Index-
pagina

ER0S EN PSYCHE
door
Lucius APULEJ0S.
2e eeuw na Chr.
C.Joon 1985

Er waren eens in een stad een koning en een koningin. Zij hadden 3 dochters van buitengewone schoonheid. De twee oudere konden nog wegens hun charme met menselijke bewoordingen geloofd worden, naar de schoonheid van de jongste was zo volmaakt dat de menselijke taal te arm was om haar waardig te bezingen of slechts voldoende te prijzen. Vele landgenoten en talloze vreemdelingen, aangelokt door de faam van deze betoverende verschijning, vereerden haar en genoten van de aanblik van die onbereikbare schoonheid, en, de handen ineen slaand baden zij tot haar in religieuze aanbidding als ware zij Aphrodite, de godin zelf. Reeds ging het gerucht door de nabije steden en hun omgeving, dat de godin, geboren uit de blauwe diepten van de zee met haar dauw van zeeschuim, nu ondanks haar goddelijkheid haar tijd doorbracht onder het volk, of dat door de invloed der sterren niet de zee maar nu het land een andere Aphrodite, begiftigd met bloeiende maagdelijkheid, had gebaard. Deze roep verbreidde zich met de dag meer en meer, zodat zij reeds vernomen werd op de nabije eilanden, in de werelddelen, in heel de wereld.

Reeds spoedden vele mensen zich op lange reizen over land en zee om dit wonderbaarlijke wezen te aanschouwen. Niemand ging nog naar Pafos, niemand naar Knidos, zelfs niet naar Cithera, om de godin, Aphrodite te eren. Haar heiligdommen lagen verlaten, de tempels waren in verval, men vergat haar eredienst, bekroonde haar standbeelden niet en koude as dekte de verweesde altaren.
Men bad nu nederig tot het meisje, in het menselijke lichaam werd de machtige godin vereerd.

Wanneer de maagd 's morgens verscheen vereerde men in haar gedaante de afwezige Aphrodite met offers en festijnen. Zelfs, als zij door de straten ging, eerde het volk haar door bloemen te strooien en bloemkronen aan te bieden. Deze mateloze overdracht van goddelijke eer aan een gewoon sterfelijk wezen ergerde de echte Aphrodite hevig. Toen zij haar verontwaardiging niet langer kon inhouden schudde zij boos het hoofd en sprak tot zichzelf : Ziehier de eerste Moeder der Natuur, eerste bron der elementen, Aphrodite, die de hele wereld doet leven en die moet nu haar goddelijke eredienst delen met een gewoon sterfelijk schepsel. Mijn in de hemel geheiligde naam wordt veracht op aarde. In de toekomst zal ik voorzeker mij tevreden moeten stellen met een heel klein deel der gemeenschappelijke eer, en mijn beeld zal door dit sterfelijke meisje worden rondgedragen. Vergeefs gaf die herder, wiens rechtvaardig en eerlijk besluit door Zeus werd bekrachtigd, mij de voorkeur boven andere machtige godinnen, wegens mijn schitterende gestalte. Nee, wie zij ook is, de vereringen die zij zich toegeëigend heeft, zal zij niet langer genieten. Ik zal er voor zorgen dat zij spoedig spijt zal hebben van haar ongeoorloofde schoonheid.
En terstond riep zij haar zoon, de gevleugelde en onbezonnen jongeling, die door zijn slecht gedrag de algemene zeden weerstreeft, die gewapend met een toorts en pijl en boog 's nachts door vreemde woningen trekt, echtgenoten verleidt, die ongestraft de ergste schelmenstreken uithaalt en aan niets goeds meewerkt. Hem, hoewel van nature niet dapper, spoort zij met woorden aan, ze neemt hem mee naar de stad en toont hem Psyche - want zo werd de prinses genoemd - en als zij hem de hele geschiedenis van de concurrentie in schoonheid heeft verteld, zegt zij tenslotte, wit en bevend van verontwaardiging en boosheid : Bij de liefde voor je moeder, bij de zoete wonden van je pijlen, bij de wellust oproepende vlammen van je toorts, smeek ik je, wreek de belediging en straf die opstandige schone zeer zwaar, maar doe allereerst één enkel ding voor mij : zorg dat dit meisje een brandende liefde opvat voor een waardeloze man, wie het lot veroordeeld heeft tot armoe en ellende - voor een zo miserabele mens, dat hij zijns gelijke niet vindt in heel de wereld.

Toen zij dit gezegd had overdekte zij haar zoon met hete kussen en begaf zich vervolgens naar de nabije zeekust. Met haar rose voeten had zij nauwelijks de bovenkant der golven aangeraakt, daar stapte zij op de diepe wateren zonder onder te raken, en prompt, op haar eerste verlangen, alsof zij reeds eerder opdrachten gegeven had, haastten de machten der zee zich haar te dienen. Daar verschenen, in koor zingende, dochters van Nereus, gevolgd door Poseidon met z'n woeste blauwe baard, Salacia, de met schubben bedekte fee, en de zeer jeugdige

2.

op een dolfijn rijdende Palaemon. Rondom op zee huppelde een groep tritonen, de een spelend op een welluidende schelp, de ander hield de hitte van de vijandige zon tegen en weer een ander hield de godin een spiegel voor ogen en weer anderen vormden zwemmend de tweespan. Zulk een gevolg begeleidde Aphrodite op weg naar de Oceaan.

Middelerwijl genoot Psyche niet de gewenste vrucht van haar schitterende schoonheid. Allen bewonderen haar, loven en eren haar, maar niemand - noch een koning, noch een prins, zelfs niet iemand uit het volk benaderde haar om heur hand te vragen. Men bewonderde haar goddelijke verschijning, maar dan zoals men een goed gehouwen beeld bewondert. Haar beide oudere zusters, wier minder opvallende schoonheid niet zulk een faam verwierf, reeds gekozen door koningen, lang geleden, trouwden gelukkig -- maar Psyche, thuisgebleven, beweende als een maagdelijke weduwe haar verscrikkelijke eenzaamheid, ziek naar lichaam en geest, en hoewel iedereen wèg was van haar schoonheid, haatte zij die.

De vader van de ongelukkige dochter, daarin de haat van de hemel vermoedende en de gramschap der goden vrezende, wendde zich tot het oudste orakel van de milesische god, met gebeden en offergaven de god smekend om een echtgenoot voor de verlaten dochter. En Apollo, hoewel hij een griekse en ionische godheid was, antwoordde namens de stichter van Milezië in de latijnse taal : Breng, o koning, Uw dochter op de top van een berg, kleed haar in rouwgewaden voor het huwelijksfeest. Hoop niet op een schoonzoon stammend uit het mensengeslacht, maar een strenge, woeste, op een slang gelijkende schurk, die het luchtruim op vleugelen doorklievend, al wat hij onderweg vond te vuur en te zwaard vernietigt. Die gevreesd is door de God Zeus, door een ieder der goden, voor wie zelfs vloed en duisternis der Styx beven. De eens gelukkige koning keert na het ontvangen van het antwoord, deze waarzegging door het heilig orakel, bedroefd huiswaarts, en openbaart z'n beklagenswaardige gade de bevelen van het Lot. Het verdriet, wenen en lamenteren duurde dagenlang ; maar reeds naderde de afschuwelijke voltrekking van het ontstellende bevel. Voor het rouwfeest van de ongelukkige maagd wordt een koor voorbereid, reeds doofde de vlam van de zwarte toorts in as, de klank van de bruiloftsfluit ging over in een klaaglied, de vrolijke melodieën van de hymnen eindigden in een hartverscheurend zuchten en de bruid wist zelf met haar eigen vuale heur tranen weg. Het door dit ongeluk getroffen gezin wekte het medelijden van het hele land op en wegens het algemene verdriet werd terstond een openbare rouw ingesteld. Maar de noodzaak te gehoorzamen aan de hemelse bevelen riep de arme Psyche op de voorgeschreven straf te ondergaan. Als dan de voorbereidselen voor de rouw-bruiloft gereed zijn gaat het begrafenis-gevolg met deelneming van het hele volk en met het levende lijk op weg, Psyche wenend, niet op weg naar haar feestelijke bruiloft maar naar haar begrafenis. En als dan de ouders, geslagen door en zo groot onheil, de uitvoering van de wrede wandaad vertragen, vermaant de dochter zelf hen met de volgende woorden : Waarom vergiftigt gij Uw laatste dagen met onophoudelijk geween ? Waarom kwelt gij Uw mij zo dierbare zielen met voortdurende klachten ? Waarom vloeien vergeefs tranen over het nobele gelaat Waarom doet ge met Uw huilende ogen ook de mijne tranen plengen ? Waarom rukt ge U de witte haren uit ? Ziet, dit is toch Uw grootse beloning voor mijn volmaakte schoonheid. Te laat voelt ge de dodelijke klap van de afschuwelijke afgunst. Toen de mensen mij als een godin aanbaden, toen zij eenstemmig mij een tweede Aphrodite noemden, toen had ge moeten klagen, toen moeten wenen, toen wanhopen om mij, reeds bijna gestorven. Ik voel al, zie al, dat alleen al de naam Aphrodite mijn ondergang betekent. Voer mij, breng zij op de door het lot genoemde rots. Ik wil zo snel mogelijk huwen, zo snel mogelijk mijn nobele gemaal zien. Waarom moet ik treuzelen ? Waarom moet ik hem vermijden, die geboren werd om de ondergang van de hele wereld te bewerken ?

Na die woorden zweeg de maagd, en mengde zich vlug tussen de massa der begeleidende mensen. Men ging de bedoelde steile berg op, plaatste de maagd op de hoogste top en liet haar alleen. De bruiloftstoortsen, waarmee men zich had bijgelicht werden op dezelfde plaats , uitgedoofd door tranen, weggeworpen. Met gebogen hoofden keerde men huiswaarts. En de ongelukkige ouders, gebroken door


3.


deze verschrikkelijke slag, verborgen zich in hun gesloten kasteel en brachten hun leven verder in voortdurende duisternis en rouw door. Intussen, toen Psyche, vol angst en pijn op de rotspunt droevig weende, deed een mild koeltje van Zephuros de rand van haar gewaad licht bewegen en de plooien volblazend tilde hij haar gemakkelijk de lucht in en vervolgens langs de hoge rots naar beneden, naar het dal, en zette haarzacht op een bloeiende weide neer.

