DE NIEUWE AMSTERDAMMER No. 24 8 December 1944 -------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. Het 1e Amerikaansche leger is tusschen Dueren en Juelich een nieuwen aanval in de richting van de Roer begonnen; Pier, 10 km ten N.W. van Dueren is bereikt. Bij het veroverde Bergstein ondernamen de Duitschers drie tegenaanvallen welke werden afgeslagen. De overstroomingen tengevolge van den Duitschen aanslag tegen de dijk ten Z.W. van Arnhem zijn van geringen omvang gebleven; de Duitsche actie welk ondernomen werd om de voorbereidingen van gen. Lempsey voor den aanval naar het Noorden te vertragen, werd te niet gedaan. De Amerikanen zijn op 5 plaatsen over de Saar getrokken, zoodat zij thans 7 bruggehoofden over deze rivier bezitten. Saargemuend is voor 2/3 in gealli- eerde hand; om ieder huis wordt gevochten. In Saarlautern wordt de laatste Duitsche tegenstand opgeruimd. Am. troepen staan 8 km ten W. van Saarbrue- cken. Het 19e Duitsche leger trekt onder bescherming van rookgordijnen van Colmar over den Rijn terug. Ostheim, 10 km ten N. van Colmar is bezet. LUCHTFRONT. Woensdag hebben 3000 geall. toestellen aanvallen gedaan op olie- fabrieken en op het spoorwegnet. De luchtmacht voert thans een Blitzkrieg tegen het Duitsche spoorwegsysteem; de groote rangeerterreinen worden ver- nield, spoorlijnen onderbroken en de groote steden, waardoorheen de verkeers- lijnen loopen, verwoest. Aangevallen werden o.a. de Leunawerke te Merseburg Osnnabrueck en Bielefeld. Begeleidende jagers vielen locomotieven aan; vier bommenwerpers en 2 jagers gingen verloren. In de nacht van 6 op 7 December vielen 1300 Britsche toestellen Osnabrueck, Merseburg en Berlijn aan; bege- lijdende jagers attaqueerden vliegvelden; 15 Duitsche jagers werden neerge- schoten - Britsche verliezen 21 toestellen. Vanuit Italië werden 9 goederen- stations in Hongarije, Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije, benevens militaire doelen in Oostenrijk aangevallen. In Nederland deden Britsche jagers een hevigen aanval op een opslagplaats van raketbommen in het park van het Huis ten Bosch in den Haag. OOSTFRONT. De Russen rukken snel op in den corridor tusschen het Plattenmeer en de Drau, waardoor de kortste weg naar Oostenrijk voert; zij staan nog 75 km van de Oostenrijksche grens. Twaalf groote Duitsche tegenaanvallen met tanks en infanterie ten Noorden van het meer, werden afgeslagen; er werden 2300 gevangenen gemaakt. Hier staan de Russen nog 60 km voor Oostenrijk. De geheele Zuidelijke oever van het Plattenmeer is thans in Russische handen. ZUIDFRONT. Het 8e leger heeft Mezzano, 11 km ten N. van Ravenna, veroverd. Athene is een slagveld geweest; de opstandelingen hebben de wapens zelfs te- gen de Britsche troepen gebruikt, waarbij een officier gedood en een soldaat zwaar gewond werd. De laatste 24 uur is er eenige ontspanning ingetreden; veel leden van de verzetsbeweging hebben zich overgegeven. In deze beweging vechten ook Duitsche soldaten mede. Er zullen ingrijpende maatregelen genomen worden. - Heden vindt in het Lagerhuis een debat plaats over het inzetten van Britsche troepen in Griekenland, aangezien Groot-Brittannië hierdoor groote verantwoordelijkheid op zich heeft genomen. DIVERSEN. Sinds 6 Juni zijn aan alle fronten 3.000.000 Duitschers gedood ge- wond of gevangen. De helft hiervan aan het oostfront. In het Westen zijn sinds dien datum 750.000 Duitschers gevangen genomen. DUITSCHLAND. De burgemeester van Keulen-Ehrenfels is door onbekende daders vermoord, evenals 2 S.S. lieden; de partijleider in deze streek is door een menigte afgeranseld. Reeds eerder werden onlusten in dit gebied gemeld. U.S.S.R. In Moskou hebben generaal de Gaulle en minister