No. 38 15 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. In de Ardennen neemt de geallieerde druk op de beide flanken van de Duitsche saillant toe. Op de Noordflank zijn de Amerikanen op een 15 km breed front tusschen Stavolot en Malmédy tot den aanval over- gegaan en zijn 1 1/2 km in de richting St. Vith opgerukt. Op de Zuidflank dringen de troepen van het 3de Amerikaansche leger dieper in de saillant door, hebben Bertogne bevrijd en rukken op naar Houffalize. Amerikaansche tanks staan nog 3 km voor de weg Houffalize-St.Vith. In de Elzas werden de Duitschers ten Noorden van Hagenau tegengehouden, ook ten noorden van Straatsburg gelukte het hen niet hun bruggehoofd te vergrooten; ten Zuiden van Straatsburg hebben Fransche troepen eenig ter- rein prijsgegeven. Volgens oorlogscorrespondenten zijn de 7e Duitsche po- gingen alleen berekend om de aandacht van de slechte toestand in de Ar- dennen af te leiden, en zijn de Duitschers er nergens in geslaagd de li- nies van de geallieerden te doorbreken. De geallieerden hebben de toe- stand aldaar in handen. LUCHTFRONT. 900 Amerikaansche bommenwerpers begeleid door jagers hebben Zaterdag doelen achter het front aangevallen, o.a. Karlsruhe, Mainz, Kai- serslautern, 7 bruggen over den Rijn tusschen Bingen en Karlsruhe, etc. Begeleidende jagers vielen vliegvelden, spoorwegen en andere doelen aan. Zaterdagnacht bombardeerde de R.A.F. o.a. Saarbrücken en Politz bij Stettin. OOSTFRONT. Zaterdag heeft Maarschalk Stalin per dagorder bekend gemaakt, dat het 1ste Oekraïnische leger een offensief is begonnen in Zuid-Polen. In 24 uur zijn de Russen over een frontbreedte van 60 km, 40 km opgerukt en hebben 350 dorpen en steden veroverd. Zij staan 25 km van de spoorlijn Warschau-Krakau en 60 km van Krakau zelf. Krakau beheerscht de wegen naar Silezië, dat - nu het Ruhrgebied onder het onmiddellijk bereik van de bom- menwerpers der geallieerden ligt - als industriegebied voor de Duitschers van het allergrootste belang is, terwijl hier tevens de grootse Poolsche kolenmijnen worden gevonden. De aanval begon Vrijdagochtend, nadat rijen Russische kanonnen 2 uur lang een ontzettend bombardement op de Duitsche stellingen afgaven. 3 Duitsche verdedigingslinies werden doorbroken. HONGARIJE. Voor het eerst sinds 14 dagen meldt het Russische communiqué niets omtrent aanvallen ten W. en N.W. van Boedapest. In de stad zelf hebben de Russen nog 2 stations veroverd en 1350 gevangenen gemaakt. De rest der Duitschers wordt door de S.S. gedwongen verder te vechten. GRIEKENLAND. De Elas-troepen hebben de Peloponnesus verlaten en zich ook uit Lamia, waar hun hoofdkwartier was, en Patras teruggetrokken. VERRE OOSTEN. Luzon. Gemotoriseerde patrouilles zijn tot 30 km landin- waarts gekomen, de infanterie staat 12 km in het land. Aan de overzijde van de baai van Lingayen zijn 50 Japansche lichters tot zinken gebracht. De Jappen bieden nog geen verzet; zij kunnen of willen de opmarsch niet tegenhouden. De Japansche opperbevelhebber zei tot een oorlogscorrespon- dent, dat het niet zoo belangrijk was, dat de Amerikanen enkele eilanden der Philippijnen bezetten; zij zouden hen zoo ver mogelijk laten oprukken en dan in een enkele slag tienduizenden vernietigen. Geallieerde marine- vliegtuigen vernietigden in de haven van Saigon (Indo-China) 38 Japansche schepen en elders nog 12. In Birma hebben de Britten na een opmarsch van 25 km een nieuwe plaats veroverd, die op 50 km van Mandalay ligt. Er werd een nieuwe landing gedaan, teneinde de Japansche troepen, die uit Akyab zijn verdreven en langs de kust trekken, af te snijden en daarbij werd een schiereiland veroverd. Vliegende forten deden een aanval op Formosa; tevens werd een aanval gedaan op troepenconcentraties en opslagplaatsen te Mandalay. Voor de Noorsche kust is een convooi van 7 à 8 Duitsche schepen, waar- onder 1 tankschip en 2 mijnenvegers aangevallen door Engelsche zeestrijd- krachten, en vernietigd of in brand geworpen. LAATSTE NIEUWS. Hernieuwing van het Amerikaansche luchtoffensief tegen Duitsche olieproductie. Sterke