No:78 20 April 1945 FRONTNIEUWS. WESTFRONT. Binnenland. Harderwijk is bevrijd. Bijna de geheele Veluwe is van vijanden gezuiverd. Een Britsche divisie in Amersfoort binnengedron- gen. De Canadeezen staan op minder dan 20 km. van Amsterdam. De Grebbe- linie staat tusschen Amersfoort en de Zuiderzee onder water; de lage wa- terstand van den Rijn en de Luntersche beek belet het voortdringen van het water in de rest der linie. Door het opblazen van de Wieringermeer- dijken staat de Wieringermeerpolder onder water; de bedoeling hiervan is de Canadeezen te belemmeren, langs de afsluitdijk N.Holland binnen te rukken. Zij staan reeds aan het Friesche uiteinde van den dijk. Bremen is afgesneden; de autoweg naar Emden en die naar Hamburg is door- sneden. De Britten staan 15 km. voor Hamburg. Bij Lauenburg is over een breed front de beneden-Elbe bereikt. Lüneburg en Uelzen werden veroverd. Maagdenburg, Leipzig en Halle zijn in handen der geallieerden. In Leipzig werden 20.000 gevangenen gemaakt en neer dan 1000 kanonnen van 88 mm ge- nomen. Een groot gifgasdepôt en een zender vielen eveneens in geall.han- den. Ten Z.van Leipzig trekken troepen naar Tj.Slovakije om de tankcolon- nes, die het land binnengedrongen zijn, te versterken. Zij staan 100 km. voor Pilsen. In het centrum van Neurenberg wordt verwoed gevochten door ca. 10.000 S.S.lieden, die de brandende stad blijven verdedigen. Fürth is genomen. De geall. rukken zuidwaarts op naar Ingolstadt. In het Ruhrgebied is alle georganiseerde tegenstand opgehouden. Versprei- de groepen worden geliquideerd. Er zijn reeds 316.000 gevangenen binnen- gebracht. LUCHTFRONT. De eenige verbindingsweg van Berlijn naar het Z. via Praag wordt hevig door de geall. gebombardeerd. De R.A.F. heeft tweemaal Helgo- land aangevallen, o.a. met zes-tons bommen. Berlijn wordt iedere nacht meerdere malen door Mosquitos bezocht. OOSTFRONT. Volgens Duitsche berichten zijn de Russen door de hoofdstel- lingen van de Duitsche verdedigingslinie heengebroken en vechten op de Z.O. toegangen van de stad. Moskou geeft de verovering van Forst en Ro- thenburg bekend. De Duitschers hebben de bosschen rondom de stad in brand gestoken.- In Tj.Slovakije zijn Brünn en Märisch Ostrau bijna om singeld. Ten W.van Koningsbergen is de vijand op de haven Pilau terugge- drongen. Hier werden in twee dagen 25 schepen tot zinken gebracht. ITALIE. Het 8e leger heeft Argenta veroverd en is door de corridor in de Povlakte gekomen. De O.flank van de vijandelijke strijdkrachten bij Bo- logna wordt hierdoor bedreigd. VERRE OOSTEN. De Amerikanen zijn op Mindanao geland. Tokio werd herhaal- de malen door superfortresses aangevallen. De Jap.regeering heeft aan de buitenlandsche diplomaten den raad gegeven, de stad te verlaten. DIVERSEN. Apeldoorn is er betrekkelijk goed afgekomen. Het Loo is weinig beschadigd, maar volkomen leeg geplunderd.- Velp is aanzienlijk bescha- digd; de vijandelijke verliezen zijn hier zeer groot.- Zwolle heeft bijna geen schade, maar is zonder electriciteit en water.-Meppel; telefoonkan- toor opgeblazen; station beschadigd.-Groningen; de huizenblokken bij het Noordelijk deel der Vischmarkt in brand gestoken. De Groninger brandweer heeft ondanks de gevechtshandelingen en gewonden zijn werk voortgezet.