Index-
pagina

   

                             Indiaanse Orfeus


Er is ook een Indiaanse Orfeus geweest, een krijger van de Californische Tokoemni Jokoeten.
Toen zijn vrouw gestorven en begraven was, bleef hij verdoofd van smart achter. Hij wierp zich languit op haar graf en wilde niet meer van die plek weggaan. De tweede nacht verrees haar schim uit het graf en dreef langzaam naar het westen.
Hij volgde haar. Ze kwamen aan een donkere kloof die vervuld was van het gedonder van een bulderende rivier. Een smalle touwbrug was het enige middel om erover te komen; een grote raaf zat midden op de brug en kraste met bloedige snavel. Onze dappere man volgde zorgvuldig in de voetstappen van de schim van zijn vrouw en zo kwam hij veilig over de brug.
Hij betrad het geestenland. Het opperhoofd daar was verbaasd en ook verheugd een levend mens te zien. Een feestmaal werd aangericht; de bekers en borden vulden zich vanzelf.

De geestvrouw van de krijger werd geroepen. Het opperhoofd zei: "Ga samen in één bed liggen. Maar je mag niet in slaap vallen!" Helaas, het vlees was zwak: tegen de ochtend viel de krijger in slaap. Toen hij wakker werd, drukte hij een groen stuk boomstam tegen zich aan waar de maden uit kropen.
De volgende nacht zei het opperhoofd: "Probeer het nog eens!"
Maar weer viel de krijger in slaap en weer omarmde hij bij het ontwaken een stuk rottend hout. Bedroef overhandigde het opperhoofd de krijger een paar zonnebloemenzaden.
"Kauw daarop!" beval hij. De krijger deed het en was weer thuis bij het graf van zijn vrouw. Hij riep de stam bijeen en gaf een feestmaal, waarop hij vertelde waar hij was geweest en wat hij had gedaan.
De volgende dag stierf hij aan een slangebeet.






Mythen van de Mensheid
                 door Alexander Eliot.
Bldz. 190   Indiaanse Orfeus.

             Een poging om dit verhaal te analyseren volgens de diepte-psychologie.

Iemand die verdoofd is door smart, is teruggevallen in zijn gevoelsleven en heeft en verlaagd bewustzijnsniveau. De krijger werpt zich op het graf van zijn vrouw en blijft daar. Hij verkeert daarmee op natuurlijk niveau. (moederaarde).
De tweede nacht verrijst de schim van zijn vrouw uit het graf.
In de psychologie is het getal twee, het getal van de antithese = tegenstelling. Het is het naast elkaar plaatsen van twee tegenovergestelde begrippen door sterk constrasterende woorden.
Hier is het dus sterven met als contrast verrijzend.

1.  is de zon, dit is in astrologische taal, de bron van het scheppend vermogen en tevens van bewustzijn. (het is ongedifferentiëerde oer-eenheid, die nog chaos is).
2.  is de dualiteit van het een en het ander. Het is tevens de "Maan" en dat is het vermogen om ervaringen vast te leggen en produktief te maken. Zij vertegenwoordigt het verleden, het onbewuste, dat juist door zijn uitgebreidheid als ervaringsreservoir tot meer gecompliceerde bewustwording in staat stelt.
Zij kwamen aan in een donkere kloof, die vervuld was van het gedonder van een bulderende rivier. Op de scheiding van het bewuste en het onbewuste, heerst altijd het gebulder van het betrokkene op het buitengebeuren, dat wegebt naar mate men meer in het onbewuste zieleleven komt.
Een smalle touwbrug was het enige middel om over de rivier te komen. Water is in de oudheid en symbool van het onbewuste. (gooi een steen in het water en men ziet alleen wat kringen, daarna niets. Het water geeft niets weer van een vroegere gebeurtenis.
Het onbewuste wat naar de oppervlakte dringt, er dus net tegenaan ligt, is de scheidingslijn  tussen bewust en onderbewust.
De touwladder is het symbool van de overschrijding van het bewuste naar de oerkrachten van het onderbewuste.
Op blz. 124 staat onder "Dragers van kennis": Wodan had twee tamme raven, Hoegin en Moegin, of gedachte en geheugen.
Op blz. 221 staat onder: "Sjen (=Shen), de kosmische boogschutter" Hij schoot negen zonnen uit de hemel. Op de afbeelding liggen er al drie dood in de vorm van zonneraven.
Op blz.  279 onder boodschappers van de dood. Het vogelsymbool is verbonden met de voorstelling van de ziel als een onstoffelijk wezen, dat zonder moeite door de lucht vliegt. Verwante symbolen zijn hier "doodsvogels" als de raaf enz.
Wat voor conclusies zijn hier nu uit te trekken?     

