SYLLABUS 2.

Cursus: De vrouwelijke emancipatie als voorwaarde voor de verdere ontwikkeling der mensheid.

De Grote Moeder en haar zoon zijn te begrijpen als de onmiddellijke zelfonderscheiding van de vrouwelijke oergrond, die zich als het eigen andere (het manlijke) stelt. Het is het begin der zelfbewustwording.

De (archetypische) goden zijn algemene beginselen, maar het algemene moet zich ontkennen tot het bijzondere.

In de natuur gaan grenzeloze, onbegrensde expansie en concentratie samen.
In de psyche, die in de "nacht der natuur" overgaat en zich in het grenzeloze verliest, is het aequivalent der concentratie de centroversie.
Zo ontstaat het Zelf, de individuele, menselijke psyche.
Dit geschiedt spontaan, onmiddellijk.

De lijdensgeschiedenis van Psyche is die van de geboorte van het vrouwelijke zelfbewustzijn, dat dank zij de matriarchale oergrond, waaruit het geboren wordt, niet is zonder de wil tot zelfstandigheid. (Zie syllabus 1 ).

De centroversie is het zich onderscheiden.
Zich onderscheidend, onderscheidt het zich ook van de bij de vrouwelijke oergrond behorende archetypische manlijkheid.(Eros)
Deze laatste behoort dus aanvankelijk bij de vrouwelijke oergrond van Psyche zelf en daardoor is haar ontwikkeling zijn ontwikkeling. Daarom ook blijft hij passief tot even voor het einde.

Zolang zij hem niet afstoot (zich onderscheidend van hem scheidt) is zij patriarchaal gevangen, wat in strijd is met de matriarchale wil. Zij is dan sexueel horig.
Door hem af te stoten wordt hij gedwongen zelfstandig te worden, aangezien hij van Psyche houdt.

Dit zelfstandig worden houdt in, dat Eros van archetypisch zich ontwikkelt tot vrouwelijke Logos. Sexe ontwikkelt zich tot persoonlijke liefde.

Eros is de uitbeelding van het betrokken zijn.
Dat Psyche hem wil zien betekent o.m. dat zij bewust betrokken zijn wil.

Haar verzet tegen de horigheid wordt uitgedrukt door de lasterpraat der zusters, die te begrijpen zijn als verdrongen matriarchale tendenzen en dus als schaduwen (zij zijn verdrongen).

Psyche gaat niet de weg der regressie (wat het matriarchaat verlangt) want zij doodt (resp.castreert) Eros niet.
Wel komt het tussen hen tot een scheiding: het afstoten, de negatie. Zij wil deze, omdat zij de innerlijke ontmoeting wil.

---