No. 45 31 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. In de Ardennen zijn de Amerikanen verder opgerukt en hebben eenige plaatsen veroverd in Duitschland. Ten Noorden van Straatsburg is de vijandelijke voortgang tot staan gebracht; sedert drie dagen hebben de Duitschers geen aanvallen meer ondernomen. Ten Z. van Straatsburg zijn de Franschen het Colmar-kanaal overgestoken en staan nog 1 km van de stad. Op de Zuidflank ligt de weg Colmar-Breisach onder artillerievuur. LUCHTFRONT. Maandag zware aanvallen van de geallieerde luchtmacht op ver- keersknooppunten etc. achter het westelijke front; o.a. werden aangeval- len : Kassel, Hamm, Münster, Koblenz, Niederlahnstein, Sieg, Krefeld, Trier Pirmasens, Kniserlautern, Osnabrück, Mannheim en Stuttgart. Deze laatste plaats was den nacht te voren door de R.A.F. gebombardeerd. Berlijn werd in drie achtereenvolgende nachten aangevallen. Voor de Noorsche kust werden aanvallen gedaan op schepen en geschutsstel- lingen; twee schepen werden getroffen en een ander op de kust gedreven. Van de vijf Rijnbruggen in Keulen zijn er drie vernield. OOSTFRONT. Een dagorder van maarschalk Stalin meldt dat de Russische troe- pen in Pommeren en Branderburg zijn doorgedrongen, en o.a. Woldenberg, Kreuz en Schönlanke hebben veroverd. Ten Westen van Posen werden Birnbaum, Zirke, Bentschen en Wronke veroverd, en verder nog 200 plaatsen. De Duit- schers werpen hier alle beschikbare reserves in den strijd om de opmarsch der Russen te stuiten. In Oost-Pruisen zijn de Duitsche doorbraakpogingen opnieuw afgeslagen; de Harmann Goering-divisie en verschillende andere pantser- en infanterie-divisies leden zware verliezen. Koningsbergen is ten Noorden en ten Zuiden afgesneden, terwijl twee voor- steden genomen zijn. De spoorbaan en autoweg Berlijn-Dantzig is doorsneden. De troepen van maar- schalk Zjoekov staan 90 km voor Stettin en 80 km voor Frankfurt a.d. Oder. In Silezië rukken de Russen op van Kattowitz naar M.Ostrau. Paul Winterton meldt uit Moskou, dat 6 nieuwe Duitsche divisies, die juist aan het front waren gearriveerd, onder den voet geloopen werden en als ge- vechtseenheden niet meer meetellen. Ten Zuiden van Krakau is Nowy-Targ genomen. VERRE OOSTEN. Op Luzon is de eerste hevige tegenaanval van de Japanners ingezet; deze werd met zware verliezen afgeslagen. O.a. gingen 49 Japan- sche tanks verloren. DIVERSEN. Harry Hopkins, particulier vertegenwoordiger van President Roo- seveld, is met onbekende bestemming uit Rome vertrokken. Generaal Guderian heeft voor de radio in zeer omzichtige bewoordingen me- degedeeld, dat de Duitschers de toestand volkomen beheerschen en rustig en regelmatig terugtrekken naar het Westen, zonder troepen achter te la- ten achter de Russische linies. Verder sprak hij over den aanvoer van re- serves uit het Westen, en dat de legerleiding zal bepalen waar de Russen zullen worden tegengehouden. In het Westen zijn de laatste dagen door luchtaanvallen 10.000 vrachtau- to's en 4.000 goederwagons vernield. Uit een radio-oproep uit Dantzig blijkt, dat daar veel desertie voorkomt onder soldaten en arbeiders, ook vrouwelijke. Hitler heeft gisteren voor de radio gesproken uit het Führerhoofdkwartier (waar zou dat zijn?). Hij begon, zooals vanouds, met het verdrag van Ver- sailles, maar in plaats van daarna 2 à 3 uur te spreken, praatte hij slechts twintig minuten, gedurende welken tijd hij eigenlijk niet anders gezegd heeft tot het Duitsche volk, dan dat het moet doorvechten, ongeacht hoeveel rijksgebied verloren gaat; dat elke gezonde Duitscher bereid moet zijn te sterven, en elke zieke Duitscher om zoolang door te werken tot hij bezwijkt. Wie zich tegen deze maatregelen verzet, sterft een schandelijken dood. Hij is door God aangesteld, en kan slechts door God van zijn plaats gestooten worden. Wat het volk thans doormaakt is niets, vergeleken bij wat het te verwach- ten heeft van een bolsjewistisch-plutocratische