SYLLABUS 6. (Zonder titel) De strijd tussen goed en kwaad is ook op maatschappelijk en politiek gebied, maar wij moeten op grond daarvan de mensen niet verdelen in goede en kwade. Dit laatste gaat ook niet op bij de verdeling in armen en rijken, kapitalisten en so- cialisten. Aan de klassenstrijd laat zich het uitbuiten bedenken. Maar ook aan de verhouding tussen de hoogontwikkelde landen en de onderontwikkelde gebieden. De massamens is volgzaam en daardoor gemakkelijk te manipu- leren. Zijn ikkigheid doet hem n.l. ondergaan in het materi- alisme. De ikkigheid en de hebzucht. Deze laatste is niet hetzelfde als de wil tot eigendom. Hebzucht is een schaduw en daardoor zeer sterk. De hebzucht en de vermogensdelicten. De vervreemding is de waarheid van het bezit (de eigendom). De leiders der massa komen uit haar voort en zijn even blind. Zij bezitten geen autonome wil door hun blindheid, want daardoor zijn zij incompleet. Het moderne strafrecht en gevangeniswezen enz. tonen, dat het inzicht begint te ontwaken, dat de mens onvolkomen is en niet anders zijn kan. Wij moeten leren het kwade in het goede te integreren. Het kwade is het natuurlijke, maar als aanleg ten goede is het niet kwaad zonder meer, al is het nog niet goed. Om te kunnen integreren, moeten wij het eigen kwade erkennen en aanvaarden. Het behoort bij het eigen goede, want dit is slechts de aanleg, die in het licht getreden is en zich ver- werkelijkt. Voorbeeld van integratie van het kwade in het goede is gegeven door Goethe in de "Faust". De begeerte (verlangen naar orgasme) die zich verkeert tot verlangen naar eenwording. Deze laatste kan incidenteel eisen, dat de begeerte onderdrukt wordt en kan zich dan doen voelen als de vreugde, omdat de harmonie van de ander niet ver- stoord is. Begeerte is dwingend; eist onderwerping. Dienen tot bevrediging van begeerte is vernederend. Wij moeten ophouden onszelf te splitsen in goed en kwaad. De massamens leeft uit het kwaad. Maar dit is ook bij hem aanleg ten goede, dat in hem gewekt moet worden. De nieuwe ethiek is: dat het Ik - d.w.z. dat de mens bewust - zich wil integreren. Het aanvaarden van de schaduw is goed. Voor reine onschuld spelen is kwaad. ---