Na enige rust op het zachte, bedauwde groen werd Psyche na zo groot lijden kalm en sliep in. Versterkt door een lange slaap stond zij wat vrolijker op. Zij zag een bosje van hoge bomen met wijduitstaande takken, zag een bron met kristalhelder water. In een bosje, ergens in het midden, bij de plaats waar een stroom van de hoogte neerstortte, verhief zich een paleis, niet door mensenhanden geraakt maar door goddelijke kunstvaardigheid. Reeds direkt bij het binnentreden zag men dat max het een fraaie, prettige woning van een god was. Want het plafond, versierd met exotische ivoor en citroenhout, werd gestut door gouden zuilen, de muren waren bedekt met zilveren relief-beeldhouwwerken, die huisdieren en wilde dieren voorstelden, die de bezoekers tegemoet schenen te snellen.

Waarlijk, het moest een tovenaar geweest zijn, een halfgod of eerder nog een god, die zulke massa's zilver veredelde door de volmaaktheid van de kunst. Het parket schitterde van veelkleurige steentjes, zó gelegd, dat zij diverse beelden voorstelden. O, hoe gelukzalig zijn degenen, die de edelstenen en andere kostbare stenen met de voeten mogen betreden ! Ook de overige delen van het lange en brede paleis waren buitensporig duur en de muren, geheel van puur goud, schitterden zo van het licht, dat het huis zich een eigen dag zou kunnen scheppen, zelfs al zou de zon niet willen, zó schitterden de slaapkamer, en de vestibules en zelfs de badkamers. En ook al het andere van het gebouw was in overeenstemming met die voornaamheid, zodat het waarachtig zou kunnen lijken dat dit hemelse paleis gebouwd was als aards verblijf voor de grote Zeus.. De charme van dit oord lokte Psyche aan, zodat zij dichterbij kwam en zelfs de moed had binnen te gaan. Gedreven door de wil het fraais te genieten, bekeek ze alles uitgebreid en bemerkte ze ten slotte dicht bij het paleis een schatkamer, volmaakt en groots gebouwd. Daarin waren enorme rijkdommen bijeengebracht. Zij kon niets ter wereld bedenken wat daar niet te vinden zou zijn. En indien zo onbegrensde rijkdommen al bewondering wekten, speciaal verwonderlijk was toch wel, dat men niets zag om de schat van heel de wereld te beveiligen, noch grendel, noch slot, noch een bewaker.

Toen zij met buitengewone weetgierigheid die schatten bekeek, klonk er een stem van een of andere onzichtbare persoon : Waarom bent U zo stomverbaasd, meesteres, bij het zien van deze rijkdommen. Dit alles behoort U. Ga dus de slaapkamer binnen, rust uit op het bed en als U dat lijkt kunt U daarna een bad nemen. Wij, wier stem ge hoort, Uw dienaressen, zullen al Uw bevelen uitvoeren en zullen U spoedig, om Uw lichaam te verkwikken trakteren op een koninklijk feestmaal.

Psyche bespeurde de wil van een goddelijke voorzienigheid, volgt derhalve de raad van de geheimzinnige stem op en verdrijft eerst door slaap en voorts door een bad haar vermoeidheid. Toen ontwaarde zij in de nabijheid een halfronde tafel en denkend dat die er wel zou zijn neergezet voor haar feestmaal, nam zij daar graag aan plaats. Prompt stonden er nektar-wijn en verschillende gekookte gerechten op de tafel, in grote hoeveelheid, zonder enige hulp, alleen door als het ware de zucht van een geest. Niemand vermocht Psyche te ontdekken, zij hoorde slechts gesproken woorden en enkele stemmen die klaar waren om te bedienen.

Na een heerlijk maal kwam er iemand die zong, een ander die de citer bespeelde waarbij zowel speler als instrument onzichtbaar waren. Later drongen tot haar oren door de harmonieuze klanken van een lied, gezonden door een onzichtbaar koor. Toen de schemering viel ging Psyche, geamuseerd door zoveel vermakelijkheden, wat rusten. Reeds laat in de nacht was het, toen een of ander zacht gemurmel haar wekte. Geheel alleen, vrezend voor haar maagdelijkheid, beefde zij over haar hele lichaam en hoewel ze niet wist wàt ze vreesde, vreesde ze het meer dan het ergste kwaad. Toen kwam er een onbekende jongelinge die Psyche tot z'n vrouw maakte en reeds snel verdween vóór het morgenrood. Op dat mom wachtten reeds de gedienstige stemmen om klaar te staan bij elk gebaar van de jonge pasgehuwde. Zo was het lange tijd. En zoals het gewoonlijk gaat als een nieuwe relatie voortduurt, werd zij voor Psyche aangenaam. Het geluid van de stem van de onbekende was haar een troost in haar eenzaamheid.

inmiddels werden de ouders, diepgedompeld in rouw en ongeluk, oud, maar omdat de faam van de hele gebeurtenis wijd en zijd verbreid werd, kwamen de oudere zusters alles te weten en zij verlieten met verdriet in het hart zo snel mogelijk hun huizen om hun ouders te bezoeken en te troosten. In dezelfde nacht sprak tot zijn Psyche de echtgenoot (zij zag hem nooit, zij hoorde en voelde hem alleen) : Psyche, mijn dierbaarste en geliefde echtgenote, van de zijde van het vijandige lot bedreigt je een groot gevaar, waarvoor je je goed moet hoeden. De zusters, ongerust geworden door de roep over je dood, zullen je zoeken en spoedig op gindse rots aankomen. Als je bijgeval hun zuchten en klagen verneemt, antwoordt daar dan niet op, kijk zelfs niet eens in die richting. Anders zou je mij veel pijn bezorgen en voor jezelf de volledige ondergang bereiden. Zij stemde er mee in en beloofde zich te gedragen naar de raad van haar echtgenoot. Maar toen hij verdween gelijk met het einde van de nacht, bracht de arme vrouw de hele dag wenend en klagend door. Zij riep steeds weer dat zij nu wel totaal verloren was, want opgesloten in een gouden kooi en afgesneden van de mensen. Zij kan noch troost geven, noch zelfs maar de haar bewenende zusters te zien krijgen. Zonder zich verfrist te hebben door een bad, en zonder iets gegeten te hebben, ging zij tranen stortend slapen. Spoedig daarna kwam haar man, deze keer vroeger dan anders en haar - de huilende - omarmend sprak hij verwijtend de volgende woorden : wat, mijn Psyche, heb je me beloofd ? Wat kan ik, je echtgenoot, nog van je verwachten, wat hopen ? Noch bij dag, noch 's nachts, noch zelfs in mijn armen, hou je er mee op jezelf verdrietig te maken. Doe dus zoals je wilt, volg de slechte inblazingen van je gedachten, maar weet, dat je je eigen ondergang begeert. Je zult aan mijn ernstige waarschuwing terugdenken, maar dan zal het te laat zijn om berouw te hebben. Toen begon zij te smeken, te dreigen dat zij zich het leven zou benemen, en wist zo van haar echtgenoot gedaan te krijgen, dat hij toestond om zoals ze wenste, haar zusters te zien, te troosten en te kussen. Hij gaf dus toe, overwonnen door de beden van de jonge echtgenote en beloofde verder nog hun zoveel goud en paarlen te schenken als zij wilde. Maar tegelijk vermaande hij haar veelvuldig en bedreigde haar zelfs streng, dat zij zich niet moest laten verleiden door de levensgevaarlijke overtuigingen van de zusters, en dat zij nooit moest proberen uit te zoeken hoe haar echtgenoot er uit ziet, want door haar onwelvoegelijke nieuwsgierigheid zou zij van de top van haar geluk neerstorten op de bodem van de ellende.

Zij zou nimmer meer zijn koesteringen genieten. Zij bedankte hem en zei, al wat opgevrolijkt : Honderdmaal liever zou ik sterven dan de zoetheid van het huwelijk verliezen. Want ik bemin je met vuur, wie je ook bent en verkies jou zelfs boven Eros. Maar ik smeek je nog dit ene voor mij te doen : geef aan je dienaar Zephuros opdracht dat hij mijn zusters naar hier draagt, zoals hij het destijds mij deed. Vervolgens begon zij hem met kussen te overdekken, met kozende woorden te vrijen en zij spraak, hem om de hals vallend : Mijn liefste, mijn echtgenoot, het hele leven van je Psyche ! Tegen zijn wil gaf de echtgenoot toe, overwonnen door de macht van de liefde.

Hij beloofde dat hij alles zou doen en verdween voor het aanbreken van de dag, zich uit de armen van zijn vrouw losrukkend.

De zusters, die alles vernomen hadden spoedden zich naar de berg, naar de plaats waar men Psyche had achtergelaten. Daar huilden ze heel hard en bedroefd, sloegen zich met de handen op de borsten en hun zuchten werden onophoudelijk door de echo van de rotsen herhaald. Zij riepen de beklagenswaardige zuster bij haar naam -- tot Psyche, toen de klank van de hartroerende klacht het dal bereikte, als een gek het huis uit holde en zich tot hen wendde met de volgende woorden :


5.


Waarom pijnig je jezelf vergeefs met geklaag. Hier ben ik, om wie je weent. Stop met klagen en droog je tranen, want je kunt mij, over wie je wanhopig was, omarmen.
Daarna riep ze Zephuros en herinnerde hem aan het bevel van haar echtgenoot. Hij voerde dat terstond uit en bracht de zusters met een zacht briesje in het dal. Zij vielen elkaar in de armen, bedekten elkaar met kussen en gelijk kwamen de pasgestopte tranen weer, maar nu als vreugdetranen.

