Infor-
matie.

Mens in Heelal 30

Vijfde Lezing.


Eerst enige herhaling aangezien er wel enige begripsverwarring bestaat.

De verschijnselenwereld is de wereld in het moment van het onderscheid.

Als we over verschijnselen spreken, spreken we over verschijning.... van iets, het Wezen, dat zelf geen verschijnsel is.

Aan verschijnsel is ook te bedenken dat het verschijnsel is... voor iemand. Verschijnen: iets maakt zich zintuigelijk waarneembaar.

Als het niet wordt waargenomen is er geen waarneembaarheid.

Het object is niet zonder het subject.

Het verstandelijke denken trekt alles uiteen het meent object en subject los van elkaar te kunnen stellen. Dit is onmogelijk.

Een hoogleraar in de filosofie (Groningen) meende zeer spits te zijn door te stellen: "Ik kan mij een bloem voorstellen, die ergens in de wildernis groeit en door geen enkel subject wordt gezien. Zij is dan object zonder subject."
Dit is een denkfout ("uit de kinderkamer van het denken"), want de hooggeleerde heer verzuimde te bedenken, dat dat een bloem was VOOR HEMZELF, object van zijn eigen voorstelling. En alleen als zodanig reëel.

Alles is alleen in verhouding te denken en alleen in zijn eigen andere te stellen, uit te drukken.

Alleen de mens kan subject zijn, omdat alleen de mens werkelijk denkt en dus alles in verhouding stelt.

De Ruimte is verschijnsel, verschijning van de expansie, van het zich (oneindig) uitzetten.

Elk verschijnsel is "in uitgezette vorm", is zelf ruimte.

DE Ruimte is het verschijnsel van dit zich uitzetten in het algemeen.

Omdat het dit is komt er nooit een eind aan. Het zich uitzetten verschijnt als de Ruimte. Dit proces moet er dus zijn. Vandaar de "wegvluchtende" melkwegstelsels, het Uitdijend Heelal.

De Ruimte kan niet statisch zijn. Waar zou die dan IN moeten zijn ?
De Ruimte als verschijnsel van het verschijnen MOET een veelheid van verschijnselen in zich hebben. De ietsen staan in het moment van het onderscheid!

Er werd ook eens beweerd: "ik kan mij de absoluut lege Ruimte voorstellen." Ook dit is slecht gedacht. Waar blijft dan degene, die zich zulks voorstelt ?
Zuiver denken is moeilijk. Dat is aan zulke enormiteiten van geleerden wel te zien.

Maar wie benoemt dergelijke lieden dan ? Dat doen mensen, die ook niet kunnen denken.

Het maken van fouten ligt dus wel voor de hand. Al is deze troost schraal. Omdat er het onderscheid is moet er ook zijn het volstrekte tegendeel, het moment van de identiteit.

Het zichtbare Heelal laat zich begrijpen als het quantitatief alles omvattende verschijnsel Ruimte, uitbreiding. Daar tegenover moet staan het volstrekte tegendeel. Het qualitatief alles bevattende, het begrip (géén verschijnsel, dus ruimteloos als het punt) IK.

Het IK is het ideeële punt. Het mathematische punt is quantitatief. Het ideeële alleen denkbaarheid.

Het gaat in de Cosmos eigenlijk om dit "tegendeel". het IK.

Er is beweerd, dat Hegel abuis was. "Wat is het tegendeel van het Heelal?". Het IK dat weliswaar in het Heelal meedoet, maar het ook te buiten gaat.

Omdat het alles kan verwerken tot abstractie, gedachte.

Het denken moet dit voortdurend produceren. Het is doorgaande verandering~ het heft alles op tot tegendelige gedachten. Daarbij blijft het steeds bij zichzelve. Het denken heeft zijn eigen tegendeligheid in zichzelf.

In het worden is het verworden vervat. Verworden = ANDERS-worden. Het worden, verworden, veranderen is het absolute Zijn, dat tevens absoluut Niet-Zijn is, enz.