Bidault wederom een conferentie gehad met Stalin en Molotow; de Fransche en Russische gezanten waren aanwezig. ROEMENIE. In Roemenië is een nieuwe regeering gevormd, onder leiding van generaal Radescu. Ook de linksche partijen zijn in deze regeering verte- genwoordigd. ITALIE. De pogingen van Bonomi een nieuwe regering te vormen, zijn mislukt. -2- OM DE RIJKSGEDACHTE De eerste kennismaking leverde voor Nederlandsch Indië als voor ons nog al moeilijkheden op, temeer daar wij mededingers vonden, die ons het licht in de oogen niet gunden, terwijl de Oostersche schoone om wier gunsten wij dongen niet geheel verstoken was van caprices en in grilligheid niet onderdeed voor een verwende filmdiva. Zij stelde ons dan ook nog al dikwijls voor somtijds zeer pijnlijke ver- rassingen, wat anderzijds weer niet behoeft te verbazen, daar wij er zon- derlinge manieren op na hielden. Het gevolg was veel geharrewar, ook toen wij de concurrenten verdreven en het alleen voor 't zeggen hadden. En het werd er niet beter op toen duide- lijk bleek, dat wij de baas wilden spelen. Dit "de baas spelen" zat den blanken in het bloed en uit het optreden van Duitschland blijkt, dat wij het nog niet verleerd hebben. Anderzijds waren er echter ook daarginds wier heerschzucht voor die van Duitschland niet onder deed, en te oordeelen naar Japan heeft ook Azië dit nog niet afgezwo- ren. Erkend dient echter te worden, dat de beginselen van Duitschland en Japan in de moderne wereld bitter weinig weerklank vinden, doordat deze geleide- lijk tot beter inzicht gekomen is. Dit geldt ook voor ons en onze verhou- ding tot Nederlandsch Indië. Wel zijn er nog die gelooven in de alleen-mogelijkheid eener koloniale po- litiek, maar zij zijn degenen, die achter gebleven zijn, die niet begrij- pen de ontwikkeling van den Nederlandschen geest ook t.a.v. Nederlandsch Indië. Zij weten niet of willen niet erkennen, dat het inzicht geboren is dat ko- loniaal bezit de strekking heeft over te gaan in een verhouding van gelijk- berechtigdheid, en ook al geven zij zulks toe, dan toch slechts theore- tisch, om terstond een stroom van argumenten te spuien, waaruit moet blij- ken, dat Nederlandsch Indië nog niet rijp is voor zelfbestuur. Zij wijzen op Nieuw Guinea, Borneo, Celebes. Accoord, mijne heeren, accoord, maar ver- geet niet, dat een Javaan evenveel gemeen heeft met een Papoea als een Ne- derlander met een Eskimo. De "gordel van smaragd" omvat een wonderlijk mengsel van rassen en volke- ren, maar wanneer wij over zelfbestuur van Nederlandsch Indië spreken, be- hoeven wij niet uit te gaan van den Papoea, evenmin als wij den Eskimo als maatstaf nemen voor de geschiktheid dor Europeesche volkeren voor zelfbe- stuur. "Maar ook de Javaan kan zich niet zelf besturen", zegt onze tegenspreker. "De Javaan......" en nu citeert hij Multatuli, die overigens al een heel langen tijd geleden schreef. "En bovendien, mijnheer, er zijn toch ook Chineezen en Nederlanders!" werpt hij ons tenslotte tegen. Inderdaad! Gedurende drie honderd en vijftig jaar ongeveer zijn wij geza- menlijk in het Verre Oosten opgetrokken. Zooals reeds gezegd was het lang niet altijd koek en ei, maar met dat al gingen wij al dien tijd samen en leerden elkaar beter begrijpen en waardeeren; wij deden er niet meer al- leen maar zaken, maar herstelden de inlandsche cultuur, brachten onderwijs en probeerden het economische leven meer in te stellen op het belang van Nederlandsch Indië. Gemakkelijk was dat niet, want de "koloniale belangen" gevoelden niets voor de belangen der Indonesiërs. Zij stonden in zeker opzicht nog op het zelfde niveau als de "oomes" die in de 17e eeuw naar Indië voeren en voor wie alle kleurlingen nikkers waren en