- In het Lagerhuis antwoordde Churchill op de vragen, die gesteld werden naar aanleiding van de officieele foto's en verslagen over de concentra- tiekampen, dat Eisenhower hem verzocht heeft onmiddellijk een commissie te zenden, om de toestanden vnl. in Buchenwalde in oogenschouw te nemen. Tien Lagerhuisleden zullen heden naar het geall.hoofdkwartier vertrekken. De premier deelde mede, dat ieder, die hierbij rechtstreeks betrokken is geweest, hoog of laag, als oorlogsmisdadiger terecht zal staan. Kamp Belzen bij Bremen bevatte 21.000 mannen en 18.000 vrouwen; velen hadden typhus, vlektyphus of t.b.c. In het vrouwenkamp lag een lijken- hoop van 60m. lengte. Talrijke Duitsche krijgsgevangenen worden door het kamp gevoerd om de toestanden zelf te zien. Goebbels sprak, omdat heden Hitler jarig is. Hij riep op tot den laat- sten weerstand en zei, dat door de standvastigheid van Hitler, Duitsch- land nu nog vocht en het dezen oorlog ontketend had, omdat het de vorige verloor.- De Zweedsche vloot is ter beschikking van de geall. gesteld.- -o- -2- Mededeeling van den Commandant der Binnenlandsche Strijdkrachten. Nog steeds zijn er z.g. Nederlanders, die ondanks het uitdrukkelijk ver- bod der Regeering vrijwillig hand- en spandiensten verleenen aan den reeds verslagen vijand en de door den Bezetter bevolen zinlooze vernielin- gen helpen ten uitvoer brengen. Deze lieden zijn hierbij nu voor de laat- ste maal gewaarschuwd; aan speciale eenheden der Binnenlandsche Strijd- krachten is thans opdracht gegeven gewapender hand tegen dit gespuis op te treden. Wie dus nu nog doorgaat met dergelijk landverrraderlijk werk, speelt met zijn leven. Wie nu niet hooren wil, zal voelen. Commandant Binnenl.Strijdkrachten. -o- In bevrijd gebied zijn door den vijand sluipmoordenaars achtergelaten, die vroegere illegale werkers neerschieten. -o- BUCHENWALDE. Buchenwalde is bevrijd, het beruchte concentratiekamp. De bevelhebber der Amerikanen heeft ca. 1000 inwoners van Weimar door het kamp gevoerd, waar nog dagelijks 40 menschen sterven van uitputting. Bij groepjes van 100 worden de inwoners naar het crematorium gebracht, waar nog honderden geblakerde lijken in de ovens lagen. Op de binnenplaats tallooze dooden, mager als brandhout en ook als brandhout opgestapeld. Door de stinkende hokken, waar de uitgemergelde gevangenen lagen, die niet meer konden staan, worden de goed gevoede inwoners gevoerd, en door het laboratorium, waar artsen proeven namen met nieuw serum op levende menschen, waarvan 90% stierf. Van de 60.000 gevangenen zijn 40.000 gestorven. Amerikaansche artsen trachten de overlevenden te redden. In de stallen werden voorheen dui- zenden doodgeschoten, ook menschen, die in het geheel niet voorkomen in de registers van het kamp. Maar de inwoners van Weimar beweren nooit iets van martelingen en moorden bemerkt te hebben. Ons zusterblad "Radio Oranje", merkt hierbij op: "Weimar ligt op 15 km. afstand van het concentratiekamp, maar wij in Nederland wisten wèl wat er in Buchenwalde gebeurde". -o- De bevelhebber der marinetroepen, die Groningen verdedigde, heeft per- soonlijk de capitulatie der stad aangeboden. Deze werd natuurlijk aan- vaard, maar de Canadeesche bevelhebber aanvaardde niet de hem toegesto- ken hand van den Duitscher, die volkomen noodeloos menschen en stads- wijken had opgeofferd, nadat zijn zaak reeds verloren was. De Duitsche officieren zijn alle eerloos geworden door dezen oorlog; men drukt eerloozen de hand niet. De dijken van de Wieringermeer zijn op 2 plaatsen doorgestoken; er zijn gaten in van ca.20 M. Dit geschiedde op bevel van den "netten" gene- raal der vliegers Christiansen, die met een Nederlandsche getrouwd is. Altijd waren er landgenooten, die beweerden, dat Christiansen heusch een nette man