No. 43 26 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. In de Ardennen hebben de Amerikanen St. Vith veroverd en drin- gen van hieruit verder door. De Duitschers trekken nog steeds op de Sieg- friedlinie terug. Ten Noorden van Sittard hebben de Engelschen een plaats 5 km voor Roermond veroverd en, naar het Oosten toe, hebben zij in Duitschland Heinsberg be- zet. Ten Noorden van Straatsburg hebben de Duitschers eenig terrein gewonnen; tusschen Straatsburg en Colmar zijn de Franschen in den aanval. LUCHTFRONT. De geallieerde luchtmacht deed wederom groote aanvallen op terugtrekkende Duitsche autocolonnes en treinverkeer. OOSTFRONT. Woensdag maakte maarschalk Stalin bij diverse dagorders de ver- overing van Oppeln, Trachenberg, Rawitsch en Kalisch bekend. Oppeln is de hoofdstad van Upper-Silezië en ligt aan de Oder ten Zuiden van Breslau; Trachenberg ligt 40 km ten Noorden van Breslau, De Russen hebben verschil- lende bruggenhoofden op de Westoever van de Oder gevestigd; volgens een dagorder van Donderdag is Oels 30 km ten Oosten van Breslau veroverd en rukken de Russen uit 3 richtingen op Breslau aan; correspondenten melden dat er reeds in de buitenwijken gevochten wordt. Kalisch ligt 100 km ten Westen van Lodz; in deze sector werd Donderdag Ostrowo veroverd. Daar de legergroep van maarschalk Konjev Rawitsch (20 km ten Noorden van Trachen- berg) veroverd heeft, hebben de vleugels van de legergroepen van maarschalk Konjev en maarschalk Zoekov hier contact gekregen. Noordelijker rukken de Russen op naar Posen, de infanterie heeft hier reeds contact gemaakt met de tankspitsen en vernietigt alle Duitsche tegenstand, die achter het front nog voorhanden is. Aan de Westrand van het industriegebied van Opper-Silezië werd Gleiwitz genomen, een groote industrieplaats, waar o.a. een bezinefabriek is, die 1 millioen ton per jaar produceert. Aan de Oostrand is Krasanov, 30 km ten Oosten van Kattowitz veroverd. In Oost-Pruisen doen de Duitschers tegenaanvallen bij Koningsbergen. Bij de Masoerenmeren zijn de plaatsen Lyck, Angerburg en Biala veroverd. De troepen van maarschalk Rogosowsky zijn nog 30 km van Elbing en hebben tusschen Mohrungen en Marienburg tallooze plaatsen veroverd. De Duitschers werpen hier politietroepen, cadetten en administratietroepen in den strijd, teneinde te trachten de vluchtcorridor uit Oost-Pruisen open te houden. In Slowakije werd over een front van 40 km 20 km opgerukt en de plaatsen Rosnawa en Jelsnawa veroverd. HONGARIJE. Boedapest is practisch van Duitschers gezuiverd. De verovering van Stuhlweisenburg door de Duitschers wordt door de Russen bevestigd. Er is geen enkele reden om in deze kleine vooruitgang een bedreiging van het Russische front in Hongarije te zien, aangezien dit front door het ontzaggelijke offensief naar Berlijn van secundaire beteekenis geworden is, en momenteel in hoofdzaak dient om de in Hongarije aanwezige troepen te binden. VERRE OOSTEN. De Amerikanen bevinden zich 75 km van Manilla. De Japanners verloren hier reeds 6000 man aan dooden en 8000 gevangenen. BIRMA. Admiraal Mountbatten heeft verklaard dat thans geheel Noord-Birma van Japanners is gezuiverd. DIVERSEN. Generaal de Gaulle heeft op een persconferentie verklaard, dat Frankrijk den oorlog niet zal beëindigen, voor de geheele linkeroever van den Rijn in handen van de geallieerden is, en dat het een levensbelang voor Frankrijk is, dat deze oever bezet blijft. Volgens verklaringen van Duitsche krijgsgevangenen is de toestand in de veldhospitalen van von Rundstedts leger erbarmelijk. Gewonden werden in een kelder op rottende aardappelen, slechts bedekt met een