Gevonden via ”delpher.nl”

Uit tijdschrift:

VREDE
orgaan van het vredes studie bureau
1936 no. 6



Vrouwen!
Ik wil U wijzen op Uw taak zonder daarbij uit te gaan van een of ander dogma, zonder mij te beroepen op gangbare principes of op oude wijsheid.
Mijn uitgangspunt is alleen: Uw vrouw zijn.
Van nature is de vrouw bestemd om moeder te worden, waarmede ik zeer zeker niet wil zeggen, dat zij haar levensdoel moet zoeken in het moederschap. Maar wel volgt uit deze natuurlijke gesteldheid der vrouw, dat zij van nature bestemd is leven te schenken, te koesteren en te verzorgen.
Want dit alles zit vast aan het begrip: moederschap; niet slechts het baren van kinderen, maar ook de verzorging en niet in de laatste plaats de opvoeding.
Opvoeden is een positief begrip en kan geen anderen inhoud hebben, dan het kind tot mensch te maken.
Mensch zijn wil zeggen redelijk wezen zijn, want de mensch is niet slechts natuurlijk wezen, maar is tevens het eenige met rede begaafde wezen en door de rede onderscheidt hij zich juist van alle andere natuur.
De mensch moet dus niet slechts zijn natuurlijke zijde laten gelden, maar evenzeer zijn denken en daarom moet de mensch redelijk leven, wanneer hij aanspraak wil maken op den naam: mensch.
Hij dient dus zijn natuurlijke driften redelijk te richten, ook de zeer gevaarlijke drift: de agressie, d.w.z. de drift om alles buiten zichzelf te lijf te gaan.
Wordt deze drift niet redelijk gericht, d.w.z. dient zij niet voor een redelijk doel, dan uit zij zich alleen als vernietigingswil en deze wil is geheel in strijd met het wezen der vrouw, want de vrouw is de leven schenkende, de verzorgende, de koesterende en dus de opbouwende.
Gij leeft in een mannenmaatschappij, vrouwen en deze maatschappij rust zich toe voor de volslagen
vernietiging van alle leven; dit is sinds eeuwen hel geval, maar de vernietigingswil der mannen wordt steeds grooter; hun vernuft stellen zij ten dienste van het uitdenken van steeds verschrikkelijker vernietigingsmiddelen.
Dit is in strijd met Uw wezen, vrouwen!
Gij zijt de koesterenden; bij U zoeken wij rust en troost, wanneer het leven te ruw is, wanneer wij moe zijn van den strijd. Dit deden wij, toen wij nog kinderen waren; en dit doen wij nog als wij vol. wassen zijn; ook dan zoeken wij rust en vrede in Uw armen.
Uw taak is leven, rust, veiligheid schenken. Hoe kunt gij dan lijdelijk toezien, dat de algeheele vernietiging wordt voorbereid? Hoe kunt gij dan lijdelijk dulden, dat Uw kind wordt afgericht tot menschenmoordenaar?
Misschien zult gij zeggen, dat Uw kind zoodoende het vaderland verdedigt en de vrouwen en kinderen beschermt. Maar dit is niet waar. Geen macht ter wereld is meer in staat de vrouwen en kinderen, die thuis gebleven zijn, te beschermen, omdat de vliegende dood over U komt zonder dat iets of iemand hem kan weren. Omdat het gif en de brisantgranaat uit de lucht zal vallen en zal dooden zonder aanzien des persoons.
Uw zoon kan U daartegen niet verdedigen.
Misschien zult gij zeggen, dat de wet het eischt en dat wij de wetten hebben te gehoorzamen.
Maar wat is een wet tegenover Uw geweten, tegenover het besef van Uw mensch-zijn en vooral van Uw vrouw-zijn?
Uw taak is op te bouwen; hiertoe zijt gij van nature bestemd en dus is dit ook Uw zedelijke plicht, omdat
gij Uw natuurlijkheid redelijk moet laten gelden, dus menschelijk.
Misschien zult gij zeggen, dat de wetten Uonmondig verklaren, U belemmeren te handelen naar verkiezen, U binden aan de wil der mannen.
Maar ik zei U reeds: wat is een wet, als gij niet wilt en op welken grond zoudt gij gehoorzamen aan bevelen van Uws gelijken, de mannen, die U niets te bevelen hebben, omdat zij niet Uw meerderen zijn, ook al beweren zij dat sinds duizenden jaren.
Gij hebt zoo'n groote macht, vrouwen. Uw liefde!
Gij kunt Uw liefde aan wenden om de gewelddadige macht der mannen te richten op een zedelijk doel. zoodat deze macht een zedelijke kracht worde. En gij kunt den mannen Uw liefde onthouden, wanneer zij weigeren menschelijk te zijn.
Menschelijk willen zijn beteekent: afstand doen van alle macht, ook van de economische en de geldmacht.
Macht beteekent dwang en dus onvrijheid en dus onderdrukking en dit is in strijd met Uw wezen,
vrouwen, want gij zijt de opbouwenden; welnu! opbouwen en onderdrukken sluiten elkaar uit. Macht beteekent dwang en haat en strijd. En gij zijt de koesterenden, vrouwen en dus is de macht ook daarom in strijd met Uw wezen.
Kinderen baren? Ja!, maar dan voor het leven.
Kinderen opvoeden. Ja!, maar dan tot menschelijkheid.
Gij, die het leven schenkt, moet het leven liefhebben.
Maar weiger dan ook; weiger hartstochtelijk Uw kinderen af te staan om te dooden en gedood te worden.
Weiger kinderen voort te brengen om den mannen materiaal te leveren ter verwoesting.
Weiger! Besef Uw vrouw-zijn en Uw menschelijkheid.
Ontwaakt. vrouwen, tot het besef van Uw taak. De wereld heeft U noodig. Nu. Op dit moment. Gij kunt den ondergang verhoeden.
Mr. Drs. A. Börger.