was; hij is een doodgewone bandiet, zooals alle Duitsche gene- raals en overige officieren en manschappen. -o- Koninklijk Besluit van 12 April 1945 betreffende de instelling van voor- loopige Gemeenteraden. - Deze worden samengesteld uit een kiescollege, dat het drievoud bedraagt van den voorloopigen Raad. De burgemeester heeft een commissie van 3 vertrouwensmannen, die de leden van het kies- college voordragen. Deze moeten het vertrouwen der bevolking hebben be- houden of verkregen. De burgemeester legt de candidatenlijsten voor aan den Commissaris der Koningin, die zich laat bijstaan door een commissie van 5 leden. Alle geestelijke, en maatschappelijke stroomingen moeten evenredig in het kiescollege tot uitdrukking komen. Een maand na de in- stelling van den Gemeenteraad worden de Wethouders verkozen. De minister van Binnenlandsche zaken zal bekend maken, welke gemeenten voor deze voorloopige regeling in aanmerking komen. Gedeputeerde Staten worden be- noemd door den Minister van Binnenlandsche Zaken. Betreffende de Prov. Staten zijn geen beslissingen genomen, daar niet gebleken is, dat in de huidige omstandigheden hieraan behoefte bestaat. -o- -3- EUROPA's NIEUWE GEZICHT. De groote worsteling -de grootste van alle tijden- spoedt zich ten einde. Hunkerend als wij zijn naar dat einde, is het de paradox, die speciaal voor dezen, onzen illusie-loozen tijd is weggelegd, dat de meesten onzer, zich thans reeds bezighouden met de vraag: wanneer moeten wij zulk een ramp vreezen? Deze bewustheid, dat de vrede een broos bezit is, tempert onze vreugde. Daarom mogen wij treuren. Doch wij hebben er evenzeer reden in tot dank- baarheid. Want zoo zij spreekt voor onze illusie-loosheid, zoo bewijst zij ook onzen werkelijkheidszin. En de kans is groot, dat deze ons zal bewaren voor de nooit-meer-oorlog-gelukzaligheid, en de dwaasheden van een roekeloos beheer van den vrede. Het is de onsterfelijke verdienste van een man als Franklin D.Roosevelt dat hij zijn volk bewust deed zijn van de waarheid, dat de wereld één geheel is, waaruit zich geen volk kan afzonderen. Het is onze dure plicht, dat nimmer te vergeten. Het is onze plicht, op den dag der be- vrijding, den dag van den wapenstilstand en den dag des vredes te beden- ken, dat wij den vrede zelf in de hand hebben; hem licht kunnen verspe- len en hem moeilijk kunnen herwinnen. Het ligt niet in de bedoeling, hier vergaande beschouwingen te geven en plannen te ontwikkelen voor een "vredes ontwerp". Wel echter willen wij aandacht vragen voor enkele algemeene opmerkingen over de beteekenis van de toekomstige organisatie van Europa voor het vestigen en behouden van den vrede -minstens in Europa, misschien in de wereld. Aan de oude opvatting, dat de vrede het best beveiligd is, wanneer elk land op zichzelf blijft, en aan zichzelf alleen denkt, gelooft wel nie- mand meer. Wij kunnen eraan voorbijgaan. Aan de mogelijkheid om uit den chaos van verleden en heden over te stappen in een wereldordening, waar- in alle "Menschen werden Brüder" en alle staten als broer en zus gries- meelpap uit één bordje lepelen, zal ook wel niemand gelooven. Zoo groeit noch de mensch, noch de collectiviteit der menschen. Ergens tusschen beide in ligt de waarheid; misschien niet de waarheid voor eeuwen, doch de onmiddellijke, voor ons uitvoerbare waarheid. De vraag is slechts, hoe dicht bij het eene, of hoe dicht bij het andere uiterste. Wie zich daarvan een voorstelling wil maken, doet goed te bedenken, dat Europa zekere politieke tradities