Psychologie
Behaviorisme.
Behaviorisme is afgeleid van het Engelse woord "behaviour": gedrag ---> objectieve psychologie.
Lange tijd beschouwde men de psychologie als de wetenschap van het bewustzijn. Bij gevolg kon de introspectie slechts de enig bruikbare methode zijn. (introspectie is zelfwaarnemingsmethode van bewustzijnstoestanden).
Deze methode stelt: "Wie zou beter mijn waarnemingen, gevoelens en dromen kennen dan ikzelf?. Ik ben de enige getuige en ben dank zij de introspectie in staat ze te ontleden."
Deze opvatting is onjuist en moet falen. Het probleem is nl., dat men zelf geen onpartijdig waarnemer kan zijn van zichzelf. Slechts in de klinische psychologie speelt de introspectie nog een kleine rol omdat een typische psychologie in de tweede persoon is.
In 1913 ontstaat in de Verenigde Staten o.l.v. Watson, de energieke voorganger van het "Behaviorisme”een nieuwe vorm van psychologie.
Volgens Watson kan de psychologie slechts de wetenschap van het gedrag zijn. In plaats van zich te baseren op het bewustzijn en de introspectie, moet de psychologie er zich toe beperken het organisme in alle mogelijke situaties te observeren. De enige elementen die een wetenschappelijk onderzoek verdienen zijn de gegevens omtrent het verbale en motorische gedrag dat zich steeds kan aanpassen. Wanneer het organisme aan een actie blootgesteld wordt, heeft het de neiging de gevolgen ervan ongedaan te maken, hetzij door invloed uit oefening op datgene wat de actie teweegbrengt, hetzij door zelf t veranderen. Door de verschillende reactiepatronen die zich bij prikkels voordoen met elkaar te vergelijken, lijkt het mogelijk om wetten op te stellen, waarmee men kan aangeven hoe iemand op een bekende prikkel zal reageren of om, op grond van het waarnemen van een bepaalde reactie, de aard van de prikkel af te leiden.
De belangrijkste sleutel voor dit systeem vormt de conditioneerde reflex, aangezien de instincten zelf te herleiden zijn tot een reeks kettingreflexen. Alles leert men, zelfs om uitdrukking te geven aan emoties. Opvoeding kan het gedrag veranderen.
Eigenlijk is deze psychologie er een van het bewustzijn. Als je maar genoeg malen met de kop tegen de muur loopt, dan leer je vanzelf wel je te matigen. Degene die te star zijn om te matigen en hardleers komen vanzelf wel onder psychologische behandeling om hun maatschappelijk gedrag te veranderen. Ze worden dan aangepast aan de gangbare maatschappelijke vormen. De behavioristen leggen het accent op het vermijden van pijn en onlust, in plaats van op het streven naar welbevinden en geluk.
Het behaviorisme kweekt meer robots en is alzo de tegenhanger van de analytische psychologie.
Op de analytische psychologie is aan te merken dat deze onvolledig is. Jung spreek niet over de wil en de fantasie, de verbeeldingskracht nog over de (lagere) begeerten, driften, impulsen verlangens.
De Italiaanse psychiater Roberto Assagioli (1888-1974) is de grondvester van het systeem "psychosynthese”. Hij onderscheid zich van de psychoanalyse doordat hij in zijn motivatieleer naast de biologische en sociale behoeften een gelijkwaardige plaats inruimt voor de zogenaamde "hogere”behoeften en strevingen: de menselijk behoefte het leven een zin te geven, te streven naar realiseringvan hogere waarden en de behoefte aan een spiritueel leven. Hij acht het laatste even belangrijk als de eerste. Tevens last hij, "de wil” in zijn systeem in.
Naar Assagioli 's mening vormt de wil de kern van de persoonlijkheid. Ontdekt de mens dat hij/zij een wil heeft, dan wordt hij/zij zich bewust van zijn/haar keuzevrijheid, het vermogen relaties aan te gaan en het vermogen zichzelf en anderen in een gewenste richting te veranderen. Training van de wil via diverse technieken vormt een belangrijk deel van Assagioli's toegepaste leer.
In het stermodel staat 8 voor het centrum van het bewustzijn, het ik of ego.
1 is waarneming.
2 is emotie / voelen.