menscheneters. Maar de voorvech- ters der "koloniale belangen" konden niet verhinderen, dat inmiddels door Nederlandschen invloed de hooger beschaafde Indonesiërs tot een dusdanige mate van zelfrespect kwamen, dat zij ervoor bedankten om als onmondig be- -3- handeld te worden. Natuurlijk zijn er extremisten, maar zonder deze komt men er nooit. "Overdrijving schaadt", zegt een Nederlandsche wijsheid, maar overdrijving heeft toch dit goede, dat zij motorisch werkt en tot handelen dwingt. Voor de "koloniale belangen" bestaat handelen alleen in onderdrukken. Zooals Jan Pieterszoon Coen het deed, was 't goed; laten wij het daarbij houden. Maar deze zeer koene heer Coen is al drie eeuwen geleden gestorven en met erkenning van zijn groote verdiensten, moeten wij hem en zijn practij- ken zien in het licht van zijn tijd en verder met onzen tijd meegaan "Koloniale belangen" schijnen zeer slecht de les der wereldhistorie te leeren, dat alle onderdrukking op den duur onherroepelijk tot een uitbar- sting voert. Lodewijk XVI en Nicolaas II kunnen er over meepraten. Wij erkennen de rechten der Nederlanders in Nederlandsch-Indië, maar wij vermanen de heeren indachtig te zijn aan deze waarheid, dat een mensch slechts recht heeft, voorzooverre hij zijn plicht doet. Laat ons een volgend maal over onze plichten t.a.v. Nederlandsch-Indië spreken. -o- DE OORLOG IN HET WESTEN. Velen zuchten nog steeds, dat de geallieerden niet opschieten en of- schoon wij begrijpen, dat de menschen hunkeren naar verlossing, toch is hun verwijt ongegrond, want de geallieerden werken in razend tempo om Duitsch- land te verslaan en zij staan er zeer gunstig voor, terwijl zij, de omstan- digheden in acht genomen, groote vorderingen maken. Het terrein en weer werken beide ten gunste van den vijand, en wel in zoo hooge mate, dat het tempo, waarin onze bondgenooten vorderen, het grootste respect afdwingt. Zij hebben overigens de meerderheid in troepen en materiaal, welke bei- de bovendien met den dag toenemen, aangezien gen. Eisenhower steeds nieuwe troepen en wapenen laat aanvoeren, hetgeen thans veel gemakkelijker is ge- worden, nu de haven van Antwerpen in gebruik is, waardoor de toevoerweg naar het front met 600 km is verkort. Het aantal Duitsche divisies in het Westen is even groot als dat, het- welk in Normandië aan den strijd deelnam, doch de divisies zijn aanmerke- lijk kleiner. De oude divisies telden 17.000 man, terwijl de nieuwe Volks- grenadierdivisies slechts 10.500 man sterk zijn. Deze nieuwe divisies worden gevormd door de lichting 1928 (jongens dus, die in 1928 geboren zijn) benevens door veteranen uit den vorigen wereld- oorlog, alsmede uit manschappen, die Himmler nog heeft kunnen uitkammen uit de Luftwaffe, de marine en de oorlogsindustrie, terwijl er tenslotte ook nog Hongaren gedwongen aan zijn toegevoegd. Het behoeft geen betoog, dat het uithoudingsvermogen van jongens van 16 jaar en van oude soldaten niet te vergelijken is met dat, hetwelk de troe- pen destijds in Normandië aan den dag legden, zoodat - ofschoon wij gaarne toegeven, dat de Volksgrenadiers hun best wel zullen doen - zij in dit op- zicht in het nadeel zijn t.a.v. de geallieerde legers, die bovendien veel beter zijn uitgerust, zoowel qualitatief als quantitatief, dan hun tegen- standers. Ook beschikt het huidige Duitsche leger over te weinig jonge officie- ren, over te weinig vervoermiddelen, enz., enz., zoodat de troepen niet bijster mobiel zijn en een doorbraak der geallieerde legers katastrophale gevolgen kan hebben. Vandaar dat de vijand alles doet om een dergelijke doorbraak zoo al niet te verhinderen, dan toch in elk geval uit te stellen. Zij houden daartoe nog altijd 6 tankdivisies in reserve, waarnaast