Infor-
matie.

-87-

Een Romance rondom een toren. (vervolg)

Hoofdstuk XII.

Beste Hektor,
     Vanmiddag na de lunch is oom Arthur vertrokken en ik verzeker je, dat zijn vertrek onverwachts gebeurde, helemaal onverwachts. De oorzaak? Wij hebben gisterenavond een gesprek gevoerd, waaruit bleek, dat jij gelijk hebt gehad en dat ik een domoor ben. Je zult begrijpen, dat ik ervan ondersteboven ben, ik heb hem gevraagd mij de tijd te gunnen om een beslissing te nemen en nu zul je misschien vragen of ik overweeg om met hem te trouwen. Mijn antwoord daarop is, dat ik het overweeg maar het helemaal niet weet, er niet uitkom. Hij is altijd zo troosteloos alleen geweest. Nu heeft hij mij gevonden en heb ik zijn hele levensopvatting, die hij zich met god weet hoeveel moeite veroverd had, ondersteboven gegooid. Moet ik hem nu laten stikken, al heeft hij zelf gezegd, dat hij ervan overtuigd is dat ik niet met hem trouwen wil? Een rare liefdesverklaring, vind je niet, maar desalniettemin is 't er een. En daar zit ik nu mee.
     Ik verbied je mij te antwoorden. Ik moet deze vervloekte kwestie zelf uitzoeken.
     De vrouw Janine wil beslist niet met hem trouwen, maar haar geweten eist dat ze het wel doet. Janine heeft nu eenmaal erg veel last van haar geweten, zij voelt zich heel gauw schuldig. Nakomertjes hebben het vaak moeilijk; hun ziel is te rijp als ze geboren worden.
     Misschien vind jij dit klinkklare nonsens, maar dat deert mij niet. 't Is toch zoals ik het zeg.
     Ik zocht altijd veiligheid in de wereld en trok me er daarom zoveel mogelijk uit terug. Op een goede dag ontdekte ik de toren. Kon er een veiliger woonplaats zijn ? In moeilijke omstandigheden wordt een mens altijd wijzer omtrent zichzelf. Toen kwam oom Arthur. Jij stuurde hem, maar geloof me, Hektor ik neem het je niet kwalijk. Je wist immers niet wat je deed. Misschien was er in jou wel een stille onbewuste hoop, dat ik hem uit zijn isolement zou verlossen. Dat klopt weliswaar niet met je bewuste gevoelens voor mij, maar een mens is nu eenmaal een gecompliceerd en tegensprakig geval.
     Nu wordt Janinetje gekweld door haar geweten in haar oude toren.
     Begrijp je hoe moeilijk ik het heb!
     Ik schrijf jou omdat ik me tegen iemand moet uitspreken en ik kan dat alleen tegen jou. Maar je moet me geen raad geven. Ik moet de verantwoordelijkheid alleen dragen. Als ik ja zeg, schrijf ik mezelf als vrouw af. Er blijft me dan alleen over zijn moeder te zijn.
     Als ik ja zeg Hektor, lach niet als je het volgende leest, lach om gods wil niet, maar tracht te begrijpen. Als ik ja zeg, word ik gravin van Polar. Janine Anders gravin. Toen ik er vanmiddag aan dacht had ik de grootste moeite om niet in een hysterische lachkramp uit te barsten. Egon heeft me er doorheen geholpen. Ik heb 't hem verteld en ben toen met hem gaan vechten. Samen hebben we over de vloer gerold. Hij heeft genoten. Vreemd hè Hektor? Een beetje gek ben ik toch wel, vind je niet?
     Egon helpt me zovaak. Misschien heeft hij me ook wel aan oom Arthur als aspirant-echtgenoot geholpen, doordat hij me dit voorjaar een hersenschudding bezorgde. Egon als huwelijksmakelaar.
     Er is iets roerends in het beeld van die eenzelvige stille man aan het ziekbed van een vertaalstertje, heel de nacht. En Egon naast hem. Weet je, dat Egon toen twee dagen niet wilde eten? Een fijne kerel hè, een prachtkameraad. Hij heeft me nog nooit een gewetensconflict bezorgd en ik ken hem langer dan jullie tweeën. Hij heeft nog een voordeel. Hij heeft n.l. nooit beweerd, dat ik zoiets bijzonders ben, zoals jij en oom Arthur om strijd verzekeren.
     A propos, Hektor, is een huwelijk tussen oom en nicht wettelijk