overheersching. Commentaar op dezen waanzin lijkt ons volkomen overbodig. Eigenlijk heeft hij n.l. het geheel Duitsche volk ter dood veroordeeld. -o- -2- OM DEN EUROPEESCHEN VREDE. In een redevoering voor de pers heeft generaal de Gaulle uiteengezet, dat Frankrijk den linkeroever van den Rijn opeischt, om te verhinderen, dat Duitschland nog ooit zijn Teutoonsche nieuwe-orde-pogingen toepast op geheel Europa, en zelfs op zichzelf, want de nieuwe orde in Duitsch- land was het begin van den chaos in Europa. Wij hebben voldoende in ons blad uiteengezet, dat wij met de gedachte instemmen om de westelijke gebieden van Duitschland onder economischen en cultureelen invloed te brengen van het beschaafdere Westen, waartoe ons land zeer zeker behoort met zijn roemrijk verleden, zijn groote man- nen in vorige eeuwen en zijn groote werken in onzen tijd, zooals o.a. de drooglegging van de Zuiderzee. Hoeveel indruk dit laatste werk maakte, moge blijken uit een gesprek, dat eens jaren geleden gevoerd werd met een paar Turken in de Orient- Express. Zij vernamen, dat zij met Nederlanders spraken, maar hadden geen flauw vermoeden waar dat land te vinden was op de kaart. Nooit van ge- hoord. Men noemde de Philipsfabrieken in Eindhoven; in elken wagen brand- den een paar Philipsgloeilampen; maar zij dachten dat het een Engelsch merk was. Men noemde van alles en nog wat. Tevergeefs. Tot plotseling een der Ne- derlanders vroeg, of zij dan wel eens gehoord hadden van het droogleggen der Zuiderzee. Toen verscheen een glimlach op het gelaat van den Turk; ja zeker, daarvan had hij gehoord en foto's gezien, Ach zoo; zij behoorden dus tot dat ware volk, dat zeeën drooglegde. Wij zijn werkelijk wel wat waard, landgenooten; en in ons nummer van Maandag l.l. hebt U kunnen lezen, dat wij in het buitenland nog wel ge- waardeerd worden, hoogelijk gewaardeerd. Wij dienen dan ook zeer zeker deel te nemen aan het beschavingswerk, dat onder de Duitschers te verrichten is. Maar hiermede is onze taak, evenmin als die der overige Europeesche mogendheden buiten Duitschland, niet afgeloopen. Wanneer wij ons beperken tot veiligheidsmaatregelen i.z. Duitschland, dan beperken wij ons tot een negativisme, dat op den duur bedenkelijke gevolgen moet hebben. Wij willen herbouwen, weder opbouwen; natuurlijk ons eigen land, maar verder toch ook Europa en de wereld. En dan - wij herhalen, wat wij reeds meerdere malen gezegd hebben - is het beslist niet voldoende om ons alleen om onze veiligheid en Duitsch- lands opvoeding te bekommeren; wij moeten verder zien en verder grijpen. Zeker is Duitschland momenteel 's werelds doodsvijand, gevaarlijk voor elken staat, zelfs voor een staat van roofmoordenaars en meineedigen, zooals het Derde Rijk zelf is; want dergelijke staten kunnen naar niets anders streven, dan naar vernietiging! Maar wanneer de wereld verstart in vorenbedoeld negativisme, dan weet niemand welke verschrikkingen de toe- komst bergt, want dan vergeten wij te bouwen aan de groote wereldorgani- satie, waarvan de vrede het doel is. Wij weten wel, dat een wereldvredebond van alleen maar brave en vrede- lievende staten een naïeve utopie is; daarom streven wij dezen ook niet na. Maar wel eischen wij, dat in principe erkend worde, dat de menschheid de zedelijke plicht heeft om de grondslagen te leggen voor een wereldorde welke op vrede gericht is; op principieele wijziging dus der verhoudingen. De totalitaire staten spotten met de vredesidee, en beweerden, dat er niets hoogers bestond dan oorlog; vrede was goed voor oude vrouwen en zwakkelingen; mannen willen den oorlog, leerde men in Rome en Berlijn. (Laten wij Rome niet vergeten). De practijk leert anders; maar een andere, eeuwenoude practijk heeft ons geleerd, dat niets gemakkelijker is, dan een volk op te zweepen tot het oorlogsideaal, het diets te maken, dat de grootste levensvreugde en de hoogste eer erin gelegen is andere volken te vertrappen