Infor-
matie.
Mens in Heelal 9

2e Lezing. 18 okt. 1960

Recapitulatie eerste lezing.
Teilhard de Chardin redeneert uitsluitend wetenschappelijk, aan de hand van de feiten, de realiteit. Ook wij gaan uit van de realiteit, zoals de wetenschap ons die NU toont.

T.deCh. is een belangrijk man met een ruime visie. We zouden hem een orthodox maar toch ook modern evolutionist kunnen noemen. Hij ziet het Heelal als een evoluerend proces. Dit is wel algemeen ; de statische opvatting kunnen we als overwonnen beschouwen.

We moeten leren door de begrippen, die wij wijsgerig denkend vormen, het Heelal te zien, het Heelal als onze begrippen.

Het Heelal is één groot proces van bewustwording. In welk proces wij, mensen van deze Aarde, een bepaalde rol spelen.

Wij gaan niet uit van een Schepper, die deze Aarde met toebehoren zou geschapen hebben, zoals T.deCh. stelt. Zijn Schepper moest volgens hem met deze schepping uiteraard een plan, een bedoeling hebben.

Het Heelal IS omdat het niet niet-zijn kan. Het moet zijn, en wel zoals het is.

De categorie van het Zijn begeleidt alles, ook elke gedachte en voorstelling, ook het Niet-Zijn.

Wat is Zijn? Negatie van Niet-Zijn, derhalve absoluut Niet-Zijn. Het zijn is dus absoluuty evenals het Niet-Zijn. Als niet-zijn van Niet-Zijn is Zijn ook Niet-Zijn, maar het is ook Zijn. De eenheid hiervan is Worden. Als Zijn is het ontkenning van Niets, want Zijn is, omdat het in de grond Worden is, en dus altijd in iets resulteert, Iets-Zijn, dus Iets-Worden. Absoluut gezien is het niets!.

Elk Iets is, absoluut gezien, eveneens niets, want worden, dus nog-niet-zijn wat het zal zijn en niet-meer-zijn wat het geweest is.

Aan het Worden is de verandering te bedenken. Elk iets is altijd bezig te worden, dus iets anders te worden. Het is dan ook iets anders dan het op een bepaald moment is. In de eerste plaats is elk iets iets anders voor iets anders, voor de andere ietsen, maar ook in zichzelf is het "anders", n.l. verandering.

Het enige onveranderlijke in heel het Zijn is de verandering.

Het wezenlijke van alle Zijn, van al het zijnde, is het veranderen. Dat is het onveranderlijke wezen van alle Zijn.

Dit is geen woordenspel, althans niet in de zin van loos gegoochel met woorden.

Volgende stap: Alles kan zich alleen kenbaar maken aan zijn eigen andere, valt alleen uit te drukken, te denken, te omschrijven, in zijn eigen andere. Het wezen van alle ietsen( dus van Iets) is het veranderen, dat zich alleen kenbaar kan maken aan zijn eigen andere, het onveranderlijke, dat wat stand houdt, "bestaat". Al wat bestaat verandert duurzaam! dus is alle bestaan maar schijn, is al wat bestaat slechts ver"schijn"sel. India verklaarde heel de realiteit tot "schijn" als leeg niets, dus als irreeel.

Het wilde de natuur, het natuurlijke, de natuurlijke realiteit "wegduwen". Dat kan niet.,,,,,, de realiteit IS wel.

Al moeten we wel een andere visie op de "gegeven natuurlijkheden", het materiële, krijgen. We kunnen niet meer doen dan deze natuurlijke werkelijkheid verwerken tot, opheffen tot gedachte. Rustig doordenken. Wij zijn als mensen aan onszelf verplicht te trachten tot klaarheid te komen over heel de Cosmos.

De ene gedachte, het ene begrip, volgt onvermijdelijk uit het andere. "alles zit aan alles vast ". Alles is alleen in verhouding te denken, alleen uit te drukken in het andere.