En laat ons nu het huis binnengaan, sprak Psyche weer, en, als de wanhoop weggeëbd zal zijn, verheug je dan met je Psyche. vervolgens toonde zij hun de onbegrensde rijkdommen van het gouden pal paleis en maakte hen attent op het grote aantal bedienende stemmen. En toen de zusters van Psyche, verfrist door het bad en verzadigd door het werkelijk goddelijke feestmaal, voldaan al die hemelse rijkdommen bekeken, sloop op de bodem van hun harten reeds de afgunst binnen. Eindelijk begon één van hen zeer nieuwsgierig indringend vragen te stel over wie wel de bezitter van die wonderbaarlijke zaken was, wie haar echtgenoot was en hoe hij er uit zag. Maar Psyche, de opdracht van heur gemaal volledig in acht nemend wilde haar hartsgeheim niet verraden en begon prompt te liegen, dat haar echtgenoot er mooi uitzag, als een rijpe jongeling, dat hij gewoonlijk op velden en bergen verbleef om daar te jagen. In de vrees iets te verklampen bij verder praten gaf zij hun gul goud en juwelen en droeg vervolgens Zephuros op hen terug te brengen. Toen die wens onverwijld was vervuld kwamen de slechte zusters weer thuis en omdat ze de aan hun harten knagende afgunst niet de baas konden blijven, spraken zij met elkaar veel ... tégen Psyche. De eerste begon aldus : O, Fortuin (Tyge) wat zijt gij blind, wreed en onrechtvaardig. Behoort het zo te zijn, dat wij, die uit dezelfde ouders geboren zijn een zo totaal ander lot ondergaan ? En moeten wij, de ouderen, overgelaten aan het beheer der echtgenoten, vreemdelingen, ver weg van vaderland en ouders, als kluizenaars of slavinnen ons leven doorbrengen, terwijl zij ondertussen welhaast verdrinkt in overvloed van alles en een god tot echtgenoot heeft. Zij, die het laatst werd geboren, die zelfs niet weet hoe zulke rijkdommen te gebruiken. Je zag, zus, hoeveel juwelen er in haar paleis waren, hoeveel van de prachtigste kledingsstukken, hoe alles schitterde van de kostbare stenen, hoe men daar overal op goud stapt ? Als ze bovendien een zo schone echtgenoot heeft als ze ons verzekerde, dan bestaat er in heel de wereld geen mens, gelukkiger dan zij. En misschien naakt de echtgenoot haar zelfs tot godin, als de liefde bestendigd wordt. Waarachtig, zo is het, reeds nu gedraagt zij zich zo. Er is geen twijfel mogelijk, zij kijkt naar de hemel en is van plan godin te worden, zij, door stemmen bediend, en zij geeft zelfs de winden orders. Ik, ongelukkige, heb een man, die ten eerste ouder is dan mijn vader en ten tweede nog kaler is dan een komkommer, zwakker dan een kind, die het hele huis gesloten houdt met grendels en sloten. Daarop antwoordde de tweede : Ik heb een echtgenoot, die kreupel geworden is door een ziekte aan de gewrichten, zodat ik slechts zelden de echtelijke genoegens met her smaak, ik moet aldoor zijn kromme armen wrijven, ik moet met stinkende verbanden, allerakeligste kompressen, en afschuwelijke pleisters mijn tere handen beschadigen, dus ben ik geen dienstvaardige echtgenote maar een verpleegster die een zieke verzorgt. Jij, zus, kunt het geduldig, of beter -gezegd - ik zal het openhartig zeggen wat ik voel -- als een slavin verdragen, ik zal het onder geen beding verdragen. Ik kan dat geluk, dat iemand anders onrechtmatig geniet, niet aanzien. Bedenk nog maar eens hoe onbescheiden zij zichzelf prees en ten slotte, hoe zij zich bij dat alles opblies; van al die grote rijkdommen wierp ze ongaarne maar een allerkleinst deeltje ons toe, en omdat zij niet tevreden was met onze aanwezigheid, gaf zij de direkt de fluitende wind opdracht ons weg te jagen en weg te blazen. Ik wil geen vrouw genoemd worden of hoe dan ook voortbestaan in de wereld, als ik haar geluk niet zou vernietigen.

Als jij ook de belediging voelt - en dat kan niet anders - dan moeten wij samen een plan bedenken. Om te beginnen moeten wij noch aan onze ouders. noch aan iemand anders onze geschenken tonen, die wij dragen, doch het doen voorkomen dat wij omtrent haar 6. absoluut niets weten. Het is al genoeg, dat wij meer zagen dan wij wensten, waarom zouden we dan nog haar geluk aan onze ouders en alle anderen verder vertellen ? Want niemand is gelukkig als niemand anders van zijn geluk afweet. Zij zal aan de weet komen, dat wij niet haar dienstmaagden zijn, maar haar oudere zusters. Laten we nu teruggaan naar onze mannen, naar ons ellendige maar eerlijke huishouden, opdat wij eens, na lang nadenken, weer naar haar zullen kunnen gaan en haar trots afstraffen.

Het snode plan stond beide slechte dames wel aan. Na hun kostbare geschenken verstopt te hebben, begonnen zij hun haren in de war te trekken, met geveinsde pijn hun gezichten te bekrassen en opnieuw te zuchten en te wenen. Als zij dan op die manier het lijden hunner ouders verhevigd hebben, gaan zij ijlings naar hun huizen en overdenken de verraderlijke misdaad, het doden van hun onschuldige zuster. Spoedig daarna vermaande haar onbekende echtgenoot Psyche in een nachtelijk gesprek aldus : Weet je met welk een groot gevaar het lot je bedreigt? Neem jezelf zeer goed in acht, want anders zal het je ondergang zijn. De boosaardige furies bereiden je een valse hinderlaag ; zij willen er bij jou op aan dringen, dat je gaat uitzoeken hoe mijn gelaat is, dat je - ik zei het al eerder - slechts eenmaal, dan, zou zien en later nooit meer. Als die afschuwelijke vrouwen je nog eens zullen bezoeken, en dat zij dat zullen doen weet ik zeer wel, spreek dan helemaal niet met hen; als je dat echter uit aangeboren oprechtheid en een gevoelig hart niet kunt opbrengen, gehoorzaam hen dan in geen geval en vertel niets over je man. Want je zult een kind baren, dat nu reeds in je leeft, en het zal een god zijn, als je het geheim bewaart, doch een mens als je het verklapt. Bij dit heugelijke nieuws bloosde Psyche, blij dat zij een goddelijk nageslacht zal hebben, triomfantelijk omdat dat wat zij ter wereld zal brengen een bewijs van haar liefde zal zijn en trots op de erenaam van Moeder. Sedert dien telde zij onrustig alle dagen en maanden en volgde met verwondering de ontwikkeling van de gevoelens, die zij vóór deze verandering niet kende.

Maar reeds keerden die helse furies weer, addervergif uitsnuivend en met een onzalige snelheid. Toen waarschuwde de nachtelijke echtgenoot Psyche nogmaals : Het beslissende moment nadert. Je vijanden hebben de wapens reeds opgenomen, het kamp verlaten, zich slagvaardig opgesteld en het signaal voor de strijd gegeven. Reeds trokken de wrede zusters hun degens en richtten op je keel. Ach, welk een groot gevaar bedreigt ons, mijn liefste Psyche. Heb medelijden met mij en jezelf en bewaar gewetensvol het geheim, behoed het huis van je echtgenoot, je eigen persoon en ons kleintje, voor een spoedige ondergang. Die misdadige vrouwen, die je een dodelijke haat bezwoeren, en die de familiebanden verbroken hebben, moet je niet eens zusters noemen en daarom smeek ik je , kijk ze niet aan, gehoorzaam ze niet als ze op de rots zullen staan en gelijk sirenen zullen trachten je te verleiden. Daarop was het weerwoord van Psyche, zichzelf onderbrekend met geween : Je hebt reeds bewijzen dat ik het geheim kan bewaren en even sterk zal ik ook in de toekomst blijken te zijn. Geef alleen maar Zephuros de opdracht, bereid te zijn om te helpen en laat mij, als vergoeding omdat ik jouw heilige persoon niet kan zien, tenminste mijn Zusters zien. Bij de welriekende krullen van je haren, bij je zachte en gladde op de mijne lijkende wangen, bij je vlammend hart, bij je gelaat waarvan ik de trekken tenminste zal leren kennen uit die van ons kind, smeek ik je, hoor mij aan, verhoor mijn bede, sta de zusters toe mij te kussen, doe je trouwe Psyche dat genoegen.

Ik zoek niets in je gelaat, zelfs de duisternis verhindert niet, dat je mijn zon bent. De echtgenoot ontroerd door die woorden en aanhalingen , wiste met zijn haren heur tranen weg en beloofde dat hij alles zal doen wat zij vroeg, en vertrok voor het aanbreken van de dag. De twee samenzweersters gingen, zonder zelfs hun ouders te bezoeken met razende snelheid rechtuit van de schepen naar de punt van de bekende berg en zonder ook maar te wachten op de komst van de wind stortten zij zich omlaag in misdadige onbedachtzaamheid. Maar Zephuros, zich de koninklijke opdracht herinnerende greep in, hoewel met tegenzin, en bracht hen met een zacht briesje op de grond.


7.


Zij gingen met rasse schreden naar het paleis, omarmden hun buit, waarbij zij haar leugenachtig hun geliefde zusje noemden, en eindelijk, hun dodelijke voornemens in hun hart verbergend met de opgewektheid hunner gezichten, spraken zij aldus tot haar : Psyche , niet langer ben je een klein meisje, nee kijk nu eens je bent reeds moeder ! Je kunt niet geloven hoe wij ons op je toekomstige nazaten verheugen ! Wat een vreugde zul je onze hele familie bereiden. O, hoe gelukkig zijn wij om het gulden kind te mogen verzorgen. Als, wat natuurlijk is, het net zo mooi zal zijn als de ouders, waarachtig, zul je een tweede Eros baren. Op die manier een schijn van hartelijkheid oproepend stemden zij geleidelijk aan het hart van hun zuster gunstig. Nadat zij zich verfrist hadden door een bad onthaalde Psyche hen een prachtige tafel met de fijnste gerechten. Zij gaf de citer opdracht te spelen .. en reeds trilden de snaren -- zij beval de fluit te spelen .. en reeds maakte iets muziek -- zij verzocht de koren te zingen , en reeds zong er iets. De verrukkelijke klanken van de geheimzinnige muziek zouden zeker een ieder mild gestemd hebben, alleen de booswichten werden niet week door de zoetheid van het gezang en geneigd om hun ketenen om hun zuster te werpen, begonnen zij slinks aan haar te vragen, wat voor ren ze heeft , waar hij is geboren en uit welk land hij stamt. Dan, de vorige kennisgevingen geheel vergetend, bedenkt Psyche in haar naïviteit een nieuw verhaal. Zij vertelt dat haar man komt uit de naaste provincie, dat hij zich met groothandel bezighoudt, van middelbare leeftijd en reeds ietwat grijzend is. Om bij dat verhaal niet te blijven staan gaf zij haar zussen wederom met gulle hand geschenken en zond hen heen met het "luchtvoertuig".

