Infor- matie.
Mr. Drs. A. BÖRGER Het eeuwige RUSLAND 1947 W.L.SALM & Co. - AMSTERDAM

------------------------------------------------------------ VOORWOORD BIJ DEN TWEEDEN DRUK Sinds ik ruim acht jaar geleden het manuscript voor de eerste uitgave van dit werk schreef, is er zoowel in Rusland als ten onzent veel veranderd. De oorlog, welke Rusland meer dan een der an- dere geallieerde landen teisterde, heeft de ont- wikkeling van het communisme versneld en boven- dien veel dingen aan het licht gebracht, die voordien in duisternis gehuld waren. Wel waren er altijd lieden, die beweerden volkomen op de hoogte te zijn van alles, wat in het Kremlin be- sloten werd en in de Sovjet-Unie plaats vond, maar in werkelijkheid berustte deze kennis op phantasie. Er was altijd in zeker opzicht een "ijzeren scherm" tusschen de Sovjet-Unie en de overige wereld, en toen Joseph Goebbels deze term gebruikte bij wijze van voorspelling van dat, wat gebeuren zou, wanneer Duitschland den oorlog verloor, toonde hij niet zoozeer een voor- spellenden geest als wel zijn bekende handigheid om feitelijkheden te verdraaien tot toekomstver- wachtingen, met het oogmerk het Duitsche volk angst aan te jagen voor de toekomst en de verhou- 5 dingen der geallieerden na den oorlog zoo moge- lijk te bederven. De geheimzinnigheid Van het Kremlin heeft haar grond, welke te zoeken is in de beduchtheid der Sovjet-regeering voor het buitenland, waarvoor zij deugdelijke redenen heeft, en dit niet alleen op grond van haar eigen ervaringen, maar even- zeer op grond van de Russische geschiedenis. Telkens en telkens weer is Rusland aangevallen: door de Nomaden, de Tartaren, de Lithauers, de Polen, de Zweden, de Franschen, door verbonden mogendheden (in den Krimoorlog), door de Tur- ken, tweemaal door het Duitsche Rijk enz. Rus- land was nooit geliefd. En nu kan men Tijl Uilen- spiegel citeeren, waar hij zegt: "De menschen houden niet van mij maar ik maak het er naar", doch dan dienen wij ons af te vragen, of dit "het ernaar maken", misschien niet een uitvloeisel is van wanbegrip uit hoofde van wezenlijk verschil in geestesgesteldheid. En deze vraag is zeer zeker op haar plaats, daar het hier gaat om een volk en niet om een nar. Nog steeds is het Kremlin bevreesd, wat ons niet behoeft te verwonderen, aangezien het wanbe- grip en wantrouwen, ook aan de zijde van Europa en Amerika, er niet minder op geworden zijn. De vijandschap tegen de Sovjet-Unie wordt openlijk luide verkondigd in de meeste landen der wereld. 6 Gedurende den oorlog waren de verhoudingen beter, mede dank zij het feit, dat zoovele vreem- den in officieele of officieuse functies zich in Rus- land ophielden. De geheimzinnigheid was toen aanmerkelijk minder, terwijl de figuur van Stalin onverhuld te voorschijn trad. Hij heeft zich in en aan den oorlog ontwikkeld tot een figuur op hoo- ger plan dan voordien, en de volkeren der Sovjet~ Unie hebben deze ontwikkeling meegemaakt. Het spreekt dan ook vanzelf, dat tengevolge van dit alles deze tweede uitgave grondige wijzigin- gen heeft ondergaan en geheele gedeelten opnieuw geschreven moesten worden om het werk in over~ eenstemming te brengen met de nieuwe feiten- kennis, welke wij verworven hebben. Wel is de oude lijn der eerste uitgave gevolgd, maar dit kon niet verhinderen, dat deze uitgave zeer sterk af- wijkt van den eersten druk. De opzet, inzicht te geven in den geest van het eeuwige Rusland, is echter ongewijzigd gebleven, en dit inzicht