Infor-
matie.


Aantekeningen van C.Joon,
van een "huiskamer" cursus van 24 avonden

PSYCHOLOGIE

door Mr.Drs.A.Börger.

(Regellengte aangepast en lege regels tussengevoegd.)

-------------------------

 
1-ste avond 2-1-1952

 

INLEIDING

De nederlandse universiteiten behandelen de z.g. dieptepsychologie maar zeer bijkomstig; wij zullen verder gaan, ook de nieuwste gedachten op dit gebied die in de officiële psychologie weinig of niet genoemd worden, met elkaar behandelen. Onze cursus zij een samenspraak.

Voor de moderne psychologie zijn de grote figuren : Freud, Adler en Jung.
Freud was zeer eenzijdig, een typische materialistische denker, beschouwde de ziel als een aanhangsel, al is hij hiervan later min of meer teruggekomen.
Hoewel hij later inzag, dat op zijn wijze de problemen van de ziel niet volledig konden worden opgelost, is hij op de ingeslagen weg voortgegaan.
Freud's psychologie nam het sexuele als kernpunt voor alle moeilijkheden aan. Dank zij deze eenzijdigheid kon een geweldige kracht worden ontplooid. Eenzijdigheid is de grootste macht. Maar de mens is meer dan alleen maar geslachtelijk.
Adler wilde van het geslachtelijke niet horen en werkte speciaal met het minderwaardigheidscomplex en de deze compenserende machtsbehoefte.
Jung streefde er aanvankelijk naar de theoriën van Freud en Adler te verzoenen, er een samenvatting op hoger niveau van te geven, doch drong daarbij veel dieper in de stof door, ging veel verder dan beide anderen. Sindsdien wordt dan ook met recht van diepte-psychologie gesproken, al is dit beeldsprakig.
Typisch is, dat Freud, naast de enorme golf van critiek welke hij opriep, wel aanhang vond doch niet bij de H.H. medici, die immers de "officiële" wetenschap vertegenwoordigden en derhalve conservatief waren.
De wetenschapsmens dient ervan uit te gaan, dat hij, wanneer hij aan een nieuwe studie begint, van dit onderwerp niets afweet. Dit was b.v. aardig te zien bij Pasteur toen hij begon inzake de bestrijding der zijderupsziekte. Het conservatisme van medici bleek al heel sterk toen Semmelweiss de ware oorzaak vond van de kraamvrouwenkoorts; eenvoudig gebrek aan hygiëne . Waar er ca. 30 "wetenschapelijke" theoriën dienaangaande bestonden, aanvaardde men de zijne niet en hoonde hem. Overigens lijkt in zo'n geval één theorie meer of minder niet belangrijk.

De moderne mens is zeer oppervlakkig, wat nog dagelijks wordt bevorderd door bv. de reclame, film, radio. De etalage-reclame is goeddeels gebouwd op de opvatting dat een eerste vluchtige blik voldoende is. Zo ziet men bij prijzen als b.v. fl 3,90 voornamelijk de 3 en bedenkt niet, dat dit toch practisch fl 4,- is. Talloos zijn de "blikvangers", ook b.v. op de omslagen der amerikaanse "pocketbooks", waarop, evenals bij heel veel andere reclame, een afbeelding van een event. spaarzaam geklede vrouw vaak de doorslag moet geven. Amerika is totaal oversexed.

De eerste blik dwingt tot een "oordeel", dat uiteraard geen werkelijk oordeel is, want geen resultaat van ernstige overweging. Zelfs niet bewust waargenomen zaken blijven vaak in ons onbewuste geheugen hangen en zulke inhouden van het onbewuste kunnen later, soms zelfs veel later, haarscherp in onze herinnering opkomen. Het onbewuste geheugen is nagenoeg onfeilbaar, hetgeen o.a. bij hypnotische experimenten vaak verrassend duidelijk blijkt.

De massa is zeer extravert, d.w.z. wordt gericht, laat zich richten van buitenaf, door uiterlijkheden. Dit wordt nog steeds gestimuleerd, doordat de massamens dagelijks in vele opzichten van buiten af wordt bepaald, waardoor b.v. zijn gehele geweten "uitwendig" wordt. De extravert neemt heel veel waar ; oppervlakkig. De introvert, de "naar binnen gerichte mens" neemt betrekkelijk weinig waar, maar goed. Verwerkt het innerlijk.

Freud is beroemd geworden, welverdiend. Want hij als eerste ontdekte de diepte van de menselijke ziel, het gevoelsleven. Hij ging van het verschijnsel naar het innerlijke, zocht oorzaken, werkte dus causaal. Bij zijn onderzoekingen kwam hij tot de ontdekking, dat het on- of onderbe- wuste zelfstandig is en -werkt.
Zo bevond hij o.a. dat men bij hypnose de gehypnotiseerde niet ALLES kan laten doen. Soms bleek er n.l. een onbewuste "controle" of innerlijke weerstand te zijn, die alle hypnotische beïnvloeding negeerde. (Voorbeeld van het meisje, dat haar rokken niet wilde optillen). Verder ontdekte hij het verschijnsel van de posthypnose. Iemand doet iets nadat hij uit de hypnose is "ontwaakt", wat hem tijdens de hypnose werd opgedragen.

 

Psy - 1952
-- 2 --

Freud begon weer de dromen te interpreteren. Een oud "vak". DE DROOM IS ZEER BELANGRIJK! Zo oordeelde men niet alleen in de Bijbel, maar ook bij de primitieven, bij wie belangrijke, "grote" dromen werden verteld aan de stamleden, die waarschijnlijk de zin ervan onmiddellijk aanvoelden, wat bij ons niet meer het geval is, aangezien ons denken zich als een scherm heeft opgesteld tussen ons en de natuur.

De primitieven geloven absoluut in evenwicht, dat dan ook angstvallig wordt bewaard. Voorbeeld : een australische inboorling heeft iets verkeerds gedaan, herinnert zich dit wanneer hij b.v. een rivier wil oversteken. Hij snijdt zich een nagel af en werpt die in het water. Dan zullen de krokodillen geen wraak op hem oefenen.

De nagel, die ook nog groeit wanneer de mens volwassen is geworden, is een symbool van het levensprincipe. Symbool en principe ZIJN voor de primitief HETZELFDE . De primitief GELOOFT absoluut in zijn magie. Kan daarmede dan ook wonderveel bereiken. Als de magische handelingen geen gunstig gevolg afwerpen, is er iets verkeerd gedaan ; aan de magie zelf ligt het nooit. Door zijn magie kan de primitief heel zijn wereld aan, wat wij van ons, Westerlingen, nu niet bepaald kunnen zeggen.

Onze westerse wereld zit stikvol angst.

Niezen is voor de primitief een belangrijk verschijnsel. Immers wordt dan met geweld de adem, de levensadem!, uitgestoten, terwijl de niezer toch blijft leven, wat de primitief doet aannemen, dat deze dan dus wedergeboren moet zijn. De adem, de wind, wordt veel gehouden voor de ziel of de geest. Daarom wordt door verschillende volkeren geloofd dat de bevruchting door de wind kan geschieden. Bij de Grieken vinden we het nog : to pneuma - to hagion, de wind - het Heilige, de heilige adem, de heilige geest.
Wanneer wij na nog "prosit" zeggen als iemand niest, hebben we dus eigenlijk nog te maken met de oude heilwens bij en wegens de wedergeboorte. Wie de primitieven wil leren kennen leze ook eens de boeken van Albert Schweitzer.
Er zijn primitieve negers, die menen dat men denkt met de buik, en Indianen die menen, dat zulks met het hart gedaan wordt.
Ook nu nog leeft de mens goeddeels onbewust ; ook hij, die meent zo bijzonder bewust te leven.
Freud zocht dus oorzaken voor onze gedragingen en wees daarbij vooral op de sexualiteit, vrijwel uitsluitend hierop. Hij oogstte een lawine van critiek, waarbij te bedenken is, dat hij zijn werk begon in 1890, dus in de 19e eeuw, de eeuw van het fatsoen, van de verdringing, NIET sublimering, van het natuurlijke leven, de eeuw, waarin een vrouw van 35 jaar oud was, en waarin het kon gebeuren, dat echtelieden zelfs na meerdere jaren huwelijksleven, waaruit event. meerdere kinderen geboren waren, elkaar nog nooit naakt zagen. De eeuw van de talrijke neurotici, speciaal onder de vrouwen, met veel sexuele verdringingen, waarvan zij natuurlijk zelf niets wisten. Zij bewaarden slechts hun fatsoen, event. tegen de prijs van een zenuwziekte. Het geweten was dus uiterlijk, "uitwendig" . Zó moet je leven, basta.

Freud ontkende het bestaan van zoiets als een ziel, was volslagen materialistisch, geloofde niet in een uit de mens zelf voortkomend streven naar het hogere, naar het culturele. Cultuur was volgens hem slechts het resultaat van verschillende van buiten komende "druk" op de mens, nodig om te voorkomen dat de mensen elkaar vernietigen, en dat alleen zou hem van het dier onderscheiden. Hij redeneert daarom over het "onbehagen in de cultuur". De ziel, het onbewuste, zou alleen zijn een "aanhangsel", gevormd door vergeten en verdrongen bewustzijnsinhouden.

WIJ ALLEN vergeten en verdringen, zelfs wanneer wij over een prima geheugen beschikken. Wij onthouden n.l. gemeenlijk slechts dat, wat ons "raakt", wat met ons innerlijk in overeenstemming is, ons op enigerlei wijze activeert.
Gaten in ons herinneringsbeeld vullen wij op met fantasie ; wij allemaal! Op dit punt is dan ook voortdurende zelfcritiek noodzakelijk.

De freudiaanse opvatting, dat alles sexueel is, is wel ad absurdum doorgevoerd. Zo zei een Freudiaan, dat een cylinder met zuiger, van een of andere machine, niet anders was dan symbool-uitbeelding : vulva en phallus. Volgens dezelfde man was een schilderij in de grond van de zaak : een vuile luier.
Wanneer hij zegt, dat het menselijk opwaarts streven alleen een kwestie van fatsoen is, van buitenaf opgedrongen, dan ontkent Freud de mens naar zijn wezen, wat hij wel meer deed, o.a. in en door zijn autoritair optreden.

