<


SYLLABUS 5.

Cursus: "De droom en haar betekenis voor de ontwikkeling
               der persoonlijkheid".


Er zijn mensen, die het leven feitelijk willen overslaan uit angst ervoor. Als deze mensen trouwen, bergen zij zich op in een huwelijk.
Niet iedereen is geschikt voor het huwelijk.

Algemeen wordt gezegd, dat de man polygaam en de vrouw monogaam is, wat in elk geval niet opgaat voor de primitieve vrouw.

De man is voor de vrouw naar waarheid niet slechts de bevruchter en beschermer, maar ook haar geestelijk principe als ontwikkeld principe, de contrôle-instantie, waaraan zij zichzelf controleert, wat dus feitelijk uitsluit, dat hij haar de wet voorschrijft. De man beleeft zich in de vrouw; in haar vindt hij zijn ziel.
Terwijl de vrouw zich vindt door zich buiten zichzelf te concentreren, concentreert de man zich in zichzelf, wat het gevaar meerbrengt van verlies van contact en wisselwerking.
Daarom ontloopt hij zich bij de vrouw.

De vrouw bevestigt zich wezenlijk in het moederschap, waardoor zij het leven bevestigt. De zelfbevestiging als moeder en als vrouw gaan samen in de liefde voor één man.

De man bevestigt zichzelf niet in het vaderschap.

Het liefdeleven speelt voor man en vrouw een verschillende rol, maar in hun tegendeligheid komen zij in hun liefde tot eenheid. Voor de vrouw is de erotiek een bron van natuurlijke creativiteit, het moederschap. Voor de man van geestelijke creativiteit. Zie Goethe en - oppervlakkiger - Heine.

De man heeft één zielebeeld (anima) tegelijkertijd; de vrouw meerdere (animi).

In geval van verliefdheid wordt het zielebeeld geprojecteerd. Hoe vollediger de projectie, des te minder kans dat de realiteit met het zielebeeld overeenstemt, wat op den duur tot mislukking der verhouding leidt, als de reële persoon tezeer afwijkt van de illusoire, die de verliefde erop geplakt heeft.

Hoe meer de mens zijn zieleleven onderdrukt, des te primitiever zijn zielebeeld wordt, zodat het bijv. in de vorm der prostituee kan verschijnen.
Wanneer een vrouw in haar droom een prostituee ziet, is hieruit eventueel te concluderen, dat haar geslachtsleven volkomen tegengesteld is aan haar bewuste leven, aan dat dus wat zij vertoont en waardoor zij wordt gekarakteriseerd.

Het zieleleven ontwikkelt zich complementair t.a.v. het bewuste leven; hoe meer wij dit laatste overdrijven, des te scherper de complementaire reactie, die de ziel vertoont.
Men kan te fatsoenlijk, te braaf, te plichtsvol leven; dit alles werkt op den duur verkeerd.
Elke overdrijving werkt de ontwikkeling van schaduwen in de hand.

---