Alle ietsen, die "bestaan", zijn bezig zich waar te maken door voortdurend te veranderen, en ten slotte te verdwijnen, waardoor zij zich uiteindelijk waar maken als Niet-Zijn.

Wij moeten leren het "masker der materie" te doorzien.

De materie is niet zo maar volslagen anders dan het bewustzijn, het is hetzelfde....... op andere wijze.

Mens in Heelal 10

De vorige eeuw heeft de materie ten troon geheven, zodat men b.v. ook concludeerde, dat het bewustzijn niet meer was dan een toevallige samenloop van verschillende chemische processen in de hersenen.

In de natuur is alles toevallig, al is het toeval niet zonder de noodzakelijkheid. Al wat is is toevallig noodzakelijk. Zolang het alleen nog maar mogelijk is, zou het misschien ook nog wel eens onmogelijk kunnen blijken te zijn. Als het onmogelijk onmogelijk kan zijn, dus als de onmogelijkheid zich verabsoluteert( doordat ALLE voorwaarden voldaan zijn) spreken we van noodzaak, moet het noodzakelijk plaats vinden, werkelijkheid worden. Al wat zich laat denken MOET ook als werkelijkheid, reële zintuigelijke werkelijkheid verschijnen.

Uit het Worden resulteert schijn, verschijning.

Het demonstreert zich op allerlei wijzen.

Wat bestaat, wat verschijnt dus, dat is verschijning van het Wezen, dat (zelf geen verschijnsel) alleen het veranderen is.

Wat bestaat, kàn niet bestaan, d.w.z. stand houden. Alleen de verandering is eeuwig.

Over de eeuwigheid, speciaal met betrekking tot het "eeuwige leven" ( in een hiernamaals) hebben de mensen al allerlei fantasiëen gedemostreerd.

Allemaal onzin. De eeuwigheid heeft geen begin en geen eind.

Als ons "eeuwig" leven bij onze dood zou beginnen, had het een begin. Dat kan dus niet. Hoogstens zou men kunnen spreken van een "eindeloos" voortbestaan.

Zo zonder meer maakt dat geen aantrekkelijke indruk.

Terug naar de materie.

Men dacht zich de materie als "HEEL ANDERS". dan de "binnenkant", de "voering", het innerlijk, het bewustzijn, daarom KON men niet zien dat de materie bewustzijn is, geest is, OP ANDERE WIJZE.

Zoals alles ontwikkelt het bewustzijn zich voortdurend. Gelijke tred houdt daarmede de uitbreiding van onze waarnemingen. Vandaar ook ideeën als "Uitdijend Heelal". Het Heelal is onbegrensd. We kunnen het niet anders denken. Namen we het als een beperkt, begrensd geheel, dan zou daar buiten ook nog iets moeten zijn, en dat zou toch ook bij het idee Heelal behoren. Heelal = helemaal alles!
Het doet zich aan ons voor als grenzeloze ruimte. Hoe meer bewustzijn, hoe meer Heelal. Het "Uitdijend Heelal" is door de wetenschap niet te verklaren.

Als men uit zou gaan van de theorie van de ontplofte "oermolecuul", gaan wij vragen: wat was dat voor een iets, hoe ontstond het, wat was daarvóór???????
De wetenschap zit vast aan feitelijkheden, bepaaldheden, beperktheden, en heeft daarom een beperkte taak.

Alles is alleen in verhouding te zeggen. "Op zichzelf " is niets! " Op zich(-zelf) " is alleen nog maar mogelijkheid, potentialiteit, nog geen realiteit. " Op zich " is God nog... niets. Hij wordt pas realiteit in en door de Zoon. In en door de Zoon komt hij tot zuiver inzicht, de Heilige Geest.

Deze is de beroemde drie-eenheid. Het begrijpen brengt deze tot stand. De Heilige Geest is meer dan de optelsom van Vader plus Zoon, want dat zou nog maar twee zijn.