De symbolische betekenis van het getal tien is, freudiaans gezien : een één en een nul, phallus en vulva, en "aldus de mens". Maar de mens is ook nog anders, is méér! De mens streeft wel degelijk krachtens zijn aard naar hogere. Is stellig meer dan het dier. Wat zich b.v. reeds uit in het menselijk streven naar ... méér hebben, altijd méér.

 
Psy - 1952

-- 3 --

Dit wil het dier zeker niet. Wanneer een leeuw verzadigd is, jaagt hij niet en de andere dieren weten dat heel wel. Hier zouden we dus direct moeten vragen WAAROM wil de mens altijd méér?
Op de getallen-symboliek komen wij nog nader terug.
In de cursus over de Psychologie van de Godsdienst werd het volgende reeds genoemd :

0 = het alles verslindende, alles vernietigende getal . ..x 0 = 0.

1 = scheppingsdrift, scheppingskracht

2 = 1 + 1, polaire spanning, tegenkracht

3 = synthese van 1 en 2, de polaire spanning is opgeheven en omdat
     1 erin mee doet is het het scheppingsgetal, het eerste "heilige" getal

4 = natuurlijk getal, 2 + 2, horizontale en verticale spanning,
     mathematisch getekend als het kruis.

5 = het eerste getal dat het natuurlijke teboven komt, het getal van de
     probleemstelling.

6 = daemonisch getal
7 = 3 + 4 = de mens, heilig getal, eenheid van scheppingsidee en natuur

8 = getal van de wedergeboorte

9 = getal van de geboorte, baringsgetal

10 = de scheppende mens, 7 + 3

11 = de mens, die op eigen benen wil staan. dus "gek" is, komt er één
     tekort: want 3 X 4 = 12, geest maal natuur

12 = de mens, als mens in gemeenschap, 12 apostelen, 12 tekenen van de
     dierenriem

13 = één tevéél, ongeluksgetal, getal van het zelfbewuste.
     de mens bewust wordt, hoe ongelukkiger hij wordt, hoe moeilijker hij
     het heeft.

 
De primitief is aan zelfbewustzijn nog niet toe. Spreekt dan ook meestal over zichzelf "in de derde persoon" . Het is voor hem dan ook heel moeilijk te beseffen, dat hij een "persoon" is, iets bepaalde persoonlijk heeft te doen in de wereld.
Waarvan Jung een voorbeeld gaf uit zijn verblijf in Afrika.

Het dier is nooit ongelukkig; kent niet het leed, alle sentimentele praatjes der mensen ten spijt, waarbij het dier te zeer vermenselijkt wordt.
Het dier leeft praesexueel, eten, drinken en slapen zijn hoofdzaak. In welk stadium ook sommige primitieven nog verkeren, alsook onze kinderen in een bepaalde periode hunner jeugd. Het dier heeft alleen periodieke geslachtsdrift, "bronst" ; de mens is permanent sexueel, al vinden we soms wel rudimenten van een bronsttijd. Zo is de mens sexueel actiever in herfst en voorjaar. Desondanks worden zeer vele kinderen verwekt in December, invloed feestdagen. Overigens is het opmerkelijk dat bij de primitieven "grote gezinnen" haast niet voorkomen. Zij beschikken vaak over verbazend goede voorbehoedmiddelen, wat vreemd aandoet, wanneer men bedenkt, dat zij de bevruchting gemeenlijk als werk van vreemde machten, geesten, de wind e.d.aanzien.

Freud's theoriën, b.v. over het Oedipus-complex zijn ten aanzien van de primitieven totaal fout. Zijn boekje "Totem und Tabu" heeft weinig waarde. Hij wist van de primitieven bitter weinig af; heeft getracht hun gedragingen te verklaren door van de moderne mens terug te redeneren. Wat nu eenmaal niet gaat.
Desalniettemin is zijn werk zeer belangrijk. Hij baande een nieuwe weg voor en door de mensen van zijn tijd; doorbrak de algemene schijnheiligheid op sexueel gebied, enz. Men heeft hem enorm verguisd. Mede daardoor is deze, toch al met een (meerderwaardigheids-)complex voorziene Jood fanatiek geworden.

Adler werkt niet causaal, doch finaal, redenerende, terecht, dat de mens met zijn gedragingen, ook met zijn neurose, iets bedoelt. Adler zoekt dit doel en wees als zodanig aan : het compenseren, zo mogelijk overcompenseren, van een minderwaardigheidsgevoel, door het nastreven van macht. Hij wilde van het sexuele in freudiaanse zit niet weten.

Freud en Adler stonden dus scherp tegenover elkaar.
Wat het compenseren van een minderwaardigheidsgevoel betreft : dit kennen wij allemaal, b.v. uit een autoritair optreden van iemand, thuis, terwijl hij in zijn werkring niets te vertellen heeft, of omgekeerd.
Wij dienen er zelf steeds op bedacht te zijn niet in dergelijke compenseringen, die altijd onrechtvaardigheid meebrengen, te vervallen.
Volgens Adler zou de mens altijd een of andere autoriteit nodig hebben, in allerlei opzichten, waartegen hij kan opzien. Vandaar dan ook de goden en lat éne God.
Adler leed zelf aan een minderwaardigheidscomplex. Ook Jood. Het minderwaardigheidsgevoel is vrij begrijpelijk. Wij zijn immers in allerlei opzichten allicht de mindere van een of meer anderen.

 
Psy - 1952 -

-- 4 --

Wat al heel sterk geldt voor het kind 1 Bovendien werken de gedragingen van de meeste ouderen er sterk toe mee het kind minderwaardigheidsgevoe- lens bij te brengen. Ook valt het de meeste mensen moeilijk eigen fouten om gebreken te erkennen. In dit kader past ook : "Ik heb dit of dat wel gedaan, maar ... als die of die, enz."

Dit is verkeerd, we moeten onszelf niet excuseren maar de feiten stellen zoals ze zijn. Dat is een kwestie van een minderwaardigheidsgevoel of uiting van de vrees voor het zich minderwaardig te moeten gaan achten, Dat deugt natuurlijk niet. Juist is in dit verband het engelse paedagogische standpunt : het is niet erg dat je ergens bang voor bent, maar ... erken dat dan! Het "meer willen schijnen dan men is " vloeit uit dezelfde bron voort, evenals veel ijdelheid. Verder kan de neiging om minder prettige dingen te vergeten en alleen de aangename te onthouden, wat heel menselijk is een ook uit het voorgaande te begrijpen, hiermede in verband staan. Ook op dit punt is voortdurende zelfcontrole nodig.

Angst vertoont zich dikwijls in de puberteitscrisis ; alsdan is men verplicht zich opnieuw in te stellen en wel zich naar buiten te richten, naar de buitenwereld en ook naar het andere geslacht, en de oude, vertrouwde sfeer van de kindsheid te verlaten, welke sfeer veelal als een soort heilstaat wordt aangevoeld.

Het is wenselijk kinderen, die de puberteit naderen, te scheiden, niet jongens en meisjes op 1 kamer te laten slapen. Geslachtsgemeenschap tussen broers en zusters komt vrij veel voor onder zulke omstandigheden, zodat te zeggen is, dat de huidige woningnood funest is. Echter niet alleen hierom. Mensen moeten niet teveel op elkaar gepakt worden, dat kunnen ze niet verdragen en dan ontstaan allerlei spanningen, haat, enz.

De z.g. zelfopoffering van kinderen voor hun ouders, of één van hen, is gewoonlijk een gevolg van het feit, dat zij het niet aandurven zelfstandig de wereld in te gaan.

De schizophreen leeft in 2 werelden, eigenlijk alleen in een innerlijke wereld, een fantasie-wereld. Dit is meestal ongeneeslijk.

Poets- en boenwoede bij vrouwen kan zeer verschillende oorzaken hebben, zoals de neiging om iets weg te werken, b.v. een tekort, gebrek, in het sexuele leven. Wat hun uiteraard niet bewust is. Of : het niet kunnen verdragen van vuil, wegens onbewuste associatie met het besef van eigen "Innerlijke vuilheid". Of : pathologisch geloof in eigen vuilheid of behoefte hieraan. Een voorbeeld wordt genoemd van een vrouw, die de kleur bruin niet kon verdragen op grond van een onbewuste associatie met angst voor het moeten eten van mest. Mesteten kwam bij primitieven voor, en ook in onze westerse wereld nog wel, maar uitsluitend pathologisch.

Er bestaat alleen sexueel-agressiviteit ( één begrip!! ), een onscheid bare eenheid van de neiging tot zelfbehoud en die tot zelfopheffing, zich geven, tot eenwording met de buitenwereld. Deze innerlijk tegenstrijdige kracht werkt in ieder mens, en in ieder in andere verhoudingen.
Wanneer wij een mens willen helpen, dienen wij te begrijpen, dat wij hem alleen kunnen helpen om ZIJN weg door het leven te vinden.

o-o-o


  2-de avond 9-1-1952

Er zijn veel mensen, die altijd op het laatste moment nog iets willen doen. Zij WILLEN te laat komen.
Elke neurose gaat met minderwaardigheidsgevoel gepaard. Een neuroticus is iemand, die onder druk staat, zich niet in staat voelt zijn moeilijkheden te overwinnen, die dus in botsing is gekomen met zijn situatie. De "minderwaardigheid" kan b.v. voortkomen uit angst voor de verantwoordelijkheid, die het huwelijk meebrengt, uit homosexuële neigingen, uit vroeger voorgekomen geslachtsverkeer met broer of zuster, enz., enz. Stotteren is vaak een uiting van het minderwaardigheidscomplex.
De situatie is gegeven. De één kan haar aan, de ander niet. Dat laatste kan een ieder van ons wel eens overkomen en geeft dan een incidenteel minderwaardigheidsgevoel. Wordt dit gevoel permanent, dan spreekt men van een minderwaardigheidscomplex.Een complex is iets gecompliceerds ; het is een kern, waaromheen zich allerlei psychische factoren kunnen groeperen, zodat het complex zich uitbreidt als een olievlek, door associatie.

Blozen . Een mens bloost dikwijls wegens een minderwaardigheidsgevoel.
Wanneer men een kind verwijt dat het gejokt of iets verkeerds gedaan heeft, kan het blozen uit schuldbesef, maar ook als protest, wanneer n.l. het verwijt ten onrechte gemaakt werd. Het kind is dan psychisch gewond, voelt zich gewantrouwd, verdacht. Blozen kan ook geschieden uit ... angst voor blozen. Soms bloost men voor een ander, b.v. een toeschouwer bij een fout van een acteur. Dit zijn slechts tijdelijke uitingen van het beruchte gevoel. Een complex is duurzaam.