Toen zij door Zephuros weggedragen waren en al weer thuisgekomen, spraken zij aldus met elkaar. Wat denk jij zus, van de monsterachtige leugens van die harlekijn ? Vorige keer was het een bijna rijpe jongeling, nu een middelbare man wiens haar reeds zilvergrijs begint te worden. Wat is dat voor een mens, die in zo korte tijd oud wordt ? Het komt mij voor, dat die valse jongedame liegt, of ze kent haar man niet. Hoeveel of hoe weinig waarheid er in haar woorden is, wij moeten haar zo snel mogelijk van haar welstand afhelpen. Want als zij het gelaat van haar echtgenoot niet kent, is zij zonder twijfel getrouwd met een god en draagt zij een god in zich.

Ik beken je eerlijk, dat als ik zal vernemen dat zij, wat niet gebeure, moeder werd van een godenkind, ik mij terstond aan een touw zal opknopen. Laten we nu echter naar onze ouders teruggaan en hun onverwijld melden wat voor verschillende leugens zij ons verteld heeft. Na elkaar zo aangespoord te hebben gingen zij, alleen voor de schijn, op visite bij hun ouders, en na een slapeloze nacht gingen ze reeds vroeg in de morgen weer naar de rots. Zoals gewoonlijk vlogen zij het dal in met behulp van de wind, daarna wreven zij hun oogleden en wekten zo een stroom tranen op, en daarna spraken ze sluw tot hun zuster : Jij, gelukkige, weet niet eens in wat voor een trieste toestand je je bevindt. Je denkt niet eens aan het gevaar -- wij echter zijn dag en nacht bezorgd om jouw welzijn, teisteren onszelf om jouw ellende. Want wij kwamen volstrekt zeker te weten en zijn aan ons medelijden verplicht het je te melden, dat een reusachtige draak, kruipend over de grond met behulp van vele puistrijke ledematen en een dodelijk gif uitademend, iedere nacht bij jou doorbrengt, in het geheim. Nu moet je je wel even herinneren het heilig orakel, dat aankondigde, dat je zou trouwen met een verschrikkelijk monster. Veel dorpelingen en zij die in de omgeving jagen - ook onze buren - zagen het als het 's avonds van de weide kwam en de nabije rivier inging. Iedereen verzekert, dat het niet zo lang meer zal duren, dat het je zal volstoppen met snoep, maar dadelijk als je vrucht voldoende gegroeid zal zijn, zal hij je wreed opvreten. Het hangt nu maar van jezelf af of je de raad van je zusters, die bezorgd zijn over jou, wilt opvolgen en met vermijding van de dood, zonder gevaar mèt ons wilt leven, of dat je er de voorkeur aan geeft in de ingewanden van het verschrikkelijke beest terecht te komen. Als je echter plezier hebt in deze volledige eenzaamheid, in deze geheime en gevaarlijke liefde, in de omarming van de giftige slang, dan hebben wij je niets meer te zeggen. Als goede zusters deden we alles voor je wat we maar konden.


8.


Toen begon Psyche in haar naïviteit en oprechtheid de vreselijke woorden te geloven. Haar zelfbewustzijn verliezend vergat zij alle vermaningen van haar echtgenoot en haar beloften en stortte zich in de afgrond van het onheil. Bevend en bleek begon ze te spreken, zichzelf uit ademnood veelvuldig onderbrekend : Jullie, mijn dierbare zusters, geven mij zoals dat jullie betaamt, voortdurend bewijzen van je symphatie. Eerlijk, het lijkt mij, dat zij die dit alles aan jullie vertelden, logen. want ik heb nooit het gelaat van mijn man gezien, ik weet niet wat hij is, ik hoor alleen in de nacht de stem van een onbekende, voor het daglicht verdwijnend wezen, dus dat het een of ander monster is, dat ben ik geheel met jullie eens. Hij maakt mij voortdurend bang, dat ik niet de moed moet hebben om uit te zoeken hoe hij er uit ziet, en hij bedreigt me met groot onheil als ik aan de nieuwsgierigheid zou toegeven om zijn gezicht te zien. Als je op enigerlei wijze je zus, die in gevaar verkeert, kunt helpen, stel dat dan niet uit, anders zou jullie voorzichtigheid mij niet helpen, als je misschien later niet meer om mij zult kunnen zorgen. Toen de boze vrouwen op die manier de geest van hun zus in hun recht hadden gekregen, traden zij uit de schuilhoeken van hun versterkingen en staken de dolken van het verraad in de angstige gedachten van het ongekunstelde kind. Tenslotte zei een van hen : Omdat onze verwantschap ons daartoe verplicht en wij bij de verdediging van jouw leven geen enkel gevaar mogen achten, zullen wij je de weg wijzen, die, en die alleen, leidt naar de redding, een weg, die wij na lang, lang zoeken vonden. In dat deel van het bed, waar jij gewoonlijk slaapt stop je een met olie gevulde lantaarn, die goed licht geeft, en verder een handgeslepen dolk.

Maar dat alles moet in het grootste geheim geschieden. Wanneer het kruipende monster zoals gebruikelijk naar bed zal gaan en in diepe slaap zal vallen, slip jij uit bed en stapt op blote voeten, geluidloos. zachtjes, pakt de lantaarn en gebruik hem om je grote taak te volbrengen. Hef daarna de rechter hand met de tweezijdig geslepen dolk op en hak met forse slag de kop van de giftige slang van zijn hals. Wij zullen ook niet aarzelen om je te helpen, maar zullen direkt nadat je jezelf gered heb: door de draak te doden, bij je zijn, jou en alle rijkdommen meenemen en jou als mens een mens tot echtgenoot geven. Door die woorden drongen zij nog meer bij hun zuster aan. Vrezende dat het voor Psyche bedoelde onheil henzelf zou kunnen treffen vertrokken zij zo snel mogelijk van die plek, en na zoals gewoonlijk weer door de wind op de rots teruggezet te zijn, holden zij naar hun schepen en voeren terstond af. Psyche bleef dus alleen achter, maar zij voelde haar eenzaamheid niet, want als prooi blootgesteld aan de helse furies, werd zij door golven van ongeluk gebeukt zoals de zee door een storm. Hoewel zij reeds vast besloten was, aarzelde zij weer toen het moment van de daad naderde en de uiterste gevoelens beheersten haar ziel. Zij haast zich en stelt uit, is dapper en bang, twijfelt en is boos, en wat het ergste is, in hetzelfde hart haat zij het beest en bemint de echtgenoot. Tegen de avond had zij in koortsachtige haast alles voor de misdaad toebereid. De nacht viel en de echtgenoot kwam. Toen verkreeg Psyche door het zware lot, hoewel zij zwak was naar lichaam en ziel, zoveel energie, dat zij de lantaarn droeg en de dolk greep met een moed, die vrouwelijke kracht te boven gaat. Maar toen zij het licht liet vallen op het mysterie van het bed, zag zij het meest volmaakte en heerlijke van alle schepselen, daar lag in zijn volle schoonheid Eros, de prachtige god. Bij die aanblik werd zelfs het licht van de lantaarn plezieriger, alleen de schittering van het moordwapen was verschrikkelijk. Door dit alles verward verbleekte Psyche, viel bevend op haar knieën en overwoog het staal in haar eigen boezem te verbergen. Dat zou ze ook zeker gedaan hebben als het wapen door de angst voor zulk een vergrijp niet uit haar hand was gevallen. Uitgeput en wanhopig kwam zij slechts langzaam weer tot zichzelf toen zij het schone goddelijke gelaat bekeek. Zij zag een prachtig hoofd, half verborgen in een massa welrie- kende haren; de schilderachtige krullen vielen op de blanke hals, de rose wangen, sommige op de borst, andere op de rug en straalden in zo'n glans, dat zelfs het licht van de lantaarn daarbij verbleekte. Op de rug van de vliegende god waren de veren helder wit en hoewel de vleugels zelf in rust waren, trilden toch de


9.


dunne, fijne veerpuntjes als waren ze dartel. Het hele lichaam was glad en stralend, zoals het aan de zoon van Aphrodite betaamt. Voor het bed lagen de boog, de pijlkoker en de pijlen, de aanvalswapens van de machtige god. Daar ze de verleiding niet kon weerstaan nam Psyche het wapen nieuwsgierig in de hand en bekijkt het van nabij, dan trekt ze één pijl uit de koker en met de vingertop probeert ze hoe scherp die pijl wel was, prikte zich door haar gebeef, en op haar huid verschenen kleine druppeltjes lichtrood bloed. Op die manier, onbewust èn door eigen schuld, entte Psyche zich met de liefde tot Eros.

Gloeiend van steeds toenemende liefde voor hem boog ze voor hem en begon hem snel en hartstochtelijk met kussen te overladen, maar tezelfder tijd beving naar de vrees, dat hij spoedig zou ontwaken. Intussen, terwijl de gewonde Psyche dronken werd van geluk, morste de lamp, of wegens zeer boze arglist, dan wel omdat hijzelf een zo mooi lichaam wilde aanraken en kussen, een druppel hete olie op de rechter hand van de god. O, arrogante en onnadenkende lantaarn, hoe durfde jij de Heer van alle vuur zelf te brandmerken ? Jij werd immers in de eerste plaats door de minnaar uitgedacht, opdat hij zelfs 's nachts langer kon genieten van het voorwerp zijner liefde. De gebrande god ontwaakte en toen hij bemerkte dat Psyche de trouw verbroken had, vloog hij zonder één woord terstond weg uit de armen van de ellendige echtgenote. Psyche greep hem met beide handen aan z'n rechter voet, maar zij werd nee omhoog getrokken, hangend vloog ze met hem door de lucht. Tot waar ze niet meer kon en tenslotte vermoeid ter aarde viel.

De goddelijke geliefde verliet niet terstond de op de grond liggende echtgenote, maar hij vloog naar de hoogste cypres in de buurt en sprak diep geroerd tot haar Aphrodite, mijn moeder, had mij bevolen jou, mijn liefste Psyche, door liefde en huwelijksbanden te verbinden aan de meest waardeloze man, maar ik liet haar bevel voor wat het was en gaf er de voorkeur aan zelf je geliefde te worden. Verder was ik zo slordig, dat ik, de grote boogschutter, mij met mijn eigen pijl verwondde en ik werd je echtgenoot, maar jij was wantrouwend en dacht dat ik een beest was en je poogde met een dolk mijn hoofd, welks ogen het zo heerlijk vinden jou aan te zien, af te snijden. Dat had ik altijd al gevreesd en ik heb je vriendelijk gewaarschuwd. Je eminente raadgeefsters zullen dadelijk gestraft worden voor hun rampzalige onderricht. Jou zal ik alleen daardoor straffen, dat je mij niet meer zult zien ! Toen hij dat gezegd had verhief hij zich op z'n vleugels het luchtruim in.