is thans dringender noodig dan ten tijde van de eerste uitgave, nu de Sovjet-Unie een wereldmacht van de eerste orde geworden is en haar gedachtenwereld meer en meer haar invloed doet gelden in de overige landen, welke invloed al te luidruchtig en op al te gevaarlijke wijze be- streden wordt. Het gevaar is gelegen in de mid- delen, die gebruikt worden, van welke haatzaaien, demagogie, angstaanjaging en laster de bedenke- 7 lijkste zijn, temeer daar zij ook een funeste werking hebben op degenen, die ze gebruiken, evenzeer als op hen op wie ze worden toegepast. Het Derde Rijk heeft dit ruimschoots bewezen, maar helaas heeft zijn propaganda haar uitwer- king nog lang niet verloren. Wie den titel wil verdienen een redelijk mensch te zijn, dient redelijk te beoordeelen, ook wanneer het gaat om personen of toestanden, die niet on- middellijk zijn sympathie bezaten. Bovendien moge ieder bedenken, dat men met oneerlijke middelen nooit tot een eerlijk resultaat komt, want het middel gaat op in het resultaat. Wij staan op een keerpunt der tijden; de oorlog tegen het Derde Rijk, Italië en Japan was slechts een phase in de "wereldrevolutie", welke bezig is zich sinds tientallen jaren te voltrekken en verschijnsel is van de geestelijke omwenteling, die plaats vindt en zich op allerlei wijzen en gebieden openbaart. Deze omwenteling bestaat hierin, dat de mensch opnieuw zoekt zijn plaats te bepalen in het geheel. Sinds de Renaissance wist hij die precies: op zijn eigen beenen stond hij in de wereld; en hoewel hij aanvankelijk in het alge- meen nog aanleunde tegen of steun zocht bij een hoogere macht in den godsdienst, viel hij op den duur meer en meer terug op zichzelf en verklaar- de het koninkrijk der aarde tot zijn specifiek do- mein, waarin hij, althans in eigen kring, indivi- 8 dueel heerscher was. Deze individueele zelfver- zekerdheid is echter langzaam aan afgenomen, zoodat hij steun gaat zoeken in de wereld. Gaf vroeger het individueele bezit hem dien steun, thans is dit anders, want de zekerheid van het bezit is in hooge mate twijfelachtig geworden, ter- wijl bovendien gebleken is, dat millioenen dezen steun nimmer deelachtig konden worden. Dus stelt hij zich thans de vraag waar steun te vinden is. En daardoor zijn allerlei vraagstukken aan de orde gesteld, die opnieuw om een oplossing vragen. Rusland heeft voor bedoelde kwesties een oplos- sing gevonden of is bezig er een te vinden, omdat en voorzooverre het communisme, dat in 1917 werd ingevoerd, sindsdien voortdurend in staat van ontwikkeling is. Van bovenbedoelde vraagstukken noemen wij hier: de positie van den mensch in het productie- proces, de verhouding tusschen staat en individu, de staatsmacht, de emancipatie der vrouw en al die rechten, welke wij ten onzent samenvatten onder den verzamelnaam van grondrechten. De Russen zeggen o.a. dat zij den arbeid bevrijd hebben, alsook de vrouw, die zij n.l. principieel in het maatschappelijk leven hebben opgenomen, omdat zij het moreel ongezond achten, wanneer een vrouw uitsluitend opgaat in het gezin. Niet dat de vrouw den geheelen dag buitenshuis moet werken, is de opzet, maar wel dat zij zich een 9 gedeelte een den dag, al is het maar enkele uren, met maatschappelijk werk bezighoudt, is het streven. Men kan over deze en andere kwesties een afwijkend oordeel hebben, maar dit ontslaat ons niet van de plicht om ernstig door te denken over al hetgeen de Russen hebben tot stand gebracht en bezig zijn tot stand