 
Psy. 1952

-- 5 --

Ook het "castratie-complex" is een minderwaardigheidscomplex. Het woord castratiecomplex moet ons niet direct aan het geslachtelijke doen denken. Castratie, zelfcastratie, vindt in dit verband plaats, wanneer één of meer delen van de menselijke activiteit wordt uitgeschakeld wegens psychische beïnvloeding van buitenaf of van binnenuit. Dit complex vloeit vaak voort uit verdrongen wensen. De indamming van de menselijke levensenergie, de libido zou Freud zeggen, wreekt zich in en door de neurose.

Natuurlijk heeft elke neurose een oorzaak, maar het is even zeker, dat de neuroticus er altijd enig doel mee nastreeft. Hierop te hebben gewezen is de grote verdienste van Adler.
Het minderwaardigheidscomplex demonstreert zich veelvuldig door b.v. brutaal, lawaaierig optreden, opschepperij, enz.

Vroeger werd koorts als een ziekte beschouwd, doch zij is dat niet, zij is een poging van het lichaam zichzelf te genezen. In de U.S.A. bestaat tegenwoordig een vereniging van ex-krankzinnigen. Wat tamelijk krankzinnig is. De V.S. is het land van de meest verschillende soorten verenigingen, ook de idiootste.
De officiële psychiatrie werkt nog heel veel met electrische stroompjes, schokken, al of niet geëlectrificeerde baden, ook heerlijk koude, koortskuren, hersenoperaties, enz. Het shocken en de hersenoperaties hebben echter altijd een tijdelijke of duurzame reductie van de persoonlijkheid van de patiënt tengevolge, zodat hun waarde zeer twijfelachtig is. De aldus "gesteriliseerde" mensen kunnen gewoonlijk geen verantwoordelijk werk meer doen, gaan voortaan kinderlijk onbezorgd door het leven, kunnen de ernst niet meer zien.

Laat ons nu terugkeren naar de sexueel-agressiviteit. Een volkomen kleurloos voorbeeld hiervan zouden we kunnen noemen : ons zonnestelsel : éénheid van aantrekking en afstoten. Voor wetenschappelijk werk is het beslist noodzakelijk het gevoel opzij te zetten, uit te schakelen, een zekere afstand te nemen van het te behandelen object. Het is minder moeilijk anderen te leren kennen dan zichzelf, omdat in het laatste geval zo moeilijk afstand genomen kan worden, objectief kan worden geoordeeld. Wie zichzelf wil leren kennen moet strikt eerlijk en oprecht zijn jegens zichzelf.

De mens is het volmaakte wezen, maar kàn dat in de werkelijkheid NIET ZIJN, want als óók lichamelijk bestáát hij, en bestaan is maakt. Overigens is de volmaaktheid niet volmaakt zonder het onvolmaakte, zou dan immers eenzijdig zijn.
-- Durf dan ook van eigen gedragingen event. te zeggen, dat zij nergens naar leken. Dat is moeilijk, maar nodig en nuttig. Nuttig als begin van zelfcorrectie, die we gedurig moeten beoefenen.

Als wij het bovenstaande gesnapt hebben zullen wij ook minder vaardig zijn in het uitspreken van veroordelingen over anderen. Heeft niet ook Dostojewski één zijner figuren ( Vorst Myschkin ) laten zeggen : Alleen hij werkelijk alles weet mag oordelen. (Die zal dan echter niet vèroordelen!). Overigens zal zo iemand zich niet gauw beledigd gevoelen en ook zeker niet meedoen in het grote koor der kwaadsprekers. Vaak spreekt men kwaad over en beschuldigt anderen als een soort compensatie van het gevoel voor eigen tekorten, eigen minderwaardigheidsgevoel. "Ik ben gelukkig veel beter!" Bovendien doet in het kwaadspreken mee : projectie van eigen tekortkomingen op de besprokene. Let wel : wij allen projecteren min of meer. Dit is wel heel duidelijk te zien bij verliefden. Het ideaal, dat wij ons vormden omtrent de a.s. wederhelft, "hangen wij aan onze geliefde op" . ("Liefde is blind, ziet alles door een rose bril" enz.) Op den duur houdt echter geen enkel ideaal, geen enkele projectie, stand. De werkelijkheid breekt er doorheen ; alsdan voldoet het object niet meer aan het ideaal, hetgeen b.v. tot de bekende crisis in het huwelijk leidt.

Het blozen betekent altijd dat de blozer iets wil uitdrukken, mededelen. B.v. dat hij of zij zich schaamt voor zichzelf of een ander, of een protest, enz. Kan ook wijzen op de z.g. bekentenisdwang.

Het doel van een minderwaardigheidscomplex is compensatie, liefst overcompensatie, van die echte of gewaande minderwaardigheid.
Wie handelt, iets doet, aanvaardt verantwoordelijkheid, waarop de meesten niet zo bijster gesteld zijn. Wanneer men deze niet aankan, of zich verbeeldt deze niet aan te kunnen, kan het gevolg een minderwaardigheidscomplex zijn. Vaak ook uit zich deze vrees door allerlei ziekten. Men vreest de plichten en verantwoordelijkheden b.v. van een nieuwe werkkring, en wordt juist op tijd ziek. Deze ziekte kan heel echt lijken, zelfs zijn. Hier zij ook gewezen op de gevallen van schijnzwangerschap, die uit psychische invloeden ontstaan. B.v. het wensen van het moederschap; of :

 
Psy . 1952

--6 --


bekentenisdwang : zie eens hoe slecht ik geweest ben ; of om, zoals een practijkgeval uitwees, een weinig trouwlustige verloofde te dwingen. Soms is deze schijnzwangerschap zo "echt" dat de arts zowaar de dubbele hartslag constateert, en verder alle verschijnselen van een normale zwangerschap.

De onbewuste bekentenisdwang leeft in ons allen.
De freudiaanse school is er toe overgegaan tabellen op te stellen met vaste verklaringen voor bepaalde droomsymbolen. Dit is kolder. De symbolen hebben nooit uitsluitend één vaste betekenis. Steeds moet de zin van het symbool in het individuele geval uitgezocht worden. Zo kan het zeer goed gebeuren dat het dromen van een phallus, vagina of geslachtsdaad, niets met het sexuele leven te maken heeft.

Voorbeeld : Een jonge vrouw droomt dat zij coïteert met een man die zij niet kent, maar die haar toch zeer bekend voorkomt. Het "deed" haar niets. ( Geen psychische lustgevoelens.) Na onderzoek bleek dat zij aan zichzelf op deze wijze mededeelde dat, eindelijk, de eenheid was gegroeid van haar eigen innerlijk: gevoel en verstand, de vrouwelijke en de mannelijke kant van ieder mens. Ieder mens is zowel mannelijk als vrouwelijk. Voor de rest slechts kwestie van accent.

De stereotype droom kan beduiden, dat iets zich hardnekkig en nadrukkelijk wil mededelen ; het kan ook wijzen op een duurzaam gebrek in ons zieleven. Ook kan het zijn, dat hier sprake is van een slijtage-proces. Dit kwam veel voor bij soldaten, die in de oorlog iets verschrikkelijks hadden meegemaakt, over welke schok zij psychisch niet heen konden komen. Zij dromen nu deze verschrikkelijke gebeurtenis bij herhaling, soms jarenlang, waardoor het gebeuren "gewoon" wordt, niet meer ontstellend is, zodat het te overkomen wordt. Pas dan kan het dromen ophouden. Voor zulke gevallen stelt de psyche ook wel een andere oplossing : de shellshock. Een vlucht in de vergetelheid, die in Wereldoorlog I vaak voor simulatie werd aangezien. Men werpt dan een deel van, of zelfs het gehele geheugen overboord, en daarmede de onverdragelijke ervaring.

Wij kunnen NIET van een mens eisen, dat hij een willekeurig iets zal kunnen verdragen. De mensen zijn nu eenmaal verschillend. Wij mogen, en moeten wel eens, alleen eisen dat de mens zichzelf zij en zijn best doet. Wie zijn medemensen wil leren kennen, moet noodzakelijk zichzelf kennen. Anders zouden in onze beoordelingen gemakkelijk eigen onbewuste "praeadviezen" kunnen meedoen. Wij moeten ons trachten op te werken tot objectief oordelen.
Jung wil van filosofie niet weten. Doet hem tegenwoordig teveel aan schizophrenie denken. Desondanks benadert zijn werk de filosofie zeer dicht.
Zoals gezegd leeft de schizophreen alleen in een innerlijke wereld ; ziet hij de buitenwereld NIET zoals zij IS. Daarom loog Hitler, die schizophreen was, niet bewust. Hij zag slechts dat "zijn" wereld werd aangevallen, en daarnaast niet dat hij die buitenwereld aantastte. Goebbels loog wel, en hij kon het heel aardig, al was hij niet de grootste in dit vak. Deze "eer" komt waarschijnlijk Fouché toe, die de welhaast volmaakte schoft was. Een andere grote was Talleyrand.

Laten wij hierbij vaststellen, dat niemand volkomen objectief waarneemt. Ieder heeft psychisch "blinde vlekken". Wij allen zijn, ook heden ten dage nog : ook primitief, ook barbaars ; wandlen rond met latente wraakneigin- gen, moordlust, enz.
De weerstand tegen het be- en erkennen hiervan is gewoonlijk zeer groot. Vandaar ook dat de neuroticus bij de behandeling aanvankelijk veel liegt. Soms ook veel fantaseert, doch dat is niet zo erg, want de fantasie stamt juist uit de bron, die wij moeten onderzoeken.
De overgrote meerderheid der H.H. medici, artsen, heeft geen notie van psychologische aangelegenheden. Dat een of andere ziekte wel eens een psychische oorsprong kan hebben, komt gewoonlijk niet in hen op.
De diepte-psychologie wordt aan onze universiteiten behandeld als de laatste, tamelijk onbelangrijke bijkomstigheid.
De mens is als ziel niet alleen persoonlijke ziel, maar ook onpersoonlijke. Jung spreekt hier, onjuist en verwarrend, van het collectieve onbewuste.