Op de grond liggend, met pijn in het hart, volgde Psyche haar wegvliegende echtgenoot zo lang zij kon. Toen hij met snelle vleugelslag verdwenen was, wierp zij zich van de oever in de langsstromende rivier. Maar de goedaardige stroom, zich de god herinnerende, die zelfs gewend was de wateren elkaar te doen beminnen, bracht haar naar de andere oever en legde haar voorzichtig op een bloeiende weide. Toevallig zat daar niet ver vandaan de landgod Pan, die juist een berggodin omarmde, Echo, en haar leerde verschillende geluiden te herhalen. Bij de oever dartelden grazende geiten. De god riep de gewonde en bedroefde Psyche zacht tot zich en omdat hij haar lot reeds kende kalmeerde hij haar met de volgende woorden : Mooi kind, hoewel ik mijn leven doorbreng op het veld en slechts een geitenhoeder ben, heb ik dank zij mijn hoge leeftijd een rijke ervaring verworven, en als ik daaruit de goede konklusie trek, je wankel en onzeker stappen, de buitengewone bleekheid op je gezicht, dan verraden je onophoudelijke zuchten en je droeve ogen niets anders dan liefdesverdriet. Geloof mij nu, werp je niet meer van een oever en zoek ook niet op een andere wijze de dood. Inplaats van bedroefd en verdrietig te zijn, kun je je beter rechtstreeks met gebed wenden tot de grootste aller Goden, Eros. Hij is jong, mooi, speels, hij zal je bede stellig verhoren. Op die woorden van de herdergod antwoordde Psyche niets, zij hoorde hem alleen aan en ging verder. Na lang omzwerven vol lijden kwam zij op een onbekend pad en reeds tegen het einde van de dag bij een stad, waar de echtgenoot van een harer zusters regeerde. Toen Psyche dat vernam, liet zij haar komst bij haar zuster aankondigen en toen men haar bij haar zus gebracht had, begon zij, na de omarmingen en begroetingen, gevraagd naar de reden van haar bezoek als 10. volgt te vertellen: je zult je goed je advies herinneren, n.l. dat ik het beest, dat onder de valse naam van echtgenoot bij mij sliep, met een aan beide zijden geslepen dolk moest doden, voordat hij mij zou kunnen inslikken met z'n grote muil. Maar toen ik volgens jouw raad het licht op z'n werkelijk goddelijke gelaat liet schijnen, vertoonde zich een wonderlijk schouwspel voor mijn ogen. Daar lag, rustig slapend, de zoon van de godin Aphrodite zelf, ja, ik weet wat ik zeg, Eros. Toen ik daar stond, verward bij het aanzien van een zo groot geluk en het bewustzijn verloor, omdat ik, met de wellust zo nabij, niet kon toestaan dat de hartstocht mijn ondergang zou worden, liet de lamp helaas een droppel hete olie op z'n hand vallen. Door de pijn werd hij gelijk wakker, en toen hij mij zag met dolk en lamp, riep hij uit : Verdwijn, misdadige vrouw, van mijn bed, ik wil met jou niets meer van doen hebben. Eén zuster van je - hier noemde hij jouw naam ~ zal ik tot mijn wettige echtgenote maken. Na die woorden gaf Zerhuros opdracht mij uit zijn huis te verjagen. Zodra Psyche uitgesproken was bedroog haar zuster haar man met de slim bedachte leugen, dat zij bericht kreeg van het overlijden van haar ouders, aangespoord door een gevaarlijk verlangen, een te gronde richtende afgunst, toog zij onverwijld naar het schip, begaf zich naar de bekende rots, en riep, totaal verblind door hoop : Aanvaard mij, Eros, als beminnelijke echtgenote, en gij, Zephuros, neem mij als meesteres aan."

En meteen, hoewel er een heel andere wind waaide, stortte zij zich in de afgrond. Maar zij bereikt het dal niet als dode, want haar lichaam werd door scherpe rotsen uiteengereten, en haar ingewanden werden, zoals zij verdiend had, een buit voor vogels en gedierte.

Ook de tweede zuster werd spoedig door straf getroffen, want Psyche kwam weer reizend, aan een andere stad, waar die tweede zuster woonde. Ook zij liet zich door de leugenachtige woorden van Psyche verlokken en graag haar plaats (misdadige) echtgenote innemend, begaf ook zij zich zo snel mogelijk naar de rots en vond een soortgelijke dood.

Ondertussen, terwijl Psyche alle landen afzocht naar Eros, lag hij te zuchten wegens de opgelopen verwonding in een zaal bij zijn moeder. Toen dook de witte vogel, de meeuw, die boven de golven der zee vliegt, onder naar de diepte van de oceaan. Toen hij de badende en zwemmende Aphrodite bereikte, deelde hij haar mede, dat haar zoon een brandwond had opgelopen, dat hij daardoor erg leed en zelfs onzeker was over z'n leven; hij vertelde erbij, dat onder alle volkeren een slechte reputatie van de hele familie van Aphrodite rondging. Hem, zei hij, verwijt men dat hij z'n tijd verdoet bij een geliefde in de bergen, maar men beschuldigt U ervan, dat U zich maar steeds baadt de zee, zodat er op de wereld geen enkel genoegen, niets zoets of bekoorlijks meer bestaat, dat overal ontucht en ondeugd begonnen te heersen. Dat berichtte de babbelzuchtige en ietwat te nieuwsgierige vogel aan Aphrodite, en daardoor berokkende hij schade aan de goede indruk, die zij van haar zoon had.

Dus mijn geachte zoon heeft weer eens een vriendin ? Jij, die mij als enige zo trouw dient, moet mij dadelijk zeggen hoe de verleidster van mijn onschuldige zoon heet, en of zij één van de nimfen is, éé godinnen der jaargetijden, of uit het koor der Muzen, of dat zij behoort tot het gevolg mij gracieën. Ik weet het niet, meesteres, antwoordde de praatgrage vogel, maar het lijkt mij dat hij een sterfelijk meisje bemint, Psyche heet ze. Toen ze dat hoorde begon Aphrodite luidkeels te gillen, zonder haar verontwaardiging te betomen. Als hij Psyche bemint, mijn rivale in schoonheid, haar, die zich mijn naam toeëigende, dan maakte hij mij zo waar tot een koppelaars want ik heb het hem gemakkelijk gemaakt die deerne te leren kennen. Schreeuwend kwam zij snel uit het water en begaf zich naar haar gouden zaal. Toen zij daar haar zieke zoon vond, zoals haar was verteld, begon ze reeds bij de deur te roepen : Past dat bij je waardigheid ? Hoe waag je het de opdracht van wie jou baarde en die zelfs je meesteres is met voeten te treden ? Waarom heb je getalmd mijn rivale met een afschuwelijke liefde te vervolgen en nam je haar, dat jonge onrijpe wicht wellustig in de armen? Moet ik dus toestaan dat mijn vijandin mijn schoondochter zal zijn ? wees maar blij, ijdel-


11.


tuit, verleider, schurk, dat je m'n enige zoon bent en dat ik wegens mijn al wat hogere leeftijd geen kinderen meer kan krijgen. Je zou zien, dat ik een zoon zou baren, veel beter dan jij bent. Of, nee-- om je nog pijnlijker te vernederen zal ik een van mijn slaven als zoon aannemen, hem zal ik vleugels geven, een toorts, en boog en pijlen, om kort te gaan de komplete wapenrusting, die ik jou eens ter hand stelde, naar niet voor dit gebruik. De deugden van je vader hebben je karakter in het geheel niet beïnvloed. Je bent van jongsaf een deugniet en je hebt gevaarlijke handen, oudere personen, die wij dienen te gehoorzamenbeledig jij dikwijls, zelfs jegens je eigen moeder, jegens mij, jij schaamteloze, veroorloof je je dagelijks nieuwe streken; hoe vaak heb je mij al niet verwond, bespot als een weduwe, zelfs zonder je stiefvader, de dappere grote strijder te vrezen. Overigens, waarom zou je hem moeten vrezen, als je, alleen om mij verdriet te doen, gewoon bent hem meisjes te leveren ? Maar ik zal wel zorgen, dat je spijt zult krijgen van die grappen en dit huwelijk zal je bitter smaken. Maar hoe moet ik de laatste bespotting wreken ? Waarheen zal ik mij wenden ? Hoe deze deugniet bescheidenheid bijbrengen ? Zal ik de hulp inroepen van mijn vijandin Soberheid, die terecht beledigd is door het gedartel van deze knaap ? Bij de gedachte alleen al voel ik afschuw deze ruwe strenge vrouw te moeten vragen, raar ja, waar ook de hulp vandaan komt, je zult die moeten aannemen, want dat maakt mij de wraak mogelijk. Dus tot niemand anders dan tot Soberheid moet ik mij wenden ; zij dient die grapjas te temmen, de pijlen uit z'n koker te nemen, ze stomp te maken, de boog te ontspannen, de toorts te doven en hem zelf met de roede te straffen. Ik zal pas dan zeggen, dat ik gewroken ben, als zij de haren, die ik eens met goud doorvlocht, zal hebben afgeknipt tot op de huid en je zal kortwieken.

Na deze woorden verliet zij de kamer en haar boze hart werd vervuld van koppigheid. Spoedig daarop kwam ze Demeter en Hera tegen en toen die de razernij op haar gelaat zagen, vroegen wij waarom het boze voorhoofd de schoonheid van haar schitterende ogen wegnam. Daarop antwoordde Aphrodite: Ge zijn te rechter tijd gekomen, want ik heb iets te doen, dat voor mij heel belangrijk is. Help mij, alsjeblieft, met alle kracht om de weggelopen en slimme Psyche te zoeken. Want de luide faam die over mijn huis en over mijn slechte zoon wordt rondverteld is jullie zeker wel al bekend. De godinnen, die alles al wisten, begonnen de boze Aphrodite te kalmeren met: Welk een misdaad, Vrouwe, bedreef Uw zoon, dat ge met geweld zijn momenten van geluk verbittert en dat ge tracht te doden, wie hij liefheeft? Wat is dat voor een misdaad, vragen wij U, als hij graag glimlacht naar een mooi meisje ? Weet ge niet dat hij een reeds rijpende jongeling is,.. zijt ge mogelijk vergeten hoeveel jaar hij is ? Maak uzelf niet wijs, dat hij, omdat hij er mooi uitziet, altijd een kind is. Gij zijt zijn moeder en een verstandige vrouw, waarom bespionneert ge dan elk zijner uitspattingen, verwijt ge hem onzedelijkheid, bestrijdt ge zijn dartele streken, waarom .. Uw eigen kunstgrepen en grappen te misprijzen in Uw mooie zoon ?

