. In de Paltz werpen de Duitschers sterke reserves in den strijd. Zij trachten hier de Elzassische laagvlakte te bereiken; het is hen echter na twee weken nog niet gelukt door de Amerikaansche li- nies heen te breken. Er werden hier 4.000 gevangenen gemaakt en 10.000 Duitschers gedood of gewond; meer dan 100 tanks werden vernietigd. LUCHTFRONT. Amerikaansche bommenwerpers zetten hun offensief voort en hebben Maandag 4 spoorwegknooppunten (o.a. Freiburg, Augsburg en Ingol- stadt) aangevallen, 2 achter het Westfront en 2 in Zuid-Duitschland. Vanuit Italië werden doelen bij Weenen en spoorwegknooppunten op de weg naar Italië aangevallen. De R.A.F. bombardeerde benzolfabrieken te Bochum en Recklinghausen. Geen Duitsche jagertegenstand. In den herfst verhinderde het slechte weer de verdere aanvallen op de ben- zinefabrieken en daardoor kregen de Duitschers de gelegenheid de schade weer eenigzins te herstellen. De productie, die tot 23% gedaald was, kon weer worden opgevoerd tot 34%. Door het nieuwe offensief worden de repa- raties weer ongedaan gemaakt. OOSTFRONT. In Zuid-Polen hebben de Russen Kielce veroverd, een belangrijk spoorwegknooppunt tusschen Krakau en Warschau. De Russen zijn in 4 dagen 90 km opgerukt en bevinden zich halverwege het bruggehoofd aan de Weich- sel en de Duitsche grens. Zij staan minder dan 40 km van Krakau. De Duit~ schers worden over een breed front teruggeworpen en lijden zeer zware verliezen. Een nieuwe tankdivisie die aan het front gevoerd werd, is on- middelijk onschadelijk gemaakt. Warschau en Krakau loopen gevaar geïso- leerd te worden. De Duitschers laten veel materiaal achter; 116 tanks, 370 kanonnen en 1000 vrachtauto's werden door de Russen buitgemaakt. In Tsjecho-Slowakije hebben de Russen Lucenec veroverd en zijn 10 km naar het Noorden opgerukt. In Boedapest hebben de Russen het Westerstation veroverd: in totaal wer- den in de stad ongeveer 20.000 gevangenen gemaakt. VERRE OOSTEN. Op Luzon zijn de Amerikanen 40 km landinwaarts opgerukt en hebben 1/4 van de afstand naar Manilla afgelegd. In Oostelijke richting zijn zij voor het eerst op krachtigen Japanschen tegenstand gestuit. Marinevliegtuigen hebben voor het eerst Zuid-Chineesche havens aangeval- len, o.a. Hongkong. De Chineezen hebben Langkau aan de Birma-weg veroverd; de Japanners heb- ben nog slechts 60 km van deze weg in handen. DIVERSEN. De Amerikaansche minister van oorlog Stimson heeft verklaard, dat de Amerikaansche verliezen in de Ardennen van 15 December tot 7 Janu- ari in totaal minder dan 10.000 man bedragen. De Duitsche verliezen al- daar bedragen 50.000 man gesneuveld of gewond en circa 40.000 gevangenen. In de Duitsche pers worden thans omtrent het offensief gezegd: dat het een zuiver plaatselijk karakter draagt en niemand aan verstrekkende gevolgen geloofd heeft. Dat er een zeer beperkt doel gesteld was, en dat dit vrij- wel geheel bereikt is. Duitsch legerbericht: Wij verhinderen den vijand (de Amerikanen) in te grijpen in de terugtrekkende bewegingen onzer achterhoede. In Engeland zijn in 1944 8.465 burgers bij luchtbombardementen en vliegen- de bommen gedood, tegen een verlies in de vorige jaren van resp. 23.000 en 20.000. Gedurende den geheelen oorlog zijn 58.700 burgers gedood en 82.000 gewond. LAATSTE NIEUWS. De Russen zijn ten Zuiden van Warschau op een 120 km breed front een nieuw offensief begonnen en zijn 60 km opgerukt; 1300 plaatsen bevrijd, e.a. Radom. Het 2de Britsche leger is een Oosten van de Maas benoorden Sittard tot den aanval overgegaan en maakt goede vorderingen. -o- -2- WERELDORDENING. In het vorige nummer vermeldden wij de ommekeer, welke zich in de repu- blikeinsche partij in de Vereenigde Staten voltrokken heeft, waar een vooraanstaand senator