ANNEXATIE
Vergroot de kans op revance niet
door
Mr.Drs.A.Börger
DE
tegenstanders der annexatie voeren o.m. als argument aan, dat in
bezitneming van Duitsch gebied ertoe zal leiden, dat in Duitschland
revanchegedachten zullen ontstaan.
Ook dit argument is, zooals alle tot
nu toe aangevoerde tegenargumenten, niet steekhoudend.
Om te
beginnen is reeds thans te zeggen dat in de harten van millioenen
Duitschers de wensch leeft revanche te nemen voor den verloren oorlog.
Evenals zulks na den eersten wereldoorlog het geval was. Pruisen
accepteert geen nederlagen, en nog steeds is Pruisen in Duitschland
toonaangevend.
Het bij ons land
voegen van een strook Duitsch gebied langs onze geheele Oostgrens zou
hoogstens door de Duitsche revanchisten als voorwendsel worden
aangewend, maar men moet niet denken, dat afzien van annexatie deze
heeren elk voorwendsel zou ontnemen. Aan voorwendsels om oorlog te
voeren is nooit gebrek geweest. De jongste geschiedenis geeft hiervan
tal van voorbeelden.
MISSCHIEN zullen er zijn, die op het
eeuwenoude geschil over Elzas-Lotharingen wijzen; maar ten eerste is de
diepere grond van den strijd om den Elzas te vinden in de scherpe
tegenstellingen tusschen de volkeren van Duitschland en Frankrijk, en
ten tweede is de door ons bedoelde grensstrook niet te vergelijken met het
gebied van Elzas-Lotharingen, dat bovendien nooit geëvacueerd werd.
De grensstrook, welke door de Nederlandsche
"annexionisten" (bet woord deugt eigenlijk niet, omdat wij de bevolking
er niet bij wenschen over te nemen) geëischt wordt, is tot in de XIXe
eeuw Nederlandsche invoedssfeer geweest, waar o.a. in het Nederlandsch
gepreekt werd. De republiek bemoeide zich met dat gebied alleen, voor
zooverre zulks noodig was om te verhinderen, dat er een groote staat
ontstond.
Nederland is een zeevarende mogendheid, door de zeevaart rijk en
machtig geworden, en het wenschte in den rug niet bedreigd te worden.
Deze politiek had succes for het moment, waarop het Pruisen gelukte tot
aan onze Oost grens op te dringen. Wij waren toen echter niet machtig
genoeg meer om in te grijpen.
De Rijnmonden.
FREDERIK de Groote had Pruisen nog met de
republiek op één lijn gesteld, beide landen beschouwde hij als
tweederangsmogendheden. Bismarck echter heeft hieraan grondig een einde
gemaakt, terwijl hij bovendien elk gebied, dat Pruisen in handen kreeg
radicaal liet prussificeeren.
ANNEXATIE
Vervolg van pag. 1.
De grensstrook is dan ook allerminst
oer-Duitsch gebied; het overwegen van den Duitschen invloed (beter is
het, te spreken van den Pruisischen invloed) is er nog geen honderd
jaar oud. Daarvóór overwoog eeuwenlang de Nederlandsche cultuur.
Nemen wij de beoogde grensstrook in bezit, dan plegen wij
waarlijk geen heiligschennis aan het Duitsche nationale bewustzijn, dat
overigens een zeer twijfelachtig en zeer omstreden existentie voert. Er
bestaat nog geen waarachtig Duitsch nationaal bewustzijn. Reeds het
voortdurende geschetter erover bewijst dit.
Nederlandsche
cultuur.
WIJ zullen deze kwestie
verder laten rusten en terugkeeren tot ons uitgangspunt. Dan kunnen wij
concludeeren, dat het nalaten van annexatie geenerlei veiligheid
oplevert en ons in het geheel niet vrijwaart voor een revanche-oorlog.
Wij bezitten de Rijnmonden, en dit enkele feit is voor de Duitsche
revanchisten voldoende om ons land bij de eerste de beste gelegenheid
aan te vallen.
Duitschland streeft naar de Noordzeekust.
Dat wij
Nederlanders daarvan alleen het grootste juiste gebruik kunnen maken,
zal nimmer aan onze Oosterburen kunnen worden duidelijk gemaakt. Hun
politieke benepenheid belemmert hen ten eenenmale vreemde volkeren
objectief te zien en te respecteren.
Ook dit feit is weer tot in den treure bewezen door de jongste
geschiedenis.
De vrees voor revanche mag dus nooit een reden zijn om de annexatie na
te laten, en daarmede afstand te doen van onzen rechtvaardigen eisch
tot schadevergoeding.
***