Alle verschijnselen zijn eenzijdigheden.

Verschijnen, d.w.z. het algemene verbijzondert zich5,bepaalt zich, beperkt zich, ontkent dus eigen wezen. Let wel: het algemene moet het byzondere omvatten anders ontbrak er wat, ware het niet volslagen algemeen! Zonder onvolmaaktheid(onvolmaaktheden) geen volmaaktheid. Zo kan God ook niet volmaakt zijn zonder onvolmaaktheid!
Altijd "ontbreekt er iets ". Een man is "slechts" een man, een vrouw "slechts" een vrouw. Daarom zoeken ze elkaar, want eerst SAMEN worden ze mens. Waarmede niet gezegd is, dat de man of de vrouw zonder menselijkheid zou zijn.

De Waarheid is alleen in de EENHEID.

Daarom is de Liefde even belangrijk als de Rede!
Het algemene kan zich slechts stellen, kenbaar maken , als de verbyzonderingen.

Als onmidellijk zich stellen is het een stellen als uiterlijkheid, die zich pas

Mens in Heelal 11

op de duur verinnerlijkt. Als het volslagen algemene zich stelt op de wijze van het byzondere kan dit uiteraard alleen in een veelheid van verbyzonderingen. Het kan zich immers slechts als onbegrensd stellen.

Alle waarneembaarheden, verschijnselen, zijn cnncentraties van energie. Wat is energie?
Al wat is moet in de Rede liggen.

Zijn is worden. Aan Worden laat zich de spanning bedenken, door de dualiteit van Zijn en Niet-Zijn in enen te zijn, door het zich stellend zich derhalve verkeren in eigen andere.

Spanning is alleen zintuigelijk waar te nemen dooi, de tegenstelling, door natuurlijke spanning te worden; dat is energie.

Wat moet de energie openbaren?
Wat aan het Heelal te bedenken is!
Het moet aan zich laten bedenken: de oneindige ruimte EN de ruimteloze begrensdheid( het punt) , vervluchtiging tegenover concentratie, dus moet er middelpuntvliedende zowel als middelpuntzoekende kracht zijn. Middelpunt?
Het middelpunt van het Heelal is overal en nergens. Elk punt is middelpunt, dus zijn de middelpunten talloos, ontelbaar, niet in het getal te vatten!
Daarom moet ALOM cosmische stof aanwezig zijn.

Op alle punten moet concentratie plaats vinden.

Dit is het begin en dit proces is altijd aan de gang.

Aarden moeten er altijd zijn. Alles moet er altijd zijn. In ontelbare veelheid, omdat dit "aantal" zich onherroepelijk aan het Heelal laat bedenken Stof, een begrip, door de mens uitgedacht, is plus en min zegt de fysica. Dat is weer spanning!
De eenheid in de veelheid komt tot uiting in het overal plaats vinden van de concentratie.

Aldus ontstaan atoomkern, atoom, molekuul, enz. enz.

De Idee der Waarheid is dat alles alleen zijn Waarheid vindt in eigen andere.

De eenheid maakt zich waar in de veelheid, vandaar de talloze concentratiepunten, de talloze krachten enz.

De condentratie op talloze plaatsen leidt tot het ontstaan van vele byzonderheden. Aangezien die alle verschillen( iets anders zijn voor iets anders is hieraan de differentiatie te bedenken.

Steeds meer concentratie EN differentiatieg en dus ook steeds meer complexificatie.

Dit geldt ook voor het bewustzijn, de "voering" van het materiële, volgens T.deCh.

Alles is gebeuren, alles gaat voorbij.

Zich bewust te kunnen worden van wat aan de gang is, ook wat in en als de mens gebeurt, is belangrijk.

De waarheid bereiken wil tevens zeggen harmonie bereiken, vervolmaaktheid, ... geluk.