Wie van de goden of wie van de mensen zal toestaan dat gij de liefde rondzaait als ge wegens diezelfde liefde Uw eigen zoon straft, als ge hem verhindert vrouwen te benaderen ? Zo spraken zij Eros, zijn pijlen vrezende, voor en hoewel hij er niet was, hoopten zij hem hierdoor gunstig te stemmen. Maar Aphrodite, verontwaardigd omdat zij spotten met haar smart, verdween spoorslags in de richting van de zee. Ondertussen zocht Psyche, verlangend naar haar man, hem in div. landen ; zij dacht dat zij hem tenslotte wel zou vinden en zoal niet door liefdevol aaien, dan toch door een nederig verzoek zijn woede zou temperen. Toen zij op de top van een hoge berg een tempel zag riep ze uit : Wie weet of niet mijn echtgenoot daar is. Dus stapte zij direkt op dat doel af, waarbij de hoop en de wens het doel te bereiken het door het eindeloos lopen vermoeide meisje nieuwe kracht gaven. Toen ze de top bereikt had trad zij binnen in het inwendige van de tempel. Zij ziet tarwe-aren, sommige ordeloos in het rond geworpen, andere tot kronen gevlochten en zij bemerkte er ook gerst-aren tussen. Er waren ook verschillende, uit de hele wereld bijeengebrachte oogstwerktuigen, maar alles


12.


was hier en daar neergesmeten zonder enige orde, zoals dat gewoonlijk de vermoeide dorpelingen doen. Dit alles sorteerde Psyche met zorg en legde het ordelijk neer, want zij meende dat zij geen enkele god mocht minachten, noch hun tempels of erediensten, maar iedereen om mededogen moest vragen.

Toen zij daar zij ijverig mee bezig was kwam de voedster Demeter bij haar en riep reeds van verre : Ach, arme Psyche, in de hele wereld zoekt de boze Aphrodite je ze bedreigt je met de vreselijkste straf en gebruikt al haar krachten opdat haar wraak je zal treffen. En intussen zorg jij voor mijn gebruiksvoorwerpen en denkt niet aan je eigen redding. Toen wierp Psyche zich aan haar voeten, besprenkelde deze met een stroom van tranen, veegde de grond aan met heur haren en vroeg in de volgende bewoordingen nederig om bescherming: Bij Uw vruchtbare rechterhand smeek ik U , bij het vrolijke oogstfeest, bij de geheimzinnige mand, bij Uw door draken getrokken voertuig, bij de veel barende Sicilie, bij het tuig waarmee men Uw dochter roofde, bij de aarde die haar verborg en bij haar onderaardse bruiloft -bij alles wat de attische Eleusis met geheimzinnigheid bedekt, heb medelijden met de U smekende Psyche en help haar. Sta mij toe, dat ik tussen die verzamelde aren een paar dagen mag verblijven tot de tijd de koppigheid van de godin zal hebben afgezwakt, of, tenminste, tot dat ik een weinig zal zijn uitgerust na zulk lang lijden. Daarop antwoordde Demeter : Je tranen ontroeren me en ik zou je willen helpen, maar mijn bloedverwante, met wie mij bovendien vriendschapsbanden verbinden, een zeer eerwaarde vrouw, kan ik niet boosmaken. Verlaat dus terstond mijn tempel en wees tevreden, dat ik je niet tegengehouden en gevangen genomen heb. Psyche kon niet weigeren, maar een des te groter verdriet beving haar; zij ging voort en in een dal bemerkte zij midden is bossages een tempel van ongewone bouw; omdat zij geen enkel, zelfs geen onzeker middel om weer hoop te krijgen onbeproefd wilde laten, en van plan om welke godheid daar ook zou zijn, hem om hulp te vragen, trad zij op de heilige poort toe. Op de takken van de bomen en aan de poort zelf zag zij kostbare geschenken en geweven stof hangen met in goud geborduurde opschriften; daarin was te lezen wegens welke weldaden men offerde en hoe de naam van de godin luidde. Zij viel op haar knieën, omvatte het warme altaar met haar handen en begon, na haar tranen te hebben weggewist, te bidden Zuster en echtgenote van de grote Zeus, die de antieke tempel te Samos gebruikt, die vereerd werd door Uw geboorte; bezoekende Uw gelukkige zetel in Kartago, vanwaar gij als maagd ten hemel werd opgenomen, in een rijtuig getrokken door leeuwen, heersend in de glorierijke stad Argos aan de overs van de Inachus, waar men U wel de echtgenote van de Bliksemwerper en Koningin der Goden noemt, O, Gij, geëerd en aanbeden in oost en West, helpt mij in mijn ongeluk, Beschermvrouwe, Hera, verlos mij van de angst voor het dreigend gevaar, hebt medelijden met mij, uitgeput door zulk groot lijden.

Voor zover ik weet zijt Gij gewoon de moeilijk barende vrouwen bij te staan. Voor de zo biddende verscheen dadelijk in haar volle glans en majesteit de godin Hera en sprak : Ik zou je verzoek graag inwilligen, maar de zedelijkheid zelve maakt het mij onmogelijk in te gaan tegen Aphrodite, mijn schoondochter, van wie ik altijd als van een dochter heb gehouden. Je te ontvangen is mij verboden bij dezelfde wet, die verbiedt een schuilplaats te verlenen aan vreemde slaven, die tegen de wil hunner Heren zijn weggelopen.

Nogmaals ontgoocheld verloor Psyche helemaal de moed haar verdwenen echtgenoot nog verder te zoeken, zij wanhoopte reeds aan alles en sprak tot zichzelf : Wie kan mij helpen in mijn leed, als zelfs de machtige godinnen het niet kunnen doen al zouden ze het willen. Ik zit in een net gevangen, hoe kom ik er ooit uit ? In wat voor huis, of zelfs maar in wat voor duistere plek zal ik zij verbergen om de doordringende blikken van Aphrodite te vermijden ? Misschien is het beter als ik mijn krachten bijeenraap, de vergeefse hoop van mij zet, en mij vrijwillig in de handen van de godin geef, en al is mijn onderdanigheid laat, mogelijk kan zij haar woede toch wat temperen. En wie weet, vind ik hem, die ik al zo lang zoek juist daar, in het huis van z'n moeder ?


13.


Besloten nederig te zijn, hoewel dat generlei garantie voor een goede afloop bood, en beter gezegd, dat het haar ondergang zou bespoedigen, overwoog ze toch hoe ze haar bede om gunst zou inkleden.

Inmiddels begaf Aphrodite, vermoeid van het vergeefse zoeken over heel de wereld, zich naar de hemel. Zij beval het voertuig, zo kunstzinnig vervaardigd door de goudsmit Hephaistos en door hem als bruidsgave haar geschonken, klaar te maken.

Prompt kwamen uit de vele duiven, die hun nesten hadden nabij de slaapkamer van de godin, er vier duiven aangevlogen, blanker dan sneeuw, en bogen hun verschillend gekleurde halzen onder de schitterende tuigage, en nadat de godin plaats genomen had, ontvouwden zij verheugd hun vleugels. Achter het voertuig vlogen piepend de dartele mussen, terwijl de overige vogels met gezang haar komst aankondigden. Het vogelgevolg van Aphrodite vreesde noch adelaars noch roofzuchtige valken. Zij begaf zich rechtstreeks naar het koninklijk paleis, naar Zeus, en vroeg hem ietwat trots, haar Hermes als heraut te geven, want zij had zijn diensten dringend nodig. Zeus weigerde het haar niet. Verheugd verliet Aphrodite de hemel in gezelschap van Hermes en vertelde hem onderweg wat heur hart bezwaarde : Arkadische broeder, sprak zij, je weet dat je zuster Aphrodite niets zonder jouw hulp zou kunnen doen en ook nu zul je wel al goed zijn ingelicht, hoe lang reeds ik vergeefs zoek naar het zich schuil houdende meisje. Er blijft dus niet anders over, dan dat je publiekelijk een beloning belooft aan degene, die haar zal vinden. Voer mijn opdracht onverwijld uit, maak bekend aan welke karakteristieke eigenschappen zij te herkennen is, en niemand die haar misschien zou verbergen zag later aanvoeren dat hij niet wist een wie hij een schuilplaats bood. Dit zeggende gaf zij hem een boekje, waarin de naam van Psyche en al het andere beschreven stond. Daarna ging zij direkt naar huis.

Hermes treuzelde niet met de uitvoering van de opdracht, alle landen door-ijlend verkondigde hij volgens het bevel in het openbaar hetgeen hier volgt : Indien iemand zal aanhouden of te weten zou komen waar zich de weggelopen koningsdochter, dienares van Aphrodite, genaamd Psyche, bevindt, hij kome naar de mirtezaal, naar de heraut Hermes. Hij zal als beloning van Aphrodite zeven zoete kussen krijgen, waaronder één van vrijwel ongeëvenaarde zoetheid.

Toen Hermes dit had aangekondigd begon het verlangen zulk een beloning te krijgen iedereen in z'n ban te krijgen, zodat zij met grote ijver begonnen te zoeken. Maar ook Psyche zette zoveel te meer haast achter de verwerkelijking van haar plan. Toen zij reeds het huis van de godin was genaderd, ontmoette haar een van de dienstmaagden van de godin, Gewoonte geheten, en die begon direkt luidkeels te schreeuwen : Eindelijk, deugniet, begin je te snappen, dat je een meesteres boven je hebt ? Misschien zal je onverschillig antwoorden, dat je niet wist hoeveel moeite wij deden om je te zoeken ? Maar het is goed dat je juist in mijn handen viel ; ik zal je dadelijk straffen voor je misdadige koppigheid. En hetzelfde ogenblik greep zij Psyche bij de haren en hoewel zij heel niet weigerde te lopen, sleepte zij haar meedogenloos over de grond mee. Bij die aanblik begon Aphrodite heel hard te lachen, zoals men gewoonlijk alleen van woede lacht, en het hoofd schuddend en het rechter oor krabbend begon zij te spreken : Eindelijk ben je van mening geworden, dat het behoorlijk is je schoonmoeder te begroeten. Of kwam je misschien om je echtgenoot te bezoeken, die door jou verwond, nu zweeft tussen leven en dood ? Wees gerust, ik zal je hartelijk ontvangen en je zó trakteren, zoals men een goede schoondochter behoort te onthalen.

