SYLLABUS 4.

Cursus: Het Bewustzijn - Zijn Wezen en Wording.

Bij de manlijke inwijdingsriten worden hogere symbolen gebruikt: hoofd en ogen (zon- en lichtsymbolen). Het gaat hierbij om een hogere manlijke geest (in primitieve zin en dus met mana geladen).
Dit ritueel is anders dan het vrouwelijke, dat hun wezensvreemd geworden is.

Het onbewuste verkeert zich tot bewustzijn, dat erin voorondersteld is. Aanvankelijk onderscheidt het bewustzijn zich niet, althans nauwelijks, en wordt nog volkomen overheerst door het onbewuste.
Op den duur wordt de verhouding negatief en de Grote Moeder de draak.

De moeder-draak heeft manlijke trekken, maar geen patriarchale. Deze manlijke kant wordt de broeder van de moeder, op wie nu ook het autoriteitscomplex der Grote Moeder overgaat.
Tenslotte valt dit complex aan de vader toe.

De oude Vader; het verworven (het geworden) bewustzijn.
Als drager van het autoriteitscomplex: de oude Koning.
De oude Vader is de conservatieve autoriteit (incl. het geweten) en verzet zich tegen verandering.
Dus is het conflict vader/zoon even vanzelfsprekend als dat van de moeder en de zoon. Ook de (conservatieve = verschrikkelijke) zijde van de vader moet overwonnen worden.
Het vaderszoontje blijft in de geestelijke schoot van de vader.

De zoon, die zich bevrijd heeft van de Moeder en de Vader is in het vrije bezit van de schat: Deze is de anima.
De anima is: het geestelijk vrouwelijke, spiegelbeeld van het manlijke Ik.
Zij stamt uit de Grote Moeder, maar is haar tevens te boven.
Zij is niet verschrikkelijk, maar creatief.

Elke cultuurdrager bereikt een synthese van Ik en anima.

Heel deze ontwikkeling is een spontaan psychisch proces.
Leven is spontaan, zelfverwerkelijking. En hieraan is de gehele geciviliseerde en culturele werkelijkheid te danken.
Zij is geheel uit de psyche voortgekomen, niet als iets vreemds, maar als het eigene.

Ieder onzer maakt in zijn jeugd de ontwikkeling door, die in de mythologie verteld wordt. De drakenstrijd vindt plaats in de puberteit. Daarna vangt de ontwikkeling der persoonlijkheid aan.

---