No. 32 29 December 1944 ------------------------------------------------------------------------- WESTFRONT. Er zijn zeer gunstige berichten van het Westelijke front. Het vijandelijke aanvalsfront, dat oorspronkelijk 10 km breed was, is thans in- gedrukt tot een breedte van slechts 50 km. Onze bondgenooten vorderen op de zuidelijke flank, terwijl zij sterke vijandelijke tegenaanvallen aan de noordelijke flank hebben afgeslagen. De vijandelijke opmarsch naar Luik is geheel stopgezet. De Amerikaansche troepen, die tot ontzet van het garni- zoen van Bastogne oprukten, hebben de stad bereikt en hun makkers bevrijd. Ten Z.O. van Bastogne zijn de Amerikanen over de Sure. Malmedy, Stavelot en Echternach zijn nog steeds in geallieerde handen. Langs de Roer maken de Amerikanen eveneens weer vorderingen. De Vijand ontwikkelt een groote patrouille-activiteit ten noorden van Tilburg en Venlo. Te zeggen valt, dat er thans een evenwicht van krachten bereikt is, tenge- volge waarvan het vijandelijke offensief is geluwd, zonder dat het den vij- and gelukt is eenig strategisch terrein te veroveren. Het is hem momenteel onmogelijk naar het noorden zich te ontplooien, ter- wijl onze bondgenooten naar het zuiden hevig aanvallen, en de vijandelijke westflank slechts een zeer smalle saillant is. Het was van Rundstedts bedoeling twee pantserlegers te doen doorbreken. Deze opzet is volkomen mislukt. Het is echter nog niet zeker, dat de vijand volkomen tot staan gebracht is, in welk laatste geval spoedig het geallieerde offensief te verwachten is. De activiteit van de geallieerde luchtmacht was tijdens de zonnige winter- dagen overweldigend, waartegenover de vijandelijke luchtmacht weinig kon uitrichten, minder naarmate zij meer toestellen verloor. In zes dagen be- droeg het aantal vernietigde vijandelijke toestellen gemiddeld honderd per dag. Verder werden o.a. vernield 300 artilleriestellingen, 600 tanks, 1500 spoorwagens en duizenden vrachtauto's. De R.A.F. voerde Donderdag een zwaar bombardement uit in het gebied van Keulen. OOSTFRONT. De Duitsche en Hongaarsche strijdkrachten in Boedapest zijn door de Russen gescheiden. Er wordt hevig in de voorsteden gevochten. Ten N.W. van Boedapest gaat de opmarsch voort. De geallieerde luchtmacht voerde vanuit het Middellandschezeegebied zeer hevige aanvallen uit tegen de omliggende bezette gebieden en tegen Oosten- rijk. Woensdag alleen werden 2800 vluchten gemaakt. ITALIE. Het achtste leger rukt gestadig op. Op de andere vleugel oefenen de Duitschers zwaren druk uit. GRIEKENLAND. Op de conferentie te Athene heerscht eenstemmigheid t.a.v. de kwestie van het regentschap. Echter stelt de Elas zeer hooge eischen om- trent deelneming aan de regeering. Zoo zou zij 2/5 of de helft van alle mi~ nistersposten voor zich opeischen. Ministerpresident Papandreou heeft al verklaard bereid te zijn af te treden, wanneer dit tot de rust van het land kan bijdragen. Min. Churchill heeft gezegd, dat hij hoopt, dat het den Grieken gelukken mag een stabiele regeering op democratischen grondslag tot stand te brengen, aangezien wanneer de verdeeldheid voortduurt, het noodig zou kunnen zijn, dat de groote mogendheden tot een internationale regeling der Grieksche kwestie overgaan. De Grieksche koning heeft verklaard te zullen wachten op een plebisciet en daarvan zijn terugkeer afhankelijk te stellen. Wanneer het volk een repu- bliek wenscht, zal hij er zich bij neerleggen. Ook Churchill heeft medege- deeld, dat de Britten dit geheel en al aan het Grieksche volk overlaten. LAATSTE NIEUWS. De vijand heeft grootendeels het initiatief verloren, terwijl de gealli- eerden bezig zijn het te nemen. In sommige sectoren houden de geallieer- den stand; in plaatselijke sectoren is zeer geringe Duitsche vooruitgang, terwijl de