DE NIEUWE AMSTERDAMMER No. 23 6 December 1944 -------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. Na liquidatie van het Duitsche bruggehoofd bij Venlo, is thans de geheele West-oever der Maas in geallieerde handen. Een groot deel van Juelich is van Duitsche troepen gezuiverd. De Roer is hier bereikt. Een nieuwe Amerikaansche aanval in het Saargebied, zonder het normale trommelvuur begonnen, verraste de Duitschers volkomen. De geall. staan 9 km voor Saarbruecken; Forbach en Saargemuend liggen onder art. vuur. 3 km voorbij Saarlouis zijn zij in de buitenste verdedigingswerken van de Westwall doorgedrongen. In de Vogezen staan de geallieerden minder dan 12 km. van Colmar, de laatste groote troepenconcentratie; de Duitsche weerstand wordt hier krachtiger. Straatgevechten in Sélestat. LUCHTFRONT. Maandagavond hebben 1000 Britsche bommenwerpers Karlsruhe en Heilbronn aangevallen; andere groote Britsche formaties vielen Oberhausen aan. 1200 Am. bommenwerpers en 1000 jagers bombardeerden o.a. Mainz en Kas- sel. Dinsdag 5 December bombardeerde 550 britsche bommenwerpers, beschermd door 800 jagers Berlijn (munitie- en pantserfabrieken in Tegel) en doelen in Muenster. Bij alle Britsche operaties gingen 17 bommenwerpers verloren. Dinsdag wederom 1200 Am. bommenwerpers en 1000 jagers boven Ruhrgebied en Rijnland. Am. verliezen 13 bommenwerpers en 3 jagers. ITALIE. Troepen van het 8e leger hebben Ravenna veroverd. Concentrische opmarsch naar Faenza. Het geheele Duitsche verdedigingssysteem stort ineen. HONGARIJE. De Russen zijn opgerukt tot op minder dan 80 km van de Oosten- rijksche grens en 25 km van het Plattenmeer. In Zuid-Hong. staan zij nog 20 km voor de Joego-Slavische grens en 50 km van Boedapest. Deze stad wordt steeds meer met omsingeling bedreigd. In de afgeloopen week zijn de Russen c.a. 160 km gevorderd en hebben 22.000 gevangenen gemaakt. De Duitschers heb- ben 6 nieuwe divisies naar het front gestuurd om te trachten een ineenstor- ting te voorkomen. Tweederde van Hongarije is thans in Russische handen. GRIEKENLAND. In Athene zijn wederom botsingen geweest. De staking breidt zich uit; ook de regeeringsbureaux en banken staken. Dinsdagmiddag heeft Churchill in het lagerhuis een verklaring over de toestand in Athene afge- legd, waarin hij het volgende mededeelde: Zondag l.l. hield de E.A.M. on- danks het verbod der regeering een meeting te Athene. De regeering had de- ze meeting verboden, omdat de verzetsbeweging tot een algemeene staking had opgeroepen. Tijdens deze meeting kwam het tot een schietpartij tusschen betoogers en politie; wie het eerste schoot is niet vast te stellen. Engel- sche troepen verhinderen dat de botsingen zich uitbreiden en zich ontwikke- len tot een burgeroorlog. Churchill hoopte, dat de toestand in der minne kon worden geregeld. ITALIE. De crisis is hier nog niet opgelost. De socialisten willen alleen met Bonomi samenwerken, als het bevrijdingscomité toestemming verleent. Bo- nomi gaat hiermee niet accoord, daar hij zijn opdracht van prins Umberto heeft ontvangen en daar anders het bevrijdingscomite het voor het zeggen zou hebben. Dit comité weigert met Bonomi samen te werken daar volgens hen Sforza door Bonomi is opgeofferd om een wit voetje bij de geallieerden te krijgen. ZWITSERLAND. In Zwitserland is een nieuwe bondspresident benoemd. In ver- band met dit feit en het aftreden van den minister van Buitenlandsche Zaken kort geleden, zei de voorm. president dat de weigering van Rusland niet te licht moet worden opgevat, doch dat zij niet tot binnenl. oneenigheid moet leiden. Zwitserland zal zich voor Berlijn noch voor Moskou vernederen. Het wil met alle landen in goede verstandhouding leven doch zijn waardigheid bewaren. LAATSTE NIEUWS. Saarbruecken