Redelijk inzicht te bereiken en ware liefde te bereiken( ook in het algemeen als mensenliefde) is niet zo eenvoudig.

Toch gaan we daar naartoe. En naar eenwording dus van de mensheid, naar de harmonie. Al ziet het er op 't eerste gezicht nu niet erg naar uit.

We vechten altijd, spannen ons altijd in om ons waar te maken ; dat kunnen we niet laten.

Als de mens zich vermag waar te maken is hij gelukkig, immers in harmonie met zichzelf.

Wij zagen, dat alles is een samenhangend geheel van concentratie, differentiatie en complexificatie. Toenemend naarmate de concentratie voortgaat, niet alleen aan de buitenkant. Er is ook nog een innerlijk, het bewustzijn, de spontaniteit, zou T.deCh. zeggen.

De Aarde is een concentratiepunt, één van de ontelbare. Hoe ze is ontst is niet bekend. Wel zijn er vele hypothesen over.

Spreker heeft vroeger eens gezegd: resultaat van concentratie van het Licht.

Waarbij echter te bedenken zou zijn, dat er zonder bewustzijn, zonder oog, geen

Mens in Heelal 12

geen licht is! Laten we nu niet over Licht spreken, maar, met Einstein, over electro-magnetische krachtvelden. Het licht vooronderstelt het oog, en dat was beslist niet het eerste. Zelfs de van prachtige ogen voorziene baby moet LEREN daarmede te zien.

Het bewustzijn groeit in ons, maar langzaam. Aanvankelijk zijn we nagenoeg volslagen onbewust. We moeten leren zien en horen, het denken komt pas vrij veel later, na een periode van fantaseren. In die "aanloop"-periode hebben de dingen der buitenwereld geen vaste waarde, bewustzijnswaarde, voor ons. Deze groeit langzaam. Geleidelijk aan worden we meer en meer bewust. Doch de(individuele) mens sterft, dan is dit alles weg. Als hij kans gezien heeft de verworvenheden van zijn bewustzijn aan anderen door te geven, leeft hij voort en heeft hij meegewerkt aan de algemene bewustwording. Dit is belangrijk.

Men kan z'n leven ook op iets anders richten, b.v. ook laten zien hoe men het niet doen moet.

Het Heelal heeft geen begin en geen einde ; het is een altijd voortgaand proces.

Ruimte en Tijd zijn de vormen, waarin wij het Heelal waarnemen en van daaruit kunnen we het gaan doordenken. Het Heelal is het proces van de bewustwording, EEUWIG.

De Aarde is niet eeuwig, had een begin. Hoe dat was weten we niet meer. zouden het kunnen noemen een op zichzelf terugbuigen van energie, middelpuntzoekend, maar er is ook middelpuntvliedende kracht. Daarom mislukt ook het zich vormen van hemellichamen bij tijd en wijle, hetzij door ontploffing ( een overwinning van de middelpuntvliedende krachten) of door ineenstorting (een overwinning van de middelpuntzoekende krachten.).

Niet alles kan gelukken. Alles is "poging", die mogelijkheid is en tevens onmogelijkheid. Concentratie van "plus en min ".

Dat de natuurkundigen van partikels spreken is in orde, het zijn immers verbyzonderingen, dus bepaald, beperkt worden van het algemene. Soms kan een planeet tot leven komen.

De mens weet dit al heel lang. De primitieve Roodhuiden van N.Amerika noemden zich "de uit deze aarde geborenen". Primitieve Australiërs zeggen: de mens is voortgekomen uit het dier, het dier uit de plant, de plant uit de steen, de stenen zijn Moeder Aarde ".

Hoewel niet geheel juist, is dit helemaal niet gek.

De mens is heel langzaam te voorschijn gekomen uit een warwinkel van "vormzoekingen". De z.g. praehomiden zijn geen praehomiden, want zij kenden reeds het vuur. Voor dat het leven dat kende was het er allang.