en te onder- werpen. De practijk leert tevens, dat een wereld, die alleen maar denkt in termen van bewapening, onherroepelijk in den oorlog terecht komt. Wij herinneren ons, dat de vorige oorlog gevoerd werd "om een einde te maken aan alle oorlogen". Al te naïef geloofde men toen in een plot- -3- selinge uitwissching van de menschelijke natuur. Deze is nu eenmaal niet uit te wisschen; wat zou er van den mensch worden, zonder zijn natuur. Maar wij kunnen hem beschaven en daarmede zijn oorlogszuchtigheid inper- ken, verminderen, hem ertoe leiden andere middelen te gebruiken, dan het botte geweld van wapenen. Reeds nu echter moeten wij de grondslagen leggen voor een op vrede ge- richte wereldorde. Wij opperden reeds het denkbeeld van een braintrust. Dit zouden wij generaal de Gaulle willen toeroepen, wanneer hij spreekt over het bezetten van den linker Rijnoever. Laten wij geen door Duitschers bewoond grondgebied annexeeren, d.w.z. grondgebied, waarop Duitschers wo- nen, nadat het geannexeerd is. Ontruimde gebieden voor schadevergoeding vallen hier natuurlijk buiten. Maar laat ons geen zônes scheppen, welke een haard zijn voor onruststokers, z.g. nationalisten, die geen ander doel kennen dan oorlog en verwoesting. Laat ons werken aan een organisatie van Europa, welke oprecht gegrond- vest is, een rechtsorganisatie dus, die over voldoende politiemacht be- schikt om den vrede te handhaven. Een rechtsorgenisatie, waarin op den duur ook de in vier statengroepen verdeelde Duitsche landen worden opgenomen, wanneer deze landen bewezen hebben hun les uit dezen oorlog, maar vooral uit de nederlaag, getrokken te hebben. Dan kunnen de Duitsche randgebieden bevrijd worden uit hun voogdij, waaronder zij langen tijd zullen moeten staan, en medewerken aan de ver- betering der Europeesche verhoudingen. Het Duitsche ras zal moeten leeren zich menschelijk en behoorlijk te gedragen; het zal zich moeten leeren voegen in grooter verband. Hiertoe is scheppend politiek werk noodig van het buitenland. En wanneer jij over het buitenland spreken, maken wij wel degelijk on- derscheid tusschen de verschillende staten, wat hun cultureele peil be~ treft. Ook in de Europeesche organisatie, welke wij beoogen, zal een cultu- reele hiërarchie moeten zijn, welke beslissend is voor de stem, die een staat zal hebben uit te brengen in de Europeesche Unie. Wij komen op deze kwestie nog nader terug. Voor heden willen wij be- sluiten met erop te wijzen, dat het ons ernst moet zijn met de verklarin- gen van het Atlantic Charter en van Stalin, dat geen wraakoefening, maar organisatie van den vrede doel moet zijn. -o- DE GEHOORZAME DIENDER. Bij de Tulpkazerne te Amsterdam werd een transformatorhuisje opgebla~ zen; de vijand besliste, dat de manlijke bevolking van Amsterdam wacht moet loopen, naar wij vernamen gedurende vier uur per dag of nacht. De Amsterdamsche politieagenten gingen Zondag l.l. braaf van huis tot huis in Amsterdam Zuid om de namen der mannen tot zestig jaar op te nemen, omdat deze voor de wachtdienst werden opgeroepen. Zulke brave dienders toch. Zien zij ooit zwarte handelaars? Een agent, die op de hoogte is van zijn tijd, laat zich door dit gespuis "plat maken" en kijkt den anderen kant op, wanneer hij hun practijken ziet. Maar als de vijand beveelt Nederlandsche mannen te vangen, dan zijn zij meestal indachtig, dat zij vrouw en kinderen hebben - waarmede zij natuur- lijk ook de "platmakerij" kunnen verdedigen - en dus moeten doen wat hun bevolen wordt. Dat hun bevolen is zwarte handelaren te grijpen, vergeten zij het liefst. Maar als de vijand beveelt, hebben de meeste hun ooren wijd open en hun ruggen cirkelkrom. En toch mag niemand van het overheidspersoneel medewerken aan eenige maatregel, welke door den vijand tegen ons volk genomen wordt. Het Amsterdamsche politiecorps zal grondig, bijster grondig gezuiverd moeten worden, want het heeft zich schandelijk gedragen. De uitzonderingen, de waarachtig goede agenten zullen dan met eere te voorschijn treden uit de rijen van het corps, dat maar al te vaak toonde gebrek aan ruggegraad te bezitten. -o- -4- Binnenlandsch nieuws. Wegens een meeningsverschil met min. Gerbrandy is min. Burger afgetreden. Aanleiding is een radiorede van Mr.Burger voor de zender "Herrijzend Nederland", waarop wij in ons volgend nummer nader ingaan. -o- VOORHEEN EN THANS. 