SYLLABUS 2.

Cursus: Leven of Denken.

Het psychische denken ontwikkelt zich tot verstandelijk denken, dat zich op zijn wijze, d.w.z. onderscheidend bepaalt. Hierdoor komt het vanzelf tot het materialisme als extreme tegenstelling tot het idealisme van het psychische denken.

Marx, die Hegels idee omtrent de verhouding realiteit-idealiteit opneemt, stelt het reële primair, wat onzin is. Noch het ene noch het andere is primair.
Bij Marx is het dialectisch beginsel mechanisch, dood, werkzaam. In het zuivere denken organisch, levend.

In de XIXe eeuw verdrong de maatschappij de staat. Ook Marx ging van de maatschappij uit. Uit het waarnemen van de verhouding kapitalist-proletariër, concludeert Marx tot de arbeidsen meer-waardeleer, die beide gebrekkig zijn.
Er zijn geen gelijke arbeids- en prijsprestaties. Daarom is elk gefixeerd loon- en prijsstelsel abstract en onrechtvaardig.
Rechtvaardig is, dat ieder krijgt, wat hij nodig heeft in ruil voor de prestatie, die hij kan leveren. Om hiertoe te komen moeten wij van den mens uitgaan.

Wij scheppen gebruikswaarden overeenkomstig onze natuurlijke, psychische en geestelijke levensbehoeften. Hetzelfde geldt van de bereidheid van den arbeider om arbeid te presteren.
Het Lumpenproletariaat werd alleen door de natuurlijke levensbehoeften bepaald. De hedendaagse arbeider niet.

Geen enkele waarde is absoluut. Het absolute is het relatieve.
De gebruikswaarde van een product is van nature gegeven als natuurlijke mogelijkheid, die de mens psychisch of verstandelijk inziet, waarna hij ze gaat realiseren.

Naarmate het verstand zich meer ontwikkelde, ontdekte het meer abstracte mogelijkheden en de mathematische abstractie leidde tot de techniek. Elke machine is een gedachte of gedachtencomplex, die omdat zij als realiteit is afgezonderd uit het geheel, zich slechts kan herhalen. Omdat echter het denken niet stilstaat, verandert het de techniek voortdurend. Dit zijn de verbeteringen.

De techniek als verstand vermoordt de mens als redelijk wezen. Wij moeten de techniek onderwerpen door haar een zedelijk doel te geven. Z.g. welvaartsvermeerdering is geen zedelijk doel en heeft het wereld-Lumpenproletarlaat geschapen.
Voorwaarde voor een zedelijk doel is streven naar een minimum.

Marx achtte de dictatuur van het proletariaat voorwaarde voor het afsterven van de staat, maar de staatsontwikkeling is eindeloos. Omdat het denken eindeloos verder gaat.

De staat is slechts denkbaar. Een staat is niet de staat.

De dictatuur in de S.U. is niet die van het proletariaat, maar wel noodzakelijk om de massa te manipuleren en op te voeden.

Marx' invloed in de wereld is ontzaglijk door het bestaan der S.U. Wegens de noodzaak hem met gelijke middelen te bestrijden komt de overige wereld vanzelf tot socialisme.
Als Marx Hegel wel had begrepen, had hij nooit invloed gehad.
Zijn enorme kracht ligt in zijn extreme eenzijdigheid.

Ook de z.g. vrije wereld gaat in de richting der dictatuur, doordat de democratie massa-democratie geworden is; de massa denkt niet. Dit maakt de dictator (vaderfiguur) mogelijk.

In de S.U. regeert de intelligentie.
In de z.g. vrije wereld regeert de "kleine man".

---