Waar zijn, riep ze uit, mijn dienaren Kommer en Droefenis ? Toen zij binnen kwamen gaf Aphrodite Psyche aan hen over om haar te martelen. De opdracht van hun meesteres onverwijld uitvoerend begonnen zij het arme meisje op alle mogelijke manieren te kwellen en daarna geleidden zij haar weer voor de Meesteres. Toen sprak Aphrodite, weer schaterlachend : Zie, zij wil met haar zwangerschap medelijden in mij opwekken, zij wil mij er op wijzen, dat ik, als zij het glorieuze kind ter wereld gebracht zal hebben, groot geluk zal beleven omdat ik grootmoeder zal zijn. O, wat ben ik gelukkig, dat ik nog in de bloei van mijn leven grootmoeder genoemd zal worden en dat de kleinzoon van Aphrodite de zoon zal zijn van een gewoon meisje. Maar wat praat ik onverstandig over mijn zoon. Want een ongelijk


14.


huwelijk, dat bovendien niet geheiligd is, gesloten zonder getuigen, zonder de toestemming van de vader, kan niet wettig zijn. Dus zul je een bastaard baren, als wij je tenminste toestaan hem te baren. Na die woorden sprong zij op Psyche af, rukte haar de kleren van het lijf, kwelde haar genadeloos, rukte haar haren uit en sloeg haar om het hoofd, daarna nam zij tarwe, gerst, milie, papaver, bonen, linzen, en dat alles mengde zij dooreen, maakte er één hoop van en zei tot Psyche : Het lijk mij, dat jij, lelijke meid, door niets anders dan door ijverige gedienstigheid je beminde gunstig voor je stemde, sta dus toe, dat ook ik je ijver op de proef stel. Die vermengde zaden moet je uitzoeken, en als je van iedere soort een dergelijke hoop gemaakt hebt, laat mij dan het volbrachte werk nog voor de avond zien. Na die opdracht vertrok zij naar een bruiloftsmaal.

Psyche zag wel in dat de taak menselijke krachten te boven ging - dus raakte ze de zaden niet eens met de handen aan, maar ging, ontmoedigd door de woeste opdracht staan, stokstijf en verstomd. Toen begon een kleine veldmier, die de moeilijkheid van zo'n werk begreep, medelijden te krijgen met de echtgenote van de machtige god, en de wreedheid van diens moeder te vervloeken, en snel overal heen rennend, riep hij het hele mierenvolk uit de buurt tezamen : Heb medelijden , werklustige wezens van de levengevende aarde, heb medelijden en help snel de echtgenote van Eros, het welgevormde meisje, dat nu in groot gevaar verkeert.

Daar kwamen de zesvoetige wezentjes aan, de een na de ander, als golven van een rivier, met de grootste vlijt sorteerden zij de zaden, maakten er per soort een hoop van en na het werk te hebben volbracht maakten ze snel dat zij wegkwamen. Bij het begin van de nacht keerde Aphrodite terug van het feestmaal, dronken van de wijn, welriekend van balsem, geheel getooid met schitterende rozen, en toen zij zag dat het moeilijke werk gereed was riep zij uit : Dat is niet jouw werk, slechte vrouw, dat hebben niet jouw handen gedaan, maar hij, die je tot jouw en zijn ongeluk behaagde. Na die woorden wierp ze Psyche een stuk bruinbrood toe en begaf zich ter ruste. Ondertussen bracht Eros, diep in het paleis, in een versierde slaapkamer, de tijd door onder strenge bewaking, deels opdat hij het herstel niet zou belemmeren door dartel onzedelijk gedoe, deels ook opdat hij niet stiekum zou kunnen uitbreken om z'n geliefde te bezoeken. En zo leden de beide geliefden, gescheiden van elkaar onder hetzelfde dak en gedurende dezelfde nacht zeer. Zodra het ochtendgloren de hemel kleurde riep Aphrodite Psyche tot zich en spraak haar aldus toe : Zie je die bosjes, die langs de ernaast stromende rivier staan ? Daar waar de rivier ontspringt weidt zich een kudde onbewaakte schapen met gouden wol. Ga er heen en breng mij omgaand een pluk van die kostbare wol. Psyche ging graag, niet om het bevel uit te voeren, naar om zich van de oever af te storten in de golven van de rivier en zo te rusten na alle kwellingen. Maar aan de oever gekomen hoorde ze een zacht geluid van het groene riet, door de wil van een god bewogen door lichte windstoten : Psyche, na het lijden van zoveel ongeluk moet je niet mijn a heilig water onteren door jouw dood, en bovendien moet je niet op dit moment naar de verschrikkelijke schapen gaan, want als de zonnehitte heerst zijn ze gewoonlijk razend en bedreigen het mensenleven met scherpe hoorns, met schedels hard als een rots, soms zelfs door giftige beten. Maar als 's avonds de hitte minder wordt en de kudde verfrist wordt door een aangenaam koeltje, dan moet je je goed verstoppen onder die hoge ahorn, die water opzuigt uit dezelfde rivier als ik, en wanneer dan de schapen ophouden te keer te gaan, ga dan naar de bossage tussen die dichte struiken, daar zul je de gouden wol vinden, die op verschillende plaatsen aan de doornige takken hangt. Die reddende raad gaf het serieuze, medelijdende riet aan de ongelukkige Psyche. Nu ze dat wist betoonde zij zich niet lui maar bracht na precies de instructies te hebben opgevolgd een hele massa gouden wol aan Aphrodite. Maar ondanks het gevaar waaraan ze bij dit tweede werk was blootgesteld, vond ze geen goedkeuring bij de meesteres, die slechts de wenkbrouwen samentrok en met een bitter lachje zei : Ik weet best, dat ook dit werk door je geliefde verricht is. Maar nu zal ik zonder enige mogelijkheid van twijfel beproeven of je werkelijk je onderscheidt door grote moed en ongewoon verstand. Zie je op die trotse rots de steile top ? Daarop 15. vloeien uit een zwarte bron donkere wateren, om na door het gesloten dal te zijn gestroomd, de stygische moerassen te verfrissen en de luid loeiende golven der Kokutos te doen aanzwellen. Daar dus, uit de bron zelf, moet je water putten in deze bokaal en dat mij terstond brengen. Na dit bevel gaf zij Psyche een gladde kristallen vaas in de handen en in plaats van te groeten schold zij haar wreed uit. Psyche ging onmiddellijk heen en liep met snelle schreden naar de berg om nu eens en voor altijd een einde te maken aan dit ellendige leven. En waarlijk, zodra ze bij de rots ging staan zag zij nauwkeurig, dat zij zich door de opdracht uit te voeren zou blootstellen aan een zekere ondergang. Want de tot de wolken oprijzende rots, steil en zonder toegangsweg, wierp uit het midden van de afgrond enorme watermassa's uit, die, de kuil verlaten hebbende langs de helling omlaag stortten en ten slotte met een donderend geweld in het dal neerkwamen. Links en rechts lagen in holen, de lange halzen uitstrekkend, angstaanjagende draken, voortdurende bewakers, wier ogen nimmer door slaap gesloten werden. En verder verdedigden de golven de toegang zelf met bedreigende waarschuwingen. Zij lieten niet na te schreeuwen : Wijk ! Wat doe je ? Kijk ! Ren weg ! Behoed jezelf Kom niet nader ! Je zult omkomen ! Toen Psyche haar machteloosheid tegenover zo enorme moeilijkheden inzag, versteende ze als het ware, verloor haar bewustzijn geheel en zelfs de laatste troost, omdat haar zelfs de tranen ontbraken in het aangezicht van zoveel gevaar. Maar de onrechtvaardigheid, die Psyche onschuldig moest ondergaan, bleef niet verborgen voor de oplettende ogen van de barmhartige Voorzienigheid. Want daar verscheen de koninklijke vogel van de allerhoogste Zeus, de roofzuchtige arend, in de lucht balancerend op z'n gespreide vleugels, en zich hulpvaardigheid van Eros herinnerend toen Zeus bevolen had de frigische jongen te roven, haastte hij zich om uit dankbaarheid jegens de god, nu zijn ongelukkige echtgenote te helpen; na de hemelse sferen verlaten te hebben vloog hij naar Psyche en sprak : O, jij naïeve en onervaren vrouw, hoe kun je hopen zelfs maar één droppel te stelen uit die heilige maar verschrikkelijke bron, of er zelfs maar dichtbij te kunnen komen. Heb je nooit gehoord dat zelfs Zeus, zelve, de stigische wateren vreest en dat zoals jij zweert bij de goden, de goden zelf gewend zijn te zweren bij de heiligheid van de Styx ? Maar geef mij de bokaal ! Dit zeggende greep hij de vaas en vloog weg om hen met water te vullen. Met machtige vleugels, als roeiend in de lucht, ontweek hij aan beide kanten de met tanden gewapende muilen en de driepuntige tongen van de draken om daarna, ondanks hun tekeergaan en dreigen, het water te putten onder voorwendsel dat hij dit deed op bevel van Aphrodite, door die truc werd het hem veel gemakkelijker om dichterbij te komen. Met vreugde nam Psyche de gevulde bokaal aan en bracht hem snel naar Aphrodite. Maar ook nu kon zij de godin niet vermurwen, die, voor Psyche een nog grotere, wraakzuchtige straf voorbereidende, haar to zich riep en spottend tot haar sprak : Waarachtig, je bent zeker een tovenares of een of andere boze geest, dat je mijn opdracht zo snel uitvoerde. Nu, lief kind, kun je me nog één genoegen doen. Neem deze doos - en zij gaf haar die - ga direkt naar de onderwereld, naar het verschrikkelijke paleis van Hades en de doos aan Persephon gevende zeg je tegen haar : Aphrodite verzoekt je haar wat van Uw schoonheid te zenden, genoeg voor één dag ; haar vroegere schoonheid heeft zij totaal verloren bij het verplegen van haar zieke Eros. Maar kom gauw terug, want ik heb die schoonheid dringend nodig om op een godenbijeenkomst te kunnen verschijnen. Toen begreep Psyche wel dat haar laatste ellende gekomen was, zij zag immers overduidelijk dat zij de zekere ondergang tegemoet ging. Was het niet zo ? Daar kreeg zij de opdracht op haar eigen voeten naar de Tartaros te gaan, naar de doden. En zonder verder dralen ging zij naar een heel hoge toren met het voornemen zich van zijn spits naar beneden te storten ; zij meende op die manier de snelste en zekerste weg naar de onderwereld te zullen vinden. Maar plots begon de toren aldus tot haar te spreken : Wat ben je van plan, ongelukkige ? Wil je door van boven te vallen het leven verliezen ? Waarom zou je je zo ondoordacht in het grootste gevaar begeven? Want, als eenmaal de geest het lichaam verlaten zal hebben zul je zeker naar de diepe Tartaros gaan. maar je zult op geen enkele wijze vandaar terug kunnen keren.