vijand in andere sectoren uit zijn stellingen geworpen is. Bij Bastogne woedt een verbitterde tankslag. Grand Menil is door de Amerikanen heroverd. De afstand van hier naar Bas- togne bedraagt slechts 35 km. Op het punt waar de vijand de Maas tot op 4 km genaderd was, is hij 13 km teruggeworpen. Tusschen Celles en Rochefort is een vijandelijke troepen- macht omsingeld. -2- In Luxemburg past de vijand de "elastische verdediging" toe. Ten Noorden van Colmar hebben de Franschen Siedelsheim veroverd. De Russen zijn tusschen het Balatonmeer en de bovenloop van de Donau door- gebroken en staan thans 70 km van Presburg. In Athene is geen overeenstemming bereikt, behalve t.a.v. het regentschap. De Elas stelt, zooals reeds vermeld, zeer groote eischen, ook in deze kwes- tie en heeft gezegd besloten te zijn om den strijd tot het uiterste voort te zetten. Churchill en Eden zijn naar Groot-Brittannië teruggekeerd, en zullen den Griekschen koning adviseeren plaats te maken voor een regent. Churchill heeft medegedeeld, dat er versterkingen gezonden worden om Athe- ne en den Piraeus geheel te zuiveren. Hij merkte verder op, dat zeer vele Grieken zich bij de nationale mili- tie hebben aangesloten en zij aan zij met de Britten strijden. Als wij - zoo vervolgde de premier - de partijen thans hun gang laten gaan, dan krij- gen wij een meedoogenlooze vervolging van alle tegenstanders, ook van voor- noemde Grieken, die Groot-Brittannië geholpen hebben. M a a r w i e G r o o t - B r i t t a n n i ë e e n m a a l g e s t e u n d h e e f t, w o r d t d o o r o n s n o o i t i n d e n s t e e k g e l a t e n. Generaal von Kluge heeft zelfmoord gepleegd. -o- HUICHELAARS. Wij zagen in "De Telegraaf" van Donderdag 28 dezer naast de Duitsche bekendmaking inzake de arbeidsinzet (welke wij reeds in ons nummer van Vrijdag 22 dezer publiceerden) een artikel afgedrukt, waarin de "Bekendma- king" wordt verdedigd als een goed recht van den vijand en als uitgelokt door de geallieerden. Men moet al tot het peil van Holdert en zijn gespuis zijn afgezakt om den euvelen moed te bezitten een zoo vies huichelachtige verdraaiing der feiten te durven geven. De arbeidsinzet, waarvoor de vijand onze mannen van 17 tot 40 jaar wil oproepen, is een instituut, dat hier reeds jaren van kracht is, en waaraan reeds honderdduizenden Nederlanders ten offer vielen. En deze arbeidsin- zet is een extreem grove rechtsverkrachting, die reeds in volle werking was, toen Hitler nog schetterde over de volstrekte onmogelijkheid van een invasie, en die toen niet werd "recht" gepraat met Britsche ophitsing noch met Duitschlands plichten tegenover het "Europeesche" Nederland, maar bot- weg bevolen. Nederland is overigens meer dan Europeesch; het is een wereld- rijk en niet een binnenstaat, zooals de lappendeken, welke het Derde Rijk genoemd wordt. En Nederland wenscht niet samen te gaan met een volk, dat zich een gekken huisschilder tot staatshoofd; een ex-dorpsschoolmeester tot Rijksbeul en een stel desperado's en beroepsmisdadigers tot elite- garde kiest. Evenmin verkiest het te werken voor de "nieuwe orde", welke niet anders is dan de verwerkelijking van de wanorde welke heerscht in het zieke brein van den huisschilder. Maar om dat alles gaat het dan ook niet. Wie het artikel rustig leest en inziet, waarom hierin van "tegenmaatregelen" gesproken wordt, begrijpt onmiddellijk dat de vijand der menschheid, het volk van Satan, slechts één doel heeft n.l. onze mankracht te breken, onze verzetsmannen weg te voeren en ons in het verderf te storten. Het staat feitelijk met zooveel woorden in het artikel, al is alles verdraaid, verwrongen en bedolven onder een laag redactioneel vuil, waar- mede gepoogd wordt het oordeel van den lezer te vertroebelen. Maar wij Nederlanders zijn geen