-88-

toegestaan? Ik ben langzamerhand zo vertrouwd geraakt met zijn oomschap, dat ik hem niet anders kan aanvoelen.
     Hektor, goeie, brave Hektor. Ja stil maar, ik spreek tegen je alsof je een tweede Egon bent. Denk lief aan me. Leg in gedachten een voorpoot op mijn knie en wees verder heel stil. Hektor. Blaf niet, brom niet, geef geen enkel levensteken tot ik je roep. Want hoe mijn beslissing ook moge uitvallen, ik zal je roepen. Kom dan Hektor, grote wijze Hektor. Tot zolang.
     Heel veel lieve gedachten van

Janine.
-o-

Reygersberg vond de brief 's Maandagsmorgens op zijn bureau. Hij las hem tweemaal, vouwde hem dicht, opende hem nogmaals om enkele zinnen te herlezen en scheurde hem toen in kleine snippers. Janine verkeert in zielenood en ik mag niets doen, dacht hij. Zelf wil ze de hele verantwoordelijkheid op zich nemen. Als zij met Polar trouwt en hij merkt, dat ze het uit medelijden deed, schiet hij zich voor z'n kop. Als ze hem trouwt zal ze een zware weg moeten gaan. Arme Janine.
Als ze hem trouwt, is ze voor mij verloren. Dan kan ik alleen nog maar de vriend op de achtergrond zijn. Meer niet, neen meer niet, naar ook niet minder.
Als ze hem trouwt..... en als ze hem niet trouwt..... dan kan ik in elk geval voorlopig toch ook niet veel anders zijn. Ze is een verdomd serieuze vrouw, een die het leven niet licht neemt ondanks al haar vrolijkheid.
Ze moet dan voor de rest van de zomer en het najaar maar naar Friesland gaan om van de schrik te bekomen. Ik zal dan zo nu en dan wel eens in m'n eentje in die toren gaan logeren; dan krijgt ze geen gewetenswroeging.
Voorlopig is de deur dicht. Enfin daar ben ik aan gewoon. Ik ben een tweede Egon. Ach waarom niet, ik ben dan toch in ieder geval iets voor haar. Maar de deur is dicht. 't Zal nu stil worden.
Ze moet maar een hele tijd weggaan. Dat zal goed voor haar zijn. Ik heb haar geen geluk gebracht. Maar als ik ooit iets verwacht had, was 't zeker niet, dat Polar op vrijersbenen zou gaan lopen. Enfin hij doet 't. En dan kiest hij een juffrouw Anders. Ook alweer begrijpelijk. Hij is zo decadent, dat alleen 't rode bloed hem kan aantrekken. Toch blijft 't vreemd, want de kerel heeft een ijzige zelfbeheersing. Hoe komt hij ertoe om zich zo te laten gaan? Nauwelijks komt hij uit de plooi of hij maakt ongelukken, jaagt de arme Janine in een gewetensconflict en gooit voor mij de deur dicht.
Als ze trouwen zal ik ze een huwelijkscadeau moeten geven vanwege mijn vreugde over hun jonge geluk. En de kinderen zouden natuurlijk bruidsjonker en bruidsmeisje kunnen zijn. Ook erg toepasselijk.
Hektor, jongen, schei uit met dit gepieker. Ginds in de toren verkeert een vrouw in nood. Misschien is Arthur radeloos omdat hij zich heeft laten gaan. Misschien hebben ze je beide nodig. Ik hoop, dat Janine gauw schrijft, heel gauw. Arme bliksem.

Hij was opgestaan en naar de waranda gelopen, waar hij poogde zijn aandacht te wijden aan de bloemen in de achtertuinen waarop hij neerkeek. In deze bezigheid werd bij gestoord door zijn vrouw, die hem mededeelde dat van Polar aan de telefoon was en vragen liet of hij hem om vier uur kon ontvangen.
     "Goed", antwoordde hij.
     "Wat is er Hektor je kijkt zo vreemd."
     "Last van de warmte."
     "Zet dan een stoel op de waranda en ga wat zitten lezen. Tot straks."