16.


Luister dus goed naar mij. Niet erg ver weg ligt de beroemde griekse stad Lacedemonië in de buurt waarvan, iets ter zijde verscholen, zich Tenarum bevindt. Daar is de toegang tot de Hades en door de wijd open deur zul je een steile weg zien ; als je door de poort gegaan op die weg stapt zul je zeker het Paleis van Hades zelf bereiken, maar ga niet met niets door die duisternis; in iedere hand moet je een gerstebrood met honing houden en in je mond twee geldstukken.

Als je halverwegen zult zijn zul je een lamme, met hout beladen ezel tegen komen en zijn eveneens lamme drijver; die zal je vragen of je een paar gevallen takkebossen voor hem wilt oprapen. Jij moet echter niets zeggen, hem stil voorbijgaan.

Spoedig daarna zul je aan de rivier van de doden komen, waar Charon geld van je zal vragen en je in een gammele boot zal overzetten naar de andere oever. Ook de doden zijn begerig naar geld. Hoewel Charon zeer machtig is, doet hij niets voor niets en zelfs een arme moet na z'n dood de roeier betalen. Geef die vuile oude man 1 geldstuk, of liever hij moet het zelf uit je mond nemen.

Als je midden op de langzaam stromende rivier zult zijn, zal er een oude dode je nazwemmen en de verwelkte hand uitstrekkend zal hij je smeken hem in de boot te trekken. Heb echter geen medelijden. Als je de andere oever bereikt hebt en verder zult gaan, zullen oude spinsters, die daar aan het werk zijn, je vragen een klein poosje een handje te helpen. Maar raak het werk niet aan. Want dit alles zijn slechts valstrikken van Aphrodite, opdat je het brood zult laten vallen; al is het maar één kruimeltje. En denk niet dat het verlies van een paar kruimeltjes niet veel te betekenen heeft ; door ze te verliezen zul je je terugkeer naar de wereld onmogelijk maken. Want een reuzegrote driekoppige hond, woest en wreed, ligt altijd voor de tempel van de duistere woning van Persephone, en de doden angstaanjagend met een op donder gelijkend geblaf, bewaakt hij het verschrikkelijke paleis. Je zult het woedend tekeer gaande monster gemakkelijk passeren als je hem eerst een stukje brood toewerpt. Dan wend je je tot Persephone zelf, die je vriendelijk en goedgezind zal ontvangen ; zij zal je verzoeken te gaan zitten op een zachte stoel en een overvloedige maaltijd te nuttigen. Maar je moet op de grond gaan zitten, om bruin brood vragen en daarna de reden van je bezoek vertellen ; als je hebt aangenomen wat men je zal geven keer je terug, verzwak de woede van de hond met de overgebleven stukken brood en geef de tweede munt aan de op geld beluste veerman. Dan zul je weer de rivier overvaren en weer in het zonlicht te voorschijn komen. Maar boven alles raak ik je er op attent, dat je je niet zult laten leiden door de wens de doos, die je meedraagt, open te maken of zelfs maar het hermetisch gesloten schatkistje van de goddelijke schoonheid te onderzoeken. Zo verklaarde de wijze stem van de toren de toekomst. Psyche spoedde zich naar Tenarum en voorzag zich volgens de raad van de toren van brood en geldstukken en ging de Hades binnen. Zwijgend ging ze de lamme ezel voorbij, gaf de veerman een geldstuk, lette niet op de smeekbeden van de haar nazwemmende dode en trapte niet in de slimme verlokkingen van de spinsters. Tenslotte kalmeerde zij met brood de verschrikkelijke hond en ging de woning van Persephone binnen. Zij aanvaardde niet een stoel met kussens noch een goddelijk maal van de gastvrije meesteres, maar ging nederig op de grond aan haar voeten zitten, stelde zich tevreden met bruinbrood en vertelde de reden van haar bezoek. Prompt kreeg zij een gevulde en geheimzinnig gesloten doos. Daarna, toen zij de hond met de rest van het brood gekalmeerd had en de met de tweede munt de roeier had betaald, stapte zij vol hoop de Hades uit. Daar zag zij weer, en zij begroette het met vreugde, het daglicht, en toen greep haar plotseling een ondoordachte lichtvaardigheid aan. Ach, wat ben ik toch dom, zei ze, ik draag goddelijke schoonheid bij me en neem er niet eens zoveel van, dat ik mijn geliefde zou kunnen bekoren. Toen ze dat gezegd had maakte zij de doos open. Daar zat niets in, helemaal geen schoonheid, alleen een helse, werkelijk stigische slaap, die, bevrijd uit de doos Psyche als een dichte bedwelmende wolk omvatte, om al haar leden, en zij verstijfde, zij lag bewegingloos als een koud lijk. Maar Eros was reeds hersteld, en omdat hij de langdurige afwezigheid van Psyche niet verdragen kon, verdween hij ongemerkt door het bovenraam uit de kamer waarin hij gevangen zat.


17.


Sneller dan ooit verhief hij zich op z'n vleugels, die na de lange rust weer aangesterkt waren. Spoedig kwam hij bij Psyche, nam zorgvuldig de slaap van haar af en wekte haar met een ongevaarlijk prikje. Ziehier zei hij, alweer ging je ten onder door nieuwsgierigheid. Maar vervul snel de opdracht die m'n moeder je gaf; ik zal voor de rest zorgdragen. Na deze woorden en nadat hij de slaap in de doos teruggestopt had, vloog hij op.

Psyche echter nam het geschenk van Persephone en bracht het direkt naar Aphrodite. Onderweg gebruikte de beklagenswaardige Eros, verteerd door hartstochtelijke liefde, en vrezende dat zijn moeder hem weer in handen van de snelle Soberheid zou stellen, weer een kunstgreep; met rappe vleugels vloog hij naar boven in de hemel, wendde zich met een nederig verzoek tot Zeus en legde hem zijn zaak voor. Toen kuste Zeus hem op de mond en zei : Hoewel je, mijn zoon, nooit erg gehoorzaam jegens mij was, èn de andere goden è mij, die de wetten van de elementen beheerst en de wegen der sterren richt, dikwijls verwondde met een prik van je pijl, dikwijls in aardse liefdeszaken verwikkelde, je dus naakte, dat ik zondigde tegen de wetten en de publieke moraal, dat door jouw toedoen de mensen niet altijd fraaie verhalen over mij vertellen, je mij, god met een ernstig gelaat dikwijls verander in een slang, een vuur, een zwaan, een stier, ondanks dat alles zal ik alleen je verbondenheid aan mij gedenken en dat je onder mijn ogen werd opgevoed, en daarom zal ik je verzoek inwilligen. Onthoud echter, als dat aardse meisje in schoonheid en charme zal opbloeien, geef het dan aan mij als vergoeding voor mijn welwillendheid van vandaag.

Daarop gaf hij Hermes bevel dadelijk alle goden in vergadering bijeen te roepen en aan te kondigen, dat wie van de hemellingen op de bijeenkomst zal ontbreken, voor straf een boete van duizenden dukaten zal moeten betalen.

Toen uit vrees voor de straf alle goden kwamen en hun zetels in het hemelteater innamen; begon Zeus, gezeten op een zeer hoge troon, aldus te spreken: Goden opgenomen in de katalogis der Muzen, gij allen kent deze jongeling, opgevoed onder mijn ogen,; zijn hartstochtelijke uitbarstingen van de eerste liefde zullen wij volgens mij op een of andere manier moeten onderdrukken. Reeds voldoende werd hij onteerd door de dagelijks toenemende faam over zijn echtbreuken, verkwistingen en andere wandaden. Men moet alle gerede aanleidingen tot zulk gedrag wegnemen en jeugdige zorgeloosheid beteugelen met de banden des huwelijks. Hij heeft zich reeds een geliefde uitgekozen, hij dient met haar te trouwen en in de omarming van Psyche dient hij voor altijd het genot van de wellustigheden der liefde smaken. Daarna, zich wendend tot Aphrodite, zei hij : Maar ook gij, dochter, moet niet verdrietig zijn over je zo machtige familie, vrees niet de schoonverwantschap van een sterfelijk meisje. Ik zal de echtelieden wel overeenkomstig de wet gelijk maken.
Zonder verwijl gaf hij Hermes opdracht Psyche de hemel binnen te voeren hij, Zeus, gaf haar een beker vol nektar en sprak : Neem dit aan, Psyche en wordt onsterfelijk ! Nooit zal Eros je verlaten, je zult voor altijd zijn gade zijn ! Meteen bereidde men een groots festijn voor het huwelijksfeest.
De hoogste plaats nam Eros in, die Psyche tegen zich aan drukte; naast hen zaten Zeus en Hera en verder de overige goden. Toen reikte zijn beminde Ganimedes Zeus de beker met nektar, de anderen bediende Bacchos. Hephaistos bereidde het eten, Horae verfraaiden alles met rozen en andere bloemen. Gracieën parfumeerden de lucht met balsem. Muzen vermaakten de gasten met haar aangename stem. Apollo zong de tonen van de cither en Aphrodite danste charmant op de maat van melodieu muziek.

Het toneelspel lichtte men zó in dat de muzen in koor zongen, Saturos trillers ontlokte aan de fluit, terwijl Pan op z'n schalmei blies. Zo was dus de bruiloft van Eros en Psyche en spoedig daarna werd hun een dochter geboren, die wij Wellust noemen.

0-0-0-0-0-0-0-0-0