staat in vlammen tengevolge van het artille- rievuur. De Russen hebben het Plattenmeer bereikt. Gisteren groote lucht- slag boven Berlijn; 91 Duitsche machines neergeschoten. Startbanen in N.O. Holland gebombardeerd. In de Vogezen groote Duitsche troepenmacht inge- sloten. -2- WIE SCHOND HET VOLKENRECHT? Het Oberkommando der Wehrmacht heeft met scherpe représailles tegen de Ge- allieerden gedreigd voor het geval de waarschuwing van den Franschen gene- raal Le Clerc, gericht tot het Duitsche volk, en tegen het neerschieten van geallieerde soldaten door vrijbuiters of uit hinderlaag, door daden gevolgd zal worden. Generaal Le Clerc moet namelijk gezegd hebben dat indien uit een hinder- laag of door vrijbuiters geallieerde soldaten worden doodgeschoten, voor elk slachtoffer vijf Duitsche gijzelaars zullen worden terechtgesteld; en bovendien, dat daartoe eventueel de door de divisie van Le Clerc krijgsge- vangen gemaakte Duitschers zullen worden gekozen. Hiertegen nu heeft het O.K.W. fel geprotesteerd, met een verwijzing naar de honderdduizenden Franschen, die in Duitschland werken en uitstekend ma- teriaal voor nieuwe, Duitsche, contra-représailles leveren. Het O.K.W. heeft gelijk! De Fransche arbeiders in Duitschland zijn vrij- willig en tegen den wil der Duitsche regeering Duitschland binnengedrongen; zij hebben de voedselvoorziening in Duitschland door hun onstilbaren hon- ger ontwricht en de Duitsche arbeiders van hun rechtmatige plaatsen achter de machines verdrongen, zoodat deze ongelukkigen nog slechts werk konden vinden in het leger. Hetgeen voor een pacifistisch volk als het Duitsche een zware slag is. Het O.K.W. heeft gelijk! De Geallieerden zijn den oorlog tegen burgers be- gonnen met het bombardement op Sylt. Dat was heel iets anders dan het bom- bardement op de bekende stalen fortenstad Rotterdam, waar zorgvuldig al- leen maar geschutsstellingen in Mei 1940 getroffen werden en de burgerij alle bescherming van het volkenrecht genoot. Het O.K.W. heeft gelijk! De dreigementen van Le Clerc vormen een volkomen novum, in schrille tegenstelling tot het humane optreden van de Duitschers bij voorbeeld in Nederland, waar op de Apollolaan te Amsterdam ter gele- genheid van den dood van een S.D.-officier alleen maar de eigenlijke, ac- tief erbij betrokken moordenaars werden neergeschoten. Men zal zich herin- neren, dat deze moordenaars enkele dagen voor den dood van den S.D.-offi- cier van hun bed werden gelicht en in het Huis van Bewaring opgesloten. Op den bewusten avond trokken zij in gesloten formatie van het Huis van Bewa- ring naar de Beethovenstraat, vermoordden daar den S.D.-man en meldden zich daarop weer bij de wacht, om hun vonnis te ondergaan. Het O.K.W. heeft gelijk! De Geallieerden bombardeeren het Roode-Kruis-em- bleem, waar ze het maar aantreffen, tot groot ongemak van de onder-dat em- bleem vergaderende generale staven (hospitaalgeneraals natuurlijk). Natuurlijk heeft het O.K.W. geen gelijk. Al is daarmede niet gezegd, dat Le Clerc gelijk zou hebben. Krijgsgevangenen behooren geen gijzelaars te worden. Het feit, dat de Duitschers dergelijke barbaarschheden uithalen, geeft den Geallieerden nog niet het recht, hetzelfde te doen. Integendeel! Laten wij nimmer vergeten, dat de bestialiteiten des bezetters vergolden moeten worden, doch nimmer naar den maatstaf van het "oog om oog, tand om tand". Noch de schendingen van het volkenrecht, noch de beulerijen der kam- pen van Ommen, Amersfoort of Vught mogen met gelijke munt betaald worden. Doch verder dan dat heeft het O.K.W. g e e n gelijk. Duitschland heeft eens en voor al het recht verspeeld, zich te beroepen op een rechtsstel- sel, dat het zelf voortdurend met voeten treedt. Want het is Duitschland, dat den oorlog