SYLLABUS 6

Cursus: De mythe van Jezus Christus.

Evenals bij Herakles, Dionysos, Boeddha is ook bij Jezus de zonnemythe de achtergrond en daarmede de polariteit tussen licht en donker, dag en nacht, zomer en winter, uitmondende in de strijd tussen goed en kwaad.

In het licht herkent de mens zijn waarheid. Hij projecteert.
Primitieven zijn bang voor de nacht.
Veel mensen zijn bang voor het collectief onbewuste, omdat daarin de schaduwen wonen.

De zonnemythe: Herakles - natuurlijke personificatie,
Dionysos - psychologische personificatie,
Jezus - geestelijke personificatie.
Boeddha is aanvankelijker dan Jezus; hij heft het natuurlijke leven niet op hoger plan. Alles is leugen voor Boeddha, maar dit is onjuist.

Jezus is de goede mens, zonder kwaad, wordt gezegd.
Hij protesteert echter als zijn discipelen hem goed noemen en zegt, dat alleen God goed is.

God is op zich niets. Alleen door zich te stellen als mens wordt hij werkelijk god.

Het verhaal is een mythologische visie van mensen, die balanceerden op de grens van natuurlijk en geestelijk godsdienstig leven.
Sinds zijn ontwaken is het bewustzijn op weg naar het licht (= naar zichzelf), maar om te beginnen druipt het van natuurlijkheid.

Magie, boze geesten, later duivelen. (Jezus drijft duivelen uit.)
Dit alles speelt een grote rol in de barbaarse middeleeuwen.
Geest en natuur, goed en kwaad, heilige kerk en duivelen.

De kruistochten: om het heilige graf, een uitwendig doel.
Na de kruistochten een ander uitwendig doel: de wereldlijke macht van paus en kerk.
De christenheid wordt anti-christelijk.

Men gaat de leer opnieuw overdenken: het protestantisme. Dit verzet zich wel tegen de beeldendienst, maar niet tegen de natuurlijke voorstellingen van hemel en hel.
Het protestantisme blijft evenals het katholicisme steken in dogmatiek.

De kleine man is dol op dogmatiek; dan behoeft hij niet te denken.
Dit geldt ook voor de bijbel als Gods woord; het boek is dan n.l. onfeilbaar.

Niet zelfstandig denken, niet vrij oordelen is het ideaal van de kleine man. Daarom kan hij slechts anti-christelijk leven.
Hij merkt het niet, want hij weet niet, dat hij op zijn wijze schizofreen is.
Hij is mateloos ijdel en vindt zich zo belangrijk, dat hij meent recht te hebben op eeuwig leven, "eeuwig" als wel beginnend, maar niet eindigend.

---