Uit het "AMSTERSDAMS DAGBLAD"  02-08-1945




ANNEXATIE

Vergroot de kans op revance niet

door

Mr.Drs.A.Börger

 DE tegenstanders der annexatie voeren o.m. als argument aan, dat in bezitneming van Duitsch gebied ertoe zal leiden, dat in Duitschland revanchegedachten zullen ontstaan.
Ook dit argument is, zooals alle tot nu toe aangevoerde tegenargumenten, niet steekhoudend.

     Om te beginnen is reeds thans te zeggen dat in de harten van millioenen Duitschers de wensch leeft revanche te nemen voor den verloren oorlog. Evenals zulks na den eersten wereldoorlog het geval was. Pruisen accepteert geen nederlagen, en nog steeds is Pruisen in Duitschland toonaangevend.

    Het bij ons land voegen van een strook Duitsch gebied langs onze geheele Oostgrens zou hoogstens door de Duitsche revanchisten als voorwendsel worden aangewend, maar men moet niet denken, dat afzien van annexatie deze heeren elk voorwendsel zou ontnemen. Aan voorwendsels om oorlog te voeren is nooit gebrek geweest. De jongste geschiedenis geeft hiervan tal van voorbeelden.

 MISSCHIEN zullen er zijn, die op het eeuwenoude geschil over Elzas-Lotharingen wijzen; maar ten eerste is de diepere grond van den strijd om den Elzas te vinden in de scherpe tegenstellingen tusschen de volkeren van Duitschland en Frankrijk, en ten tweede is de door ons bedoelde grensstrook niet te vergelijken met het gebied van Elzas-Lotharingen, dat bovendien nooit geëvacueerd werd.

   De grensstrook, welke door de Nederlandsche "annexionisten" (bet woord deugt eigenlijk niet, omdat wij de bevolking er niet bij wenschen over te nemen) geëischt wordt, is tot in de XIXe eeuw Nederlandsche invoedssfeer geweest, waar o.a. in het Nederlandsch gepreekt werd. De republiek bemoeide zich met dat gebied alleen, voor zooverre zulks noodig was om te verhinderen, dat er een groote staat ontstond.

Nederland is een zeevarende mogendheid, door de zeevaart rijk en machtig geworden, en het wenschte in den rug niet bedreigd te worden. Deze politiek had succes for het moment, waarop het Pruisen gelukte tot aan onze Oost grens op te dringen. Wij waren toen echter niet machtig genoeg meer om in te grijpen.


De Rijnmonden.

FREDERIK de Groote had Pruisen  nog met de republiek op één lijn gesteld, beide landen beschouwde hij als tweederangsmogendheden. Bismarck echter heeft hieraan grondig een einde gemaakt, terwijl hij bovendien elk gebied, dat Pruisen in handen kreeg radicaal liet prussificeeren.


  ANNEXATIE

Vervolg van pag. 1.

De grensstrook is dan ook allerminst oer-Duitsch gebied; het overwegen van den Duitschen invloed (beter is het, te spreken van den Pruisischen invloed) is er nog geen honderd jaar oud. Daarvóór overwoog eeuwenlang de Nederlandsche cultuur.
   Nemen wij de beoogde grensstrook in bezit, dan plegen wij waarlijk geen heiligschennis aan het Duitsche nationale bewustzijn, dat overigens een zeer twijfelachtig en zeer omstreden existentie voert. Er bestaat nog geen waarachtig Duitsch nationaal bewustzijn. Reeds het voortdurende geschetter erover bewijst dit.

Nederlandsche cultuur.
    WIJ zullen deze kwestie verder laten rusten en terugkeeren tot ons uitgangspunt. Dan kunnen wij concludeeren, dat het nalaten van annexatie geenerlei veiligheid oplevert en ons in het geheel niet vrijwaart voor een revanche-oorlog. Wij bezitten de Rijnmonden, en dit enkele feit is voor de Duitsche revanchisten voldoende om ons land bij de eerste de beste gelegenheid aan te vallen. Duitschland streeft naar de Noordzeekust.

    Dat wij Nederlanders daarvan alleen het grootste juiste gebruik kunnen maken, zal nimmer aan onze Oosterburen kunnen worden duidelijk gemaakt. Hun politieke benepenheid belemmert hen ten eenenmale vreemde volkeren objectief te zien en te respecteren. Ook dit feit is weer tot in den treure bewezen door de jongste geschiedenis. De vrees voor revanche mag dus nooit een reden zijn om de annexatie na te laten, en daarmede afstand te doen van onzen rechtvaardigen eisch tot schadevergoeding.

***