19-1-1969
De rechten van den mens.
In dec 1986 was het 20 jaar geleden dat zij werden afgekondigd.
De rechten van de mens vloeien logisch voort uit het wezen. Declaraties kunnen geschonden worden. Men doet niet anders. Maar aan de r.v.d.m. kon niemand iets af of toedoen.
Wat is recht?
De wording ervan.
Het begin van recht is de onvrijheid, De mens is dan nog onvrij.
Hij kan zichzelf nog niet als zedelijk doel stellen, want hij is nog niet geboren.
Daarom heeft hij nog niet de wil tot vrijheid = zelfverwerkelijking. Natuurmens.
Met het individu bewustzijn ontstaat de wil tot vrij zijn. (zich los maken uit de collectiviteit, zelf beslissen.)
Voor de primitive mens is het verstoren van de orde (het evenwicht) een misdaad. Wil om te verstoren is niet vereist. Het gaat om het feit. De bloedwraak. De wraakgedachte gaat over in recht.
In de M.E.: de privileges.
De dolende ridder - bedoelt recht.
Inderdaad gaan orde en vrijheid samen.
Het verstoren der rede is negatief. Negatie hiervan --> het principe der compensatie.
Er zijn nog steeds privilages en dolende ridders.
Heel moeizaam is het recht voor allen veroverd.
In de vorige eeuw het kiesstemrechtprivilege.
Zolang een volk privileges aanvaardt, kent het de vrijheid niet.
Dito slavernij.
De absolute monarchie: "le peuple est taillable enz."
33 à merci = willekeur; het volk was dus rechteloos.
Kwam ook tot uitdrukking in de lettres de cachet.
Met het toenemen van het bewustzijn groeide de wil tot zelfverwerkelijking; de mensen werden zich ook bewust van zichzelf.
Nederland: de gewetensvrijheid.
Frankrijk : de politieke vrijheid.
De roomse kerk en de absolute monarchie streden voor het onrecht. Dat doet de roomse curie nog.
De strijd om deze vrijheid is de strijd voor individualisatie: zich losmaken, bevrijden uit het collectief. Persoonlijke verantwoording.
De individuatie ligt in de rede.
De vrijheid, het recht liggen dus in de rede, want vrijheid en recht zijn wezenskenmerken van de mens als bewustzijn.
Het eerste bewustzijn van recht is vaak de gunstverlening:
bijv. de vroegere werkelozensteun.
In dit verkeert het "recht" van de sterkste.
Recht en belangen.
Recht en politiek.
34
Dr. van Kleef.
Belangen en privileges.
De strijd tegen het egoïsme is strijd voor de vrijheid.
20 jaar geleden werd een breed gebaar gemaakt: de rechten van de mens.
Waren ook al in de Franse revolutie vastgesteld.
Wat zijn deze rechten?
D.w.z. in hoeverre kunnen wij vrij zijn?
Wij bestaan. Onze geboorte gaat buiten onze wil om. Zij vloeit voort uit het natuurlijke aspect van de aarde.
Ons bestaan is resultaat van een natuurgebeuren. Het eindigt ook als een natuurgebeuren: sterven.
De aarde behoort aan ons en bij ons en andersom.
Ta.v. het aardse leven zijn wij dus allen gelijkberechtigd, kunnen wij gelijke aanspraken maken, want wij behoren erbij, domweg vanwege ons bestaan.
De primitieven delen de opbrengst van de jacht.
Al wat leeft behoort bij de aarde.
De aarde is de tot leven gekomen natuur. Zij is een proces. Het leven behoort bij de aarde.
Het handhaven van het bestaan is de verwerkelijking van de natuurlijke behoeften, die beperkt zijn.
35
Maar wij zijn meer dan natuur en in dit meer zijn ligt onze menselijke vrijheid.
Het dier handelt uit instincten.
De oermens dito. (en de moderne mens ook nog veelvuldig)
Het ontwaken van het bewustzijn = van het individu = van de wil tot vrijheid.
Vrijheid en zelfverwerkelijking.
Nu komt de verwerkelijking van de zedelijk behoeften aan de orde en deze zijn onbegrensd en individueeel gevarieerd.
De mens doet wat hij is.
Hieruit moet blijken waartoe de mens gerechtigd is.
Zelfverwerkelijking.
Het is ontoelaatbaar binnen te treden in de subjectieve sfeer.
Rechten en plichten.
De plichten zijn alleen in orde, als zij vrijwillig aanvaard zijn.
Wij hebben ook het recht tot onvrijheid van onszelf: de misdadiger, de nazi's, de roomsen, die het gezag van de curie aanvaarden.
---