Zeer belangrijk is de kennis van de primitieven, want het primitieve is voor ons het "onpersoonlijk"-ziel-zijn. Het religieus besef is het gevoelsmatig weten, dat de mens niet alleen een bijzonderheid is, doch ook het algemene ; het onmiddellijk besef ook van de al-eenheid. Het onmiddellijke algemene leven is het gevoelsleven. Het geestelijk leven is middellijk, denken is zelfbemiddeling. Geestelijk is er meer afstand. Gevoelsmatig zijn wij meer geneigd tot aansluiting met anderen.
Het dier leeft mechanisch, komt niet vrij van zijn natuurlijkheid. Door het geestelijk leven kunnen wij, mensen, ons bevrijden, ons distantiëren van het natuurlijke van ons natuurlijk-zijn, dat wezenlijk onze verkeerdheid is.

 
Psy. 1952

-- 7 --


Bij het dier zijn natuur en psyche één ; de mens komt hierboven uit. Wat wij b.v. ook zien bij castratie. Voor het gecastreerde dier bestaat geen geslachtsdrift meer, de mens is in dit geval alleen impotent, maar kan toch nog wel begeren.
"Liefde onder dieren" is een sentimentele overdrijving. Van honden kunnen wij zeker iets leren, maar wij moeten hen niet "vermenselijken". Wij moeten het gevoel, ons gevoelsleven, niet teveel beheersen, dan zou verstarring optreden.
Wanneer wij iemand willen helpen moeten wij eerst vragen of hij event. godsdienstig is. Want wij moeten "zijn taal" spreken, anders is geen werkeliJke hulp mogelijk.
Event. moeten wij dus ook adviseren : biechten! Het standpunt van de ander moet goed waargenomen worden en gerespecteerd worden, anders sluiten wij ons voor hem af. Schimpen en schelden is vaak resultaat van te zeer vasthouden aan eigen standpunt. Voor menigeen is de eigen levensopvatting de enig bruikbare. Als we het standpunt van de ander kennen, moeten wij ons afvragen WAAROM hij dit huldigt, en wat hij ermee bedoelt. Het zou b.v. kunnen zijn, dat achter zijn levensbeschouwing levensangst schuil gaat. Onze westerse wereld zit stikvol angst. Het kapitalistische stelsel is hier een aanwijzing voor. De mens zocht n.l. in het bezit een compensatie, opheffing van de levensangst, angst voor gebrek, enz. Zelfstandig durven de meesten het leven niet aan, kunnen ze het ook niet aan.

De Oosterlingen en Negers kennen de levensangst niet, al hebben zij wel veel angst. Hun doodsangst is in elk geval veel kleiner dan hier in het Westen. Want "dood" is nog niet dood voor hen ; de "doden" doen nog in allerlei dingen mee. Bijgevolg voorouderverering, e.d.

( In plaats van het kapitalistische streven zien wij nu de eis : sociale zekerheid, liefst van de wieg tot het graf. Zelfde doel . ) De Oosterlingen en Negers worden nog gedragen door het algemene, eeuwige levensgevoel, het oneindige levensgevoel. Wij kennen dat niet meer, dank zij ons verstand. De primitieven kunnen hun wereld nog wel aan, dank zij de magie. Wij voelen ons verloren in de wereld, beleven het grote gevoel van eeuwig leven niet meer. Nu zijn de primitieven ook lichamelijk veel sterker, minder kwetsbaar dan wij, ook economisch. Voor ons is het zo, dat een economische crisis kan worden genoemd een panische periode van de algemene levensangst.
De taboe-regels en magie doen de primitief zijn gehele wereld beheersen, wij beheersen niet eens meer onszelf, en zouden dus met respect moeten opzien naar die stammen, die practisch volkomen anarchistisch leven, zonder stamhoofd zelfs en nagenoeg zonder misdaad.

Wij, Westerlingen, hebben geen zekerheid meer in onszelf. Verder is te bedenken, dat angst de suggestibiliteit bevordert. Er wordt steeds meer naar gestreefd de angst te richten, d.w.z. werkelijk of schijnbaar om te zetten in vrees. Angst : bang zijn voor iets onbekends, onbepaalds ; vrees is bang zijn voor iets bepaalds, bekends. Wij behoeven de Neger niet bang te maken om hem zijn psychische energie te doen richten. Dit doet hijzelf reeds, b.v. door z'n krijgsdansen, landbouwdansen, enz. Bij de landbouwdans der australische inboorlingen, waar geen vrouwen bij aanwezig mogen zijn, hebben de dansers een lange stok (phallus-symbool) die zij al dansend steeds weer in een kuil in de grond (symbool voor de vagina van Moeder Aarde stoten, totdat hun energie voldoende is "ingesteld" om de landbouwwerkzaamheden "bevruchting van Moeder Aarde) mogelijk te maken. Een dergelijke concentratie op bepaalde handelingen gelukt slechts voor betrekkelijk korte tijd.

Ook bij onze kinderen is een dergelijke concentratie door spelletjes te bereiken. Men spreekt hierbij van inductie, die ook toegepast wordt hij het ophitsen van een volksmenigte, b.v. De meeste mensen leven psychisch (en geestelijk) "Boven hun stand", d.w.z. zij aanvaarden met hun verstand een godsdienst en/of een moraal, die op een hoger niveau ligt dan hun persoonlijkheid heeft bereikt of bereiken kan, zodat zij zich in de werkelijkheid niet kunnen realiseren, niet kunnen leven, conform deze godsdienst of moraal of dit principe, die dus eigenlijk alleen maar uiterlijk zijn, niet in de mensen léven, zodat die mensen geen werkelijke geestelijk/psychische basis in zich hebben. Met dergelijke lieden is van alles aan te vangen, zelfs wat geheel los staat van of lijnrecht in strijd is met de door hen verkondigde ideeën.

o-o-o


Psy - 1952

-- 8 --

3-de avond 16-1-1952

IEDER mens is religieus, d.w.z. heeft min of meer het religieus besef, het gevoel dat hij zichzelf transcendeert, eigen grenzen overschrijdt, het gevoel van eenheid, verbondenheid met alles. -- Ook de atheïst. De fanatische atheïst is iemand, die met zichzelf overhoop ligt. "Pathos" = lijden, gevoel, medelijden, overdreven gevoel, medelijden. Tegenwoordig ook vaak "gezwollen, bombastisch".
Hieruit zien we dat de betekenis van een woord kan vergroeien, verschuiven, ruimer of enger kan worden, or zelfs tegengsteld. Een voor div. talen overeenkomstig woord kan in die verschillende talen een verschillende richting uit groeien.
Kwene = heks toverkol . Engels : queen = Koningin. Knecht = kind, zoontje, --- bediende (verschuiving omlaag dus )Engels : knight ridder (Omhoog!) Hysterie is altijd : explosieve kortsluiting. De hysterie behoeft niet beslist op het terrein van het geslachtelijke te liggen, al wil het spraakgebruik dit wel.

Peter, de Grote, was een zó eenzame figuur (niemand begreep hem), dat hij zich tegenover zijn omgeving nooit werkelijk uiten kon, zich niet aan anderen kon mededelen. Het gevolg : enorme spanningen accumuleerden in hem, tot er van tijd tot tijd een uitbarsting kwam. Hij had hevige hysterische aanvallen, die verliepen òf in een zware huilbui òf in geweldpleging jegens zijn omgeving.
De epileptische aanvallen van Dostojewski waren anders. Deze mens was teveel in één! In hem leefde alles, alles wat schoon is en verheven, ook alles wat volslagen satanisch is. Dit kwam in hem niet tot verzoening, dus heersten er in hem geweldige spanningen -- waaraan wij zijn grandioze werken danken!!!

 

Wanneer er geen of onvoldoende innerlijke spanning in een mens leeft kunnen zijn praestaties niet meer dan middelmatig zijn, kwalitatief zowel als kwantitatief. De middelmatigen beschikken niet over grote spanningen. Hun hysterische aanvallen zijn dan ook niet zo hevig en zeker niet te vergelijken met de erupties van iemand als Peter de Grote.

Wij lezen nu het eerste hoofdstuk van " Psychologie van het Onbewuste " van Prof.Dr.C.G.Jung. In het kort komt dat op het volgende neer:
Al wat men nervositeit, hysterie, enz., noemt, vindt zijn oorsprong in de ziel, en wel de meest gecompliceerde en hoogste functie ervan. Vroeger bleven psychiatrische leerboeken beperkt tot klinische beschrijving en systematisering der geestesziekten. Later experimenten door middel van suggestie, hypnose . Psychologie van neurosen en psychosen was er toen nog niet. Freud legde hiervoor de grondslag.

Neurotisch symptoom is psychogeen, uit ziel afkomstig. Hysterisch symptoom kan door suggestie worden opgewekt.
Breuer vond dat z.g. lichamelijke gebreken psychische oorsprong kunnen hebben. Zoals b.v. bij gebrekkige zintuigelijke waarneming, waarvan later bleek, dat alleen het bewustzijn van de patiënt niet waarnam. Soms werd stoornis genezen door de enkele bewustmaking van de oorspronkelijke onbewuste oorzaak. Symptomen afkomstig van psychische verwondingen, traumata, die onbewust voortwerkten. Dit is de oude opvatting. Symptomen van hysterie ontstaan niet toevallig.
Veelal werd toen verwezen naar de "dispositie". Freud ging onderzoeken waaruit die "dispositie" bestaat. Onderzoek derhalve naar de voorgeschiedenis der traumata. De rest van het hoofdstuk wordt gevormd door de geschiedenis van een jonge vrouw, die onbewust hield van een ander dan degene met wie zij huwelijk voorbereidde.

 
Vast te houden punten : In haar jeugd gedroeg zij zich jongensachtig, ontkende eigen sexe. Beleefde grote schrik bij ongeval met rijtuig. Na afscheidspartijtje, later, was zij met anderen op weg naar huis. Toen er een met 2 paarden bespannen rijtuig achterop kwam rijden .. sprong zij niet opzij, doch bleef voor de paarden uit rennen. Wordt eindelijk opgevangen. Zij had andere ernstige situaties meegemaakt zonder buitengewone reacties harerzijds. Vanwaar dan deze onredelijke reactie? Trauma, al of niet intensief, moet om uit te werken psychische dispositie vinden, waardoor de schok een speciale betekenis krijgt. Hier: de paarden, geassocieerd met vroeger ongeval. Dit echter onvoldoende. Er bestond vermoeden, op grond van algemene ervaring, omtrent stoornis op erotisch gebied. Dus werd naar het gezelschap geinformeerd. Vriend ( a.s. wederhelft); verder een vriend van deze vriend en diens echtgenote, vriendin van patiënte. Deze laatste "gelukkig getrouwd", maar dit is twijfelachtig aangezien zij wegens nervositeit naar buitenland zal gaan. (Vandaar fuifje.) Jonge vrouw werd naar het huis van dit echtpaar teruggebracht.
Bij vertellen hiervan tijdens behandeling werd zij verlegen en verward. Die heer (A.) had haar n.l. liefdesverklaring gedaan. Dit moest dus nader worden uitgezocht.
A. was getrouwd met beste vriendin van patiënte.

