SYLLABUS 4.


Cursus: "De droom en haar betekenis voor de ontwikkeling
               der persoonlijkheid".


De walvisdraak, barend en verzwelgend, is symbool van de Grote Moeder, het algemene, voorpersoonlijke onbewuste, waaruit het bewustzijn geboren wordt.

Soms is de draak schatbewaarder. Het onbewuste bewaart dan datgene, wat voor het bewustzijn een schat is en uit het onbewuste verlost moet worden.
Dergelijke zeer grote symbolen komen hoogst zelden voor.

Dromen, waarin dergelijke symbolen voorkomen, zijn niet ongevaarlijk, omdat zij spreken van oer-energieën, die - wanneer zij rechtstreeks doorbreken - het individu kunnen overweldigen en vernietigen.

Het symbool leeft, zolang het zijn inhoud niet heeft geopenbaard en spreekt dan een taal, die wel door de ziel, maar niet door het bewustzijn verstaan wordt.

Overweldiging van het bewuste leven door het onbewuste wordt vaak uitgebeeld als overstroming van het land door de stormende zee.

Het "oer" is als onbewust nog niet onderscheiden sexueel- agressief, d.w.z. dat het sexuele als "oer" agressief is en het agressieve sexueel. Deze oerkrachten treden dikwijls op als wilde dieren. De tijger, van wie gezegd wordt, dat hij de mens besluipt en van achteren aanvalt, beeldt eventueel het ons bedreigende driftleven uit.
De leeuw, die een veel betere reputatie geniet, betekent ook het driftleven, maar nobel en beheerst, tenminste dikwijls.
Geen enkel symbool heeft een vaste betekenis; soms zijn de betekenissen veelvuldig, soms variëren ze van heel simpel tot zeer verheven, bijv. het paard.

Het span paarden kan de ouders uitbeelden, die het rijtuig (gezin) trekken. Maar het paard kan ook zijn een nobel instinct, dat onze werkingsspheer verruimt; het kan zijn beeld van poëzie, bevruchtingssymbool (vandaar de geluksbrengende paardenhoef) en veel grootser: de Grote Moeder.

De dieren stammen uit de spheer van het totemisme en diercultus, zeer primitief dus. Zij zijn dus zeer geschikt als symbool van de Grote Moeder, de oer-moeder.

Ook de werkelijke ouders zijn behalve realiteit tevens de oer-vader en oer-moeder.
Deze twee spelen een rol in ieders leven, echter niet altijd een even gewichtige; dit hangt af van de persoonlijkheid.

De ontwikkeling der mensheid voert als bewustwordingsproces van de Grote Moeder af naar de Grote Vader toe.
God de Vader is zulk een Grote Vader.

Voor primitief bewustzijn is vanzelfsprekend het zich verenigen met de Grote Moeder de weg om wedergeboren te worden.
Maar het bewustwordingsproces brengt mee, dat hieraan een einde komt. Vandaar dat het begrip "incest" ontstaat.
In elke geslachtsgemeenschap is het element van het verzinken in de Grote Moeder aanwezig.
Het verzet van het christendom tegen de sexualiteit is dus vanzelfsprekend, maar tevens ondoordacht, omdat niemand enkel de Grote Vader bewust kan leven.

De huidige incest is een degeneratie-verschijnsel.
Primitieven kennen dit begrip niet. Het bijslapen van de moeder is een der talloze herhalingen, waardoor de wereld aan de gang blijft.

---