Alles is een kwestie van plus en min, waaruit de cosmische stof resulteert als concentratie in ontelbare middelpunten. De meest elementaire vorm noemen wij de waterstofatoomkern, waaruit zich door verdere concentratie, differentiatie en complexificatie de verdere, meer ingewikkelde elementen ontwikkelden, tot b.v. de beroemde uraniumkern aan toe.

Alle stoffen( elementen) hebben zo hun eigenschappen. Let wel DIE KENT DE MENS ER AAN TOE!!! "Objectief" bestaat niets. Ook eigenschappen zijn een kwestie van verhouding, n.l. o.a. tot de mens.

T.deCh.: de anomalie bewijst, dat een algemene hoedanigheid aanwezig is, die ergens door overdrijving realiteit wordt.

De Aarde bevindt zich kennelijk in een gunstige situatie om de levende materie voort te brengen. Let wel: levende materie IS materie!.

Materie is niet anders dan eigenschappen van energieconcentraties. De materie is ondoorzichtig, zeggen we. Dat is een mooi symptoom, dat er op wijst, dat achter de gegeven werkelijkheid een andere werkelijkheid is - - - God, de Idee.

Deze andere werkelijkheid is niet zintuigelijk te benaderen, dus moeten we het andere in ons in werking stellen, het onzienbare, het DENKEN.

De vrouwelijke wijze van gedachtevorming is de intuïtie, de genialiteit. Het denken is te onderscheiden in verstandelijk denken en doordenken (redelijk denken.)

Mens in Heelal 13

Alleen daardoor kunnen we de materie meester worden. Dat is ook onze opgave, want... de mens is de Meester van het Heelal.


Pauze

Vraag: Hoe zit dat met de middelpuntvliedende en -zoekende kracht? Neutraliseren die elkaar niet?
Dat kan, maar behoeft niet. Zie de voorbeelden van de mislukkende hemellichamen. Zelfs als een evenwicht bewaard blijft en tenslotte het "innerlijk" bereikt is, dan nog blijft de onrust, het zoeken naar samengaan. Niets anders.

Daarom ook draait alles en elkaar heen. Alles zoekt eigen waarheid, zoekt in en met het andere tot eenheid te komen. Overal zien we plus en min, immateriële partikels, krachtvelden. Het(voorlopig) samengaan kan verstoord worden.

Een minwmum aan samengaan zouden we de waterstofatoomkern kunnen noemen. Alles gaat altijd verder. Het is een eindeloos zoeken, concentratie, differentiatie, conplexilicatie, zoeken van waarheid.

"Eenrichtingsverkeer" is niet mogelijk.

Daar tenslotte het bewustzijn te voorschijn komt, moet het voorondersteld zijn.

Vergeet a.u.b. het "absolute" onderscheid tussen materie en bewustzijn. Alles wordt steeds complexer en steeds meer gedifferentieerd, maar voorlopig slechts uiterlijk. Alles begint uiterlijk, ook het bewustzijn. Als het algemene zich verkeert tot byzonderheden, dan is dat als aanzijn-hebbende ietsen.

Het voorlopig, uiterlijk bewustzijn laat zich begrijpen als de mathema- tische wetten, waaraan heel het materiële gehoorzaamt. Nog geen ècht bewustzijn is dit, want dat is innerlijk.

De mens ontdekte die wetten. Wij hebben ons daarin gespiegeld.

De Uiterlijkheden, heel het natuurlijke, staan in het moment van de quantiteit.

De mathematica is de logica van de quantiteit, waarbij de algebra is te benoemen als abstracte quantiteit, de meetkunde als ruimtelijke quantiteit. De wetmatigheid is er niet minder om! We hebben er een hele wiskundige wetenschap uit ontwikkeld. Zij is de erkenning van het bewustzijn, als uiterlijk verschijnsel, in de natuur.