-89-

     "Dus om vier uur is goed ?"
     "Ja uitstekend." Komt die soms ook zijn hart uitstorten? Aardig kan dat worden. Als hij nu zegt, dat hij 't beter vindt voor Janine om niet met hem te trouwen, wat moet ik dan doen? En als Polar erbij zegt dat hij geen antwoord hebben wil, maar ook zelf alle verantwoordelijkheid wil dragen.
Reygersberg grinnikte. Ze kunnen me nog meer vertellen. Over die brief van Janine zwijg ik natuurlijk, maar als Polar me vertelt dat hij eigenlijk niet wil, zal ik hem aan z'n verstand brengen, dat hij 't dan maar heeft te laten. Ik ben geen brievenbus en Janine gaat me verdomd ter harte. Alle respect voor Polar, maar als hij plotseling uit zijn baan vliegt, mag ik verhinderen, dat hij ongelukken maakt.
Maar als hij me nu komt vertellen, dat hij met 'r gaat trouwen? Nee, dat kan niet. Hij rekent op een weigering, schrijft Janine. Afwachten maar. Echt prettige dag vandaag. Echt gezellig. Ik zal maar een eindje gaan wandelen en ergens een glas bier drinken. Van werken komt toch niets.

Precies om vier uur klopte van Polar aan zijn kamerdeur. Altijd stipt op tijd, dacht Reygersherg. "Binnen." Hij stond op en deed een paar stappen in de richting van de deur. Van Polar begroette hem hartelijk, nam op Reygerbers verzoek plaats en informeerde naar het welzijn van de familieleden. Hij maakte een volkomen rustige indruk.
Blijkbaar geen gewetensconflict, dacht Reygersberg.
Nu deelde van Polar mee, dat hij hem een dienst kwam vragen. "Door omstandigheden, die niet terzake doen, moest ik onverwacht mijn verblijf bij onze vriendin Janine onderbreken. 't Speet me verschrikkelijk, maar 't was onvermijdelijk. En nu moet ik haar een pakje en een boodschap sturen "een schriftelijke" maar ik vertrouw dat pakje niet aan de post toe. Wil jij het voor me brengen?"
     "Kan Andries 't niet doen, als je zelf geen tijd hebt?"
     "Neen, alleen jij."
     "Hm. Nogal geheimzinnig. Enfin goed, ik zal 't doen. Is er haast bij?"
     "Liefst zo spoedig mogelijk."
     "Dat wordt dan morgenochtend, want vandaag is 't te laat. Ik zou er nog wel kunnen komen, maar dan ben ik er niet voor een uur of tien en dat vindt Janine misschien niet prettig."
     "Morgen is vroeg genoeg. Ik ben je zeer erkentelijk."
     "Tot je dienst. A propos, weet je zeker, dat ze thuis is. Ze had plannen om naar Friesland te gaan."
     "Ze is thuis. Anders had ze me bericht gezonden."
     "Prachtig. Heb je dat pakje meegebracht ?"
     "Neen, ik wist niet of je het wilde doen. Per slot van rekening zou 't niet zo gek zijn als je bedankte om voor mij een pakje weg te brengen."
     "Kom, kom, niet zo somber. Je vraagt 't me toch niet zo maar of voor je gemak, maar hoe krijg ik het dan ?"
     "Ik zal 't je morgenochtend aan 't station bezorgen. Wees er een beetje voorzichtig mee, 't is breekbaar."
     "Hektor Reygersberg, reiziger in breekbare waar. Pak 't goed in zeg. Ik wil niet achteraf op m'n kop krijgen."
     "Wees maar niet bang hoor, de verantwoording is voor mij."
     "Goed en vertel eens, hoe was 't met Janine?"
     "Uitstekend. Opgewekt als altijd." Hij stond op. "Wil je me excuseren? Ik heb nog verschillende dingen te doen vandaag. We zien elkaar morgenochtend."
     "Zo'n haast? Jammer. Tot morgen dan. Je komt er wel uit hè."
     "Natuurlijk. Au revoir. Groet je vrouw van me."

-90-

Toen hij vertrokken was stak Reygersberg een cigaret op, inhaleerde diep en liet de rook weer langzaam tussen zijn lippen uitstromen.
De duivel mag weten, wat dat betekent. Een pakje met breekbare waar en een brief. En ik moet 't brengen. Hij zal me toch niet als bruidswerver laten fungeren ? Een officieel huwelijksaanzoek met een geschenk. Onzin natuurlijk. Polar is geen negeropperhoofd. Ze zou hem schrijven als ze naar Friesland ging.
Enfin, afwachten maar, 't gaat me geen bliksem aan.