zij er thans vijf in het vuur hebben. Deze zes zijn destijds in Normandië zwaar geteisterde, maar thans weer opnieuw gevormde tank-divisies, die -4- de doorbraak onzer bondgenooten moesten verhinderen. Ook thans hebben zij deze taak, maar ook thans zal het hen niet gelukken, aangezien de vijand over onvoldoende troepen beschikt om zijn lange front voldoende bezet te houden. Een zwak punt in dit front is de vijandelijke vleugel in ons land, o.a. ter hoogte van Arnhem. Dat desondanks gen. Dempsey daar nog niet tot den aanval is overgegaan, is alleen te verklaren uit het feit, dat het totale plan van de geallieerde generale staf anders is, dan velen hoopten. Men moet het Westfront als één geheel zien en niet een bepaalde strate- gie verwachten alleen omdat deze voor ons gunstig of - juister gezegd - prettig is; immers of zij gunstig zou zijn kunnen wij niet beoordeelen. Het gaat niet om een plaatselijk succes, maar om een groot plan, waarvan elk onderdeel op zijn tijd moet worden uitgevoerd en niet ten behoeve van ons volk willekeurig kan worden vervroegd. Laat ons niet mopperen en klagen; wij hebben het moeilijk, zeker, maar wij moeten niet over het hoofd zien, dat er door millioenen mannen dag en nacht gezwoegd wordt om dezen oorlog te beëindigen ten behoeve van de ge- heele wereld, dus ook van ons. -o- ONLUSTEN. Athene, Rome, Brussel. Demonstraties, botsingen, vuurgevechten, dooden en gewonden. Groot is de vreugde in het Duitsche kamp en het huilend juichen der na- zi's klinkt door radio en uit de pers. Burgeroorlog!!! De mislukking van de bevrijding!!! Houdt U bij Uw oude leverancier van massamoorden en menschenjacht, van roof, diefstal en rechtsverkrachting. Houdt U bij het Derde Rijk. De ge- allieerden brengen slechts honger en verdeeldheid. Kiest onze zijde. Wij beschikken over het patentmiddel voor eenheid en rust. Wij zijn de groote exploitanten der kerkhofvrede. Zoo zeggen zij het niet precies, maar wij weten, dat dat de bedoeling is. In hun eigen land hebben de nazi's destijds een jarenlangen burgeroor- log gevoerd, tot zij tenslotte met list, woordbreuk en geweld de macht in handen kregen en elken tegenstand bloedig onderdrukten. Zoo schiepen zij eenheid en rusten zoo "losten" zij de groote problemen "op", waarvoor Europa stond en nog staat. In vele landen waren groote problemen gerezen en in vele waren de noo- dige kortzichtige lieden voorhanden, die zich ten onrechte staatslieden noemden en meenden op de manier van het Derde Rijk of daaromtrent alle moeilijkheden te kunnen oplossen. Er waren vragen, die beantwoord, redelijke eischen, die ingewilligd moesten worden, maar gezegde quasi-staatslieden antwoordden niet en willig- den niets in. De oorlog kwam en woelde alle verhoudingen dooreen. Maar ondanks al het groote leed, dat over de volkeren kwam, zijn er nog steeds al te veel po- litici, die niets geleerd hebben en rustig willen voortgaan op den ouden weg, een weg waarvan ieder reeds voor jaren zien kon, dat hij in het moe- ras voerde. En nu komen de botsingen. Mannen, die jarenlang met de wapens in de vuist gestreden hebben tegen het geweld van de Duitschers en hun handlangers, willen zich niet weer op zij laten schuiven en eischen gehoord te worden. En hierbij maken zij een fout, wanneer zij meenen alle moeilijkheden te moeten oplossen op de wijze waarop zij den strijd tegen het nazi-dom voerden. Zij maken bovendien een fout, wanneer zij door hun onbesuisd optreden de geallieerde legerleiding hinderen en de oorlogvoering belemmeren. En deze laatste fout is schrikwekkend en bewijst, dat zij kortzichtig zijn of grove egoïsten. Waarmee niet gezegd is, dat de politici, die thans aan de touwtjes trekken gelijk hebben of minder