Duitschers en dus geen domkoppen. Holdert en zijn aanhang vechten hun laatsten wanhoopsstrijd. Tever- geefs. Het uur heeft bijna geslagen, waarop hun leugenachtige mond voor eeuwig zwijgen zal. Over enkele dagen vieren zij hun laatsten Oudejaars- avond. -o- -3- JAARWISSELING Het groote jaar 1944 is ten einde, het jaar van de ommekeer in het Westen. Lang hadden wij gewacht op de komst onzer bondgenooten; vaak waren wij te- leurgesteld, maar eindelijk, eindelijk gebeurde het groote evenement: de landing in Normandië. Drie maanden later waren Frankrijk en België bevrijd. Dit is de glorie van het jaar, dat thans achter ons ligt. Wij zijn nog niet bevrijd. Neen, Wij nog niet. En millioenen Indonesiërs, Polen, Tsjechen, Denen, Noren. En de honderduizenden krijgsgevangen offi- cieren en soldaten. Wij lijden honger in bezet Nederland. Ja! En de millioenen Indonesiërs, Po- len, Tsjechen, Denen, Noren. En de honderdduizenden in de gevangenissen en concentratiekampen. Wij lijden. Ja! Evenals de millioenen voornoemde lotgenooten en de soldaten, die vechten voor de vrijheid der menschheid in regen en sneeuw, modder en koude, bij dag er nacht. Laat ons niet teveel praten over ons lijden. 1944 spoedt ten einde. Een geschikt moment om ons te bezinnen op onszelf, op wat wij deden voor de goede zaak, is daarmede aangebroken. Er wordt zoo onnoemelijk veel geleden, dat het erbarmelijk is ons blind te staren op ons eigen leed. Dit leed weegt wel, en wij willen het niet voorbij zien, maar toch ook niet erop staren als een Yogi op zijn navel, doch dwars er tegen in het hoofd opheffen en het dragen. Zaterdag l.l. reden voor "Huize Lydia aan het Roelof Hartplein te Amster- dam vele vrachtauto's voor. Bergen voedsel en lekkernijen, kisten jenever en vaten bier werden uitgeladen en in het gebouw gebracht, waar de Duit~ schers hun Kerstfeest zouden vieren. Er omheen stond het hongerende volk, op een afstand gehouden door soldaten, die als nijdige honden ervoor waakten, dat hun de roofbuit niet werd ont- nomen. De lafaards zwelgen. Maar als één van deze verachtelijke schavuiten U iets van dat alles zou bieden, dan zoudt Gij het toch weigeren, nietwaar, en er eventueel op spu- wen om Uw verachting uit te drukken. Het voor de bevolking van Amsterdam bestemde vleesch is verleden week op het abattoir in beslag genomen door en voor de Wehrmacht. Zij moet kerstfeest vieren, haar kerstfeest, als feest der Duitsche onbe- schaamdheid en onbeschaafdheid, der edelgermaansche ploertigheid en verach- telijkheid. Laat Uw leed niet blijken. Laat hen niet grijnslachen, niet triompheeren. Zij mogen zwelgen en zuipen en hun liederlijke sentimentaliteit uitbrallen, maar Gij, Nederlander, weest trotsch, hoog, gesloten in Uw verachting voor al wat Duitsch is. Dit was het groote jaar voor ons in het Westen, evenals voor de Russen en de Balkanvolkeren in het Oosten; het jaar waarin opvlamde de zekere hoop op bevrijding, een bevrijding die nadert over de bloedige slagvelden van den Elzas, van Luxemburg en het Ardennenland. Nog is het tijd U te bezinnen, de rekening op te maken - niet over wat Gij leedt, maar over wat Gij deedt. Hoog rijst aan den horizon het licht der vrijheid. Brandende dorpen, zuilen van granaatvuur, de vuurgloed der kanonnen, zij allen zijn het symbool van dat licht. Hevig wordt er gestreden en naar evenredigheid geleden daarginds in die hel vlak bij ons. Ook Gij lijdt. Hoe was Uw strijd? Weet dat strijd ook zijn kan: neen zeggen. Neen, neen en nogmaals neen te- -4- gen al wat Duitsch is of er naar riekt. Nogmaals: hoe was Uw strijd? Wat hebt gij gedaan voor ons volk, voor de vrijheid? Wat was Uw prestatie tegenover die onzer bondgenooten en on- zer landgenooten, die overal ter wereld vechten en sterven voor de groote zaak, die ook de Uwe is? Dit is je vraag, welke wij U voorleggen op den Oudejaarsavond van het grootsche jaar 1944, waarin Europa's pest bijna geheel tot zijn besmettings- haard is teruggedrongen, het jaar waarin het Derde Rijk al zijn bondgenoo- ten verloor en zijn laatste mankracht moest samenschrapen voor een laat- sten weerstand, die tevergeefsch zal zijn. Want het Derde Rijk wordt verpletterd. 