deken, neerge- legd. De aanwezige assistent-arts beschikte over zoo weinig middelen, dat hij zich moest beperken tot noodverbanden, hetgeen dan nog geschiedde bij het licht van een enkele kaars. Bloedtranfusies waren onmogelijk; sommi- ge gewonden moesten 25 km loopen. -o- -2- DE VALSCHE UILENSPIEGEL. In de "Telegraaf" van Woensdag 24 dezer trekt Uilenspiegel van leer tegen het gebrek aan naastenliefde, hetwelk hij bij zijn medemenschen meent te constateeren. Hij doet een roerend verhaal van een achtelijken jongen, die 's morgens door zijn vader de deur wordt uitgeschopt met de liefderijke opdracht zelf zijn kostje op te scharrelen. Het verhaal is allerminst onmogelijk, maar wij weten overigens heel goed, dat dergelijke liefdevolle vaders en moeders ook voorkwamen vóór de Duitschers hier alles stalen. Uilenspiegels hartroerend en sentimenteel geschrijf kan verder niets ver- anderen aan het feit, dat er in a l l e kringen, rangen en standen te kort is, schromelijk tekort. Wij zouden hem daarvan voorbeelden kunnen ge- ven, alsook van het stille hulpbetoon zonder de "slagen op de borst van den directeur van Zanten van van Puffelen & Co." Maar wat Uilenspiegel niet zegt, niet mag en niet durft en niet wil zeg- gen, is, dat er zoo erbarmelijk weinig meer te verdeelen is; dat de bevol- king haar laatste reserves opteert, en dat hiervan n i e t de spoormannen, en n i e t de Engelschen, maar a l l e e n de Duitschers - let goed op, Heer Uilenspiegel - a l l e e n de Duitschers de schuld dragen, de Duit- schers, die gij naar de oogen kijkt, wier bevelen gij uitvoert, wier leugens gij tot waarheid tracht te verdraaien door Uw misselijk, liederlijk senti- menteel gekrabbel, waarmede gij tevens beoogt verdeeldheid te zaaien in het Nederlandsche volk in opdracht van den vijand. Er is niet in Amsterdam, Uilenspiegel. Er is niet! Want de Duitschers stelen alles wat zij in handen kunnen krijgen, en belemmeren den aanvoer want zij willen den honger. Er is niet, behalve bij de zwarte handelaren, en bij Uw directeur, den S.S. man "Hakkie" Holdert, wien het aan niets ontbreekt, evenmin als aan zijn soortgenooten, en dus ook evenmin als aan de Duitschers. Er is niet; in alle rangen, standen en kringen wordt gebrek geleden; wij weten dat al te goed; maar toch wordt er nog gedeeld. Daarvoor echter hebben wij Uw bemiddeling niet noodig, noch Uw huichel- achtige preeken over naastenliefde. Stik in Uw inktpot en verdwijn. -o- Ad Maiorem gloriam. Uit doodsangst voor de Russen vlucht de Silezische bevolking naar het Westen, meldt Londen. Bovenop militaire vrachtauto's en pantserwagens vlieden vrouwen en kinderen door de ijzige koude naar Berlijn, slecht gekleed, zonder bagage, slechts beladen met angst. Naar Berlijn, waar hun de schrik om het hart slaat, als zij de verwoes- tingen aanschouwen; waar zij ronddwalen op zoek naar voedsel, dat er niet is; naar kleeding, die eveneens ontbreekt; naar een woning; maar ook deze is niet te krijgen. De regeering breekt zich het hoofd met het probleem, hoe de stroom van vluchtelingen onder te brengen in de grootendeels verwoeste stad. Er zijn nog veel meer vluchtelingen te verwachten. De Duitsche mensch sterft langs de wegen en aan de fronten ter meerdere glorie van het Germaansche heeren volk. -o- Tannenberg, voorlaatste rustplaats van maarschalk von Hindenburg, medeschuldig aan het verval van het Duitsche volk, doordat hij, - onbe- wust van wat hij deed, want met verzwakt verstand - de macht van het rijk in handen legde van den Gek. Een kindsche grijsaard gaf een gek de macht. Men heeft zijn lijk weggevoerd en het monument verwoest, toen de Russen naderden. Overbodige moeite, want niet de Russen zijn de barbaren, die het gedenk- teeken van Compiègne vernietigden, evenmin als het Russen waren die dat aan Frankrijks Westkust, opgericht ter eere van de in den vorigen oorlog gevallen Canadeezen in de lucht lieten vliegen. Niet de Russen zijn de verwoesters van Europa; niet de Russen. -o- -3- NOG WAS HET NACHT. 