te brengen, temeer waar wij in dit opzicht nog tot geen definitieve oplos- sing gekomen zijn. Vooroordeelen en instinctieve vijandschap tegen het vreemde, dat ons beangstigt, omdat het vreemd is en ons dreigt te stooten van den vetrouwden weg, dien wij zoolang gegaan zijn, zijn geen goed uitgangspunt om tot een zuiver oordeel te komen. Het klinkt zoo veilig: de vertrouwde weg, de ver- trouwde omstandigheden; maar het feit, dat wij ermee vertrouwd geraakt zijn, wil niet zeggen, dat de weg en de omstandigheden goed zijn. In zijn boek "Der Weg zurück" vertelt Remarque, dat hij en zijn makkers, toen zij in 1918 na den wapenstilstand de loopgraven verlieten, voor het laatst een a.h.w. weemoedigen blik wierpen op het terrein, waar zij zoolang geleefd hadden. Toch waren het waarlijk geen goede omstandigheden, waarin zij verkeerd hadden, maar den mensch went aan alles, ook aan modder, bloed en voort- durende verschrikking, en elke beslissende ver- andering maakt hem onzeker, wekt twijfel en vaak angst, waarmede altijd haat gepaard gaat. 10 Laten wij dit in het oog houden, wanneer wij over Rusland denken. Het is zeker, dat de Russische gedachtenwereld ons van dienst kan zijn bij het oplossen van onze moeilijkheden. Maar dan moeten wij bereid zijn deze gedachtenwereld te leeren kennen. Het is de bedoeling van dit geschrift daarin in- zicht te geven, ons den Russischen mensch in het verleden en het heden nader te brengen en mede te werken tot de verzoening van Oost- en West- Europa door begrip. A.Börger 11 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Dat wij over Rusland spreken inplaats van over de Sovjet-Unie heeft zijn reden en wel deze, dat het begrip Unie der Socialistische Sovjet Repu- blieken in de eerste plaats volkenrechtelijk is, waarom het ons niet te doen is; wij beoogen n.l. uit te maken welke rol Rusland d.w.z. de Russische mensch in de wereld speelt, welke beteekenis het huidige Rusland heeft voor de rest der wereld en in de toekomst hebben zal. Er zijn er - en niet slechts de communisten - die verwachten, dat Rusland de geestelijke leiding in de wereld aan zich zal trekken; anderen ont- kennen dit ten sterkste, en beschouwen den Rus als een raar en ietwat achterlijk, maar barbaarsch geval. Zij zullen U terstond wijzen op Stalins zui- veringsacties en op de geschiedenis van Rusland waarbij dan bij voorkeur Iwan de Verschrikkelijke genoemd wordt als voorbeeld van het Russische barbarendom. Gemakshalve of uit onwetendheid zien zij dan over het hoofd wat Europa alzoo gepraesteerd 13 heeft in zijn geschiedenis en tot voor kort prae- steerde in de koloniale gebieden. Men leze b.v. van G. Padmore: "How Brittain rules Africa" en Andrèe Viollis: "Indochina S.O.S.". Wat het Europeesche verleden betreft, wijzen wij er op dat Iwan de Verschrikkelijke, over wien wij nog wel meer zullen zeggen in dit boek, een tijd- genoot is van Willem de Zwijger en dat te dien tijde in ons land de inquisitie woedde op zeker niet zachtzinniger wijze dan Iwan deed; dat de even- eens omtrent dien tijd vallende kolonisatie en kerstening van Amerika een toonbeeld is van Eu- ropeesch barbarisme, evenals de latere N.Ameri- kaansche Indianenoorlogen en dat wij ons kort geleden nog bogen onder het juk van Nazisme en Fascisme. Door hierop te wijzen bedoelen wij niets te zeggen ten gunste van andere volkeren, maar slechts onder de aandacht te brengen dat het gebruikelijke ge- praat over de Aziatische wildheid, en Tartaarsche