 
Psy - 1952 .

-- 9 --

B., zijn vriend, beviel patiënte ook. B. bleek zelfs spoedig aardiger, vandaar de huwelijksplannen. Zowel door B. als door mevr. A. veel contact met heer A., het geen patiënte opwond. Verloor eens haar ring. Beide Heren zochten. B. vond en schoof ring aan haar vinger. Waarop zij de ring het raam uit wierp. Kort daarna vacantie in zelfde plaats als Heer en Mevr. A., deze laatste nerveus, bleef daarom veel thuis en liet haar echtgenoot met patiënte uitgaan. Waarbij deze haar eens van verdrinking redde en haar kuste. Patiënte ontvluchtte deze indrukken op grond van oude levenshouding. Mevr. zag het wel en moest ten slotte kuren. Bij afscheidsfeest innerlijke drang : "Vannacht is hij alleen thuis, zie daar te komen.". Wat zij door haar zonderlinge gedrag ook bereikte. Geheel onbewust maar toch zeer geraffineerd. Onbewust wilde zij dit, bewust stuurde zij aan op huwelijk met B. Het trauma, dat de ziekte veroorzaakte was hier dus niet meer dan een gerede aanleiding. Waarom juist erotisch conflict als oorzaak der neurose te verwachten? Omdat dit in de practijk heel vaak het geval is. Erotische stoornissen zijn niet de enige vorm van neurose.

Commentaar : Toen patiënte nog meisje was negeerde zij haar eigen sexe, voelde deze blijkbaar als minderwaardig aan. Over het algemeen is de vrouw wel bereid deze minderwaardigheid te aanvaarden, als gevolg van eeuwen lang verkeerde verhouding tussen man en vrouw. Wanneer zij het niet aanvaardt, negeert zij gewoonlijk haar sexe, onderdrukt heel haar erotiek. (Let wel : met deze minderwaardigheidskwestie komen wij eigenlijk helemaal op het terrein van Adler, terwijl bovenstaand geval freudiaans is.
Dit minderwaardigheidsgevoel kan ook ontstaan doordat het kleine meisje de geslachtsdaad harer ouders gezien heeft, en daarbij moeder als onderliggende partij. Waarbij komt dat het meisje vaak jaloers is op de jongen, omdat "deze iets méér heeft". Kleine kinderen hebben nagenoeg geen bela stelling voor kwaliteit, zijn dus kwantitatief ingesteld. Leven in de sfeer van het hèbben. Iets waaraan wij bij het geven van speelgoed kunnen denken.
Om het kind, en de mens in het algemeen, te leren begrijpen, moeten wij trachten ons in hun eigen sfeer in te denken, in te leven.
Van het kind moeten wij ook zeker niet denken, dat het onhandig en dom is, want het is vaak heel wijs en laat zich niet licht bedotten, voelt een situatie gewoonlijk snel en zuiver aan.
Terug naar ons verhaal. Meer. A. voelde zich ongesteld, bleef thuis, liet haar man met haar vriendin uitgaan, onbewust zal zij dit dus hebben GEWILD. Het gebeurt meer dat een vrouw het onbewuste verlangen koestert, dat haar echtgenoot haar zal bedriegen. Verder is in dit geval mogelijk een onbewuste homosexuele verhouding van Mevr. A. tot patiënte.

Paarden zijn een veelvuldig voorkomend symbool (ook voor b.v. vader of moeder; 2 paarden voor een wagen : vader en moeder, die het kind door het leven helpen, alle moeilijkheden voor het kind oplossen, narigheid voorkomen, enz.)

Voor het kind is het ouderlijk huis vaak een soort heilstaat, een paradijs. Over het algemeen zijn mensen bang voor verantwoordelijkheid, dus kunnen zij licht over zulk een heilstaat gaan dromen, over zulk een "wagen".
Wanneer het kind de geslachtsdaad der ouders waarneemt, wat mogelijk is van af de respectabele leeftijd van 6 maanden, ziet het daarin een geweldpleging. De man pleegt geweld jegens de vrouw. Een dergelijke waarneming uit de prille jeugd kan bij de volwassene een grote weerstand tegen de coïtus doen ontstaan. Deze "geweldpleging" wordt het kind slechts even bewust, daarna zakt deze indruk in de vergetelheid weg, doch is NIET WEG. Gebruikt maandverband van moeder kan later deze "verdwenen" indruk weer naar voren halen. De geslachtsdaad der ouders is een "groot gevaar in huis" voor het kind. In ons geval is het zeer goed mogelijk, dat patiënte dit gevaar geassocieerd heeft met haat eerste rijtuigongeval, uiteraard onbewust.
Hier moet er ook op gewezen worden, dat de mensen, niet alleen kinderen, vaak sterke behoefte hebben aan griezelen. Voor de volwassene is dit infantiel, maar toch niet geheel zinloos. Deze behoefte heeft een diepe betekenis, spreekt een waarheid uit, de mens MOET immers het leven, de wereld leren kennen, ook in hun verschrikkelijkheid, huiveringwekkendheid. Anders zullen zij nooit leren hun moeilijkheden en angsten te overwinnen. Dit is de culturele waarde van griezelfilms e.d.
De mens MOET de angst ervaren, om die teboven te kunnen komen. Moet de doodsangst kennen om de dood te leren begrijpen.
Jeugdervaringen maken de diepste indruk!
De vader is voor het meisje gewoonlijk de ideaal-minnaar ; de moeder het ideaal-IK.
Voor de zoon is Vader ideaal-IK, en de moeder ideaal-echtgenote.

 
Psy - 1952 .


-- 10 --

Door de griezelbehoefte wordt de vader (geweldpleger!) voor het meisje aantrekkelijk. Wij kunnen in ons geval dus redelijk veronderstellen, dat patiënte de liefde voor de Heer A onbewust beleefde als een vervulling van de wens het erotische met de vader te beleven. Waartoe heel de geraffineerde opzet diende.
Jung haalde deze theoretisch heel goed mogelijke associatie met de vader niet naar voren.
Hoe jonger de mens, hoe groter indruk een gebeurtenis op hem kan maken. Het kan gebeuren, dat de miskenning van een kind een trauma veroorzaakt, voor de overwinning waarvan het kind soms zelfs 20 jaren nodig kan hebben. Van zulke diepe indrukken komt men echter nooit meer los. Wij mogen dan ook het kind niet bij voortduring toevoegen : je bent nog te klein, weet nog niets, kunt nog niet,, e.d. Het kind moet, desnoods door het maken van fouten, leren aan zichzelf te bewijzen dat het iets verkeerds deed. Wij moeten het zijn gang laten gaan, event. rustig die fouten laten maken; moeten luisteren, waarnemen en verder alleen adviseren.
Het oerbeeld, het primitieve beeld van de vrouw is de prostituëe;
geslachtsdriftig, liefdeloos, voorkeurloos . Waarmede niet gezegd is, dat alle primitieve vrouwen prostituëes waren.
Stigmatisatie gewoonlijk hysterisch verschijnsel. Wonden echt.

-o-o-o-


4-de avond

(23-1- 1952)

De psychiater is altijd ook medicus, gehele of gedeeltelijke opleiding. Als we als psycholoog willen optreden dienen we eerst te vragen of medisch onderzoek heeft plaats gevonden en met welk resultaat. In de wetenschappelijke wereld is alles wat officiëel is conservatief of zelfs reactionnair, gedeeltelijk tengevolge van de verengende opleiding. De officiëlen zweren b.v. ook bij het "proefondervindelijk" doch dit is veel te beperkt.

Het onbewuste volgt bij voorkeur de weg van de minste weerstand, zoals altijd alles in de natuur. Zoekt zich dus bij voorkeur uitweg via echte of vermeende zwakke plek in de gezondheidstoestand.

Bij een werkelijk neurotische storing heeft het niet altijd zin een reis naar het buitenland te maken. Men neemt dan immers zijn "ziekte", zijn onbewuste mee. In sommige gevallen kan het wel heel goed zijn de gewone omgeving te verlaten, omdat en voorzoverre die de genezing van de patiënt zou kunnen remmen.

De patiënt moet niet "thuis" over de bijzonderheden der behandeling spreken. Om verschillende redenen. Indien huisgenoten (mede) oorzaak of aanleiding zijn van de neurose, zullen zij dan trachten te bewijzen, dat dit niet het geval kan zijn geweest. Het kan ook gebeuren, dat de patiënt dan niet vrijuit durft te spreken, omdat hij event. pijnlijke bijzonderheden dan ook thuis zou moeten "opbiechten".

De patiënten liegen en fantaseren al genoeg en houden reeds uit zichzelf genoeg gegevens achter.
Onder neurotici veel gevallen van ijdelheid. Het is "wel interessant" om het "slachtoffer" van een psychiater te zijn, "eens iets bijzonders te hebben." Zij noemen zichzelf soms graag "sadist", maar het is niet eenvoudig om sadist te zijn. Dit woord is afgeleid van de naam van de Marquis Sade.
Plagen wordt wel als een begin of een zachtaardige uiting van sadisme beschouwd. Ten onrechte. Plagen is een mengeling van sexualiteit en agressiviteit. De plager prikkelt de ander om ... aldus contact met hem of haar te verkrijgen.
Plagen behoort min of meer humoristisch te zijn.