1940. Nog was het nacht Al brak de dageraad in aarz'lend gloren aan En zou de zon straks stralend aan de kim verrijzen. Maar voor ons leek dit alles te vergrijzen, Toen men ons dwong om in den krijg te gaan. Nooit was de lente schooner en het hart zoo duister. Wij waren bang als dieren in den nood. Want groote vogels spreidden brand en dood. Dat was der menschen praal bij 's voorjaars luister. 1945 Thans is de hemel grijs, de wind jaagt nu de wolken In snelle vaart langs 't vale zwerk. De oorlog stelt zich paal nog perk En vrede werd illusie voor de volken. Toch houden wij vol moed en hope wacht Tot eens de dageraad zal gloren, Die kondigt: vrijheid is herboren En 't leven roept om nieuwe kracht. Er vlogen vogels met een bange klacht. Nog was het nacht. -o- SLAVENZIELEN. Wij zagen ze gaan; netjes in het gelid, gekromd onder hun koffers en zakken, die ze op den rug droegen. Onzeker stapten ze voort over de hard- bevroren sneeuw, van "Atlanta" naar het station. Het waren de vrijwilligers der slavernij, op wie geen enkele vermaning, geen enkele waarschuwing, noch eenig beroep op eer en geweten, op liefde voor het volk en trouw aan de Nederlandsche eer eenigen invloed gehad had. Zij gingen. Zij waren niet ontvankelijk voor wat men hen verteld had; zij kozen den weg van den minsten weerstand, den weg, die volgens hun dwaasheid leiden moet naar de vleeschpotten van het Derde Rijk. Misschien krijgen zij wel vleesch, maar zij betalen het met Neder- landsch bloed, met honger hunner medeburgers, met verlenging van den nood. Wat deert hun dit alles? Zij zijn alleen maar zij; wat hebben zij met hun medeburgers te maken? Al zou er niets van ons land overblijven - maar daarin vergist zich ieder die zulks denkt - het deert hun niet. Zij gaan naar de beloofde vleeschpotten, waar de dood loert; naar het land, waar de angst verder en verder om zich grijpt, en de donder der kanonnen van de wrekende Ge- rechtigheid luider en luider hoorbaar wordt. Zij willen leven, eten, en daarom gaan zij daarheen, waar de vijand - ook hun vijand - hen lokt. Zij volgen de roepstem van den verlokker, die reeds millioenen slingerde in den oven van zijn menschen en goederen verslindenden oorlog. Zij willen niet denken, niet dapper zijn; zij spuwen op hun Nederlan- derschap, want zij willen zich zat eten. Zij zijn de botte egoïsten, niet bereid tot het offer, niet bereid te lijden voor het land, het volk, maar altijd bereid zich te verkwan- selen aan elk en een iegelijk, die hen den maag vult - neen minder dan dat - aan een ieder, die slechts belooft hun de maag te vullen. Een beetje verlegen grinnekend gingen zij over de harde sneeuw, Slavenzielen. -o- -4- BRAINTRUSTS. Zij zijn een uitvinding van President Roosevelt, en een bewijs van zijn inzicht in de Westersche beschaving, welke ook die van de Veree- nigde Staten is, al is zij daar veramerikaniseerd d.w.z. geamalgameerd tengevolge van de almagameering der Europeesche volkeren, die over den grooten vijver trokken om hun heil in de Nieuwe Wereld te zoeken. Terwijl wij dit schrijven, denken wij aan Goethes woorden: "Amerika, du hast-es-besser, Als unser Kontinent, das Alte." Goethe was tamelijk moe van het Europa van zijn tijd, en vooral van het Duitschland zijner dagen; hij, de groote cosmopolitische