SYLLABUS 2.

Cursus: Eros en Psyche.

De strijd van Psyche is gericht tegen het patriarchaat, dat het negatieve aspect van het vrouwelijke: de vijandigheid jegens de man, had verdrongen.

Dit negatief vrouwelijke was positief in zoverre het matriarchaat het vrouwelijke tegenover het manlijke wilde handhaven.
Onder het patriarchaat is de man degene, die beveelt; de vrouw gehoorzaamt en is dienstbaar, ook aan zijn lusten. Zij heeft geen persoonlijke wil, is zijn bezit. Van liefde is geen sprake.

Welbegrepen voert Psyche de strijd tegen haar eigen collectief onbewuste - Aphrodite, die enkel een nachtexistentie geeft, waarin Eros de Eros-draak is, want in hem is Psyche's bewustzijn verslonden.

De zusters zijn haar verdrongen matriarchale tendenzen, die zich aan Eros toewerpen en in de plaats van Psyche de doodsbruiloft voltrekken.

Psyche vindt geen steun bij Demeter en Hera; zij moet alles zelf doen, zichzelf individueren; de moedergodinnen (in dit geval positief) kunnen als collectieve grootheden haar hierbij niet helpen, evenmin als de God-Vader van Jezus hem helpen kan, als hij in Gethsemané zich tot hem wendt en later aan het kruis klaagt, dat hij hem verlaten heeft.

De geschiedenis van Psyche is die van de ontwikkeling van het Vrouwelijke, dat ook in de man leeft, zij het secundair. Daarom is het ook voor de man nodig dat het patriarchaat overwonnen wordt, omdat het zijn individuatie belemmert en dus zijn menswording.

Door de daad van Psyche komt de liefde pas in de wereld; in het verhaal wordt dit echter alleen nog maar aangekondigd, want de tijd was er toen nog niet rijp voor.

Liefde is uitdrukking van menselijk-vrouwelijke totaliteit, welke bewustzijn vereist en in het nachtbestaan in de Erosdraak niet mogelijk is.
Zuiver begrip is uitdrukking van menselijke-manlijke totaliteit.
De psychische Eros is evenwaardig aan de geestelijke Logos; beide bewerken drie-eenheid resp. als beleving en als doordacht inzicht.

Als Psyche Eros ziet, komt zij vrouwelijk, d.w.z. onmiddellijk tot inzicht in zijn wezen, want Eros is in haar, is zijzelf.

In het licht der lamp: een flits, intuïtie.
Daarna gaat zij innerlijk op weg om zijn wezen geheel te leren kennen en tot ontplooiing te brengen in zichzelf.
Zij wil bewust worden.

---