Mens in Heelal 31

Het spreekt vanzelf, dat de wereld, zich voordoend als onderscheiden, ook moet zijn in het moment van de identiteit, van het hetzelfde-zijn, eenheid-zijn. Dit wordt voor het eerst getoond in het leven. De gescheidenheid der delen wordt hier opgeheven. Zij worden tot ongescheiden onderscheiden geheel.

Als zodanig zijn zij toch nog verschijnsel, verbyzondering, bepaaldheid, beperktheid.

Dus MOET de mens komen. De mens als het Denken.

De waarheid, het wezenlijke van het denken is het alles volslagen veranderen, negeren tot totale identiteit, het volstrekte identificeren, het alles gelijk maken aan zichzelf, het zich alles toeëigenen. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat het empirische IK hebberig is. Het Kan het zich-toeëigenen niet laten, het IS de ideële toeëigening van v DIT TOT ZICHZELF MAKEND.

Daarom is het Heelal, voorzover zichtbaar, dat wat WIJ ervan MAKEN . Op zichzelf is het niets. Zonder het bewustzijn is het niets.

Dit is wel moeilijk. Heel dat Heelal IS er toch ?!? ... Ja, omdat.... wij dat zó zien!
Het Heelal van Einstein is ZIJN Heelal! IS heel die fantastisch knappe wiskundige constructie, voor hem! Bij Einstein's dood waren er slechts 4 mensen, die hem konden narekenen. Dit wordt nu nog ijverig gedaan, ook door de Russen.

Het Heelal is nu een wiskundig Heelal geworden. Dat hebben wij mensen ervan gemaakt.

Alles is alleen in verhouding te denken. De Zon "geeft licht", omdat wij ogen hebben. De donder "maakt geluid", omdat wij oren hebben, enz., enz De Ruimte is niet te denken zonder degene die hem ervaart! Object en subject zijn altijd onverbrekelijk aan elkaar gebonden.

Alles uiteen-denken is een gewelddaad. Er kan geen verschijnsel zijn zonder waarnemer. Het één behoort bij het ander. Het moet.
Noem het desnoods een Noodlot ; waar dan de mens ook onder valt!
De mens is de ideale werkelijkheid van het mommnt van de identiteit. Dat is het denken, anders gezegd: ideëel leven, leven van de Idee!
Het Leven is op natuurlijke EN op ideële wijze.

Het natuurlijke moet zich verkeren, omslaan van realiteit in idealiteit.

Al wat gedacht wordt moet reëel worden in het Heelal. Alle gedachten moeten in het Heelal voorhanden zijn, anders is het niet het Heelal.

Planten, dieren, enz., al die verschijnselen zijn pogingen om tot het identieke te komen.

De Mens ; Het Zuivere Denken, het IK (niet het empirische!)!
De eeuwige ontwikkeling! Onze Aarde is niet eeuwig. Als we haar in de Tijd bezien, merken we dat ze op een gegeven moment de eerste symptomen gaat vertonen van de geboorte van het IK, de heel aanvankelijke mensen.

Waarbij de Natuur zich voor het eerst begint te overwinnen . Let wel: de Idee moest zich óók stellen en waarmaken als het Natuurlijke .

De eerste mens, tastend, duizenden jaren lang.

Hij ziet de wereld, die reflecteert in z'n IK, een beeld dat wordt opgeheven, vervluchtigd tot gedachte.

Het instinct, alsmaar ervaringen ophopend, was een worsteling om tot bewustzijn te komen.

Ook in het geheugen van de mens stapelt zich steeds meer op. Al heeft het heel lang geduurd voor er echte wetenschap kwam.

Het "Faber" van de "Homo" is kenmerk, en het kennen van het vuur.

Het weten omtrent het vuur was aanvankelijk nauwelijks meer dan instinct Tenslotte verscheen de Neanderthaler en de Homo Sapiens.

