SYLLABUS 6

Cursus: Wijsgerige beschouwingen over het Heelal.

Alles verhoudt zich. Niets staat enkel op zichzelf.
De verhouding is die van aanleg, werkelijkheid en denkbaarheid. Voor het levende is dit de planten- de dieren- en de mensenwereld. Het dier is het volledig bezielde.
De mens is meer, is wezenlijk boven de bezieldheid uit, al is het goed van tijd tot tijd bezield te zijn als aanleg tot begrip.

Het levende is in zijn eenvoudigste vorm het eencellige, waaraan de verkering tot meercelligheid te bedenken is, aan welke laatste de eencelligheid dus is voorondersteld, wat zich laat gelden als de voortplanting der meercellige (hogere) wezens.

Het lagere is eenvoudig; het hogere gecompliceerd, want gedifferentieerd.

In de mechanisch gestelde werkelijkheid is waterstof eenvoudig. Eiwit daarentegen is zeer gecompliceerd; het behoort bij het leven.

Volgens Hoyle bestaan de sterren hoofdzakelijk uit waterstof, zijn dus eenvoudig en behoren tot de kategorie van het lagere. Kants bewondering voor de sterrenhemel is dan ook tamelijk ondoordacht, maar men wist er nog niet veel van.
De "verhevenheid" van de sterrenhemel berust op optisch bedrog en hangt samen met het geloof: "Ueber Sternen musz er wohnen".
Dat het licht zo'n indruk maakt, is te begrijpen, want het is voorwaarde voor leven, de moeder ervan en het spiegelbeeld van de geest.

Het lagere heeft zijn mogelijkheden nog niet ontwikkeld.
Hoe ontwikkelder, des te ingewikkelder.
De sterrenhemel is niet ingewikkeld, alleen maar kolos- saal en dus niet werkelijk indrukwekkend, maar eentonig.

Ook het leven zoekt het aanvankelijk in het kolossale, sauriers en mammouths maar het gaat bij het leven om het qualitatieve, want het is de ware qualiteit der natuur.

Het leven is zelfbepalend; de omstandigheden zijn mede- bepalend. Het natuurlijke leven is zoeken naar ideëele bewustwording. Leven is ziende worden, leren.

Het natuurlijke leven is het driftleven; het eigenzinnig reageren op prikkels. Aan het begrip prikkel laat zich het gevoel bedenken. Het levende is het gevoelige.

Natuurlijk en niet-natuurlijk gevoel. De eigenzinnigheid verkeert zich tot eigenwilligheid naarmate zij meer niet-natuurlijk wordt.

Het leven is zelfbedoeling. Bewustwording verkeert zich tot zelfbewustwording. Het doel houdt op natuurlijk te zijn.

Wie zich het natuurlijke als het ware doel stelt, stelt zich het verkeerde doel, maar het ascetisme blijft steken in het negativisme.

Nodig is verzoening tussen natuur en niet-natuur:
aesthetiek, ethiek, liefde - de redelijk-liefdevolle mens.

Leven is vrijworden. De culturele mens is als zodanig vrij.
Niemand heeft het recht een ander op welke wijze ook zijn culturele (zedelijke) vrijheid te ontnemen.

---