Bewustzijn, zegt Th.deCh., is innerlijk. Hij noemt het ook wel spontaneïteit. Spontaneïteit is zelfwerkzaamheid.

Deze zelfwerkzaamheid wordt afgeremd door het ordenen, waaraan we tegenwoordig steeds zo druk bezig zijn. Dat wil dus eigenlijk zeggen, dat we weer MOLUCULAIR worden. Verlies van spontaneïteit betekent verlies van bewustzijn.

En men organiseert A L L E S ! Opgelet dus !
Zelfwerkzaamheid wil zeggen zich zelf verwerkelijken.

Wat is dit "zelf"?
De totaliteit van de individu.

IK-ZELF: de individu, zich ideëel stellend als totaliteit. Wie "IK" zegt, treedt in een abstracte verhouding tot zichzelf. onderscheidt zich van z'n zelf en blijft toch bij zichzelf en is zó eenheid, door zichzelf, denkend, doorlicht.

Het Zelf wordt uiteraard aan het begrip concentratie meegebracht. Het aanvankelijk geconcentreerde heeft nog geen weet van zichzelf.

Meerdere concentratie, meerdere differentiatie, geeft ook meer differentiatie en intensifiëring van het bewustzijn, groter spanning, meer verinnerlijking, tot het bewustzijn zo geconcentreerd is, dat het de uiterlijke wetmatigheid, zichzelf-als-uiterlijkheid, gaat terugdringen. Dan wordt het van quantitatief qualitatief. Omslag in eigen andere door grotere spanning.

Alles laat zich alleen kennen aan z'n eigen andere, is DAAR EEN MEE! Materie wordt levende materie.

Er kàn niet alleen uiterlijkheid zijn, er moet innerlijkheid komen. Nogmaals: concentratie, differentiatie, complexificatie!
Het bewustzijn, dat zó in zich gedifferentieerd is, dat het eigen uiterlijkheid doorbreekt is in den beginne nog niet veel.

De weg is atoorkern, atoom, molekuul, megamolekuul, virus, cel.


Mens in Heelal - 14

Dat is gebeurd. Pasteur bewees, dat in een volstrekt steriel milieu geen leven kan ontstaan. DIT GELDT........ N U EN H I E R.

Het leven is ontstaan uit de praevitale fase. De omstandigheden waren nu eenmaal zo! W A R E N ...... Dat kan nooit meer terugkeren. Wat wàs, is voorbij.

Destijds was er weinig vasteland, heel veel oceaan. Waarschijnlijk min of meer "stroperig". Daarin kwam het leven tevoorschijn. De strijd van het Leven om zich te kunnen verplaatsen uit het water op het land schijnt heel zwaar geweest te zijn. Het gaat allemaal niet zo gemakkelijk.

Bewustworden is moeilijk!
Het leven was nog niet zo heel veel. Waarschijnlijk allerkleinst!
T.deCh. zegt hier ergens heel typerend: het moet nog gedropen hebben van de moleculaire fase."
Toch is de levende cel reeds betrekkelijk groot ten opzichte van b.v. de molekulen.

Verdere concentratie betekent zich meer toe-eigenen. Het uiterlijke houd op, wordt spontaan. De zelfwerkzaamheid wordt werkelijkheid.

De concentratie van b.v. de Aarde is ook een soort zelfwerkzaamheid, maar volkomen onbewust. Als leven wordt de zelfwerkzaamheid anders.

Het passieve ( uiterlijk wetmatige) overweegt niet meer.

Onthoud goed: als de mens zich concentreert is dit niet meer naar het bepaalde, maar naar het algemene, het denken!
In de mens verandert de natuur principieel van richting!
Wij zeiden toch al, dat er geen eenrichtingsverkeer zijn kan. Alles brengt altijd eigen andere aan zich mee. Dit is geen kwestie van willekeur. Bij het leven overweegt om te beginnen nog de quantiteit. Ontelbaar vele cellen. Later zijn er b.v. ook absurd grote dieren geweest.