egoïstisch zijn. -5- Wat Griekenland betreft valt op te merken, dat dit land gedurende den geheelen oorlog verdeeld was en onderling vol ruzie en schieterij. Ondanks alle vermaan der geallieerden, zagen de Grieken geen kans om tot overeen- stemming te komen. Er is toch een democratische weg, nietwaar en maarschalk Tito heeft bewezen, dat er ondanks alle meeningsverschillen samenwerking te bereiken is. De Grieken daarentegen ruzieën door. De kwestie in Italië schijnt verband te houden met de positie der kroon. Ook daar echter kon men het schieten en staken beter achterwege laten; de heeren Italianen hebben tegenover de wereld nog iets goed te maken n.l. een stompzinnige gehoorzaamheid gedurende tientallen jaren aan den operaheld Mussolini en een jarenlang bondgenootschap met het Derde Rijk. Natuurlijk zullen de republikeinen en communisten zeggen: "wij hebben het niet gewild" en waarschijnlijk zijn er vele anderen, die hetzelfde liedje thans zingen. Maar Italië in als geheel ten oorlog getogen en dient als geheel boete te doen voor zijn erbarmelijk en misdadig gedrag. Laten al deze vechtjassen tenminste wachten tot den oorlog ten einde is. Wat België betreft, verheugt het ons, dat er daar blijkbaar weer rust is gekomen na de stormachtige weken, die achter ons liggen. Laten wij ho- pen, dat onze zuiderburen, die wij een zoo goed hart toedragen, deze rust weten te handhaven en niet weer vervallen tot allerhand gekrakeel, waarme- de slechts het Derde Rijk en verder niemand gediend is. Laten zij indach- tig zijn, dat deze oorlog werkelijk gestreden is voor de vrijheid en dus voor de gerechtigheid. De Belgen kunnen een voorbeeld nemen aan de Franschen, die hun interne moeilijkheden vrij snel oplosten, waarbij wij natuurlijk in het oog houden dat generaal de Gaulle een buitengewone figuur is, die op het Fransche volk een fascineerende indruk maakt, wat van Pierlot niet gezegd kan worden. Wat er echter ook in Europa moge gebeuren op het gebied der volksonlus- ten en burgeroorlogen, de Duitschers hebben niet het minste recht hierover een woord van critiek te uiten, want zij zijn sinds tientallen jaren het volk van den haat, den burgeroorlog en der onverdraagzaamheid, het volk tevens dat als de corruptiehaard schuldig staat aan veel wat op het gebied der onlusten thans in Europa plaats vindt. Duitschland heeft niet het recht om hierin mede te spreken. Deze horde van aartsleugenaars, hitsers, woordbrekers en meineedigen moet zwijgen als het graf, dat zij zoo lief hebben voor ieder ander volk, voor iedere vrijheid en voor alle gerechtigheid. -o- DUITSCHE HULP. De West-Duitsche steden worden momenteel door de Duitsche regeering ge- evacueerd en in vestingen herschapen, teneinde de opmarsch der geallieerde legers zooveel mogelijk te vertragen. Dit was de aanleiding tot Churchills mededeeling, dat hij het einde van den oorlog niet in den voorzomer, maar in den zomer verwacht. Er is iets humoristisch gelegen in het feit, dat de Duitschers zelfs den altijd pessimistischen, maar tevens nuchter oordeelenden Churchill heb- ben gebluft in zooverre, dat hun "Deutschland über Alles"-leuze ook op het gebied der zelfvernietigingswaanzin alles overtreft, zoozeer dat zelfs Churchill een dergelijke mate van krankzinnigheid, zelfs bij het Duitsche volk, niet verwachtte. Welnu, wij weten het thans. En dan te bedenken, dat de "Times" ernstige vertoogen richtte tot dege- nen, die het denkbeeld koesteren om van Duitschland gebied te eischen met beding, dat de bevolking eruit verwijderd wordt. Als het nog even duurt is er aan de geheele Westgrens van Duitschland geen Duitscher meer te vinden. Dat bespaart in ieder geval de moeite, en der wereld velerlei sentimenteel