30 Januari 1933 ontving Hitler de macht uit handen van president Hinden- burg. Millioenen juichten hem toe als de redder, de wondermensch. Het Duitsche volk had zijn korporaal ontvangen van maarschalk Hindenburg, maar het was niet "de kleine korperaal", die trouwens van niemand de macht ontving, maar ze nam. Korporaal Hitler droomde zich een wereldrijk, dat minstens duizend jaar zou bestaan. "De kleine korporaal" zei eens, dat zijn schepping niet langer duren zou dan hijzelf, en dat zijn zoon blij zou mogen zijn met een lijfrente van dertigduizend francs. Korporaal Hitler heeft geen zoon, doch alleen zijn waan en waanzin. Het Duitsche volk meende, dat de Oostenrijksche korporaal het een sprook- jeswereld van welvaart en geluk zou binnenvoeren, en het brulde en schreeuwde..... en marcheerde, marcheerde tot in den treure. Wij hebben ze gezien in Berlijn de eerste dagen na Hindenburgs misslag, de stad was bedolven onder vlaggen en wimpels; zij geleek een kermis, al waren er duizenden, tienduizenden, die wegdoken, angstig omdat het Beest zich ophief uit zijn duister hol. Marcheeren, marcheeren, paradepas....rechtstreeks naar de gouden eeuw. Thans maakt dat, wat de geallieerde luchtmacht van Berlijn heeft over- gelaten, zich gereed voor de verdediging tegen de Russen. Nog marcheeren de geloovigen onder de vlag van het hakenkruis, en denken aan overwinningen, omdat deze nog altijd voorzegd worden in naam van den Gek van Berchtesgaden. Zij zijn 12 jaar opgevoed in dit geloof, velen van kindsbeen af. "Der Führer schafft es!" Wat? Wat anders dan den chaos, den ondergang? En de haat tegen al wat Duitsch is. Vóór 12 jaar was Berlijn in een nerveuze stemming, maar het was een hoera- stemming. Weer is de stemming nerveus, hypernerveus, maar nu uit angst voor wat komen gaat. Stalin ante portas! -o- DE DAGBLADEN BLIJVEN DEN VIJAND TROUW. "De Courant" van Maandag 29 Jan. j.l. jammert weer ruimschoots over den hongersnood; ook Uilenspiegel heeft een preek verzonnen, waarin het meest opvalt, dat hij bij zijn pogingen om neutraal te schijnen, zoover gaat te beweren, dat "we ons aan de toezeggingen van den Rijkscommissaris moe- ten houden." Dit is nu weer niet slim van Uilenspiegel, want iedere Neder- lander weet, dat de Oostenrijker, die hier de hongersnood organiseert, van professie verrader en woordbreker is. Juist omdat Seyss Inquart zooveel beloofde, staat het vast, dat hij niets zal doen om den hongersnood te lenigen, maar alles om door den honger de mannen te verleiden zich te melden, en om de spoorweg-mannen aan het werk te krijgen, opdat het Duitsche verkeer gemakkelijker worde en de vijand nog meer kan wegsleepen uit ons land, n.l. van die plaatsen waar nog voed- sel aanwezig is. De brave Duitsche spoorwegmannen, waar "De Courant" zoo hooger over op- geeft, brengen geen voedsel naar onze steden en dorpen. Toen troepen uit Amstelveen vertrokken om naar het Oosten te gaan, wierpen de soldaten den meeuwen stukken vleesch toe. Duitsche fijngevoeligheid. Voor de soldaten rijden de vijandelijke spoorwegmannen; niet voor ons. Heel het sentimen- teele gejammer van de bladen heeft ten doel te bereiken, dat er verdeeld- heid komt onder ons Nederlanders, maar niet het lenigen van den hongers- nood, want deze wordt door de Duitschers gewild. Zij willen ons volk verderven met of zonder spoorwegstaking. Hun sentimentaliteit is schijn- heiligheid en huichelachtigheid, zooals alles wat Duitschland bij monde van den Oostenrijkschen landverrader ons toezegde. ---