SYLLABUS 6.
Cursus: De bijbel in het licht van de strijd tussen de Grote Moeder en de Grote Vader.
Het Hellenisme, door Alexander gewild, ging door de wereld, waarvan het op zijn beurt de invloed onderging en niet in de laatste plaats die der Semitische volkeren, wier invloed in Klein-Azië zeer groot was.
En onder de Semieten spelen dan de Joden een belangrijke rol wegens hun onzichtbare god en hun monotheisme.
Weliswaar hield het volk zich daaraan niet, maar de tempel leerde slechts dat.
Later gaat het Judaisme zich bezighouden met de Griekse leer van de Logos als de zichtbare zoon van een onzichtbare vader.
Deze zoon heeft echter ook een moeder: de goddelijke Sophia (wijsheid), wat dus wil zeggen: de Grote Moeder als de voedende. Schilderijen haar voorstellende met geleerden, drinkende aan haar borsten, zijn bekend.
De betekenis der godinnen, die oorspronkelijk de overheersende was, begon omstreeks het begin van onze jaartelling langzaam af te nemen, ofschoon de grote mysterieën van Demeter, Isis, Kybele enz. nog eeuwenlang standhielden.
De sterke verbreiding der Mithra-mysterieën, waaraan alleen mannen konden deelnemen, hangt hiermede samen.
De zelfbewustwording nam toe en dus trad het manlijke sterker en sterker op de voorgrond.
Mithra kende de doop, het avondmaal, de Zondagviering en de 25e december als zijn geboortedag. Hij was de middelaar en verlosser.
Bij zijn cultus behoorden: kuisheid en askese; het geloof behelsde o.m. onsterfelijkheid der ziel en hemelse vergelding.
(Om misverstand te voorkomen diene, dat dergelijke verwachtingen algemeen verspreid waren in de Grieks-Romeinse wereld.)
Al deze voorstellingen en geloofsopvattingen worden steeds verder en dieper doordacht. En wel was de strekking tenslotte algemeen om de veelheid der goden tot een eenheid terug te brengen (Isis is tenslotte Aphrodite, Hera, Astarte, Anat enz.), maar op dit punt had Juda de leiding, doordat het zijn enkelvoudige woestijngod bezat.
Tengevolge van dit alles moest tenslotte de Jezus Christus- gedachte ter wereld komen, waarbij de definitieve breuk met de Grote Moeder nagestreefd werd.
Maar Jezus wordt herboren (Pasen) uit een spelonk (rotsgraf), evenals Mithra; en een spelonk is de baarmoeder der Grote Moeder. En zulks nadat hij aan het kruis (4) gestorven is.
Het spreekt vanzelf, dat de jonge christelijke kerk zich onmiddellijk voegde in het proces, waarin het manlijke element het overheersende werd, maar toch al vrij spoedig de Grote Moeder weer moest erkennen, zij het uitsluitend als de Heilige Maagd.---