Resultaat van voortgaande concentratie, intensifiëring.




Mens in Heelal 32

De mensen leefden in troepen. Omringd door veel dieren, ook (mens-)apen. Een phylum met diverse waaiers. (Th.deCh.: bioten).

Het verschil tussen mens en omgeving was voor de eerste mensen waarschijnlijk niet gemakkelijk waar te nemen. Maar de mens ging verder.

Reeds in de dierenwereld kwamen soms de enkelingen min of meer tot vrijheid, boven het enkel-functie-zijn uit. Er vond een verschuiving plaats van groep naar individuen ; zoals bij de mens van individualiteit naar persoonlijkheid.

Het verschil tussen individu en persoonlijkheid bestaat hierin, dat het individu staat in het moment van het zich onderscheiden, terwijl de persoonlijkheid staat in het moment van de identiteit.

Hegel noemde Alexander de Grote een stralende individualiteit. Dit is juist. Zo'n figuur stelt zich tegenover de wereld, legt zich event. aan die wereld op. Alexander was een verbluffende figuur, een onmisbare schakel in onze cultuur. Uiteraard deed hij wat hij deed niet dààrom. Hij wist het immers niet. Hij onderwierp allen, werd steeds machtiger. Als begin-dertiger sterft hij. In Egypte liet hij zich kronen als Zeus-Am-mon, als Godheid dus. Waarschijnlijk heeft hij daarvan wel iets in zich gevoeld. Hij ging zelfs naar India. Tenslotte durfden zijn troepen niet verder (hij wel) en gingen terug.

Geheel alleen ging hij door de wereld, in een merkwaardige eenzaamheid. Aristoteles is zijn leermeester geweest, die hem op al z'n veldtochten vergezelde. Alexander kreeg hierdoor een griekse mentaliteit.

Aristoteles beschreeef de tochten, maar noemt niet één maal Alexander's naam.

Deze was alleen maar alleen. Uiteraard, want negatief geaccentueerd. Dit doet niets af aan de zeer positieve resultaten.

Gedenk Goethe's:

        Ich bin ein Teil von jener Kraft,
        Die stets das Böse will
        Und stets das Gute schafft.


Alles moet genegeerd worden. Ook het kwaad.

Alexander bleef niet bij het bekrompen empirische IK staan.

Het personaliteit-worden is een lang proces, werkend in de richting van de innerlijke vrijheid, naar het zich 66n~voelen en -weten met de anderen (en het andere.)
Alexander was de goddelijke jongeling, die heel de wereld aan zich onderwierp.

Het proces van de ontwikkeling van groepsziel naar individualiteit en tenslotte naar persoonlijkheid, is een proces van voortgaande (psychische) verkering.

Het "individu'' is eerst alleen functie van de groep (die het "grote individu" genoemd zou kunnen worden), gaat zich dan op de voorgrond dringen, groeit boven de groep uit, wordt zelfstandig, maar blijft lid van de biologische groep.

Dit proces moet nu dus ook gehominiseerd worden, bewust denkend waargemaakt worden, als het ware opnieuw gesteld.

Dus moet de mens vanzelf komen tot sociale ordening. Dit brengt de individualisering mee. Hoe meer persoonlijkheid hoe meer besef van eenheid, gevoel van eenheid met allen en alles.

Het Christendom leert:"Gij zijt allen broeders". Dit is niets nieuws, een waarheid als een koe.

De mens is een gemeenschapswezen.

De mens is omkering van allest van alle andere leven.

Eerst is er de biologische eenheid. Zoals ook die van moeder en kind, niet alleen zolang het kind in de moederschoot is, maar ook nog lang daarna.

Een eenheid waaruit het kind langzaam moet loskomen.

Bij de aanvang van de z.g. beschaving is de eenheid nog heel sterk. Een biologisch-psychologische eenheid.