vijandelijke jagerafweer. Gisteren verloor de vijand meer dan 180 machines; de Amerikanen 31. - In het Saargebied hebben de Amerikanen de Duitsche grens wederom overschreden. De Russen hebben de weg Warschau-Krakau doorsneden. De vijand zendt in allerijl versterkingen. -2- GODSGERICHT. Eenigen tijd geleden vermeldden wij Pieter Braems, schipper in dienst der Oost Indische Compagnie, die met zijn bewapenden koopvaarder in zijn eentje 22 Portugeesche oorlogsschepen aanviel, 5 ervan tot zinken bracht en de overige 17 op de vlucht dreef. Een typisch staaltje van "individualisme" in den besten zin des woords: persoonlijkheid, verantwoordelijkheidsbesef, moed en vastberadenheid, als- mede het durven aanvaarden van risico's. Sinds jaren is het begrip "individualisme" verengd tot een maatschap- pelijk begrip, een geestesgesteldheid, welke vaak geïdentificeerd wordt met uitbuiting. Het individualisme van Pieter Braems was de geestesgesteldheid van een individualiteit, die de boven opgesomde qualiteiten bezat, en dit indivi- dualisme is allerminst verwerpelijk. Moge voornoemde schipper der V.O.C. een bijzonderheid, ofschoon aller- minst een beroemdheid, zijn (hij is zelfs ternauwernood bekend), hij is desalniettemin slechts een eenigszins extreme uiting van den Nederlandschen volksgeest, welke den individu tot een zoo praegnante werkelijkheid heeft gemaakt. Ons volk heeft in al zijn lagen een uitgesproken Westersch karakter, sterker dan de Duitsche volkeren, welke dit typisch individualisme vreemd is. En nu kunnen wij ons volkskarakter fraai vinden en toejuichen, vast staat, dat het, zooals alles, ook zijn tegenkant heeft. Ons individualisme maakte ons groot en het maakte de groote mannen, die uit allerlei rang en stand, zelfs uit de allerlaagste, zich opwerkten tot leiders en voorbeelden. Maar wanneer dit individualisme verwordt, dan laat het individuen ach- ter, die de boven opgesomde qualiteiten missen en die dus niet veel anders zijn dan egoïsten. Het is nog steeds het zelfde volkskarakter, dat zich laat gelden, maar zijn zedelijkheidsnormen zijn vervaagd. Ook de verworden individuen willen zich dan doorzetten, zooals hun va- deren deden, maar missen het grootsche, zien slechts zichzelf en hun be- langen als hun belangen, niet echter als onderdeel van een grooter geheel, want zij zien het geheel niet meer. En daardoor verwordt dit geheel d.w.z. valt uiteen, versnippert; het volk wordt menigte, massa en houdt op een nationaal volk, een natie te zijn. Dit is geestelijke armoede in den ergsten zin, want het nationale ele- ment is het specifieke in de cultuur van een volk, geeft er de bijzondere waarde aan welke zij bezit, niet slechts voor het volk zelf, maar voor de wereld. Wanneer een volk zich niet meer als nationaal volk gevoelt, houdt het niet slechts op een eenheid te zijn, maar is zelfs ongeschikt voor eenig innernationalisme, omdat er geen inter-nationaal leven mogelijk is, wan- neer er geen nationaal leven bestaat. Het verval van het zedelijke individualisme was onder ons volk ver voortgeschreden, waardoor het als natie bedenkelijk was afgetakeld. Toen de groote beproeving over ons kwam in 1940, vond deze in ons een tamelijk gemakkelijke prooi, want een massa, waarvan slechts weinigen na- tionaal besef hadden. Door het leed en door al de vruchten van onze nationale cultuur, welke wij ontberen moeten, is in steeds meerderen, hetzij min of meer vaag, het- zij min of meer helder, glashelder somtijds, het inzicht ontstaan, dat de Nederlandsche cultuur waard is verdedigd te worden om haarzelfs wil; dat zij waard is te bestaan en zedelijk gerechtigd is boven het Derde Rijk, de cultuurlooze creatie, welke onbeschaafde horden samenbindt door ter- reur en vrijbrieven voor moord en plundering. De individualisten der XVIIe eeuw waren voorbijgegaan; in de XIXe eeuw verwerd het volk tot massa in een vrijwel cultuurloos materialisme, dat - ontaard tot de grofste hebzucht en machtswaanzin - als een pestilentie de wereld overviel sinds 1933. Uit leed wordt inzicht geboren. Leed is de groote opvoeder