SYLLABUS 3.

Cursus: De angst voor de chaos.

De angst voor de dood is ook te begrijpen als angst voor het duister.
Wij zijn kinderen des lichts.

De christelijke godsdienst heeft de angst voor de dood niet overwonnen. Wel brengt zij mede angst voor goddelijk ingrijpen door wereldondergang als straf.
Verder is er de verwachting van wereldondergang aan "het einde der dagen": het laatste oordeel.
Deze verwachtingen zijn thans allerminst algemeen.

Sterk is de ondergangsangst door menselijk ingrijpen.
Om te beginnen door oorlog.
Omstreeks het begin van deze eeuw leefde het gevoel dat onze cultuur ten einde was gekomen.
Oswald Spengler gaf hieraan uitdrukking in zijn werk "Untergang des Abendlandes".

De burgerlijke wereld had de ontwikkeling van het verstandelijke Ik voltooid.
De burger had de absolute (patriarchale) monarchie vernietigd en o.a. de gelijkheid van rechten verkondigd, maar omdat hij het Ik en deszelfs eigenbelang centraal stelde, liep alles uit op een (wan)ordening, waarin de macht de beslissende rol speelde. Dit noemde hij zijn vrijheid.
Van oudsher richt hij zijn doel op het zakelijke - rijk worden. De armoede, die hij opriep, achtte hij onontkoombaar en zag niet in, dat hij zijn ware vrijheid om hals bracht.
Hij bleef optimistisch, ofschoon de philosoof der bourgeoisie Eduard von Hartmann dat niet was.
Als burgerlijk denkende prees von Hartmann het nut als maatstaf voor handelen. Daarom wilde hij de zeer primitieve volkeren uitroeien "op humane wijze".

Door en in zijn zakelijkheid liep de burger vast, verstarde. Maar de psyche aanvaardt dit nooit. Menselijk leven is bewustworden, d.w.z. verkeren van onbewustzijn tot bewustzijn.
Verzet het bewustzijn zich hiertegen, dan roept het in het onbewuste krachten op, die destructief zijn ten aanzien van de bewustzijnsinhouden.
De destructie beoogt de weg te openen voor het nieuwe.

In de vrouwenemancipatie en het socialisme kondigt het conflict tussen bewustzijn en onbewuste zich aan.
Eerste destructieve explosie: de oorlog van 1914-1918, waaruit de Russische revolutie voortkwam.
De burgerij verzette zich hevig: het anti-communisme.
Dit culmineert in het nazisme: de burgerman mag al zijn destructieve neigingen botvieren en is superieur. Hitler was een reactionair, gemanipuleerd door de groot-industrie.

De moord op de Joden. Zij zijn voor W.Europa afspiegeling en belichaming van zakelijkheid en zijn de godsmoordenaars.
De burgerman is dit alles zelf. Hij projecteerde zijn schaduw.

---