De geleerden weten nog pas sedert kort van deze eenheid onder de primitieve mensen, die vwijwel even sterk was als bij de dieren.




Mens in Heelal 33

De beschaving vangt aan als de sociale ordening begint.

Dit begin valt in het neolithische tijdperk (daarvoor waren het mezolithische en het palaeolithische).

Het begint niet overal gelijktijdig. Voor ons in het Midden-Oosten, ruim 5000 jaar voor onze jaartelling. Vervolgens trok het naar het Noorden enz.

In onze omgeving ligt dit begin ca. 4000 jaar voor onze jaartelling.

Toen was Nederland belangrijk als handelscentrum! In het bronzen tijdperk werd het hier slap (hier wàs geen brons!) wegens gebrek aan exportkansen.

Het eindigt hier ca. 1500 jaar voor onze jaartelling.

In het Midden-Oosten kwam dit einde veel eerder.

Er zijn vijf grote centra van cultuur aanwijsbaar, waar de mens zich sociaal ging ordenen.

Het Midden-Oosten land van Euphraat en Tigris), China, India, en de gebieden van de nu verdwenen culturen Polynesië en Mexico (Maya; Inca). Dit alles in het stenen tijdperk .

Het leger van Montezuma was slecht bewapend. (M. was de laatste vorst v.h. Rijk der Azteken). Hun doel was niet zo zeer mensen te doden, dan wel hen te vangen. Die krijgsgevangenen konden dan n.l. geofferd worden.

De Inca- en Maya-cultuur floreerden in Peru ca. 1500 jaar voor onze jaartelling.

Wel een hoge cultuur, maar zwaar belast met het mensenoffer, dat bij de Inca's uitgroeide tot iets walgelijks.

De spaanse "kijgsmach" van Pizarro (ca. 120 man) wilde dat niet. Zij versloegen tienduizenden soldaten van Montezuma.

De tempels, incl. beelden èn priesters, alles stond stijf van het mensenbloed.

Verering van de Zonnegod, die naar men geloofde mensenbloed en -harten als offer nodig had. Ook kinderen werden wel geofferd.v De slachtoffers gingen vrijwillig naar de offerplaats. Dit scheen een soort hoogste ideaal van de krijgers te zijn. Wij kunnen dat niet navoelen. Wij kunnen ook niet weten, wat er in die mensenzielen omging.

Een soortgelijke cultuur was er in Polynesië. En ook in bepaalde delen van Afrika.

Eigenlijk berust hun ondergang op massamoord van het volk zelf.

De Inca's hadden tenslotte moeite om voldoende offermateriaal te krijgen!
Toen het Westen kwam viel dit alles onmiddellijk in elkaar.

Overigens heeft het Westen het mensenoffer ook gekend. Homerus vertelt ervan in de legende van de strijd om Troye.

Primitief geloof in de levenwekkende kracht van het bloed.v De betekenis van de "Strijd om Troye" is een uitbeelding van de triomf van Griekenland over het Nabije Oosten.

Altijd offert de primitieve mens aan Goden en ook aan Voorvaderen. Ook met mensenbloed. Daar zit ook het besef in, dat de mens alleen in stand kan worden gehouden door de mens zelf.

Het is een verkeerde vorm van mannelijkheid. Door hem te doden heft men de mens, deze bepaaldheid, op. Juister is het alles te verwerken, op te heffen tot gedachten, en daarin één te worden met alle anderen, de wereld tot éénheid samen te denken.

"God" is de gedachte van de eenheid.v
ALLE Leven is immers door en in die ene Godheid.

De Katholieke Kerk was aanvankelijk sterk, want één!
De oude culturen konden tegen het Westen geen stand houden, omdat dit verre superieur was. Wat niet wegneemt, dat wij de Indianen uitmoordden en martelden...... om goud.

Hebben wij werkelijke hoge culturen vernietigd ?
Montezuma had bij z'n ontbijt altijd mensenvlees. Zijn wereld moet een heel vreemde geweest zijn.