De sadist brengt leed toe, bezorgt zijn object een maximum aan onlust, teneinde aldus zichzelf lustgevoelens te bezorgen.
Kinderen verstaan de KUNST van het plagen nog niet, zoeken dan ook vaak contact door slaan, schoppen, stompen, gniepen, enz. Een grove manier met hetzelfde doel.
Wanneer de normale uitstroming van onze libido ergens geremd wordt, onze levensenergie zich dus in enige richting niet kan realiseren, afreageren, spraken wij van een castratie-complex. Hiervan is ook sprake wanneer iemand nooit eens kwaad kan worden, of b.v. nooit naar vrouwen (resp. mannen ) kijkt. Er mankeert ergens iets aan! Er is ergens verzet, mogelijk op grond van ervaren onrecht of iets dergelijks. Dit zijn psychische verschijnselen. De artsen weten daar weinig of niets van; die zoeken, desnoods zeer lang, naar lichamelijke oorzaken van een stoornis, zoals in het geval van een vrouw, die al ca. 20 jaar onder medische behandeling stond, zonder succes, wegens zware hoofdpijnen, waar een psychologische behandeling van enige maanden haar van bevrijdde.


Psy - 1952

-- 11--

Veel mensen leven onder voortdurende doodsangst, zijn daardoor "gecas- treerd" durven bijkans niet meer te leven uit angst dood te gaan. Dit geldt b.v het merendeel der vegetariërs, niet-rokers, anti-alcoholpropheten, reinlevenaars, enz. Bij hen vinden we een overvloed van theoriën en principes om hun houding te verklaren ; maar dit zijn meestal geen overtuigingen, verkregen door redelijk redeneren. Hun theoriën houden dan ook geen stand, al direct omdat wij hun algemeen geldigheid moeten ontzeggen. Voorbeelden genoeg om dit te staven.
De sfeer waarin men leeft is zeer belangrijk.

Het "registreren" van de officiële psychologie voert niet tot de kern van de zaak, blijft uiterlijk en oppervlakkig. Het leven is bovendien oneindig gevariëerd. Wanneer iemand op een bijzondere wijze reageert dienen wij ons af te vragen: WAAROM reageert hij/zij JUIST ZO? Frigiditeit is een gebrek van de vrouw.
Komt heel veel voor. Kan aan de echtgenoot een minderwaardigheidscomplex bezorgen. Kan ook oorzaak zijn, dat hij naar een ander loopt. Het is:
niet willen méédoen, gebrek aan besef van de noodzaak om de geslachtsda gezamenlijk te stellen en te beleven. De vrouw doet dan eenvoudig niet

mee. Van Schelven beweerde dat frigiditeit erfelijk is, en gevolg van de druk waaronder de vrouwen eeuwenlang leefden. Dit is kletskoek. De vrouw WIL NIET MEEDOEN, om een of andere reden, die nader op te sporen is in ieder individueel geval. Iets dergelijks komt ook wel bij mannen voor doch minder vaak en minder gemakkelijk.

De vrouw leeft veel psychischer dan de man; haar zieleleven is veel meer gedifferentiëerd. Zij kan de mogelijkheden, die de ziel biedt, veel gemakkelijker uitbuiten. Oorzaken voor frigiditeit zeer verscheiden. Mogelijk b.v. door binding van de libido der vrouw aan de vader, kan ook zijn aan b.v. broer, oom, grootvader. Dan blijft er van die libido niets over voor de man of wie dan ook.

Haar libido is dan "geheel ondergebracht bij ... ", zoals dat heet. Kan zijn te veelvuldige onanie, welke vnl. clitoris-onanie is, terwijl het gevoelscentrum later moet overgaan naar de schedewand, hetgeen moeilijk schijnt te zijn. Kan zijn: hevige schrik bij zien van exhibitionist in jeugd. Het meisje zag het lid, dat haar ontstelde. Dit "groeide" in haar onbewuste mee zolang en zoveel het kind groeide, zodat proporties ontstaan, die in de werkelijkheid onmogelijk zijn. Bij de eerste coïtus kan dan heel sterk het gevoel ontstaan "Is dat nu alles". Grote desillusie dus. Dit meegroeien in het onderbewustzijn vertonen ook de spiritistische

media, wanneer zij een als kind overleden persoon beschrijven als volwas- sene, waarbij het "leeftijdsverschil" vaak vrij precies klopt. Alles is ambivalent. Toegeeflijkheid vaak aan te voelen als slapheid, enz. Iedereen is tegendelig in zichzelf. Naast onze denkmotieven werken ook altijd onbewuste of gevoelsmotieven. Vaak spreekt iemand die uit zonder het zelf te bemerken. Wanneer iemand een inhoud van zijn onbewuste op een ander heeft geprojecteerd, is die projectie uiterst moeilijk terug te nemen.
Het zich bewust worden van de onbewuste oorsprong en doeleinden van een storing, neurose, is niet genoeg voor genezing. Maar na de bewustwording kan de patiënt tenminste zijn bewuste wil stellen tegenover de event. slechte onbewuste neigingen.

JUNG : Dat men met zichzelf overhoop ligt is typisch kenteken van de cultuurmens. Neuroticus is in zichzelf verdeeld, moet in zich natuur en cultuur proberen te verzoenen.

Kan zijn dat dierlijke instincten met de cultuur in conflict komen ; kan ook zijn dat nieuwe ideeën met de cultuur in conflict komen.
Zowel het goede als het slechte kan verdrongen zijn. Voornaamste is : hoe leren we onbewuste processen van de patiënt kennen? Men begon met methode der hypnose.
Later associatieve methode. Beste methode : droomanalyse. Aangetoond door Freud.
Droom laten vertellen en ook wat patiënt daarbij associatief bedenkt. Dan komen de elementen, die van persoonlijk belang zijn, naar voren. Tot in de fijnste details. Freud spreekt veel van wensvervulling. Is niet altijd het geval.
Voorbeeld : Dochter, die veel van haar moeder houdt, droomt dat deze gestorven is.
Groot verdriet. Volgens Freud : wens moeder uit de weg te ruimen. Doel dan Zeg, Vader, als Moeder gestorven is, trouw je dan met mij?" Overdreven bezorgdheid voor iemands gezondheid, enz. suggereert vaak en terecht tegendeel.
Volgens Jung is droomster voor deze tendenz niet aansprakelijk. "Haar onbewuste doet het, niet zij." Dit is absurd.

 
Psy - 1952

-- 12 --

Hierop volgt grote discussie over aansprakelijkheid, verantwoordelijkheid. Ook de onbewuste kant van de mens is deze mens zelf! De mens is verantwoordelijk voor al wat hij doet en laat, onverschillig of het motief al dan niet bewust was.
HIJ dééd of liet het immers, niemand anders. Ook Mr. Börger's vold van een zo schuldeloze verantwoordelijkheid als die voor verliefd worden,

event. op een reeds gehuwd persoon, vindt moeilijk ingang.
Al is een motief voor een daad onbewust, de daad zelf geschiedt bewust, daar weten we bewust van. Verstandelijke weerstand tegen onbewuste "aandrijvingen" helpen vaak niet.
De naasten begrijpen zo'n "gedrevene", neuroticus, gewoonlijk niet en bepalen zich tot veroordeling van zijn slecht gedrag. Tragi-comisch is, dat éénmaal overspel wel grond is voor echtscheiding, doch b.v. jarenla dronkenschap van de man met als gevolg niets dan ellende voor het hele gezin, daarvoor geen grond is.

 
(hier staat een "geautoriseerde" paginasprong)

-- 13 t/m 17 --

Wanneer iemand vraagt of mannen niet te veel verbeelding van zichzelf hebben, zodat b.v. ook oudere mannen menen nog met gemak een jongere vrouw aan de haak te kunnen slaan, sluit de Heer Rohde de discussie met: de oudjes doen het nog best.
Wat overigens geen afdoend antwoord mag heten.

-o-o-o-

5-de avond

30-1-1952

De habituele drinker is een patiologisch geval. Zo iemand drinkt niet omdat hij dat zo lekker vindt ; hij wordt er toe gedreven. Dit kan een vlucht zijn uit de werkelijkheid of een wegvluchten voor zichzelf.
Heel typisch is de kwartaalzuiper, die zo eens in de 3 of 4 maanden zwaar aan de rol gaat. Daarna is hij weer een normaal mens. Opmerkelijk was die kwartaaldrinker die bij de aanvang van het feest prompt altijd, ongeacht seizoen of weer, uitging met zijn paraplui. De paraplui is een bekend phallisch symbool.
Deze "uitbarstingen" zijn een kwestie van verdronger homosexuele neigingen.
Het leven is moeilijk voor de mens, veel moeilijker dan voor het dier, dat immers geen moraal kent.
Vaak krijgen we onnodig schuldgevoelens: veel vaker dan men gewoonlijk meent. Van onze prille Jeugd af dringt men ons van buitenaf heel veel op. De natuur is de grote verspiller. Een scherp voorbeeld: bij de geslachtsdaad stort de man bij het orgasme circa 2 millioen zaadcellen uit, waarvan er één voldoende is om de bevruchting tot stand te brengen, de voortplanting te verzorgen. Voor de bevruchting is orgasme van de vrouw niet noodzakelijk; zij kan ook bij volslagen frigiditeit van de vrouw tot stand komen. Het orgasme is een slimheidje van Moeder natuur om de mensen tot de geslachtsdaad te lokken.
Het merendeel onzer handelingen verrichten wij uit deels onbewuste motieven. En die zijn juist vaak het belangrijkst. In het bijzonder bij onze verhoudingen tot onze medemensen.
Waarom vinden we iemand op het eerste gezicht sympathiek of onsympathiek? Mogelijk construeren wij daar hele theoriën over, maar gewoonlijk maken wij onszelf aldus maar wat wijs. Een voorbeeld: een vegetariër beschikt over een hele serie argumenten voor het vegetarisme, maar eens laat hij zich ontvallen, dat dit, zijn wijze gedrag, hem tenminste behoedde voor het krijgen van kanker! De eigenlijke grond van zijn houding is dus de kankerangst. Deze komt vrij veel voor. En zo menen niet-rokers zich door het niet roken te behoeden voor longtubeculose, enz. Toch zijn al die theoriën onhoudbaar. Al direct omdat wij hun absoluutgeldigheid moeten ontzeggen. Goethe dronk veel wijn (om het gemoed jeugdig te houden), maar leed niet aan verduistering van zijn geest.
De heer Börger rookt als een schoorsteen, maar ondervindt daarvan bij zijn denken blijkbaar geen hinder. Beethover dronk veel. Alexerder de Grote eveneens.
Van veel zaken weten we niet, althans niet precies, waarom we ze doen of laten.

