SYLLABUS 4.

Cursus: De christelijke idee als aardse werkelijkheid.

De geschiedenis van Europa is die van het Ik. En aangezien de massa de toon aangeeft, is vooral haar Ik van belang.
De geschiedenis van het Ik is die der vrijwording.

De middeleeuwen waren patriarchaal; een standen- doch geen kastenmaatschappij, want de geestelijke stand stond voor iedereen open.
De (stedelijke) burgerij poogt tot vrijheid te geraken.
Vandaar de zelfordening, die wij kennen als de gilden, die overigens lang niet overal voorkwamen.

De renaissance en het humanisme erkennen de individu, maar hebben geen oog voor de massa.
Er ontwikkelt zich een nieuwe aristocratie, de rijke bourgeoisie, die in N.Italië tot politieke macht komt, evenals in ons land.
De eenvoudige burgers bleven onderdanig en de vierde stand bleef de verschoppeling. Het zelfbewustzijn was bij deze kategorieën van burgers nog zwak ontwikkeld, terwijl zij bovendien geen politieke invloed bezaten.
Rijkdom was macht. Bezit heilig.

Renaissance, humanisme en protestantisme zijn ook te beschouwen als het begin der versplintering; een onmiddellijke reactie op de middeleeuwse primitieve eenheid: één kerk, één rijk.
Er ontstaan nieuwe machtsconcentraties met, zoals steeds, verwaarlozing van het groeiende vrijheidsverlangen (d.w.z. de toenemende zelfbewustwording) der massa, welk groeiproces bevorderd wordt door de non-conformistische denkers, die ook invloed uitoefenen op de leidende kringen. Zo bijv. waren onze regenten veelal humanistisch - invloed van Erasmus - maar natuurlijk met deze reserve, dat aan hun macht niet getornd mocht worden.

Doordat de machthebbers altijd dit standpunt innemen, ontstaan er revolutionnaire spanningen.
Omstreeks 1800 wordt het Absolute Ik geboren in Duitsland, terwijl in Frankrijk de politieke en economische vrijheid van ieder relatief Ik wordt erkend. Daardoor krijgt Frankrijk tijdelijk de leiding in Europa en treedt buiten de eigen grenzen (Napoleon) om overal de feodaliteit te vernietigen, maar ziet deze beweging in Spanje en Rusland ondergaan.

Door de Franse revolutie triompheert het individualisme, hetwelk eist, dat ieder op zijn eigen benen staat, maar zich niet afvraagt of iedereen dat wel kan.
Gevolg: de verschrikkelijke toestanden onder het kapitalisme.

Weer treden non-conformisten op, welke wij nu onderscheiden in utopische en wetenschappelijke socialisten. Van deze laatsten is vooral Marx bekend, ofschoon hij niet de eerste is.

---