Raven zijn dus het symbool van gedachte en geheugen. Raven kunnen het symbool zijn van de zon. Raven zijn verbonden met de ziel, en onstoffelijk wezen.
De krijger laat de raaf achter zich op de touwladder. Hij laat daarmee gedachte en geheugen achter zich. Ze doen a.h.w niet meer mee.
Raven; symbool de ZON.
Het bewustzijn van een mens kan d.m.v. het denken alles doorlichten, maar heeft moeite om in het onbewuste, dus in het zieleleven door te dringen. Het gevoelsleven gaat buiten het bewustzijn om, maar plaatst zich er wel in.
Raven zijn verbonden met de ziel. Ga je achter een raaf om, dan kun je in de ziel binnen dringen om het gelijkwaardig te maken aan de geest. De touwbrug is ook symbool van de weg van het geestelijke naar het natuurlijke. Het is een smalle weg. De mens is de omslag van het natuurlijke naar het geestelijke en de weg visa versa is nauw en smal.
Onze dappere krijger volgde zorgvuldig in de voetstappen van de schim van zijn vrouw en zo kwam hij veilig over de brug. Dit is een logische gang van zaken omdat de vrouw het beste de weg weet in het onderbewuste.
Het opperhoofd daar was verbaasd eb ook verheugd en levend mens te zien. Bedoeld wordt een doordringend bewustzijnsvorm te zien. Als het bewustzijn diep het onderbewuste van een mens indringt bestaat er een kans op een huwelijk tussen die twee grootmachten.

Een feestmaal werd aangericht en de borden en kroezen vulden zich vanzelf. In een dialoog tussen het bewuste en het onderbewuste zijn figuurlijk spijzen en dranken steeds voorradig bij de wederzijdse beïnvloeding.
De geestvrouw en de krijger moeten in één bed gaan liggen, maar mogen niet in slaap vallen. Natuurlijk viel de krijger in slaap. Hij had nu zelf ook deel aan het onderbewuste (door te slapen). Hij werd wakker en had een stuk  groen (levend) hout tegen zich aan waar de maden uit kropen. Maden behoren tot de natuurlijke krachten, die onder het oppervlak werken en alles in stilte aantasten. De geest van de krijger, ziet geen kans volledig in de ziel te penetreren.
De volgende nacht zei het opperhoofd "probeer het nog eens". De krijger krijgt dus een tweede kans (zie eerdere uitleg van het getal 2). Weer mislukt het. Hij zag dus geen kans om een nieuwe eenheid te worden.
Dan geeft het opperhoofd een paar zonnepitten om op te kauwen.  Zonnepitten zijn zaden, die een sterke drang hebben naar het licht en vanuit moeder-aarde  (het grote vrouwelijke) recht omhoog trekken.
(Naar de zon, is dus zonne-symbool en aldus een trekken naar het licht als bewustzijn)
Zo kon hij door zonnepit-kracht weer naar het bewustzijn terugkeren.
De stam wordt bijeen geroepen, hij gaf een feestmaal en vertelde alles. Toch had hij zijn vrouw (het zieleleleven) niet tot leven kunnen wekken. Vandaar dat de Indiaan sterft aan een slangebeet, d.w.z  hij sterft aan het natuurlijke. Zijn geest was niet groot genoeg om het natuurlijke te doorbreken.

Een mens kan in principe niet eenzijdig leven. Niet alleen vanuit zijn verstand, maar ook niet alleen vanuit zijn gevoel.
Een mens is alleen volledig mens als hij gevoel en zuiver begrip als gelijkwaardige krachten in zijn leven kan opnemen en hanteren. Dan is hij in harmonie met zichzelf.
De Griekse en Indiaanse Orfeus lukt het geen van beiden hun denk- en gevoelsleven met elkaar in overeenstemming te brengen, daarom gaan ze in tragiek ten onder.

A.F.C. de Zwart  19  juli 1978.