zich nadrukkelijk en onvoorwaardelijk uitsprak voor een bondgenoodschap met Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China, terwijl de voorzitter der partij verzekerde, dat de U.S.A. trouw zou blij- ven aan Dumbarton Oaks. Dit beteekent dus, dat in de Staten het politieke leven zich bekent tot dat internationalisme, waarvan President Roosevelt de voorstander is, om- dat hij inziet, dat isolement voor eenig rijk, dat in de wereld wil mee- doen, thans is uitgesloten en voor goed blijft uitgesloten. Na den vorigen oorlog, hebben de Staten nog geloofd terug te kunnen kee- ren tot de splendid isolation, waarin zij aanvankelijk hun heil zochten. President Wilson werd toen opzij geschoven; zijn tegenstanders en met na~ me de republikeinen wonnen het pleit. Deze periode is thans blijkbaar voor goed afgesloten. Dank zij Japan was de schrik te dicht bij huis gekomen, en is het tot het Amerikaansche politieke leven doorgedrongen, dat zich terugtrekken niet baten kan. Wij zijn verheugd, dat een herhaling van de diverse misstappen na den eersten wereldoorlog thans in dit opzicht niet te verwachten is, wat ech- ter niet beteekent, dat wij onverdeeld instemmen met alles, wat wij op gebied der internationale politiek thans uit Amerika hooren, temeer niet daar er ook uit andere hoofdsteden geluiden klinken, welke ons niet on- verdeeld sympathiek zijn. Wij bedoelen de tendenz onder de groote mogendheden om de wereld te gaan organiseeren op haar wijze, d.w.z. zooals zij zulks goeddunken. Mos- kou, Washington, Londen laten om het hardst hooren, dat de groote mogend- heden het voor 't zeggen moeten hebben, omdat zij verplicht zijn om de orde in de wereld te handhaven. Inderdaad rust in dit opzicht op voornoemd drietal de zwaarste taak, maar dit sluit niet uit, dat ook de kleinere mogendheden hun internatio- nale verplichtingen te vervullen hebben, en dat er onderscheid gemaakt dient te worden tusschen de mogendheden, niet slechts naar de grootte en het aantal inwoners; maar evenzeer naar den graad van beschaving, welke zij bereikt hebben, omdat hiervan afhangt welke cultureele rol zij in de wereld vervullen. Het gaat niet aan om b.v. Duitschland, Italië en de Balkanstaten op één lijn te stellen met ons land en de Scandinavische rijken, aangezien wij en de Scandinaviërs veel beschaafder zijn, en politiek op hooger pijl staan. De Staten van de laatstgenoemde reeks dienen op gelijken voet behandeld te worden als b.v. Groot-Brittanië. Het feit dat een volk meer soldaten in het veld kan brengen, dan een ander volk, geeft het geen bui- tengewoon recht in de politicis, en zeker geen privileges op internatio- naal gebied. Privileges zijn voorrechten en dus onrecht, want het ware recht kent geen voorrecht. Maar bovendien zou het een rampzalige fout zijn, wanneer wij ons na dezen oorlog ertoe beperkten militaire garanties te scheppen tegen orde- verstoorders, inplaats van er naar te streven om tot een behoorlijker we- reldordening te komen, dan die welke tot dusver gold. President Roosevelt heeft gezegd, dat het noodzakelijk is de toestand van anarchie in de wereld te vervangen door een geordende verhouding. De~ ze laatste echter veronderstelt rechtsverhoudingen; de eenige werkelijke ordening op staatkundig en volkenrechtelijk gebied is de rechtsordening. Voor den staat beteekent dit, dat hij rechtsstaat wordt; voor de volkeren dat zij hun verhoudingen als rechtsverhoudingen zien en niet als macht- verhoudingen. Wij zijn te realistisch om te gelooven, dat na dezen oorlog de mogend- heden, groot en klein, de hoofden bijeen zullen steken om er over te pra- ten hoe men het snelst tot een rechtsordening met een internationale po- litie kan komen. Geen mogendheid kan daar momenteel aan