Bij het bekijken van oude mexicaanse kunst zult U nooit een glimlach ontdekken!
Blijkbaar geloofden zij dus niet in het Leven!.

0-0-0-0-0-0-0-0


mens in Heelal 34

Pauze

Dat er vijf coneentratiepunten waren is min of meer toevallig. Alles begint natuurlijk, dus toevallig.

De cultureng die niet verdwenen, China, India, Midden-Oosten, waren blijkbaar krachtiger, lagen op hoger niveau.

Toch ontwikkelden China en India geen grote stootkracht. De Chinese cultuur is niet de oudste. Mesopotamië en Egypte winnen het.

China is veel langer praehistorisch gebleven en had heel geringe invloed. Hegel zegt van China, dat het geen geschiedenis gehad heeft. Nú heeft het die wel, sedert de communistische revolutie. Th.deCh. zegt: het is met de chinese cultuur nat als uiet het chinese schrift: nooit veranderd. Alles stond stil.

Lao Tze, filosoof van de chinese gedachte, poneerde het TAO, "het midden", "de weg", enz. China onderscheidt nog niet (nu wel!), geest en natuur zijn nog hetzelfde. Wat aan de hemel gebeurt, gebeurt ook op Aarde.

Een natuurramp is even belangrijk als een keizermoord. Hemel en Aarde, spiegelbeelden, die zij nog niet uit elkaar kunnen krijgen.

Het Wezen van alles is het Stille (Lao Tze).

Maar ook de stilstzand, dan!
Het wiel, het rad, de wereld, het Leven. ... De lijn door de as beweegt niet! Confusius liet de mensen altijd terugkijken.

Alleen de voorvaderen waren belangrijk. Voor hen moest gezorgd en gebeden worden. China keek altijd terug. Als iemand een decoratie verdiende, werd z'n vader gedecoreerd! Ook als die al overleden was!
In de vrouwelijke sfeer domineert de moeder van de man. De Vrouw wordt veracht, was slavin. De moeder werd vereerd door de zonen.

India brengt het moment van het onderscheid. Het komt echter niet verder.

Fixeert de onderscheiden. Vandaar ook het starre kastenstelsel.

India onderscheidt tussen wereld en hemel. Weet er echter verder geen raad mee. Wijst de wereld negatief af.

Maar die IS er en wij dienen er mee in het reine te komen.

De indische houding van het zoeken der zuiverheid, der waarheid, door het niet-doen is tevens de zonde der nalatigheid!
De wereld dringt zich op. Vandaar dat in India alles sterk zinnelijk is.

Het Brahma is Niets (een volslagen leeg Niets). Het ideaal is Niets te zijn, door alle incarnaties heen. Positief is dat Boeddha het medelijden propageert. Zijn redenering is overigens merkwaardig. Eigenlijk is hij een atheïst. "De werkelijkheid is een leugen, loze schijn, een (de!) droom van het Brahma ." "Als Brahma slechts leugens droomt is het zelf de grote leugen. " Dus dient men alles te verwerpen.

Een negatieve houding zonder stootkracht.

Altijd neen-zeggen is veel te eenzijdig. Er valt niets mee te bereiken. Maar de Mens is het proces van de volslagen identificatie, moet de "andere kant" van het Heelal waar maken.

Dit komt uit het Nabije Oosten.

Er is nog al eens beweerd, dat alle cultuur van germaanse oorsprong zou zijn. Dit is niet waar. Onze cultuur is van Mesopotamisch-Egyptische herkomst. Zeker niet germaans. Germanen waren hier toen nog niet eens.

Wij hebben veel te danken aan de grote semietische volken en de egyptische, waar ook negervolken bij waren!
In Mesopotamië bestond een geordend rijk. Hoewel nog Stenen Tijdperk was het koper er reeds bekend. 4000 - 3000 jaar voor onze jaartelling.