heeft, waaraan veel van de oude ellen- de is toe te schrijven. Wij doelen op de oude leer van het evenwicht der groote naties, het evenwicht der groote spanningsvelden. Wij zijn zoo gemakkelijk en langzaam-aan gewend geraakt aan de gedachte, dat de Europeesche politiek beïnvloed, zelfs beheerscht wordt door de spanningen tusschen groote mogendheden; wij spreken zoo gemakkelijk over het ontstaan van conflicten, door belangentegenstellingen tusschen dien en dien grooten staat; wij vinden het zo vanzelfsprekend, dat in derge- lijke spanningen kleinere mogendheden partij kiezen voor den een, en te- gen den ander; zóó natuurlijk, dat wij vergeten, dat het heelemaal niet de natuur der dingen behoeft te zijn. Men zal zich herinneren, hoe kort na de bevrijding van Frankrijk de eer- ste, en ongepast koortsachtige pogingen in het werk gesteld werden, om maar vast weer bondgenootschappen in elkaar te timmeren. Men zal zich onze critiek daarop herinneren. Thans is, meer nog dan toen, het oogen- blik gekomen om erop te wijzen, dat het eenig heil voor Europa waarlijk niet te verwachten is van een stelsel, waarbij allerlei staten zich maar vast om andere, grootere staten heen groepeeren en zoo het natuurlijke, historische krachtveld dier staten vergrooten. Toen later in Griekenland het weinig duidelijk spel der belangen scheen te ontbranden, hebben wij ons afgevraagd, of het Middenlandsche Zeebek- ken niet voldoende oude cultuurrechten had om gespaard te blijven voor het lot van koloniaal expansieterrein en diplomatieke concurrentie-arena. Diezelfde vraag stellen wij thans, en thans ten opzichte van heel Europa. En wij beantwoorden haar: NEEN! Wij erkennen de beteenis in verleden en toekomst van Frankrijk. Doch wij zien niet in, waarom terwille van de vermeende noodzakelijkheid eener Fransche beveiliging, of om derwille van Frankrijks glorie, andere staten gezogen moeten worden in een Atlantisch-Kustblok. Wij zullen niet gemakkelijk den heroischen strijd van Engeland, eens ge- heel alleen, tegen den overweldiger vergeten; noch ook de persoonlijke -4- bijdragen van historische figuren, zooals Churchill er zeker een is. Wij zullen nooit vergeten, dat wij verlangend en vertrouwend konden uitzien naar het Britsche Rijk als draagster van de bevrijdingsgedachte, juist omdat dáár een volk in trotsche vaderlandsliefde een Rijk gesticht had met wereldbeteekenis. Doch wij zijn ten eenen male onontvankelijk voor de noodzakelijkheid, dat daarom half Europa als angstige lammeren moet drommen om in de luwte van de groote zuster de aanvallen van een of an- deren boozen wolf af te wachten, of dien met geblaat te verjagen. Wij zullen nimmer ondankbaar zijn voor wat het jonge en in bloed gewon- nen Rusland aan beslissende bijdragen geleverd heeft, ook voor onze vrij- heid. Doch waarom de andere helft van Europa ongevraagd moet worden inge- deeld in een Oost-Europeesche "belangenspheer", waarvan de belangen òf problematisch, òf anti-Europeesch zijn, en waaraan de spheer met de goed- geefschheid der niet-belanghebbenden ergens gelegd wordt, waar geen Rus meer zijn belangen zou vermoeden, dat ontgaat ons. Wij zijn erkentelijk. Maar wij meenen onze bondgenooten niet te eeren door hun een politieke vraatzucht toe te schrijven à la Attila. Noch ook zijn wij bereid, een dergelijke gulzigheid, zoo zij zich mocht voordoen te prijzen. Wat wij dan willen? Wij hebben geen "plan voor de Europeesche veiligheid" klaarliggen. Wij meenen echter, dat Europa thans aan de beurt is, om haar belangen op den