wreedheid der Russen phrasen zijn. De Russen hebben in dit opzicht in het geheel geen mono- polie. De geschiedenis der menschheid, voorzoover wij die kennen, is een aaneenschakeling van wreed- heid, bloeddorst, machtshonger, zoowel op het ge- bied der politiek als van den godsdienst en het maatschappelijk leven. Europa maakt hierop geen 14 uitzondering en geen enkel volk in Europa, noch daarbuiten. De geschiedenis der menschheid is ook te zien als jacht naar geluk; dit echter is niet voor allen het- zelfde. Weldoordacht is alleen die mensch ge- lukkig, die innerlijk tot vrede gekomen is met zichzelf en de wereld; maar om dit te bereiken moet de mensch beginnen met zelfkennis te ver- werven en hieraan ontbreekt nog het een en ander. Zoolang de mensch zichzelf niet kent, tast hij in den blinde rond, niet wetende hoe hij zal reageeren op de omstandigheden om dan, wanneer de om- standigheden hem de baas worden, zich erover te beklagen. Niet de omstandigheden bepalen den mensch; de mensch doet wat hij is en zoo reageert hij ook op zijn manier uit hoofde van zijn karak- ter en aanleg op zijn omstandigheden. Wat hier gezegd wordt van den mensch, geldt ook voor de volkeren. Zooals elk individu een bepaalde uiting is van den mensch, zoo ook elk volk. Wanneer wij spreken van "een bepaalde uiting" bedoelen wij hiermede niet, dat elk individu maar een gedeelte van het menschelijke omvat of is, maar dat bepaalde menschelijke kenmerken in hem geaccentueerd zijn. En hetzelfde geldt voor een volk, een ras. In elken mensch is al het men- schelijke en "onmenschelijke" belichaamd, maar tevens op bepaalde wijze geaccentueerd, zoodat 15 elk mensch bepaalde kenmerkende eigenschappen vertoont. De menschheid vertoont het menschelijke en ook het "onmenschelijke" (want dit wordt aan het men- schelijke medegebracht) op collectieve wijze in en als rassen en volkeren: op individueele wijze in en als individuen. Het wezen van menschen en volkeren openbaart zich in hun doen en laten, het zuiverst in en als kunst, wetenschap en gods- dienst; het wezen immers van den mensch is de geest, die zich laat gelden als menschelijke cul- tuur, welke eindeloos gevarieerd is als cultuur van rassen, volkeren en individuen, maar in den grond der zaak altijd identiek. In de genieën, wijsgeeren, wetenschapsmenschen, leermeesters van den godsdienst, propheten en kunstenaars komt het specifieke, het accent van een volk tot uiting en daarom moeten wij ons in de eerste plaats tot hen wenden, wanneer wij een volk willen begrijpen. De geschiedenis der menschheid is de ontplooiïng van den geest als tijdelijk-rumtelijk gebeuren. Als historie zien wij deze ontplooing als een reeks van gebeurtenissen na en naast elkaar, en zoo- doende zien wij volkeren en rijken achtereenvol- gens op den voorgrond treden en na langeren of korteren tijd weer verdwijnen, hetgeen geschiedt 16 als een volk zijn rol uitgespeeld d.w.z. zich ten volle ontplooid heeft, dus die bijzondere uiting van den Mensch, die het belichaamt. Dan houdt het volk op tegenwoordig te zijn en wordt verleden. Een ander volk treedt voor het voetlicht om op zijn beurt te verdwijnen, wanneer zijn rol is afgeloopen. De ondergegane volkeren d.w.z. hun cultuur wordt dan ook opgenomen en op hooger niveau gebracht door de opvolgers. Ook de z.g. spoorloos ver- dwenen volkeren leven op deze wijze voort, al spelen zij als realiteit geen actieve rol meer. Opkomst en ondergang van individuen en vol- keren vormen het