Beneden gekomen zei hij tegen zijn vrouw dat hij de volgende morgen naar Janine moest. "Boodschap brengen van Polar."
     "Moet jij die brengen?"
     "Ja, ik in eigen persoon"
     "Wat is dat dan voor een boodschap?"
     "Weet ik niet."
     "Snap jij er iets van?"
     "Nee niets, helemaal niets. Maar aangezien Polar 't vraagt kan ik niet weigeren."
     "Enfin, je gaat graag naar haar toe."
     "Ja, maar ik hou niet van geheimzinnigheden. Ik vind dit meer een geval voor Tom Poes."
     "Ach malle. Blijf je beneden?"
     "Ja, ik heb zin in een borrel."
     "Ik heb juist thee gezet. Ik dacht dat Polar langer blijven zou."
     "Hij had haast. Dat gebeurt hem ook niet vaak. Maar geef dan maar eerst thee. Zullen we vanavond naar de bioscoop gaan."
     "Graag. Welke film?"
     "Ik weet absoluut niet wat er gegeven wordt. Vraag 't maar aan de kinderen."
     "Je wilt toch niet naar een kinderfilm?"
     "Ach waarom niet".
     "Ik geloof dat je last hebt van de warmte."
     "Ik geloof 't ook. Nee, ik weet het wel zeker." Toen de kinderen kwamen werd overleg gepleegd inzake de film die bekeken zou worden. De kinderen hadden een uitgesproken voorkeur voor een showfilm en derhalve werd aldus besloten.

-o-

Janine was die dinsdagmorgen laat opgestaan. Zo laat, dat Egon haar wakker geblaft had met als gevolg, dat zij ijlings de trap was afgesneld. De buitendeur had zij opengelaten, zodat hij kon bovenkomen wanneer het hem zinde. Soms duurde zijn ochtendwandeling heel lang, een andere maal was hij na vijf minuten al weer terug.
Wanneer hij alleen buiten liep deed hij niemand kwaad. De mensen hier kenden hem en lieten hem met rust. Alleen het uniform van de veldwachter wekte zijn toorn, maar die vertoonde zich zelden in het openbaar en vrijwel nooit in deze buurt.
Zij had in de vensternis haar boterham zitten opeten en leunde nu loom tegen de muur.
Tot een besluit was zij nog niet gekomen en oom Arthur zou dat ook wel niet zo gauw verwachten.
Het was hier heerlijk zitten maar ook schrikkelijk warm. Voorlopig nog maar uitstellen. De vorige dagen waren vermoeiend genoeg geweest.
Waar bleef Egon nu weer? Even door het keukenraam kijken. Hij was nergens te zien.
Weer ging ze in de vensternis zitten. Jammer dat ze niet de hele dag slapen kon, ze was zo moe.
Hektor had gisteren haar brief ontvangen. Hij was braaf geweest, want hij had niet geantwoord.
Uit de verte drong het geluid van een auto door, waardoor ze aan

-91-

oom Arthur dacht. Zijn auto was 't niet. Zij kende het geluid van de motor. Arme ziel. Voor het eerst een liefdesverklaring en dan zo'n enthousiaste ontvangst.
Niet aan denken. De auto kwam deze kant uit. In elk geval niet voor haar. Een rustig gevoel. Het was alweer gloeiend heet. 't Beste was thuis te blijven en zich niet te kleden. Vanavond kon ze wel gaan wandelen. Waar bleef Egon toch?
De auto stopte. Was 't dan toch voor haar? Wie om godswil?
Nu kwam er iemand de trap op. Jakkes en Egon was er niet.
Zij stond op en liep naar de kamerdeur, die openging voor zij haar bereikt had.
     "Hektor! En ik heb je geschreven te wachten tot ik je zou roepen. Ik heb 't je zo nadrukkelijk gevraagd. Waarom doe je 't dan niet?"
     "Ik zou niet gekomen zijn als Polar 't me niet gevraagd had. Hij stuurt me."
     "Waarvoor om godswil."
     "Dat weet ik niet. Hij zei dat ik je een brief en dit pakje moest geven. Ja, hij noemde het een pakje, ik vind het meer een pak. En niemand anders dan ik mocht het brengen."
     "Wat zit erin?"
     "Weet ik niet. Breekbare waar. Misschien antiek kristal van zijn betovergrootvader."
     "Waar is de brief?"
     "Alsjeblieft." Zij nam de brief uit het couvert, dat niet gesloten was en begon te lezen.