gejammer van Duitsche zijde, waar men ze- ker niet zal verzuimen over de barbaarschheid der annexatie te huilen. Himmler wordt inzooverre bedankt. -o- -6- 1 5 7 4. Het beleg van Leiden, van de wereldvermaarde stad, welker bevolking grooter uithoudingsvermogen betoond heeft wat ontberingen betreft, dan ooit eenige stad ter wereld sinds het begin onzer jaartelling. De hon- ger ging alle perken te buiten; de pest teisterde de stad, maar zij hield vol. Er waren opruiers, die verdeeldheid trachtten te zaaien, maar steeds weer wist de overheid de eenheid te herstellen, de eenheid van wil inzake het verzet tegen den moordenden, roovenden en meineedigen Spanjaard. Dikwijls is in de illegale pers van onze dagen de uitspraak gedaan, dat er maar één nieuwe orde is, n.l. de orde van het verzet. Wij beleven zware dagen, maar wat wij lijden is niet te vergelijken met de ontzettende ellende, welke de Leidenaars voor 370 jaar te verduren hadden. Zij hielden vol, hielden den geest van het verzet levend, de ge- lederen gesloten. De Prins beloofde hulp en ontzet, maar het weer werkte tegen; onafge- broken bleef de wind in denzelfden hoek en verhinderde het water om het land te overstroomen. Leiden hield vol. Betrekkelijk dichtbij waren de Geuzen, maar zij konden niet komen. Maar de geest van verzet wilde uit de stad niet wijken. Alkmaar had het gehouden; wel had het bij lange na niet zooveel geleden als Leiden leed, maar het had volgehouden en was ontzet. En Leiden hield vol. Onze Zuidelijke provincies hebben volgehouden en zijn thans bevrijd. Zij hebben mogelijk niet zooveel geleden als wij, maar ook zij hebben vol- gehouden. En misschien heeft Zeeland, Walcheren in het bijzonder, meer geleden dan wij. Ook wij zullen volhouden. Ook wij zullen worden ontzet. Wij zullen volhouden, omdat wij zijn kinderen van die mannen en vrouwen van vóór 370 jaar, even hardnekkig, bezield van den zelfden geest en strijd- dende voor het zelfde doel: de vrijheid van den mensch en de gerechtig- heid van den staat. En met een kleine wijziging kunnen wij het onze voorvaderen nazeggen: "Nog houdt het schriklijk pleit om recht en vrijheid aan, "Nog draagt der vaad'ren erf de Duitsche legervaan." Maar ook willen wij nazeggen de leuze der Zeeuwen: Luctor et emergo. -o- Zie ginds komt de stoomboot ...... maar het was niet die van Sinterklaas, maar de 'Amstelstroom', die voedsel bracht voor Zeeland en onmiddellijk na lossing terugkeerde om meer te halen voor de overige bevrijde gebieden. De bemanning was verheugd, omdat zij na zoovele jaren weer Nederlandschen bodem betrad, maar nog meer omdat zij constateerde, dat, in Vlissingen, niemand klaagde, noch zichzelf beklaagde. De stad had veel te verduren gehad door de bombardementen en de overstroo- mingen, maar dat alles deerde niet, want men was vrij, verlost van den gehaten Duitscher, dezen vloek der XXe eeuw. Er was vreugde op Walcheren, ook omdat er betrekkelijk weinig menschen zijn omgekomen door de verschrikkingen, welke het eiland geteisterd hebben. Het oude doorzettingsvermogen der Zeeuwen is ongebroken. Zoo ook het onze. Ook wij willen Holland, Nederland houden. Ook wij zetten door, ondanks de donkere dagen, de ontberingen en de ophitsers, die verdeeldheid trachten te zaaien. "Wij geven Holland nooit." -o- LAATSTE NIEUWS. Hedennacht is Keulen door Mosquito's gebombardeerd. In en om Athene nog steeds hevige gevechten, waarbij tanks, artillerie en vliegtuigen worden ingezet. Tegen een hoofdkwartier der Elas in de Pireaus traden Britsch oorlogsschepen in actie en werden Britsche mariniers ge- land. Door den opstand is de hulpactie der Britten i.z. de voedselvoorzie- ning grootendeels verlamd. Nieuwe Amerikaansche landingen op Leyte. ---