Reeds toen was het jaar verdeeld in 12 maanden. De dag in 12 uur (2 x), het uur in 60 eenheden!
Er was handel. Er was staatsrecht. Men had vorsten. Er was kunst. En een Godsdienst (die wel vaak wonderlijke gebruiken meebracht). Ur. Maangod. Een zeer hoogstaande cultuur.




Mens in Heelal . 35

Omstreeks 3000 jaar voor onze jaartelling gebeurde er iets ontzaggelijk belangrijks. Men vond het schrift uit! Daarmee is de cultuur gevestigd. De wereld wordt nu historisch! Men hoeft niet langer alles mondeling over te brengen.

Daarvandaan komt onze cultuur.

Ongeveer tezelfder tijd, maar iets "later" in ontwikkeling komt Egypte. (jaartallen zijn niet zo belangrijk).

Egypte ontwikkelt een geweldige cultuur. Het Museum te Leiden kan daar veel van laten zien.

Egypte worstelt duidelijk met de grote vraag, die India nog niet kon stellen, laat staan oplossen: HOE gaan ze samen, de Natuur en de Geest ?
Dit moest komen. De concentratie gaat door, de mens moet eenmaal zichzelf onderkennen in de Natuur. Moet zich bewust worden van zichzelf, zich terugbuigen op zichzelf, om zichzelf te kunnen leren begrijpen.

Egypte weet het antwoord niet. (Dat geeft Griekenland pas.)
Vandaar de sfynx, een byzarre samenvoeging van dier en mens (natuur en geest).

Het dier heeft symbolische waarde (waarde als symbool).

Egypte DENKT IN symbolen ("Symbool" =letterlijk: samenvallen)
Werkelijkheid en gedachte vallen samen in één beeld. Let ook op het geloof, dat wie het beeld, portret heeft van iemand, die heeft de betreffende persoon ook in z'n macht.

Dit zelfde magische is mogelijk ook de achtergrond van de grottekeningen, veelal jachttekeningen. Jachtmagie!
Egypte staat op hoger plan. De grottekenaar kende nog geen sociale ordening en die was in Egypte wel aanwezig. Egypte kende overvloed (en overstroming), landbouw, veeteelt, kunst, enz.

De Egyptenaren vereerden de Zon, en natuurlijk de Nijl, de grote bevruchter. Isis is een fantastische figuur, evenknie van Ishtar of Astarte uit het Nabije Oosten.

Dit zijn twee heel grote Moedersymbolen.

Die zijn overal te vinden, want verbeelding van een oergedachte. De mens weet dat hij eens geboren werd als Mensheid, en elk kind wordt weer geboren.

Egypte kan het onderscheid nog niet doorzien. Het kent veel goden, veel naturalisme. Ichnaton probeert dit te overwinnen (tot monotheïsme te komen maar slaagt niet. De Joden. later, kwamen wel zo ver.

De Semieten liggen aan de aanvang van en hebben een geweldige betekenis voor de cultuur van Europa.

Er rijzen vragen. Er komt stootkracht.

Als de noorderlingen ermee in aanraking komen groeit daar iets uit.

Egypte weet geen raad met de dood. De gedachte der zielsverhuizing is een vrij algemeen aanvaard idee. Toch werden lijken wel bewaard, gemummificeerd. Dit deden Indianen trouwens ook wel. Die bouwden ook wel pyramiden, maar niet zo groots.

Waarmee maar gezegd is, dat de mens altijd en overal hetzelfde zoekt.

Het al te bloederige echter "bloedt dood".

Egypte kwam hoger. Heeft een prachtige gestyleerde kunst.

De Grieken komen met hen in contact en worden er sterk door beïnvloed.

Ook Griekenland kent de vraag: HOE gaan natuur en geest samen ?
Een oude vraag, opgekomen uit het onbewuste, de intuïtie.

Griekenland geeft het antwoord in de Oedipuslegende. "Als de Mens."
Dan "stort de Sfinx in de afgrond", d.w.z. Egypte (het land van de duisternis) is overwonnen.