voet van saamhoorigheid en werkelijk evenwicht te regelen. Dat evenwicht wordt niet gevonden in het scheppen van enkele groote belangenspheren of krachtvelden, waarvan de ontlading het vuur doet inslaan, niet in het hart dier krachtvelden, doch ergens in het niemandsland, dat zich Europa noemt. Dat evenwicht wordt niet gevonden, doordat nog tijdens dezen strijd en bij vredesonderhandelingen en daarna in vredestijd om het hardst gegroepeerd wordt in pro en contra, alsof men al weer voor den volgenden strijd zich gordt. Eerder denken wij aan een Europeesch ordening, waarbij noch hiér, noch dáár het zwaartepunt ligt. Een Europa, waarin de verscheidenheid van vol- keren recht ervaart in den organisatievorm. Een Europa, dat zichzelve federeert in evenwichtige groepen, waardoor iedere groep ongeveer zoo belangrijk, levensvatbaar en krachtig wordt als thans de grootste domi- neerenden. Maar in de vazallenpositie van meeloopers met een "grooteren" zal het zelfbewustzijn der Europeesche staten groeien. Niet in het bewustzijn, schuil te gaan voor een aanvaller-in-spe. Wel echter in een krachtiger verband, dat de wetenschap geeft, even goed te zijn als de beste, even sterk als de sterkste, even bloeiend als de bloeiendste. Hoe..? Dat is van later zorg. Wanneer wij het eerst maar eens zijn over de hoofdzaak: geen veiligheidsvlucht, geen ondergang in invloedsspheren en geen "natuurlijke" infiltratiezônes. -o- NOGMAALS: HANDHAAFT ZELFDISCIPLINE. Een bekend Nederlandsch spreekwoord luidt, dat de laatste loodjes het zwaarst wegen. Wij herinneren hieraan, niet omdat wij vreezen, dat de laatste dagen der bezetting het allerverschrikkelijkste zullen vertoonen, wat wij ooit hebben meegemaakt, want wij hebben het dezen hongerwinter zwaar genoeg te verduren gehad en zijn wel aan een en ander gewend. Wij herinneren er slechts aan, omdat wij andere "zware loodjes" bedoelen, n.l. het volhouden van ons zelfbedwang, terwijl de bevrijding vlak bij is. Wij zijn beu, meer dan beu van de bezetting; wij walgen van al wat Duitsch is, of ernaar riekt; wij "kunnen ze niet meer zien" nietwaar, en nu is het gevaar allerminst denkbeeldig, dat sommigen hun geduld op het laatste oogenblik verliezen en van hun vreugdegevoelens doen blijken, terwijl de vijand nog in de stad is. Wij waarschuwen met de meeste klem en nadruk voor elke overijldheid; in het thans bevrijde gebied zijn velen daarvan nog het slachtoffer geworden. Vermijdt alles, wat op provocatie lijkt, gaat niet staan kijken, wanneer de vijandelijke troepen met een of ander bezig zijn; houdt U zooveel mo- gelijk afzijdig. Wij hebben U noodig na de bevrijding voor den wederopbouw. Spaar Uzelf voor dien tijd. -o- De Nieuwe Amsterdammer 20 April 1945 Bonnenlijst Bijlage No. 1 Bon No. 408 . . . . . 400 gram brood B 452 . . . . . 400 gram brood 409 . . . . . 1 Kg aardappelen B 453 . . . . . 250 gram kindermeel of 210 gram tarwebloem C 06 . . . . . 100 gram kinderdrankpoeder C 05 . . . . . 5 Liter melk De melkbonnen E 10, D 07 en C05 zijn aangewezen voor resp. 12,7 en 5 liter gestand. melk van 15 tot en met 28 April. Voor Noord-Holland zal echter op bon D 07 in plaats van 7 liter, 10 liter gestand.melk worden afgeleverd.Bij voldoende aanvoer zal dit rantsoen ook in Amsterdam van 15 tot en met 28 April kunnen worden afgeleverd, doch zal in plaats van gestand. melk karnemelksche pap worden afgeleverd. De in aansluiting aan de bonnenlijst voor Noord-Holland aangewezen inlegvellen B 02 voor 4 liter gestand. melk geldt niet voor Amsterdam. -o-