 
Psy - 1952

-- 19 --


De tunnelvrees (niet zeldzaam is vaak terug te voeren tot een geboortetrauma.
Het kind verwacht altijd, dat de ouders het zullen liefhebben, waaraan in de practijk wel iets ontbreekt.

Uit "Jung" lezen we nu verder van het meisje dat haar moeder doodwenste. Freud sleept hier direct de incestwens bij.
Doch dat is zeker niet altijd de enige mogelijkheid. Wij dienen te bedenken, dat de zeer primitiever de incest niet kenden. Geslachtelijke verhoudingen tussen vader en dochter (in mindere mate ook tussen moeder er zoon) en tussen broers en zusters zijn voor hen heel gewoon. Het gaat toch alleen om een aan en een vrouw.

Later komt men tot het inzicht, dat alleen de goden sexuele betrekkingen mogen hebben met hun gelijken. De aardse stervelingen niet; die leven in de sfeer van de natuur, dus der van het onderscheid; moeten een andere partner zoeken. Zo vinden we de incestverhoudingen nog aan het hof. De koningen waren immers der goden op aarde, zodat deze verhoudingen hun nog wel als een verdienste konden worden aangerekend.
Toch komt het incestverbod wel bij primitieven voor.
Sexuele verhoudingen tussen broers en zusters komen ook nu nog vrij vaak voor. Waaraan de woningnood meewerkt. De kinderen zien vaak de geslachtsdaad der ouders: imiteren nu eenmaal graag. Wanneer de ouders zoiets ontdekken worden ze gewoonlijk zeer boos en delen slaag uit. Slaan echter vernietigt de wens niet (meestal is het tegendeel waar);doch verdringt de wens niet en dat kan gevaarlijk worden.
Verder onderzoeken kinderen nu eenmaal graag alles, en willen dus ook elkaar wel eens zien. Is dus niets abnormaals.

De Nederlander is berucht om zijn verschrikkelijke vaardigheid in vloeken. Hij doet dit omdat hij .... zo godsdienstig is. Alle Nederlanders zijn calvinistisch, ook als zij rooms zijn of communist.
Ieder mens krijgt bij zijn geboorte allerlei mogelijkheden mee. Deze komen niet alle tot ontwikkeling, realiseren zich niet allemaal. Dat is overigens ook niet wel mogelijk.
Wij moeten kiezen. Soms ontmoet een mensen die niet hebben kunnen of niet wilden kiezen ; dan bereiken zij, ondanks hun diverse, soms zeer goede mogelijkheden ( b.v. muzikale talent') weinig of niets, blijven heen er weer slingeren. Waaruit licht een negatieve levensbeschouwing kan resulteren.
Soms realiseren de div. mogelijkheden zich in een buitengewone combinatie, zoals b.v. bij de Duitse Hegeliaan en componist Adorno. Een droom is niet altijd uitdrukking van een wens, noch een verbeelding van een wensvervulling. Gaat hier dikwijls ver boven uit.

 
Iedere droom is een S.O.S.!!!

Hij kan een aanwijzing zijn van de dromer aan de dromer zelf: in DIE richting moet je verder gaan!
Over de repeterende Groen werd reeds gesproken.


Alles wat in de loop van de wereldgeschiedenis uit de mens te voorschijn is gekomen, kan ook nu nog uit ieder van ons te voorschijn komen, in principe.

 
Psy - 1952

-- 20 --

De ontdekking hiervan betekende een schok voor Freud. Want hieruit blijft dan dat het onderbewustzijn veel meer is, dan alleen een verzameling van vergeten en verdrongen persoonlijke indrukken.
Voorbeeld : een volkomen onontwikkelde boerin droomde zich volkomen natuurgetrouw een Griekse tempel, waarvan zij nooit iets gehoord of gezien had!
De geschiedenis van de mensheid is ook die van ons individueel. In onze groei van pasgeborene tot (geestelijk) volwassene raken wij in zeer snel tempo de gehele ontwikkeling door.
Wanneer die ontwikkeling ergens blijft stelen, vertonen wij iets primitiefs, zoals die oostenrijkse slager, die kannibaal bleek te zijn.
Overigens een economisch man; droeg bretels van mensenhuid. Toen het geval bekend werd leed plotseling het hele dorp aan een psychische maagstoornis.

Soms zet men zijn dromen na het ontwaken voort.
Laten we even terug keren naar onze droomster uit Jung's psychologie van het Onbewuste.
Het zou kunnen zijn, dat dit meisje te zeer aan huis gebonden was, speciaal aan haar moeder, b.v. door verwennen, overdreven bezorgdheid, die belet, dat het kind leert zelf moeilijkheden op te lossen en het kind daarvoor dus angstig maakt.
De ouders maken over het algemeen de kinderen veel te veel verwijten; dit bindt de kinderen aan hen, door het besef, dat er "nog zo veel goed te maken is" (schuldgevoelens).

In de droom zijn dood en weg hetzelfde. Het onbewuste is uiterst radicaal. Wanneer iemand een ander een hartgrondig "Barst!" toewenst, meent hij dit onbewust zeer stellig; bewust meestal niet.
In ons geval kan het kind de wens hebben gehad hebben vrij, los, te komen van de moeder, doch misschien de moed hebben gemist zelf de banden te verbreken, hoewel zij voelt dat dit nodig is, weshalve zij wenst dat de moeder (evnt. door dood of weggaan) van haar kant de breuk bewerkstelligt. onbewust wil zij dit toch ook weer niet royaal wensen, vandaar haar verdriet. Als zij alleen verdriet zou hebben, zou de situatie heel anders zijn.
Voorbeeld : een vrouw komt veel bij haar zuster, wier kind ziek is; helpt voorbeeldig bij de verpleging, totdat het kind sterft. Later droomt zij, dat ook het tweede kind van haar zuster sterft. Bij het werkelijke sterfgeval had zij groot verdriet. Bij deze droom niet. Dit wijst en in dit geval zeker op, dat het overlijden van dat tweede kind in deze droom niet de hoofdzaak was. Het ging er deze vrouw alleen om weer in de oude situatie te komen, veel ten huize van haar zuster te zijn, .... omdat zij verliefd was op haar zwager.


Het voorkomen van incest bewijst nog niet het bestaan van een algemene incestneiging. Dat ieder van ons in principe de aanleg in zich heeft tot misdaad, moord, enz. bewijst nog niet dat er een algemene conflictenverwekkende moordlust bestaat.
Wanneer men het verloop van een neurose nauwlettend volgt, vindt een altijd een punt, waarop een probleem opdook, waarvoor men uit de weg is gegaan.
Alle details van een droom, ook de schijnbaar kinderachtige, onbelang- rijke, zijn van belang. De droom, hoe onzinnig die soms lijkt, spreekt altijd van belangrijke, zinvolle, ernstige dingen!

 
Psy - 1952

-- 21 --


Freud: de droom-analyse in de via regia tot het onbewuste, legt diepste persoonlijke geheimen bloot.
Maar na de analyse moet de synthese volgen!
Neurose: strijd van zichzelf onderdrukken tegen zichzelf bevrijden. Indien conflict bewust was, zouden daaruit geen neurotische symptomen ontstaan.
De psycho-analyse maakt de dierlijke driften bewust, maar niet om ze de vrije loop te laten, maar om ze een plaats te geven in een zinvol geheel. Wie zijn eigen "schaduwkant" leert zien, leert, hopelijk, ook zijn medemensen beter te beoordelen. Minder huigelarij en meer inzicht zijn dringend nodig.
Moraliteit behoort tot de natuurlijke geaardheid van de mens. Wij moeten trachten haar uit te breiden tot: geldend voor al onze verhoudingen tot de gehele overige mensheid.
De erotiek is een onzekere aangelegenheid, en zal dit blijven. Zij bloeit alleen wanneer geest en driftleven in juiste harmonie staan. Teveel dier verminkt de cultuurmens, teveel cultuur maakt zieke dieren. Eros is een machtige daemon, één van de voornaamste aspecten van onze natuur.
Na lang aarzelen heeft Freud ook de destructiedrift erkend.
 

Is iedereen geschikt voor het huwelijk?

Neen, beslist niet. Het gedurig samenzijn is moeilijk.


Het minst voor de simpele mens. Vroeger had het grote gezin het voordeel, dat de ouders te weinig tijd hadden om zich met elkaar te bemoeien, dus ook om onenigheid te krijgen.
Echtelieden mogen geen gewoonte voor elkaar worden.
Vandaar dat een vrouw, die na haar trouwdag meent dat zij nu toch "geborgen" is, haar "leversverzekering" binnen heeft in de levende vorm van haar echtgenoot, zich dan ook geen moeite meer getroost haar man te "boeien", b.v. geen zorg meer besteed aan haar uiterlijk, haar kleding, enz., een gevaar is voor het voortbestaan van het huwelijk.

In Duitsland is bewijs nodig voor overspel als grond tot echtscheiding. Bij ons heeft de Minister dit nog niet aangedurfd. Gelukkig, want dit bespaart ons veel onverkwikkelijkheden.
In de V.S. is een nieuwe grond voor echtscheiding uitgedacht:
communistische neigingen bij de huwelijkspartner.
We gaan dus toch vooruit!

-o-o-o-


Psy - 1952

-- 22 --


6-de avond 6-2-1952

Terzijde: De communistische landen zijn goede betalers. Lossen hun schulden prompt op tijd af, vaak zelfs iets voor de vervaldag.
De Zuid-Amerikaanse staten daarentegen staan op dit punt zeer ongunstig bekend. Veel werd reeds verloren door spaarders, die hun duitjes belegden in Z.A.-staatsleningen. De Franse banken plaatsten deze desondanks toch. Er zat wel flink winst In, maar geen moraal.
De Fransman is de grootste spaarder van Europa, al lijkt hij er lustig op los te leven.