tegen burgers begon. Het is Duitschland, dat de bevolking van groote Russische gebieden uitmoordde. Het is Duitschland, dat in Ne- derland reeds dertigduizend burgers heeft vermoord. Het is Duitschland, dat streeft naar de verzwakking der onderwerpen bevolkingen en uitroeiing van Tsjechen en Polen. Dat zullen wij nimmer vergeten, ondanks het gekerm van het O.K.W., ondanks -3- een valsch vertoon van verontwaardiging; ondanks een voos beroep op recht, dat niet langer het D u i t s c h e recht is. Misschien is alles slechts een voorwendsel om Himmler de gelegenheid te geven massamoorden onder de buitenlandsche arbeiders te organiseeren. Het O.K.W. weet n.l. zeer goed, dat niet generaal Le Clerc, maar generaal Eisenhower ook t.a.v. de représailles het laatste woord heeft. -o- De annexatiekwestie. Hier en daar hoort men stemmen opgaan, welke erop wijzen, dat de annexatie als schadevergoeding het doel voorbij schiet. Het gaat, zoo zegt men, om herstel der toegebrachte schade; daarvoor wordt grondgebied geannexeerd. Is echter na een aantal jaren de schade hersteld, dan blijven wij in het bezit van het geannexeerde gebied. Natuurlijk blijven wij in het bezit daarvan. De zaak is eigenlijk heel erg simpel. Wij eischen grond, opdat wij aan het einde van den oorlog in Europa een economischen grondslag hebben, welke niet al te ver ligt beneden die van 1940. De Duitschers hebben onze lande- rijen verdronken, onze bosschen gekapt, onze havens verwoest, ons spoorweg materieel geroofd en zij zijn bezig onze electrische spoorlijnen grondig te vernielen. Ons land had het allerbeste spoorwegnet van Europa. Dit echter is slechts een gedeelte van de verwoestingen, welke zij over ons hebben gebracht en dagelijks brengen, maar op zichzelf is het ruim- schoots voldoende om grondgebied te eischen. Laat ons toch ook vooral niet vergeten dat voor deze verwoestingen geen militaire noodzaak aanwezig was en dat de overval op ons land den l0en Mei 1940 een volkenrechtelijke mis- daad was, zoodat elke handeling door de Duitschers sedert die datum ten onzent verricht, misdadig is. Zooals bekend, eischen wij slechts recht voor ons volk en dus o.a. onmid- dellijke verschaffing van zooveel grondgebied in N.W.Duitschland en mis- schien ook zuidelijker, dat wij onze economische basis van 1940 zooveel mogelijk benaderen. Dan gaan wij werken, maar een groot deel van ons werk zal gericht moeten zijn op het herstel van de verwoestingen en al duurt het herstel van Wal- cheren "maar" vijf jaar, dan beteekent dit toch niet anders, dan dat wij gedurende vijf jaar groote hoeveelheden kapitaal en arbeidskracht zullen moeten aanwenden op dat eene stukje Nederland, kapitaal en arbeidskracht, welke wij anders voor andere doeleinden zouden hebben kunnen besteden, bijv. voor verdere droogleggingen, inpolderingen, ontginningen enz. En wat hier gezegd is van Walcheren, geldt voor ons geheele land. Ruim vier en een half jaar nu reeds is ons het leeuwendeel van onze pro- ductie ontstolen en in steeds sneller tempo worden onze productiemiddelen geroofd of vernietigd; ruim vier en een half jaar lang is het ons onmoge- lijk gemaakt voor ons land te werken in de historische lijn. Jaren en jaren zullen voorbijgaan aleer wij de verwoestingen hebben her- steld; honderden millioenen aan arbeid en kapitaal zal dit herstelproces verslinden. En hoe wil men het laten verloopen, wanneer wij geen voldoende armslag voor ons volk krijgen? Hoeveel zouden wij "in de historische lijn" niet hebben gedaan in de afge- loopen vier en een half jaar en zouden wij niet hebben kunnen doen in de komende jaren, wanneer het Derde Rijk ons niet uit deze lijn, uit de oude richting dus, had gedrongen? Welnu dan moeten de Duitschers de consequenties dragen van hun misdadige