denken, behalve als een regeling, welke de aandacht verdient, een regeling, die zo moge~ lijk geleidelijk moet worden in- en doorgevoerd. Dit is een kwestie van tijd en van opvoeding. En met deze laatste kan en moet terstond na dezen oorlog begonnen worden, hetgeen mogelijk is, wanneer niet al te zeer het accent gelegd wordt op de militaire middelen ter handhaving van den vrede, en vooral ook niet de groote mogendheden zich breed in hun zetels plaatsen met hun voornemen om nu eens op haar -3- manier de vrede te gaan waarborgen en de wereld te gaan ordenen. Groote mogendheden zijn groote mogendheden, verzot op invloeds- spheren, naijverij op elkaars macht en invloed, omdat zij zoo machtig zijn geldt voor haar de praktijk zoo zeer, veel en veel meer dan de theorie. Het ligt in haar wezen, haar kolosaalheid, om aan macht te gelooven. De kleinere beschaafde mogendheden, zooals wij, die uit ons midden voortbrachten Erasmus en Hugo Grotius, waardoor wij toonden wat in ons volk leeft, zijn niet slechts in staat, maar zijn geroepen, hebben de plicht om in het concert der groote mogendheden, haar stem te laten hooren en haar inzichten te verkondigen, maar tevens ervoor te strijden. Het con- cert mocht anders eens ontaarden in een onverdragelijk gebrom en tamtam van bastuba en groote trommen. De wereld verlangt naar harmonie, en niet langer naar primitieve krijgsdansmuziek. -o- EEN FRIESCHE BOER SCHRIJFT. "Wij weten hier geen raad met de aardappelen. Aan de Duitschers willen wij ze niet leveren, en naar Holland kunnen en mogen wij ze niet verstu- ren. Daarom voeren wij ze zooveel mogelijk op aan de beesten; de rest ligt te verrotten." De Nederlanders moeten zelf voor hun voedselvoorziening zorgen, heeft Seyss Inquart gezegd. Zoolang de binnenwateren open waren, namen daarom de Duitschers de schepen in beslag, die voor het voedseltransport naar het Westen bestemd waren. Nu de vaarten gaan dichtvriezen, kunnen zij roerend gaan jammeren over de slechte spoorwegmannen; maar wij weten, dat de trei- nen zeker n i e t voor ons zouden loopen, en ook niet voor o n z e voedselvoorziening, die overigens noch buitenom mogelijk is. Maar de Duitschers willen niet. Toch is het beter, duizend, honderddui- zend maal beter, dat de aardappelen verrotten, dan dat zij in de magen van onze vijanden terecht komen. En liever de buikriem dichter aangehaald, dan buigen voor een Duitscher of een landverradelijke Oostenrijker. -o- DE ONBUIGZAME. Eenzaam stond hij in den zomer van 1940, eenzaam en slecht bewapend. Zijn bondgenoot, Frankrijk, was afvallig geworden. Andere bondgenooten, dan een paar kleine mogendheden, die toevallig in zijn kamp gedreven wa- ren, doordat zij in den oorlog gesleurd waren, had hij niet; en deze war- ren verslagen. De Russische kolos had een verdrag gesloten met het derde Rijk, terwijl Amerika toekeek. Eenzaam stond hij, John Bull. Zijn land werd geteisterd; zijn burgers bij honderden en duizenden gedood. Hoongehuil vanuit Berlijn, vermengd met de afschuwelijkste dreigementen, klonk hem tegen. Maar ijzig koelbloedig bleef hij rechtop staan, steunende op zijn Grand Fleet, de wereldberoemde, de geduchte, en op een handvol vliegers. Hij zette zijn vloot in, telkens weer, onophoudelijk; waar hij vocht, overal was zijn vloot, aan alle kusten, en ontstellend waren de verliezen. Maar hij zette door. Van de Middellandsche Zee werd zijn vloot verdreven; een convooi kon Malta niet bereiken. Mare nostrum! Mare nostrum!! gilde Rome. Hij echter bleef rustig; hard, onverbiddelijk zette hij door, vastbe- sloten te overwinnen of volkomen ten onder te gaan. Vanuit Londen wordt gemeld, 14 Januari 1945, dat de aanvoer van oor- logsleveranties aan Rusland thans naar de Zwarte Zee geschied via de