Jung. Hoofdstuk 3- Kunt U thans zelf even nalezen.
Nietzsche's leven was deels belachelijk. Hij wilde de Uebermensch, maar was doodsbenauwd voor de vrouw ("die men met een zweep moest benaderen"), kon geen bloed zien, viel rap flauw. Trok zich mede "dank zij" twee geslachtsziekten terug.
Hij heeft zijn eigen leer niet beleefd, niet doorvoeld. Eigenlijk was hij één groot protest. Zoon van dominee. "Wat heb ik met Jood van voor 2000 j. te maken?" Hij in er nooit uitgekomen. Word krankzinnig en was toen pas gelukkig, bij zijn zuster thuis. Een trieste figuur; zeer interessant.
Typisch man met minderwaardigheidsgevoel, dat hij geestelijk wilde compenseren.
Hij, door en door Christelijk, wilde per sé BENEDEN zijn moraal leven, wilde die niet erkennen; ... overschreeuwde zich.
De Uebermensch is geen mensch maar een harde barbaar.
Het "blonde beest" van Nietsche was de Rus. Van de Russen ("barbaren") verwachtte hij de redding; en van ... de Joden.
Hij verzette zich heftig tegen cultuur en beschaving. Heeft overigens niet met de nationaal-socialistische gedachte te maken. Dat is een vervalsing. Voor Nietszche was het machtscomplex het hoogste. Hij wilde o.a. herstel van de slavernij, zonder welke, volgens hem, geen, cultuur mogelijk is. Hij was aan unicum in de cultuurgeschiedenis.
Kruisigde zichzelf in zijn krankzinnigheid.
Zijn boek "Wille zur Macht" is geen logisch vertoog. Allemaal gedachten. Meer literair dan wijsgerig.v De mens kan zich dierlijk gedragen, "de beest uithangen", maar wordt nooit absoluut dier, blijft toch ook altijd nog mens.
Nietzsche ontkende het sexuele; verdrong dit.
Wie zich geheel aan het sexuële gaat wijden, wordt machteloos, want afhankelijk van geslachtegenot en ieder die dit biedt. De totale ontkenning van de machtscomponent, de agressieve, die van het zelfbehoud, voert vanzelf tot machteloosheid.
Wie zich door alleen het sexuële leven, de sexuële component laat leiden, wordt slaaf en ... licht ook neurotisch.

Wie altijd de baas wil spelen, alleen leeft uit de agressieve component, staat er evenzo voor, want wordt afhankelijk van alles en iedereen, die zich wil laten overheersen.
Wij moeten streven naar zelfhandhaving, natuurlijk, maar tegelijk ook contact zoeken met de buitenwereld ; naar evenwicht tussen de invloeden van de sexuële en de agressieve component in ons zieleleven.

 
Psy - 1952

-- 23 --


N.a.v. voorbeeld In "Jung" van jonge Wienerin in verband met Italiaan, Folies Bergères, enz ( Meisje ca. 13 jaar ) Freudiaans gezien: binding van het meisje aan de vader, verliefdheid, die zwaar getroffen wordt bij voorval in Parijs.
Later nog eens z'n schok met Italiaan. Conflict dus tussen infantiel-erotische fantasie-verhouding tot haar Vader en haar liefde voor haar echtgenoot. Onregelmatigheden kwamen weer te voorschijn toen deze echtgenoot belangstelling voor andere vrouw aan de dag legde.
Ä la Adler: meisje veroverde zich door gepast optreden eerste plaats bij haar vader; word geschokt toen zij te Parijs ontdekte dat deze positie niet onwankelbaar was. Kuren om deze plaats toch te behouden. Na dood van vader: hysterische lachkramp. Toen was zij definitief eerste geworden. Daarna rust tot echtgenoot afdwaalde en patiënte naar het oude beproefde middel der hysterische tyrannie teruggreep.
Adler noemt zoiets een "arrangement" of "truc".
Zijn wij met deze twee tegengestelde opvattingen uitgepraat?


Freud: de neurose komt vanzelf uit en door de spanning tevoorschijn.
Oedipus complex (bij jongens) en Electra-complex (bij meisjes). Later deze beide onder de naam oedipuscomplex.
Adler : de mens arrangeert de neurose: machtscomplex. IK wil steeds zegevieren.

Overigens is IK ook geestelijk te zien. Dan staat het tegenover de instincten, tegenover het onbewuste.

Freud begint in een geval als bovenbedoeld, steeds direct met zijn Oedipus-complex te schermen Er zijn echter verscheidene bekwame psygolo- gen, die beweren, dat zij nog nooit iets van een Oedipus-complex bij een kind hebben kunnen ontdekken.
Zou er in dit geval geen sprake kunnen zijn van onbewuste angst voor eigen sexualiteit, voor het sexuele, bij dit meisje?
Of nog anders: kan het niet doodgewoon zijn, dat dit meisje daar in Parijs haar vader, haar ideale vader (alle kinderen idealiseren hun ouders) van een voetstuk zag vallen? Dat zij enorm in hem teleurgesteld was door het dierlijke, dat onverwacht uit hem uitstraalde?
Kan het niet geweest zijn: angst, juist omdat het de vader was? Een gevoel van ernstige bedreiging van het gezinsleven? Het gaat hier om een meisje van ca. 13 jaar en het in zuiver een gevoelskwestie, geen kwestie van redeneren.
Mogelijk was heel het neurotische gedoe gericht op het herstellen van de oude toestand, de "hechte" gezinseenheid. Wij hebben allemaal min of meer de neiging voor ons gevoelsleven "de oude toestanden" te herstellen.
Wanneer een kind verwend wordt, gaat het zich op die verhou- ding instellen, zich belangrijk gevoelen.

Indien hier de oorzaak der neurose is geweest: grote teleurstelling, dan kunnen we de neurose zelf zien als een wraakoefening, die in one geval kan zijn uitgegroeid tot een wraakneming op alle mannen, gezien haar houding tegenover de jonge Italiaan en wil zij de mannen, waarmede zij in aanraking komt het leven zuur maken.
Ieder heeft minderwaardigheidsgevoelens, met of zonder neurose.

 
Psy - 1952

-- 24 --


Alle kinderen weten wel wat van erotiek, ook al is er nooit met hen over gesproken, en ook al kunnen zij het zelf niet onder woorden brengen, omdat het onbewust blijft.
Liefde wordt veel misbruikt voor machtsdoeleinden, om te kijken hoever men kan gaan, in hoeverre men de baas kan worden, hetgeen velen erg graag willen .
Overigens wordt ALLES ook misbruikt.
Bewustwording van nervositeits- of neurose-oorzaken is belangrijk, maar niet afdoende.
Wij moeten zelf opletten waarom we dit of dat doen, speciaal zus of zo reageren.
Wanneer onze libido is gehecht in en aan vele verhoudingen, wat veelvuldig voorkomt (denk maar aan de vertrouwde dingen en mensen om ons heen, thuis en in ons werk, enz.), kunnen ernstige moeilijkheden ontstaan bij verplaatsing. (Vandaar waarschijnlijk ook het gezegde : oude bomen moet je niet verplanten). De libido moet zich dan opnieuw richten, wat zij aanvan- kelijk wellicht in den blinde zal proberen te doen.

Bij het meisje van daarnet was heel veel van haar levensenergie gericht op, ondergebracht bij, haar vader. Onze libido kan naar allerlei uitstromen. Als die stroom afgebroken wordt, en, wat veel voorkomt, dan op ons terugkeert, ontstaat gevaar voor overspanning.
Gezien de leeftijd van ons meisje is een erotisch conflict wel mogelijk, b.v. door het gekwetst worden (Parijs) van zeer tere erotische fantasiën. Er wordt veel meer over de liefde en erotiek gedroomd dan men gemeenlijk denkt. Veel vrouwen noemen de mannen categorisch: zwijnen! De man kan de vrouw dan ook sterk afstoten, b.v. wanneer blijkt dat hij haar alleen als sexuëel lustobject begeert.
De vrouw is veel meer, de liefde in levenden lijve.

Het nerveuse type komt heel veel voor. Vertoont vaak een kolossale arbeidskracht.
Nervositeit is neurose in zwakke vorm. De nerveuse mens kan hels lastig zijn, doch ook wel zeer opgeruimd, enz.
De nervositeit is tegenwoordig algemeen.
Om onszelf te kunnen handhaven moeten wij ons immers tegenwoordig steeds te weer stellen tegen de grote en velerlei spanningen van deze tijd. De egoïst is de mens, die eigen wil beslist wil doorzetten. Neurotici lijden vaak pijn, worden vaak door hun eigen neurose geteisterd. Geval: Indisch ambtenaar. Moest hier examen doen. Kreeg kort daarvoor verlammingen een zijn benen. Uit dromen werd opgediept, dat hij negatieve vaderbinding had. Vader was tyran.
Onbewuste wens bij zoon deze tyran te doden. Examen: 3 Profs = 3 vaders. Prachtig spiegelbeeld van de vader-zoon- verhouding. Om reprise van de doodswensen, nu jegens de profs te voorkomen, wilde de ambtenaar, onbewust, liever maar niet heengaan. Wel: benen verlamd!

Deze man sjouwde dus onbewust grote schuldenlast, laat van schuldgevoelens mee. Hier is eerder sprake van een vlucht, dan van een machtscomplex. Ook geen erotisch conflict, want binding aan vader was negatief.
De agressieve component in ons te zeer radicaal ; wat in de wegstaat eenvoudig opruimen!

 
Psy - 1952

-- 25 --


Doel van de neurose is in de eerste plaats: uiten wat in neuroticus leeft.
Dit is niet bewust te uiten, dus te zeggen, want het geheel blijft onbewust!

Freud en Adler zijn beiden te eenzijdig, generaliseren teveel.
Begin in elk geval NIET met dogmatische opvattingen.!!!!!! Wij moeten zien uit te vinden, WAT de neuroticus met zijn neurose, zijn "kortsluiting" wil uitdrukken en/of bereiken.

Iemand met een lichamelijk gebrek komt licht tot minderwaardigheidscom- plex; wil dan, ter compensatie, iets belangrijks worden in de wereld. Bij de "grote Heren" van het nationaalsocialisme waren dan ook veel kreupeltjes.
Bij de psycho-analyse (Freudiaans) moet de patiënt op een rustbank liggen en maar vertellen. Liggende houding schijnt bevorderlijk te zijn voor de woordenstroom.

De beul is de grofste sociale vorm voor onze moordneiging. Wanneer wij een complex hebben, dat niet sociaal uitgeleefd kan worden zoals het is, is het misschien mogelijk het "gesublimeerd" af te reageren. (Sadisme - chirurgie, b.v.)
De mens heeft een totale, integre libido. Deze kan geremd zijn door echte of vermeerde immoraliteit. Alsdan is de totale persoon gebroken. Wij dienen dan te trachten er weer een totaalbeeld van te maken.
Sexualiteit is uiteraard polygaam; erotiek niet!

-o-o-o

----