     Janine.
          Sta mij toe je dit geschenk te zenden door bemiddeling van
     ons beider vriend, maar wees zo goed eerst te lezen, wat ik je
     te zeggen heb.
     Jij bent de eerste vrouw van wie ik houd en de laatste. Je kent
     mij voldoende om te weten, dat dit geen lege phrase is.
     Nu heb ik de enorme domheid begaan om je dit te laten blijken,
     waardoor ik onze relatie voor goed bedorven heb.
     Je bent heel lief geweest in de moeilijke situatie, die ik in
     het leven geroepen heb, heel erg lief en ik ben overtuigd, dat
     je er werkelijk diep ernstig over loopt te denken of je
     ja of neen tegen me moet zeggen en dat je het volkomen
     meende, toen je zei, dat je de kwestie moest verwerken.
     Er is niets te verwerken. Het kan alleen neen zijn. Je denkt
     toch niet, dat ik van zins ben jouw jonge, mooie leven te
     verknoeien. En wat kan ik anders doen?
     Onze oom- en nichtverhouding was uitmuntend. Je behield
     daarnaast de volle vrijheid om het leven te grijpen met beide handen.
     Maar een huwelijk zou absurd zijn.
     Ik houd van je Janine, daarom wil ik je offer niet.
     Ik zend je dit geschenk, opdat je weten zult, hoe zuiver mijn
     gevoel voor je is.
     Als ik aan je denk, zal ook zij altijd in mijn gedachten zijn.
     Nu zij bij jou is, is mijn innige eerbied steeds om je heen.
     Jij gelooft in het leven met even grote zekerheid, als ik er
     niet in geloof. Daarom ga ik voorgoed naar het buitenland.
     Leef gelukkig Janine, en vergeef me, wanneer ik je ooit verdriet
     deed.
     Vaarwel. Ik kus eerbiedig de toppen van je vingers. En ik dank
     je voor alles, wat je mij schonk. Vaarwel, Janine.

Arthur van Polar.

- 92-

     Zij liet haar hand langzaam zakken. De brief dwarrelde op de grond. Toen zonk zij in een armstoel.
"Lees Hektor. Hij zal het zeker goedvinden. Hij zond je immers. Van Reygersberg las, schoof daarna de brief in de enveloppe en legde hem op tafel.
"Wil je dat uitpakken Hektor. Ik geloof te weten wat het is."
Reygersberg sneed het touw door en verwijderde het pakpapier, waarna een ebbenhouten kastje te voorschijn kwam met zilver ingelegd. Een der panelen was tweedelig en gesloten door een haak. Hij zette het kastje rechtop, maakte de haak los en opende het paneel.
Nu vertoonde zich de ivoren madonna.

     "Grote God", mompelde van Reygersberg, "zijn madonna." Janine sprak niet, haar hoofd lag tegen de rugleuning en tranen vloeiden vanonder haar gesloten oogleden.
Van Reygersberg knielde naast haar neer en streelde heel teder haar hand. De beroering deed haar in snikken uitbarsten.
"Hektor, Hektor, o Hektor."
Kalmerend legde hij zijn hand op haar voorhoofd.
Onopgemerkt door beiden was Egon binnen gekomen. Hij zag haar huilen, hoorde haar wanhopige kreet en zag de man. Zo kon hij niet anders dan fout combineren. Een vijandig gegrom, gevolgd door een kort hard blaffen. Hij stond gereed tussen beide te komen.
Met een gil vloog Janine overeind, rende op hem af, bitste hem toe te gaan liggen en gaf hem een slag op zijn neus.
De hond dook ineen, drukte zich tegen de grond, de kop tussen de voorpoten, de ogen angstig op zijn meesteres gericht.
Nog even bleven haar blikken toornig, toen ontspanden zij zich.
Zij knielde naast hem neer, streelde hem over zijn machtige kop en wierp zich tenslotte over hem heen.

Reygersberg had zich opgericht. Een oneindig mededogen doorvoer hem toen hij haar snikken hoorde maar hij sprak het niet uit.
Op zijn tenen verliet hij het vertrek.
Zij was nu bij haar trouwe vriend om vergiffenis te vragen.

================