willekeur tegenover ons. Zij hebben grond genoeg. Er is niets onbillijks in dezen eisch. De volkeren van het Derde Rijk zijn als geheel ten oorlog en ter misdaad -4- getogen onder leiding van den Oppersten Oorlogsmisdadiger Adolf Hitler. Aan deze totaliteit stellen wij onze eischen, onze zeer gematigde en zeer redelijke eischen. Men zegt dat annexatie de weerwraak der Duitschers zal oproepen. Als- of zij ooit aan iets anders denken, dan aan revanche. Vóór 1940 gaven al- le mogelijke regeeringen, ook de onze, aan allerlei onmogelijke en onbe- schofte eischen van het Derde Rijk toe. Wat heeft het gebaat? De Duitscher stoort zich niet aan welwillendheid, spot met toegevend- heid en interesseert er zich niet voor of men hem behoorlijk behandelt; dit alles zijn voor hem teekenen van zwakte. Wie met hem om wil gaan moet op zijn stuk staan en geen voetbreed wij- ken. Wij willen medewerken om de Duitschers op te voeden en grootere bescha- ving bij te brengen. Maar om te beginnen eischen wij ons recht, ons goede en onbetwistbare recht. -o- REDE VAN MINISTER PROF. GERBRANDY. De ministerpresident heeft een rede gehouden, waarin hij o.m. gezegd heeft dat de regeering zal aftreden, zoodra geheel Nederland bevrijd en H.M. de koningin is teruggekeerd. De tweede Kamer, welke in 1937 gekozen was, had in 1942 moeten aftreden, en aangezien volgens de Grondwet de Kamers niet verlengd mogen worden, hebben wij momenteel geen Staten-Generaal. Het staat nog niet vast hoe de Kamers gekozen zullen worden, daar ook de ver- zetsbeweging medezeggenschap heeft in de vorming der regeering, en men niet weet of de oude partijformaties gehandhaafd blijven. De geest is in de afgeloopen jaren geheel veranderd, en het was een ander volk, dat in 1940 werd achtergelaten, dan dat wat de regeering thans ont- moet. Doordat de jongeren onder den stemgerechtigden leeftijd niet kunnen stemmen, zouden de ouderen daarvan het voordeel genieten, doch de geest van het nieuwe Nederland dient ook vertegenwoordigd te zijn. De Koningin zal de formatie van een zakenkabinet niet aan een lid der hui- dige regeering opdragen, daar de ministerpresident de moeilijkheden en el- lende der bezetting moet hebben doorgemaakt. De Eerste en Tweede Kamer zullen in afwachting van de te houden verkiezingen voorloopig worden benoemd. Deze plannen zijn nog niet geheel gereed. In verschillende plaatsen in bevrijd gebied zijn reeds rechtbanken gevormd om collaboratie te onderzoeken. De ondergrondsche beweging zal hierbij werkzaam zijn en de werkzaamheden zullen spoedig beginnen. De minister legde er den nadruk op, dat de regeering niet naar Nederland verplaatst is maar voorloopig te Londen blijft. Het was alleen noodig dat hier diverse aangelegendheden geregeld werden o.a. het oprichten van de Rechtbanken, aangezien het Militair Gezag daartoe geen bevoegdheid heeft. De minister vertrekt einde dezer week om aan H.M. en zijn collega's ver- slag uit te brengen. Het thans nog durende bezoek was van practischen aard, daar de minister op deze wijze in staat was met de vertegenwoordi- gers van het geallieerde opperbevel dringende maatregelen te bespreken. -o- Uit de woorden van den minister blijkt bij herhaling, dat de regeering vast besloten is om niet in de fouten te vervallen, welke in het buiten- land tot zoovele moeilijkheden hebben geleid. Zooals bekend echter, is de regeering niet tot bovengenoemde besluiten gekomen tengevolge van voor- noemde buitenlandsche moeilijkheden, aangezien 's ministers mededeelingen niet anders behelzen, dan een nadere uitwerking der beloften reeds veel vroeger door H.M. de Koningin en de regeering afgelegd. Desondanks verheugd ons bovenstaande redevoering, aangezien zij den twij- felaars en zwartkijkers den mond snoert. ---