drama der historie, en dit lot staat ook ons Europeanen te wachten, waarbij wij niet behoeven te denken aan de Wagneriaansche tragiek van Oswald Spengler, die al te pathetisch is, en evenmin ons behoeven voor te stellen dat Europa zal uitsterven of zal worden uitgemoord. De ondergang van het Avondland beteekent slechts, dat het zal ophouden de leidende rol te spelen in de wereld; dat zijn cultuur zal opgaan in een andere hoogere. Wij zeiden, dat iedere mensch het geluk zoekt en hieraan kunnen wij dan toevoegen dat iedere mensch, ieder volk, naar vrijheid streeft omdat slechts in de vrijheid het ware geluk is te vinden. Menschelijke vrijheid beteekent geestelijke vrij- heid, en de geest is slechts vrij, wanneer hij sou- verein heerscht over de natuur; wanneer dus de 17 mensch zijn driftleven heeft onderworpen aan zijn souvereinen zedelijken wil. Het Avondland heeft op zijn wijze gestreefd naar de vrijheid en is inmiddels gekomen tot de nega- tie ervan in en als fascisme, nazisme en militai- risme, grootbedrijf en massaproductie (waarin het vrije handwerk onderging). Het Avondland is den weg gegaan van de onvrij- heid naar de vrijheid, van slavernij en hoorigheid via de absolute monarchie naar de hedendaagsche democratie, welke aanvankelijk leidde tot een al- gemeene versplintering, bekend als het extreme individualisme, waarop thans een reactie gevolgd is, in het eene land scherper dan in het andere, maar die overal neerkomt op vergrooting der onvrijheid. De groote verdienste van het Avondland is, dat het de idee van het volslagen vrije denken aan de wereld gebracht heeft en dat het het zuivere logi- sche denken tot zijn hoogtepunt heeft gevoerd in de idealistische dialectiek. In denzelfden tijd waarin dit plaats vond, dus omstreeks 1800, geschiedde ook de doorbraak der democratie, de ontwaking van nationaal bewust- zijn, de opbloei van het cultureele leven op alle gebieden. Wij zien figuren als Goethe, Schiller, Beethoven, Byron en tenslotte den grooten roman- ticus Napoleon, die de democratische gedachte door de wereld bracht, allerwege het nationale 18 bewustzijn zijn definitieve kracht verleende, Rus- land wilde veroveren o.m. om er de lijfeigenschap af te schaffen, in Europa de Vereenigde Staten van Europa wilde stichten en de legers naar huis zen- den, en die verdween toen hij zijn taak vervuld had. Het lot van Napoleon is de individueele weerspie- geling van dat van Europa, sinds de Fransche revolutie. Democratisch begonnen komt hij meer en meer tot de despotie om dan juist daardoor onder te gaan. Zooals Napoleon in de despotie, zoo verstart Europa in den totalen staat, politieke programma's en partijen en dientengevolge het vrije denken in phrasen en slagzinnen; het politiek bewustzijn in partijdiscipline, de scheppende mensch in den ge- standardiseerden arbeider, terwijl de welvaart wordt verzwolgen door oorlog en oorlogsproductie. De algemeene versplintering was in den grond der zaak de wanorde zelve; vandaar dat allerwegen getracht wordt door steeds scherper geweld de wanorde in toom te houden. Men noemt dit ver- sterking van het gezag, maar geweld en gezag zijn niet identiek. Emil Ludwig heeft eens gezegd, dat het Duitsche volk, gesteld voor de keuze: orde of vrijheid, de orde koos; vandaar Hitler. Zijn redeneering is echter volkomen fout. 19 De vrije mensch is de mensch, die zichzelf in toom houdt, beheerscht, anderen niet in den weg loopt. Ook de Fransche revolutie heeft dit ver- kondigd. Deze