dichter, wiens geest te wijd was voor de in Philistertum, feodaliteit en bekrom- penheid verstarde Duitsche wereld. Hoe zou hij oordeelen over zijn land, wanneer hij thans leefde? Maar wij spraken over de Westersche beschaving en haar Amerikaansche variant. Deze beschaving wordt gekenmerkt door het intellectualisme. Denken, niet gevoel, niet intuïtie, maar denken is de grondslag waar- op onze moderne beschaving is opgebouwd, en het is dan ook kenteekenend voor het nazisme, dat het het denken verwierp, toen het Duitschland den weg opdreef naar barbarij en misdadigheid; toen het Duitschland degene- reerde tot een primitief stadium, het volk liet verzinken in het in- stinctleven. Het Westen is de wereld van het denken; het heeft zijn le- ven denkend en dus krachtens het beginsel der logica georganiseerd. Om deze organisatie te vernietigen, was het noodig, dat de Duitsche mensch van zijn verstand beroofd werd. Het pleit niet voor hem, dat hij er zich zoo bereidwillig toe leende. Maar wel is het opmerkenswaardig, dat sinds de Duitscher dezen weg koos, een krankzinnige aan het hoofd van het rijk gesteld werd, een man die in het geheel niet denken kan, en die meende iets indrukwekkends te zeggen, toen hij de wereld mededeelde, dat hij zich voortaan door zijn intuïtie zou laten leiden. De wereld heeft er zich dan ook aanmerkelijk mee geamuseerd. De Duit~ sche legers echter hadden er minder plezier van. "Denk aleer gij doende zijt, en doende denk dan nog", luidt een oud- Hollandsch spreekwoord. Deze woorden zijn typeerend voor het Westen, voor onze beschaving. Wij hebben de wetenschap opgevoerd tot de hoogte, welke zij thans heeft, en die waarlijk indrukwekkend mag heeten; wij schiepen een alles overtreffende techniek. Wij, Europeanen van het Westen. Niet de Negers, de Chineezen, de andere Oosterlingen, maar wij. Wij mogen er trotsch op zijn, al moeten wij daarbij steeds bedenken, dat wij zoodoende ook de meest verschrikkelijke vernietigingsmiddelen uitdachten, welke de wereld ooit aanschouwd heeft, en dat wij daardoor in staat zijn om hekatomben aan te richten, welke alle oude goden van schrik zouden doen verstarren. Alles heeft nu eenmaal zijn ommezijde; ook onze uitvindingscapaciteit. Zij is evenzeer vernietigend, als scheppend. Op het maatschappelijk leven is het denken hier in het Westen en in Amerika tot nu toe altijd gebrekkig toegepast. Ieder ging zoo zijn ei- gen gang, en - ofschoon denken ordenen is - heerschte er zoodoende al te vaak aanmerkelijke wanorde. Wij verkondigen hier niet een of andere wiskundig in elkaar gezette samenleving. Want hoezeer het denken ook ons hoofdkenmerk is, toch zijn wij niet slechts hersens, maar tevens hart. En bovendien willen wij niet alleen maar een functie zijn, zooals de nationaal-socialisten zich dat droomen, doch tevens een eigen leven leiden, onszelf zijn, onszelf op een zeer specifieke manier verwerkelijken. Dit echter behoeft niet uit te sluiten, dat van bovenaf wetenschappe- lijke leiding gegeven wordt, voorlichting en raad. De sociologie is een nog zeer jonge wetenschap, en de leeken weten van maatschappijleer vrijwel niets af, of beter gezegd in het geheel niets. Maar wij Westerlingen hebben toch eigenlijk de plicht om onze maatschappij op wetenschappelijke grondslagen te organiseeren, en niet te liefhebberen. -5- Politieke partijen hebben haar nut, maar dit neemt niet weg, dat een allen overkoepelend wetenschappelijk orgaan zeer gewenscht is, en ge- heel ligt in de lijn onzer ontwikkeling. Hebben wij ook niet den staat op wetenschappelijke grondslagen geves- tigd omstreeks het einde der XVIIIe eeuw, toen Frankrijk het