Syllabus 5

Cursus: Is het gevaar voor wereldondergang reëel ?

De geschiedenis herhaalt zich, maar altijd anders.
De huidige hertogdommen zijn de economische grootmachten.
De vraag is of deze geïntegreerd zullen worden in een absolute monarchie.
De monarchieën ontwikkelden zich tot een instituut, waarin de koning de enige en almachtige heerser was, waardoor de vrijheid onderging, d.w.z. het recht.
Resultaat: de revolutie.

De leuze was mooi: vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar de praktijk was anders.
Napoleon: ze willen alleen gelijkheid.
Vrijheid en broederschap bleven achterwege.
Verstand en winstbejag belemmerden beide.

De kapitalisten hadden de vrijheid de arbeiders uit te buiten en daartoe samen te werken.
De arbeiders hadden geen recht van vereniging; zij waren nog lijfeigenen, maar de eigenaar was ontslagen van de noodzaak ze te voeden; zij waren immers "vrije" mensen.
Arbeiders zijn nog niet vrij.

Maar de idee was geboren en dus bleef de eis van vrijheid en broederschap klinken: anarchisme en socialisme.
Het eerste stelt de persoonlijke vrijheid voorop;
het tweede de gemeenschapsidee (Deze is evenals voorheen de monarchale centraliserend).

Het anarchisme had een sterke invloed op het socialisme (Bakoenin, Kropotkin) en resulteerde in de radenidee, die nog steeds levend is en op velerlei terreinen werkzaam, zij het gebrekkig.
Er is zelfs officieel een socialistische radenrepubliek, de Sovjet-Unie, waarin echter de radencommunisten verslagen werden.

"Alle macht aan de sovjets". Dit werd nog geëist bij de opstand in Kronstadt.
Maar voor Lenin waren de werken van Marx gods onfeilbaar woord (ze zijn dan ook even tegensprakig). De communisten noemden Che Guevara een Bakoenist.
Voor Lenin gold alleen Marx, zoals hij hem varieerde en inter- preteerde door de dictatuur van het proletariaat te vervangen door die van de partij.

De partijideologen en de ware leer.
Het resultaat was Stalin, die op zijn ideologische interpretatie steunde. En nog steeds is de partij-ideologie alleen zaligmakend.

Zij weten niet dat Zijn Worden is en dat het denken rusteloos voortgaat.

Het vervangen na Stalins dood van de alleenheerschappij door de oligarchie heeft aan de geestelijke bekrompenheid van het Kremlin niets veranderd.

---

70/3