van menschen en volkeren. Er voltrekt zich een "Godsgericht" over de wereld, over ons volk. Laat -3- ons hopen, dat wij er uit te voorschijn treden als overwinnaars, en te- vens vernieuwd, bezield door een nieuw zedelijk individualisme, een in- dividualisme van de XXe eeuw, dat niet slechts ziet het IK, noch alleen maar de groep, en - ofschoon met vernieuwd nationaal besef - verder ziet dan de natie; een zedelijk individualisme, dat ook de wereld in het oog vat, en daarmede het wereldbelang. -o- BIDSTONDE. Op den oudejaarsavond is er van vele kansels in den lande gebeden voor Amsterdam, in verband met de bedreiging, die de typhus voor de bevolking vormt. Zulk medeleven sterkt. Zelfs voor hen, die niet gelooven kunnen aan de rechtstreekschen invloed van zulk een gebed, is de sympathie der ge- loovige landgenooten sterkend. Want de wetenschap, dat men niet vergeten en eenzaam ontberingen lijdt en offers brengt, geeft een hooger weer- standsvermogen. Wij herinneren ons de bidstonden in de kerken der vrije wereld voor een spoedige bevrijding van ons land. Wij herinneren ons, hoezeer de golf van sympathie ons allen kracht gaf. En indien de vurig verbeide bevrij- ding lang op zich laat wachten, dan doet dit niets af aan de oprechtheid der wenschen dier biddenden. Er is echter een ziekte, waarvan de dreiging grooter is, en waarvan de gevolgen noodlottiger zijn kunnen dan van welke lichamelijke aandoe- ning ook. Dit is de moedeloosheid. De bevrijding laat lang op zich wachten, en zal misschien nog lang op zich laten wachten. De honger stijgt, en de koude wordt bijtender. Bedroevende bewijzen van gebrek aan gemeenschapszin kan men waarnemen, en verontrustende teekenen van moedeloosheid gaan ermede gepaard. In deze dagen zouden wij tot de geloovigen van Nederland en de gehee- le wereld willen zeggen: indien gij ons sterken wilt door Uw gebeden en Uw medeleven, bidt den voor onzen geestkracht. Bidt dan, dat wij den moed niet zullen verliezen. Bidt dan, dat wij ons heil niet gaan verwach- ten van een schamele hap voedsel. Bidt dan, dat wij nimmer vergeten wie de vijanden zijn, en dat wij nimmer het uitblijven van hulp zullen toeschrijven in het debet van onze bondgenooten. Bidt dan, dat wij sterk blijven in onzen strijd, onzen eigen strijd, onzen strijd om onze eigen vrijheid en fierheid. Dien strijd kunnen wij slechts zelf, en alleen strijden. Bidt, dat wij de krachten daartoe behouden. -o- DE U.S.A. ONTWAAKT. De republikeinsche partij in de U.S.A. heeft haar instemming betuigd met de voorstellen van een harer senatoren, die het noodzakelijk acht, dat een formeel bondgenootschap gesloten wordt tusschen de U.S.A., Groot- Brittannië, Frankrijk, de Sowjet-Unie en China, waarbij moet worden over- eengekomen om zonder eenige aarzeling Duitschland en Japan volkomen te ontwapenen, en bovendien dat de regeering geheel vrij moet zijn om zon- der toestemming van het congres alle maatregelen te treffen, welke daar- toe noodig geoordeeld worden. De opperbevelhebber moet bevoegd zijn om elk oogenblik handelend op te treden. Het is wel waarschijnlijk dat er in het democratische kamp soort- gelijke wenschen leven, maar nooit heeft eenig democraat deze openlijk ge- formuleerd. Nog opmerkelijker is het, dat de verklaring van de zijde der republikeinen komt, die tot voor enkele jaren sterk isolationistisch waren en van geenerlei inmenging in buitenlandsche aangelegenheden wilde weten. Thans is de partij een geheel andere meening toegedaan, wat ook blijkt uit de verklaring van den voorzitter der partij, n.l. dat de Vereenigde Staten trouw zullen blijven aan Dumbarton Oaks. Het is duidelijk, dat in de staten meer en meer het inzicht groeit, dat de wereld een geheel is, waarin geen plaats is voor struisvogelpolitiek, welke meent, dat "het" de eigen deur wel voorbij zal gaan. Ook wij maak- ten die fout, waarvoor wij duur genoeg boeten, evenals de Staten, wier zonen overal ter wereld sterven voor de groote zaak. -o- -4- RUNDSTEDT, RIDDER DER POOVERE FIGUUR. Zooals de toestand zich momenteel laat aanzien, is het