goddelijke alleenheerschersrecht der vorsten afschafte en de wetenschap ten grond~ slag legde aan de staatsorganisatie. Het is alweer logisch, dat het Hitler-régime deze revolutie verwierp en in de smadelijkste bewoordingen belasterde. Dit regime is immers niet anders dan geweld en instinctief leven. President Roosevelt zag juist, toen hij een braintrust instelde bij het aanvaarden van zijn eerste regeering. Laten wij dit voorbeeld ernstig in het oog vatten, en overwegen of het geen navolging verdient, wanneer wij straks aan den wederopbouw be- ginnen van ons land, en van overig Europa. -o- NEMESIS. In ons vorige nummer deelden wij mede tot welke ingrijpende maatre- gelen de Duitsche regeering is overgegaan op het gebied van gas- en e- lectriciteitsvoorziening, alsmede het gebruik van kolen. De brandstof- fenrantsoenen verminderd met 30%; geen personenvervoer per trein meer; geen postverkeer. Het Russische offensief doet zich gevoelen. Silezië leverde een derde van de totale Duitsche kolenproductie, afgezien nog van de geweldige hoeveelheden oorlogsmateriaal - o.a. synthetische benzine; de grootste fabriek daarvan staat in Silezië - en van andere goederen. De Russen naderen; als een stormvlaag der wrake en voor den Duitscher der verschrikking; want doodsangst is den Duitschers ingehamerd voor de soldaten der Sowjet-Unie, die van alle gruwelen beschuldigd worden door de propaganda, welke de nazi's bedrijven. De Russen stormen aan in een ijzige orkaan, die over de Poolsche lan- den raast, en de wouden doet klagen. Angst vaart door het Duitsche volk; angst klinkt uit de stem voor de radio te Berlijn, die de soldaten smeekt om stand te houden, om door te vechten. In koortsachtigen haast sleept men de kinderen, die uit het Westen naar de "veilige gebieden" in het Oosten gevoerd waren, naar el- ders, waar ze op het oogenblik nog veilig zijn. Voor hoelang? Want de stoomwals uit het Oosten rolt onheilspellend verder, terwijl in het Westen de Duitsche legers in paniek beginnen te geraken onder het moordend vuur der Amerikaansche en Britsche kanonnen, voortrennen naar de beschermende bunkers der Siegfriedlinie, onderweg onafgebroken ge- teisterd door de schrikwekkende geallieerde luchtmacht. Zij hebben ons gesard, mishandeld, vermoord; thans hongeren zij ons hier in het Westen van het aloude Nederland uit, omdat ze ons haten, en omdat ze zulke onmenschen zijn. Maar de Godin der Wrake, de angstwekkende, heeft de grenzen van het Derde Rijk, het Rijk van Satan, overschreden, en schrijdt met eilende passen over den bodem, die sinds Napoleon geen vreemde legers meer droeg. Te wapen! Te wapen!! gilt, krijscht de propaganda in wilde angst voor de naderende vergelding. En de Duitsche mannen en jongens, kinderen nog velen, duizenden van hen, gaan naar voren, den vijand tegemoet, omdat het vaderland in gevaar is. Nog altijd blind; nog steeds geloovend, dat er in hun land een regee- ring is, die door eenige mogendheid zou worden aanvaard; nog altijd niet beseffend, dat zij verraden en verkocht zijn door de mannen, die hen thans naar de fronten jagen om hun, den grooten Moordenaars, alsnog eenig respijt te geven. Krijgsraden te velde veroordeelen dikwijls al te gemakkelijk ter dood. Zij immers hebben niets te vreezen; zelfs niet den vijand, want zij zit- ten veilig verweg, waar geen granaten neer komen, en zij hebben de be- schikking over het leven van velen; zoo heel gemakkelijk kunnen zij er- over beschikken, want er wordt van hen niet veel geëischt, behalve een zeer sumier onderzoek; een vermoeden is dikwijls voldoende. De nazi-heerschers dreven dit alles nog verder. Zonder het minste