3 is impulsen / begeerten.
4 is imaginatie (verbeeldingskracht).
5 is denken.
6 is intuïtie.
7 is willen.
Zelf draai ik punt 5 en 6 om want intuïtie is er eerder dan denken (AdZ)
Maar met bovengestelde schema ben je er nog niet,
Assiogioli zegt dat één mens op één gegeven moment blijk kan geven van verschillende, eventuele contradictionaire attitudes (tegenstrijdige houdingen) op verschillende bewustzijnsniveaus. Zo kan iemand, bijvoorbeeld, fysiek gesproken extravert gericht zijn, emotioneel introvert en intellectueel wederom extravert, Ook de wil kan introvert of extravert gericht zijn.
Bij een bekent psychopathologisch syndroom, de manisch-depressieve psychose en bij de normale, door Krerschezer (1888-19640) Duits psychiater) "cyclothym” (cyclysche psychosen) genoemde per persoonlijkheden, ziet men ook extraversie en introversie elkaar met een zekere regelmaat afwisselen.
Duitse erfelijksonderzoekers hebben zich op de stambomen dezer patiënten geworpen. Nu heeft iedereen wel een gek in zijn voorfamilie gehad of iemand met een of ander afwijking. De Duitse onderzoekers meenden echter dat de psychose inderdaad van erfelijk consttuele aard is. Vergeten werd dat de depressieve ouders hun kinderen deze actievorm leren. Het fenomeen der pseudo-erfelijkheid werd over het hoofd gezien zoals ook bij de psychpatie.
Abraham (1908-1970) stelde een motivatietheorie op. Het is niet het model van één bhoeft, maar een hiërarcheie in de zin van "volgorde” van basisbehoeften van de mens. Van laag naar hoog onderscheidt hij:
1 fysiologische behoeften. (waarschijnlijk hebben de behavioristen hun aandacht tot dit niveau beperkt)
2 behoefte aan zekerheid.
3 sociale behoeften.
4 behoefte aan erkenning.
5 behoefte aan zelfontplooiing
Volgens Maslow (Amerikaan) heeft de mens een ingeboren tendens tot psychische groei. Psychische stadia worden door verschillende mensen in een verschillend tempo doorlopen en sommige blijven halverwege steken of regresseren onder de druk van de omstandigheden.
Dit laatste duidt aan hoe het komt dat mensen,die men in een lange tijd niet ontmoet heeft soms zo erg kunnen mee- of tegenvallen. De vraag is echter wie regressief is, de één of de ander. Degene die in de tijd een voorsprong heeft gemaakt op de ander zal meestal teleurgesteld zijn bij het weerzien.
De Amerikaan Maslov behoort tot de humanistische stroming. Maslov (1988-1970) beschrijft in een van zijn boelen, dat een depressief mens, dikwijls zijn depressie kan overwinnend.m.v. het luisteren naar harmonisch klinkende muziek, het lezen van gedichten of verheven literatuur, het bezien van goede schilderijen enz. Men kan dan door de muziek, literatuur of iets dergelijks in een wat hij noemt "bovenbewuste” stemming komen waardoor men het gewone leven weer aankan.
Eén van de bekendste presidenten van Amerika had het nodig om na zeer moeilijk werk en vooral ondankbaar werk naar harmonische muziek te luisteren. Hierdoor kwam hij weer in zijn gevoelsevenwicht. Matlov creëert dus een motivatietheorie.
Naast voorgaande psychologische richtlijnen en systemen zijn er nog vele. Allen hebben echter gemeen dat ze eenzijdig zijn en te weinig begripsverbijzonderingen kennen. Daardoor wordt het onmogelijk om een cliënt met een methode te behandelen. Hoe de opbouw van de behandelijg zal zijn, hangt af van de totale situatie waarin de cliënt verkeert. Mede speelt natuurlijk ook de kennis en de begaafdheid van de therapeut.
Vorengaande is nog maar een klein gedeelte van bestaande therapieën. Nieuwe methoden van therapie komen als een wervelwind over ons heen en de situatie wordt steeds verwarrender. De enige mogelijkheid is, om eruit te komen, alle nieuwe psychologische diversiteiten kritisch te lezen en ze wijsgerig te analiseren.
Arnold de Zwart
30-8-1982