offensief van von Rundstedt volkomen mislukt. Wanneer wij nu bedenken, dat hij zeer grootsche plannen had en niet minder beoogde dan Brussel en Antwerpen (vooral deze laatste stad) maar bovendien Parijs te bereiken, dan kunnen wij niet an- ders dan een breede grijnslach ontplooien tegenover het feit, dat een van de beste Duitsche generaals bij een dusdanig voornemen niet verder kwam dan tot in de buurt van Luik en Dinant, en zelfs de Maas niet heeft kun- nen bereiken. Vergelijken wij dit met het offensief van Ludendorff in 1918, dan staat vast, dat laatstgenoemde heel wat verder strekkende resultaten bereikte en zijn offensief een veel dreigender aanzien wist te geven, niet slechts in schijn, doch ook in werkelijkheid, al stond ook toen vast, dat hij de oorlog niet kon winnen, omdat de stroom van Amerikaansche troepen, die over den Oceaan naar Europa vloeide, een nederlaag voor Duitschland zeker stelde. Waarom Ludendorff toch aanviel ? Omdat hij een Duitscher was. Hij hoopte het geallieerde front te door- breken, en daardoor een situatie te scheppen, die de volkeren der gealli- eerde landen daardoor zou onthutsen, dat er over vrede zou kunnen worden gesproken, vóór de Amerikaansche legers hun volle sterkte op het continent zouden kunnen doen gevoelen. De doorbraak mislukte. Dientengevolge bereikte hij geen punt, waarop de Duitsche regeering over onderhandelingen had kunnen beginnen. En al had hij dit punt wel bereikt, dan nog zou hij zich vergist hebben in de mentaliteit der Angelsaksische volkeren. Dit is de eeuwige vergis- sing der Duitschers. Zij begrijpen het buitenland niet, en van de Angel- saksen begrijpen zij in het geheel niets. Vooral de Britten zijn hun een raadsel; vandaar dat zij zoo onbarmhartig op hen schelden. De Brit is van nature een wereldheerscher; hij zet zijn wil door, en wordt harder en onverzettelijker, naarmate de moeilijkheden zich ophoopen. Een overwinning van Ludendorff zou niet anders bereikt hebben, dan ontzag- gelijk veel politiek geharrewar - men was toen ruimschoots moe van den geheelen oorlog in de geallieerde landen, evenals in centraal europa - maar ondanks alles zouden de Angelsaksen den oorlog hebben doorgezet, omdat Groot-Brittannië geen nederlaag accepteert, d.w.z. geen definitieve nederlaag. Tegenslagen incasseeren zij als de beste bokser; maar zij weigeren te er- kennen, dat zij definitief geslagen zijn, dat zij het hoofd moeten buigen voor een vreemde mogendheid. Duitschland is zoo een vreemde mogendheid, en wel een, die door de Britten in den grond der zaak een beetje veracht wordt, want als al te spiessbür- gerlich wordt ondervonden; van dergelijke lieden accepteert een Brit geen voorschriften. Zij zijn een werkelijk hooghartig volk; niet schreeuwerig en naar even- redigheid ordinair, zooals de Duitschers, maar Britsch hooghartig, een men- taliteit, welke somtijds ietwat irriteerend kan werken, maar die desal~ niettemin onze waardeering verdient, omdat waarachtig zelfrespect altijd te respecteeren is. Ludendorff vergiste zich; Rundstedt vergist zich eveneens, maar hij slaat bovendien een poover figuur, nu hij zelfs geen kans gezien heeft om de Maas over te steken. Krijgsgevangenen verklaarden, dat het leger vóór Kerstmis 1944 in Parijs moest zijn. Een merkwaardig staaltje van Duitsche zelfoverschatting en Duitsche domheid. Dit zullen zij niet zoo gemakkelijk inzien; domme menschen zijn moeilijk van begrip. Zij denken altijd dat zij toch gelijk hebben. Dit is een voordeel in dezen oorlog, omdat daardoor de Duitschers, en in de eerste plaats de Oostenrijker Hitler, de eene domheid op de andere stapelden. Er is alle reden voor ons, Nederlanders, om vol goeden moed te zijn, on- danks het feit, dat maarschalk Montgomery zijn Canadeezen nog niet over de groote rivieren zond. Het doet er niet toe, waar de beslissende slag geslagen wordt; als hij maar geslagen wordt. Zoodra het moment ervoor is aangebroken, wordt dan ons land meegenomen in de zegevierende opmarsch der geallieerden, waar- toe ook wij behooren, en waarbij ook onze mannen strijden. ---