1944 was het jaar, waarin de doodsklok over dit Rijk begon te luiden, de doodsklok, die thans in stormtempo zijn dreunende klanken uitdavert over de wijde wereld. Het is bijna volbracht. -o- TER HERINNERING. Wanneer Gij op den laatsten avond van dit jaar in afwachting van het twaalf maal slaan der klok, het zwijgen bewaart - denkt dan aan de duizen- den mannen der verzetsbeweging, die dit jaar vielen voor het vuurpeleton van onzen vijand. Zij vonden een graf, dat niemand kent, waarop geen naam staat vermeld en waar geen nabestaande bloemen zal kunnen brengen. Zij werden gemarteld, gedood, verbrand en hun asch ergens in den grond gestopt. Zij zijn de duizenden naamloozen, onze onbekende soldaten, die hun le- ven gaven voor ons volk en de zaak der humaniteit. En wanneer Gij in stilte aan hen denkt, legt dan de plechtige gelofte af, dat Gij er voor zult strijden, opdat hun nagedachtenis geëerd, hun na~ bestaanden verzorgd, maar tevens hun beulen vervolgd zullen worden tot aan de uithoeken der aarde, vervolgd en opgejaagd als roofdieren, tot zij bezwijken. -o- In de gevangenissen toeven nog duizenden mannen en vrouwen, die op hun "vonnis" wachten. Er was voor hen geen Kerstfeest en er wacht hen geen Ou- dejaarsavondspheer. Zij weten alleen maar, dat zij vrijwillig hun plicht deden, en aan dit weten hebben zij houvast, kunnen zij zich staande hou- den in den nacht van hun Heden, in hun kille eenzaamheid, waarin zij slechts kunnen denken aan vroeger, toen het leven meer warmte en licht bood. Denkt even aan hen, omvaâm ze met Uw warmste gedachten. Zij zijn zoo troosteloos verlaten. Gij zult dan een goed mensch zijn op dat oogenblik, het laatste van het groote jaar, dat ons zooveel goeds bracht, ondanks alle tegenslagen. Herinnert U de eenzamen in hun cellen, aan wie wij zooveel verschuldigd zijn. -o- MEMORANDUM. Door den vijand worden de electrische centrales, ook die van Amsterdam, reeds thans gedemonteerd; vooralsnog blijft slechts gespaard wat beslist noodzakelijk is voor de stroomlevering ten behoeve van onzen vijand. Bij zijn definitief vertrek zal hij natuurlijk ook dit laatste vernietigen. Uit alles blijkt, dat de vijand niet van zins is om Holland te verde- digen. Hij blijft hier echter, zoolang hij hier met rust gelaten wordt, hongert intusschen de bevolking uit door alle transport naar deze streken onmogelijk te maken en alle hier aanwezige levensmiddelen te stelen en verwoest alles tot den laatsten draadnagel. Duitschers noemen dit oorlog voeren. Maar vergeet nimmer, Nederlanders, dat Duitschers eerlooze lafaards zijn, zoodra zij ergens den baas kunnen spelen. Veracht hen! -o- -5- "DE WAARHEID" OVER DEN OORLOG. Het communistische blad "De Waarheid" heeft het noodig geoordeeld om de verandering in de houding der communisten te verklaren t.a.v. dezen oorlog, door twee phasen te onderscheiden. Eerst zou de oorlog een kapita- listisch-imperialistische geweest zijn, en daarna - toen de Sowjet-Unie eraan deel nam - een Vrijheidsoorlog geworden zijn. Deze redeneering doet gewrongen aan. De woorden "kapitalisme" en "impe- rialisme" mogen voor linksch georiënteerden een bepaalden klank hebben, welke associaties oproept met begrippen als onvrijheid, onderdrukking en dgl., dit verandert niets aan het feit, dat dezen oorlog vanaf den eersten dag een conflict was tusschen twee principes, de twee groote principes der historie: Recht of Geweld als grondslag