Dar- danellen. Zij is mogelijk, doordat de Britsche vloot niet slechts in de Middellandsche Zee, maar ook in de Egeïsche Zee de volstrekte heerschap- pij heeft. De eenzame heeft thans bondgenooten. De eenzame, die niet buigen wou. -o- -4- LAAT ONS NIET VERGETEN. In zijn Nieuwjaarsboodschap kondigde Stalin den opmarsch aan van de Rus- sische legers, die overal gereed stonden. Thans is deze enorme strijdmacht in beweging gekomen, bezield door een geweldig enthousiasme, zooals Paul Winterton naar Londen meldde. Het volk der Russen is van oudsher bezield door de idee een zending te hebben onder de menschen, een zending, welke het moet vervullen, desnoods ten koste van de grootste offers. En deze overtuiging staat los van enig sociaal-politiek programma. Ondanks de millioenen dooden - men spreek van veel meer dan 20 millioen, waarvan verreweg het grootste deel vermoorde burgers zijn - hebben de Roode legers den strijd op het Oostfront hervat, voor ons allen. Er was een tijd, nog niet zoo lang geleden, dat aller oogen naar het Oosten gericht waren. Het was de tijd vóór de invasie, toen alle heil van Rusland verwacht werd. Intusschen zijn de geallieerde legers tot diep in ons land en over de Duitsche grenzen voortgeschreden, en is alle aandacht hier te lande ge- wijd aan hun vorderingen. De botte egoïst interesseert zich hierbij zelfs alleen maar voor het feit, of de plaats, waar hij woont, bevrijd wordt; de rest laat hem koud. Dankbaarheid, meedegevoel, naastenliefde zijn niet al te dicht gezaaid in de wereld. En verder is de mensch - vooral de moderne, de zakelijke, die slechts denkt in nuttigheden - een vergeetmachine, die alle onnutte ballast over- boord werpt door ze te vergeten. Maar laten wij vooral niet vergeten, dat in Rusland de Duitsche oorlogs- machine zoo verzwakt is, dat de invasie mogelijk werd, zooals Churchill ons herhaaldelijk heeft voorgehouden. Laten wij niet vergeten, wat de wereld aan Rusland te danken heeft. De Roode legers zijn weer op marsch. Niet om de wereld te veroveren, maar om te helpen haar te bevrijden. -o- Londen meldt, dat Ilja Ehrenburg in de "Prawda" geschreven heeft, dat het geen gemakkelijke taak is het Duitsche leger te verslaan, en dat de tocht naar Berlijn niet met een plezierreis vergeleken kan worden. Wij kunnen echter, zegt hij, openlijk de moeilijkheden bespreken, omdat wij weten dat wij er door zullen komen en Berlijn zullen bereiken. Er kunnen geen halve maatregelen genomen worden, en het is niet mogelijk op te houden voor ons doel bereikt is. Wij zullen door Duitschland trekken. Onze ogen hebben de verwoestingen gezien, die de Duitschers hebben aangericht, en onze dooden hebben recht op vergelding. Wij begrijpen, dat Hitler en de overige Duitschers, die in alle stilte gemoord hebben, probeeren een schijnvrede te krijgen, om dan over 20 jaar opnieuw te beginnen met vliegende bommen en dgl. Wij zullen echter zorgen, dat zij noch over 20, noch over 100 jaar een kans daartoe krijgen. Wij zullen de beulen berechten. -o- Volgens een gevonden dagorder van een Duitsch generaal werd o.a. gezegd: "De Führer heeft besloten alle in het Westen beschikbare reserves in te zetten, teneinde den vijand de genadeslag toe te brengen. Het is mogelijk door de betrekkelijk zwakke vijandelijke krachten heen te breken en diep door te dringen, en zoodoende de Engelschen en Amerikanan te omsingelen. DE Führer leidt persoonlijk de operaties en geniet een uitstekende ge- zondheid. De Duitsche soldaat kan nu laten zien, dat hij verre de meerdere is van de geallieerde soldaten, en zal de Amerikaansche papsoldaten toonen wat de duitsche soldaat beteekent, die reeds drie Russische win- ters heeft doorgemaakt. Regen, modder en sneeuw zijn onze bondgenooten." ---