Bij die veelheid van cellen is de differentiatie aanvankelijk nog niet bijster groot. Het protoplasma van de cellen is erg gelijkvormig , merkt T.deCh. op.

Zij zijn een mogelijkheid, een chemische mogelijkheid, die realiteit werd, naast andere mogelijkheiden, die geen kans kregen. Zoals we eerder stelden: toevallige noodzakelijkheid.

Het bewustzijn is aanvankelijk alleen uiterlijk, als echt bewustzijn nog slechts potentialiteit, die echter door voortgaande concentratie enz. toegespitst wordt, tot ze realiteit moet worden en tenslotte ideële realiteit.

We kennen de trits: potentialiteit, realiteit, idealiteit. Potentialiteit is aanleg, die bij verwerkelijking realiteit wordt, d.w.z gerealiseerde potentialiteit en alsdan potentiële idealiteit, enz. Alles vloeit altijd in elkaar over. Niets is statisch.

Altijd is er de verkering, in en als de mens de zelfverkering.

Het Zelf van het Heelal( waarover later meer) verkeert zich.

De cel komt eerst in ontelbare massa's voor. Dat kan niet zo blijven. De cel vertoont al direct, b.v. als bacterie, hetzelfde wat later, op hoger plan, vertoond zal worden: de mislukking. Hij gaat groeien. Wordt te zwaar. Deelt zich dan, waardoor hij zich verjongt en verlicht. Dit is ook de eerste voortplantingt waarin ook tot uiting komt het streven naar zelf behoud, zelfverweer.

De differentiatie gaat door, ook ten aanzien van het zelfverweer, tot zuivere mannelijkheid. Alles zoekt het andere om zichzelf waar te maken. Vanzelf komt de grondslag van het leven voor de dag: de sexueel-agressiviteit. ( dit is één begrip!).

Het streven naar eenheid: sexualiteit;
het streven naar zelfbehoud: agressiviteit.

Nog overheerst het quantitatieve heel sterk. Zie de dierenwereld.

De Zoon is wel geboren, maar weet het nog niet.

Het Zelf is wel geboren, maar weet het nog niet.

Nu volgt een periode van aftasten, waarin het individuele nog nauwelijks van waarde is. Dit geldt tot zelfs bij de hogere dieren. Neen als voorbeeld de bijen, waar aan het einde van het seizean de mannetjes worden afgemaakt. Zij waren slechts functie. Bij de mens, ....


Mens in Heelal 15

bij de mens, alweer de veranderde richting, is het individuele juist hoogste. Dit zij U geen aanleiding om individualist te worden!!
In onze tegenwoordige dwaling echter streeft men er naar de mens meer en meer tot functie te degraderen. Pas op! Bewaar Uw persoonlijkheid!
Het functie-zijn vertonen ook de pinguins als ze moeten uitmaken of de ploeg zal gaan zwemmen of niet. Enige gaan te water. Als ze door de haaien verslonden worden wandelt de rest terug. Voor die enkelen is geen sprake van zelfopoffering. Zij zijn alleen functie van het geheel en alleen dat geldt.

Bij de mens is dat omgeslagen; bij de individualist op verkeerde wijze. Want de Waarheid van de mens is:
    onmiddellijk: de Liefde;
    middellijk   : de Rede.

Bij de mens is alles omgekeerd. Daarom is bij ons de vrouw mooi, terwijl in de dierenwereld het mannetje mooi is.
De mens is uitzonderlijk.

Al komt hij ongetwijfeld op vele plaatsen( in het Heelal) voor. Dat doet er verder niet toe. WIJ hebben alleen met Onze Aarde te maken. Over b.v. de ruimtevaart wordt gemeenlijk te lichtvaardig, lichtzinnig gedacht. De Aarde is ons aller Moederg Oermoeder. Zie de legenden, mythen, dromen nog enz. Het is sterk de vraag of wij ons van haar werkelijk kunnen losmaken.