voor den staat en voor de interna- tionale verhoudingen. Anders gezegd: het ging om vrijheid versus onvrijheid, en deze oorlog is in principe geheel gelijk aan dien beroemden oorlog, welke tachtig jaren duurde en waarin wij ons tot vrijen staat ontwikkelden en onze reputatie vestigden in de wereld. Ook toen waren er belangen in het spel, welke men desgewenscht "kapi- talistisch noemen kan; ook toen was er imperialisme. Maar waar ter wereld en wanneer zijn er geen belangen in het spel? En wanneer is er geen impe- rialisme aanwijsbaar bij een jong volk? Wij moeten schijn en wezen onderscheiden, zegt "De Waarheid" en op grond hiervan verdeelt zij den oorlog in tweeën. Maar dan heeft zij toch het wezen van dezen oorlog aanvankelijk niet onderkent en is eerst in 1941 tot het juiste inzicht gekomen, toen haar de groote schok trof van den aanval op de Sowjet-Unie. Hadden zij dezen aanval dan niet voorzien, de Nederlandsche communisten? Hitler had toch duidelijke taal gesproken. Of is het niet veeleer, dat zij in de eerste jaren van den oorlog hun houding niet wisten te bepalen, omdat zij de politiek van het Kremlin niet begrepen? Het is duidelijk, nietwaar, dat de regeering te Moskou haar plan- nen niet meedeelt aan communistische partijen in het buitenland, en zelfs niet aan de partij in het eigen land. De Sowjet-Unie bleef vooralsnog neu- traal, wat vanzelf spreekt, aangezien zij nog niet gereed was met haar oor- logsuitrusting. Dus wisten de communisten niet beter te doen dan ook maar neutraal te blijven, wat in elk geval niet de meest indrukwekkende houding was. Eerst in 1941 wisten zij hun houding te bepalen in overeenstemming met het landsbelang. De thans door hen gegeven uiteenzetting en rechtvaardiging van de hou- ding van vóór Juni 1941 doet niet hartverheffend aan, al geven wij gaarne toe, dat het niet aangenaam is een zoo groote vergissing te erkennen. Maar men moet soms door allerlei onaangenaamheden heen. De communisten stonden in afwachting t.a.v. wat Moskou zou doen; die vloeit voort uit hun geloof in het communisme, maar het had hen niet behoeven en verhinderen om aan den nationalen strijd mee te doen. Stalin was reeds zeer lang bezig om in Rusland het nationale bewustzijn en de vaderlandsliefde te doen herleven. Onze communisten echter zien Moskou nog al te zeer door den ideologi- schen bril, in dien zin, dat zij alles nog vanuit orthodox standpunt be- kijken, en zoowel wat de leer als wat de politiek betreft, orthodoxer zijn dan het Kremlin. Het komt meer voor, dat aanhangers "plus royaliste que le roi" zijn, Marx heeft trouwens zelf gezegd: "Wat mij betreft, ik ben geen marxist". In ons land gold een spreekwoord, luidende: "Hoe dichter bij den Paus, des te slechter Roomschen". Een analoge uitspraak geldt voor allerlei ge- loovigen; hoe eerlijker hun overtuiging, des te feller hun orthodoxie, naarmate zij meer, in de peripherie op een voorpost geplaatst zijn. Onze r.k. landslieden moesten scherper op hun standpunt staan, dan die te Rome, want in ons land is het protestantisme, de protestantsch-christelijke le- vensbeschouwing de beslissende. Analoog geldt voor de communisten, dat zij zich hier op een voorpost gevoelen, temidden van "individualisten", tegen- over wie het principe scherp gehandhaafd moet worden. Terwijl Moskou reeds lang realistisch is, is men op de voorposten nog overwegend idealistisch, fel principieel en dientengevolge in politicis een tikje reactionnair". Deze houding is mede oorzaak, dat de tegenstanders -6- van het communisme, zich hiervan een beeld scheppen, dat namelijk sterk afwijkt van de Russische realiteit, terwijl beide partijen over het hoofd zien, dat er een groot principieel verschil is tusschen den Russi- schen mensch en den Westerling, een verschil, dat den Russen zeer