Egypte vermoedde het wel maar wist het nog niet.

De griekse mens komt tot de eerste poging om de geest los te maken van de Natuur. Hij gaat filosoferen.

Zonder Goden komt hij nog niet uit.

Daarna komt Rome.




Mens in Heelal 36

Nu wordt alles aards. Alles staat nog onder de binding van (met) de "Grote Moeder" Daar komt Rome niet los van. De Vaderfiguur is er sterk dominant. Later toegespitst in de Keizer. De Vrouw is er niet in ere ; de moeder een beetje. In Griekenland stond de vrouw aanmerkelijk hoger aangeschreven. Hoe zou anders Xantippe hebben kunnen doen zoals ze deed tegen Socrates ? Nu was het ook geen pretje om met zo'n man gehuwd te zijn!
Hij was de verlosser ("uitvinder") van het Geweten.

Dat heeft sindsdien de taak van de Grote Moeder over te nemen.

Dit is Socrates' onsterfelijke verdienste. Hij wierp de mens terug op zichzelf, maakte hem los van z'n voorouders. van het Onbbewuste. Hij was de wegbereider voor Plato en Aristoteles.

Later komt West-Europa.

Dit zijn allemaal "etappes van verdere concentratie".

West-Europa wordt christelijk (3e, 4e eeuw.)
De christelijke gedachte is de Idee van het vrije IK, het volkomen zelfbewuste, niet alleen redelijk maar ook liefdevol, dus zuiver menselijk. De eerste vorm is die van de Katholieke Kerk. Dat spreekt vanzelf (eenheid, universaliteit.)
De Isis-cultus heeft standgehouden tot ong. de 14e eeuw.

Het Christendom komt dan langzaam op. De grote strijd tegen de Grote Moeder.

Het mannelijke wijst het vrouwelijke terug als het moederlijke, als van de Grote Moeder. MOET haar echter ook terugvinden.

Alles wordt aangekondigd.

Het vrouwelijke verlost het mannelijke van z'n primitiviteit.

De R.K.-Kerk is en blijft de "Heilige Moederkerk" (plaatsvervanger van de Grote Moeder!!!) .

Alles ontwikkelt zich slechts heel langzaam.

Europa is het werkelijke ontwaken van de Mens. Het klaar-wakker worden. De R.K.-Kerk (de Grote Moeder!) verzet zich heel lang tegen alle wetenschap.

De wetenschap is bevrijding van de geest van het vrouwelijke.

Het IK-beginsel, het IK, dat zich los moet maken uit de primitieve collectiviteit.

Wij (Europeanen) brengen overal de wereld tot ontwaken (mede dank zij het feit, dat wij bevrucht zijn door Mesopotamië!)
"Gaat heen en onderwijst alle volkeren."
Dit is de taak van het Westen.

Rome kàn dit niet toegeven. Dit is geen kwaadwilligheid. (Gebrek aan inzicht!) Toch creëert het aldus z'n eigen ontkenning: M. Luther.

Deze doorbreekt in principe de band met de Theologie.

Dan, vanaf toen, ligt de weg open.

Het denken is in de sfeer van de theologie binnengebracht, kreeg eigen waarde toegekend. Dan pas kan het denken zich gaan vrij maken, dan pas komt de wetenschappelijke (en filosofische) ontwikkeling.

De Kerk heeft dogma's, vooropgezette "conclusies", geen echte conclusies.

Eerst moet alles worden onderzocht en doordacht.

Het Protestantisme is vaak ook nog te star.

De R.K.-Kerk was ten tijde van Luther zwak, verlopen. De Paus en Clerus waren beslist geen goed voorbeeld van deugdzaamheid. Overigens is ook onze tijd geen toonbeeld van zedelijkheid en deugdzaamheid!
De Kerk moest zo zwak zijn wilde zo'n sterke tegenbeweging kunnen komen. Elke regering valt als zij zichzelf heeft uitgeput en ondermijnd.