mensch is zeker niet losbandig. Het Duitsche volk heeft, toen het Hitler aanvaard- de, de wanorde erkend en bevestigd, niet de orde. In het nazisme ontkende het land der dichters en denkers de vrijheid en zoodoende de Europeesche cultuur. Niet slechts in de nazistische en fascistische staten werd het gezag versterkt; het geschiedde aller- wegen en werd door alle "vredelievende elemen- ten" toegejuicht. Deze z.g. gezagsversterking is logisch, want wie zichzelf niet in toom houdt, zal in toom gehouden moeten worden, maar het is een symptoom van de toenemende wanorde, een bewijs, dat het onrecht voortgaat te zegevieren, want in en als het recht wordt de vrijheid verwerkelijkt. Wanneer het recht ondergaat, zegeviert het ge- weld en zoodoende is het dan vanzelfsprekend, dat men wedijvert in bewapeningen. De geschiedenis van het Avondland is te begrijpen als ontwikkeling van onvrijheid tot individueele vrijheid door de zelfbewustwording van het subject. Naast het Avondland echter staat nog immer Rus- land, waarvan gezegd wordt, zoowel dat het niet, als dat het wel tot Europa behoort. In de Russische 20 litteratuur spreken de schrijvers veelal over Europa, waarmede zij dan het Avondland bedoelen, waaruit blijkt, dat zij Rusland niet tot Europa rekenen. Daartegenover staan zij, die dit juist wel doen en hierbij tot de conclusie komen, dat Rusland achterlijk is t.a.v. Europa en den achterstand moet inhalen om op gelijk niveau te komen. Deze gedachte vinden wij, zoowel bij vroegere Russi- sche intellectueelen, als hij de bolsjewisten, voor- zooverre deze Europa en Amerika willen inhalen en voorbijstreven. Wel echter achten de bolsje- wisten Rusland superieur, omdat en voorzooverre het van een ander economisch principe uitgaat. Tenslotte zijn er dan de zoogenaamde Eurasiërs, die Rusland alleen in Europeesch-Aziatisch ver- band kunnen zien, waaruit te concludeeren valt, dat voor hen Rusland de schakel is tusschen het Westen en het Oosten. En natuurlijk zijn er vele, die Rusland als een zuiver Aziatische mogendheid beschouwen, omdat zij wel eens iets gehoord heb- ben over Tartareninvallen en -invloeden. Deze opvatting werd vooral door de nazi's verkondigd, daar Hitler destijds heeft uitgemaakt, dat het beetje beschaving, het welk de Russen volgens hem vroeger vertoonden, te danken was aan de invloed der Germanen. Vermoedelijk had hij wel eens iets gehoord omtrent de heerschappij der Gothen in de kuststreken en in Finland en Lithauen, welke Gothische staat zeer machtig was in de vierde 21 eeuw, maar ineengestort is onder den aanval der Hunnen. Waarschijnlijk zijn de stammen, waaruit het eigen- lijke Russische volk ontstaan is, eerst later afge- daald van de Karpathen in de Russische vlakten en woudgebieden, maar dit is op zichzelf onbelang- rijk, omdat Rusland toen reeds grootendeels door Slaven bewoond werd. De invloed der Noormannen is in Rusland zeker niet grooter geweest dan in de overige landen, waar deze veroveraars hun macht vestigden. Wat Hitler c.s. dan ook over Rusland zeggen, vloeit niet voort uit waarheidsliefde, noch uit weten- schappelijk inzicht, maar behoort tot het demago- gische arsenaal dergenen, die anti-cultureele doel- einden nastreven. Om Rusland en zijn huidige beteekenis te vatten moet men den Russischen mensch begrijpen en zijn historische ontwikkeling. Eerst dan zullen wij kunnen uitmaken welke beteekenis Rusland heeft voor de wereld en of het een leidende rol zal gaan spelen. 22 ---