ver- moeden, zonder een flauwe schemering van eenigen rechtsgrond veroordeel- -6- den zij millioenen naamloozen ter dood uit laffe moordlust. Want de moor- denaar is laf, wanneer hij slechts moordt, als hij volkomen veilig is, en ieder dooden kan, die het maar wagen zou hem aan te zien op een wijze, welke hem niet behaagt. Thans huilen zij in wilde razernij tegen het volk hun opzweepende taal uit, en in de afgestompte massa flikkert op de wil om voor het vaderland te strijden. Zij weet niet, deze massa, dat zij het vaderland thans slechts dienen kan door de wapens niet op te nemen. Zij ondergaat thans de consequentie van de zelfverachting, welke zij in 1933 aan den dag legde, toen zij Hitler, deze hoon voor elke bescha- ving aan de macht brachten, en tegen dezen krankzinnige hun Sieg-Heil- roep uitstieten, Sieg-Heil! volk der Duitschers, in de ijzige koude der Masurenmeren; Sieg-Heil! volk der Duitschers in de bloedbaden der Poolsche slagvelden, waar kinderen en grijsaards verpletterd worden door de Russische tanks, neergemokerd door de artillerie der Roode Legers, en neergehouwen door de wilde zonen der steppen, de kozakken. Maar niet slechts kinderen en grijsaards staan den Russen in den weg, ook honderdduizenden geregelde troepen en ook keurtroepen, oude S.S. formaties, waarop de Volkssturm steunt, vechten als bezetenen; schuldi- gen, deze mannen, stuk voor stuk, zonder één uitzondering. Over alles heen donderen de Stalintanks, vagen de gelederen der ko- zakken, daveren de motorwagens der gemotoriseerde Russische infanterie. Het uur der wrake, der verdoemenis, van de bittere koude en van den honger nadert sneller en sneller. Alles in het leven wordt betaald, of betaald gezet. Het Rijk van Satan begint zijn inferno; als een noodlot voltrekt het zich over de volkeren van Duitschland, die zichzelf wegsmeten als aas voor den Gek van Berchtesgaden, en zich maakten tot de meest verachten, de meest gehaten der wereld. Nemesis. -o- DE DOMME WAAN. Zij wilden de gebieden, die achter het front kwamen te liggen, gelei- delijk evacueeren, Zoo was het plan o.a. voor Oost-Pruisen. In Dantzig voelde men zich volkomen veilig. Zoover kwamen de Russen nooit. In grooten getale waren reeds menschen uit Oost-Pruisen in de stad aangekomen, omdat daar geen gevaar te duchten zou zijn. Het Rijk; de generaals; de S.S. Unbesiegbar! Maar het dreunen van de stoomwals is reeds hoorbaar in Dantzig. De Russen komen! Doodsangst en schrik. Sieg-Heil! Joseph Goebbels. De echte Russen komen, maar het volk kent slechts Uw Propaganda-Russen, de bloedige bolsjewieken met het mes tus- schen de tanden; de schoffeerende, moordende, brandende en plunderende barbaren der door U gewekte volksverbeelding. Geef thans tegengif, Joseph Goebbels. Zoek in Uw scherpzinnig misdadig brein, "kleiner Doktor!" Of weet gij het ook niet meer? Gij hebt gezwoegd, Herr Goebbels; gij zijt misschien wel de grootste leugenaar van alle tijden en Uw leugens waren van typisch Duitsch ver- nuft, dat speculeerd op domheid, goedgeloovigheid en vergeetachtigheid. Zoek thans een tegengif, want angst werkt verlammend. Zoek, zoek, of vaar ter helle, vanwaar gij gekomen zijt. -o- Het leger van maarschalk Konjev heeft in 10 dagen tot 20 Januari 21.000 Duitschers gevangen genomen en 60.000 gedood. Er werden 250 tanks, 1500 vuurmonden, 6500 vrachtauto's en 1200 wagons buitgemaakt; en 480 tanks, 900 kanonnen en 15.000 vrachtauto's vernietigd. De veelgeprezen, tot vervelens toe opgehemelde Duitsche grenadier, die altijd overal de wacht houdt aan de grenzen, staat machteloos tegenover den zondvloed, die vanuit het Oosten Duitschland overspoelt. ---