Het leven ontstond als gevolg van concentratie, enz.

Het onmogelijke werd uitgeschakeld.

Toen kwam het aftasten.

Al wat leeft tast de buitenwereld af, zoekt contact, wil zichzelf handhaven.

Vandaar ook het elkaar verslinden. Dit is geen wreedheid. Zo blijft de zaak in leven.

De Dierenwereld: het gaat nog om het algemene, niet het byzondere, de individu.

De hoogste apen zijn reeds tamelijk individueel.

Dan komt de mens, het zuiver individuele wezen.

Momenteel is dat wezen de tel kwijt. Ziet nog niet de weg, de nieuwe die het gaan, moet, wil die weg meestal nog niet zien.

De te volgen weg zullen wij in deze cursus nog behandelen.

Als wij hem kennen maakt dat het leven gemakkelijker, minder verbijsterend. En dan zal men zien, dat het ook de MOEITE waard is. Let op het bewust gebruikte woord "moeite". Men krijgt niets cadeau.

Het leven is strijd, eerst van de soort(en), later ook van de individuen. Uit de simpele celdeling ontwikkelde zich het twee-geslachten-systeem, waarbij de individuen naar "de ander" dienen te gaan.

Uit dat zoeken is alles ontbloeit, ook alle muziek, alle gedichten, ook alle Goden, en het zuivere denken, want dit valt ook in de sfeer van de sexueel-agressiviteit.

Het neemt alles in zich op, onderscheidt alles en verkeert het tot het andere van zichzelf. Het verzoent en verenigt alles altijd in de drie-eenheid.

Simpel-natuurlijk: man - vrouw - kind.

0-0-0-0-0-0-0



SYLLABUS 2.
Cursus: De Mens in het Heelal. Zijn is worden, waaraan veranderen te bedenken is.

Alles is dus ook iets anders.

Alles verandert. Het Wezen is dus Verandering.

De Verandering verschijnt als zijn negatie; bestaan.

Daarom begint alles uiterlijk, want aan het middellijke gaat het onmiddellijke vooraf en het bestaande is onmiddellijke gesteldheid van Wezen.

Verschijnen - zich onmiddellijk stellen = zich bepalen, d.w.z. zich beperken.

Aan het begrip Worden wordt de gedachte der evolutie meegebracht.

In het proces der evolutie doet ook het bewust worden mede, waaraan vanzelfsprekend het onbewuste is voorondersteld.

Concentratie: wil tot eenwording en verbijzondering tevens. Het ene algemene moet zich stellen als de vele bijzonderheden.

Het algemene is niet zonder meeralgemeen, want niets is zonder meer.

Het algemene is het onbepaalde Iets, oneindig, en,stelt zich als het eindeloze aantal ietsen Als in wezen veeleenheid is het complex. Het stelt zich als verschillende(gedifferentieerde) bijzonderheden.

De concentratie brengt de differentiatie en complexificatie aan zich mede.

Hoe verder het worden schrijdt, des te gecompliceerder het wordt.

Wat zich ontwikkelt, wordt ingewikkelder.

Dit geldt ook voor het bewustzijn.

Het ontstaan van de aarde.
Concentratie van energie. Waarvandaan "komt" de energie?
Energie is reële potentialiteit van worden en dus potentiele werkelijkheid. Zij "komt" nergens vandaan; zij is.

Als onbeperkt is zij extensief; als verbijzonderend(beperkend) intensief.

De middelpuntvliedende en -zoekende kracht.

Kosmische energie: plus en min; het "veld".

Hier spreekt de wetenschap van verkorrelde energie.

De verkorrelde energie concentreert zich hier en elders en overal.


Het heelal wemelt van middelpunten, die geen van allen het middelpunt zijn.

- - -