wel be- kend is. De Nederlandsche communisten zijn naïevelingen, wanneer zij gelooven Russische verhoudingen te kunnen toepassen op een volk als het onze. En de tegenstanders roepen met hun al te nadrukkelijke argumentatie somtijds het beeld op van den onsterfelijken ridder Don Quichote, terwijl zij te- vens den indruk wekken niet ongevoelig te zijn gebleven voor Goebbels' anti-bolsjewistische propaganda. De verdediging der communisten was bij alle openhartigheid een misslag; laten de anderen daartegenover nu niet in andere misslagen vervallen. -o- Weldadig tegenover bovenbedoeld gehakketak doet aan de oproep aan alle ondergrondsche werkers, vervat in de circulaire "Eensgezindheid en Kame- raadschap" welke in November van dit jaar werd uitgegeven door de gezamen- lijke verzetsbewegingen in Nederland. Uit deze brochure citeeren wij het volgende: "Met het naderen der bevrijding zijn allerlei nieuwe problemen opge- doemd. Het gaat niet meer om de verdediging van enkele primaire rechten en waarden uitsluitend, er moet straks gebouwd worden, een nieuwe maat- schappelijke orde moet worden gevonden, en of men wil of niet, daarmede heeft de politiek haar intrede gedaan in de ondergrondsche verzetswereld. Het is een onloochenbaar feit, dat de hierboven geschetste ontwikkeling bepaalde spanningen onder de illegale strijders heeft teweeggebracht. Toch zullen wij, ondergrondsche strijders, ons voortdurend aan een strenge zelfcritiek moeten onderwerpen, opdat wij ook in eensgezindheid en kame- raadschap een voorbeeld voor de natie zullen zijn. Er is teveel bloed gevloeid en er is teveel gemeenschappelijk geleden en gestreden, wij hebben teveel stralende voorbeelden van onbaatzuchtig- heid en kameraadschap onder ons gekend, dan dat onze samenwerking, door welke oorzaak ook, in oneenigheid, achterklap en zelfzucht mag ontaarden. Wij kiezen geen partij. Wij verdedigen geen bepaalde personen! Wij beschul- digen geen enkele groep. Maar tevens beschuldigen wij ons zelf en iedereen, die zich niet vol- doende wapent tegen de vernielende werking van den oorlog op geest en mo- raal. De strijd, die wij voeren is noodzakelijk. Hij moet gevoerd worden, en hij zal gevoerd worden tot het einde. Maar men blijve beseffen, dat er naast de politieke en militaire vijand een even gevaarlijke vijand is, n.l. de oorlog zelf, deze potverteering van geestelijke en moreele krach~ ten. Een herhaalde bezinning op het beste en edelste van datgene, waaruit men leeft en strijd voert, is daarom noodzakelijk, hetzij men dit zoekt in zijn geloof of zijn politieke overtuiging, in de vaderlandsche tradi- ties of de menschelijke waardigheid, in de natie of de klasse, of in dit alles tesamen. Eensgezindheid is echter wat anders dan eenheid. De stoutmoedige veron- derstelling der democratie is niet, dat het mogelijk moet zijn een e e n- h e i d van denken en willen te bereiken onder een volk van 9 millioen menschen, maar dat het mogelijk is samen te werken met menschen, die an- ders zijn en anders denken dan wij." Tot zoover de circulaire, die voor zichzelf spreekt en waaraan wij nog slechts dit willen toevoegen: Blijft eendrachtig en weest vergevingsge- zind voor de fouten, die gemaakt worden; want wij allen maken fouten. -o- UNCONDITIONAL SURRENDER. Het bulletin van 23.12 van "Het Parool" bevat een brief uit Vreeden (Duitschland) waarin wordt gemeld dat de bevolking over eventueele annexa- tie van het grondgebied door Nederland zegt: Als we mogen blijven vinden wij het prachtig; als we weg moeten, willen we er niets van weten. Het schijnt den Duitschers zwaar te vallen de beteekenis der simpele woorden "unbedingte Kapitulation" te vatten. Wie niet hooren wil, moet voelen; laten zij daarop tenminste bedacht zijn. Wij aanvaarden geen Duit- sche voorwaarden. ---