Daarna gaat het snel verder.

Een koortsachtige, geweldige ontwikkeling.

Luther is nog niet zo heel lang geleden L (1517)
Rome werd star en vijandig. Allicht!. Zij bleef de Grote Moeder.

Het Protestantisme heeft wel een grote betekenis.

De betekenis van het niet-theologische denken wordt steeds groter.

De personificatie.

Nu haast niet meer bij te houden.




Mens in Heelal 37

Een enorme geestelijke energie wordt gecreëerd.

Eigenlijk weten we daar nog geen raad mee. Vandaar het gestuntel.

Wij verknoeien het nog, het is ons boven het hoofd gegroeid.

De Mens staat nu op een nooit gedroomd punt.

Hij wéét nu dat alles heel anders is, dan het lijkt.

Eerst waande hij de Aarde het centrum van alles.

Later de Zon.

Nu is er geen centrum meer, alleen de onafzienbaarheid van de Ruimte, van de Tijd, en de talloosheid der Melkwegstelsels.

Toch weet hij ook, DAT HIJ DATZELFDE IS .

Het duizelt de mens.

Hij krijgt dan ook "ruimtevrees", wordt onrustig, speelt met vernietigingsgedachten,
De evolutie, nu wel algemeen erkend, groeide hem boven het hoofd.

Hij blijft staan met de grote vraag:

WAAR GAAN WIJ HEEN??????

0-0-0-0-0-0-0-0


SYLLABUS 5.


Cursus: De mens in het heelal.


Het leven komt tot menselijk leven, waarin het moment der identiteit volstrekte werkelijkheid wordt.

Het denken identificeert alles, maakt alles aan zich gelijk.

Daarom is het heelal voor ons, zoals wij het denken.


Als de mens vindt de volledige verschuiving plaats van de groep naar het individu, waarin zich het personalisatieproces voltrekt.


Evenals het instinct accumeleert ook het denken. Het bewustzijn groeit, evolueert.

De psyche volvoert het proces der spiritualisatie - de verkerning tot Ik.

-o-o-o-


De geboorte der beschaving vindt plaats in het neolithieum.

Oudste gebieden van beschaving; Mesopotamië en Aegypte.


Aanvankelijk leefden de mensen in groepen, evenals de apen en waren nog voornamelijk psychisch gebonden. Er is dan nog geen sociale spheer. Deze ontstaat pas door rationele ordening.


Beschaving en ontwikkeling der sociale spheer is hetzelfde.


Er waren in de neolithische periode vijf brandpunten:

    Nijl en Euphraat;
    China;
    India.

    Maja-cultuur;
    Polynesische cultuur.


De beide laatstgenoemde zijn van veel jonger datum dan de drie andere en hebben geen stand gehouden. Een opvallend kenmerk van de Maja-cultuur is het onmetelijke aantal mensenoffers. dat gebracht werd.

Ook kende deze cultuur nog het mensen-eten. Het valt dus te betwijfelen of hier van een hoogstaande cultuur te spreken is.


China heeft tot voor kort stilgestaan ondanks hoge specialisatie. Het keek achter zich.

De leer van het Tao is die der identiteit, maar een waarin het moment van het onderscheid nog niet gesteld was en dus was er nog geen ware identiteit.


India stelt het onderscheid wel; verstart er zelfs in.

Het verhoudt zich afwerend tegenover de wereld der verschijnselen, en weet daardoor geen oplossing voor het vraagstuk der identiteit.


Belangrijker zijn de gebieden van Nijl en Euphraat (Aegypte en Mesopotamië) van waaruit een sterke invloed is uitgegaan via Griekenland en Rome op West-Europa.

Eerst ons gelukt het om het bewustzijn volkomen los te maken van de natuur. Daarna konden zich de wetenschappen ontwikkelen.


-o-o-o-