Index-
pagina


                               Die Zauberflöte. (1791).

Het libretto is geschreven door Schikander.
De componist is Mozart.

Zowel Schikander als Mozart waren "Vrijmetselaars". De "vrijmetselaars" zijn verenigd in loges. In 1732 werd de eerste loge in Frankrijk opgericht en in 1734 in den Haag.
De "vrijmetselarij is een verbond van mannen. Vrouwen mogen niet toetreden. Er zijn ook nog verscheidene richtingen te vinden tussen de diverse loges, zelfs in een stad als Wenen. Toch is van alle het grondprincipe: kracht, wijsheid en schoonheid.
Ze huldigen dan ook ethische, pedagogische en humanistische idealen. Nu zijn er over de gehele wereld nog steeds "vrijmetselaars loges".
De vrijmetselaars verplichten zich hun broeder in nood waar ook ter wereld te helpen. Men wordt alleen tot de loge toegelaten als men een vlekkeloze naam heeft. Men wordt dus maar niet zonder meer toegelaten. Eer men een echte vrijmetselaar is geworden, moet men wel gestudeerd hebben in de grondbeginselen en zich een zgn. "meester-brevet" hebben verworven.
Een belangrijk punt in deze leer is het stellen van absolute vrijheid voor de persoonlijke mens. De uitgevoerde riten zijn nogal geheim en geheimzinnig, zit vol met symbolen en is mysterieus.

Mozart had zich ook de wereldbeschouwing van de Rozenkruisers eigen gemaakt. De Rozenkruisersverbonden zijn ouder dan de "vrijmetselaars-loges".
Het merkwaardige is dat er tussen Rozenkruisersbonden onderling en de vrijmetselaars grote verschillen bestonden waaruit grote ruzies ontstonden.

Men streeft in de gehele geschiedenis, maar ook heden ten dage nog steeds naar WIJSHEID, maar handelt nog steeds onwijs door onderling ruzie te maken. Dit geldt voor godsdienstige en maatschappelijke bewegingen.
Men zoekt te weinig naar wat vereend en teveel naar verschillen, dus naar datgene wat verdeeld.
Rozenkruisers en Vrijmetselaars garen hun zgn. inzichten vanuit vroegere mysterie-godsdiensten die in de oudheid in het oosten o.a. Egypte en India kortere of langere bloei doormaakten.
"De Zon", "het Licht", worden als symbolen gebruikt. Maar ook het aloude begrip van de Maan-godin doet mee als het grote agressieve nachtelijke vrouwelijke, wat alles in zich opneemt en o.a. een symbool is van wraak en het verslindende. De oorspronkelijke "Vrijmetselaars" gingen terug tot de tijd van de Egyptische piramidebouw.
Isis was een Egyptische vruchtbaarheidsgodin, echtgenote van de vegetatiegod Osiris. In de mythe over hen, wordt de herrijzenis van het leven uit de dood uitgebeeld. In het Hellenisme deed de Isis-dienst een beroep op de innige persoonlijke religiositeit. (Het Hellinisme is de cultuurperiode die begint bij Alexander de Grote en eindigt met de dood van Cleopatra, dus ongeveer van de 3de  tot de 1e eeuw voor Christus). In de Hellenistische Isis-verering staat de mysterie-priester centraal..
In "Die Zauberflöte" is Sarastro een parallel tot de Isis mysterie-priester.



Figuren die optreden in "die Zauberflöte.

Tamino is een Japanse prins - zoon van de lichtkoning in het oosten.

Sarastro is de hogepriester. Reeds in de 6e eeuw voor Christus treedt deze figuur op als de         "heler van het leven".
In diepste zin was hij de verkondiger en hogepriester van de almachtige wereld - schepper Ahumarazdao en zijn zonne-rijk. Hij is in strijd met Angramainjoe )Ahriman), de grote hinderaar en heer der duisternis. Aan het eind der strijd treedt Ahuramazdao als overwinnaar te voorschijn en dan volgt de opstanding der doden.

Pamina is de dochter van de koningin van de nacht.
Koningin van de nacht is de "maangodin". Een (Egyptische) Isis-figuur. Zij is de verslindende moeder. In deze "grote moeder-figuur) is het goede en het slechte voorondersteld. Er heeft nog geen afsplitsing plaats gevonden, zoals in de latere Christelijke "Maria figuur" die alleen maar goed, heilig en dus zuiver is. De maan kan het licht van de zon wel ontvangen maar niet bij zich houden. Als een nieuwe geboorte moet zij het licht weer afgeven en vrijlaten  in de wereld der verschijning. Zij is het oergevaar, dat zich op de weg van de man tot zichzelf tegenover hem stelt. De koningin der nacht is de representatie van het vreeswekkende aspect van de "grote moeder", die de mythologische held in de strijd met de draak moet overwinnen. Lukt hem dit niet, dan zakt hij weg in het onbewuste.+

Papageno is "de gewone, eenvoudige mens", die het hogere niet kan vatten en die geen interesse heeft voor wijsheid. Hij zingt: "Der Vogelfänger bin ich ja". Dus gewoon maar het geluk uit de lucht gevangen. De vreugde van het hogere zal hij nooit smaken.

Papagena is ook al de verpersoonlijking van de gewone doorsnee mens. Papageno en Papagena behoren tot het rijk van de Saters. Bosgod)  Zij leven op het natuurlijke vlak (symbool het bos). Zij verpersoonlijken de grove zinnelijke instincten. Drinken, eten, spelen en lastig vallen van nimfen in het oude Griekenland.

Monostatos, de Moor. Dit is de figuur die donker is. Monostatos vertolkt de donkere broeder, die ieder mens in zich heeft. Dit zijn barbaarse en minderwaardige gevoelens.

Drie (zilveren) dames van de koningin van de nacht.  Deze dames, die gesluierd zijn, stellen drie verborgen aspecten van de maan voor. Welke aspecten het zijn blijft verborgen (gesluierd).



Getalsymboliek
Drie is het grondgetal der "Vrijmetselaars". Er zijn drie graden van inwijding: leerling, gezel, meester. Driemaal moet de leerling kloppen, driemaal wordt de "zoekende" langs het "altaar" van de meester geleid. Drie zuilen zijn de zinnebeelden voor de idealen van de loge: wijsheid, kracht en schoonheid. Het getal drie vertolkt initiatief, de impuls der scheppingsenergie.
*1 = these = te verdedigen stelling
*2 = antithese = tegenstelling
*3 = synthese = samenstelling 1 + 2 = drie-eenheid
1 = potentie,  2 = structureel,  3 = functioneel


In Mozart's Zauberflöte gaat het om de vraag "hoe wordt men mens?"
Mozart laat het onbevredigende van het natuurlijke leven zien. Als geneesmiddel geeft hij de omvorming van de natuurlijke mens tot de geestelijke mens. De loutering ontstaat door beproevingen en de verlossing door liefde, vriendschap en wijsheid.

Wat de Vrijmetselaars en dus ook Mozart wilden, is niet uit te voeren. De massa is middelmatig. De eisen, die hooggestemde bewegingen en godsdiensten stellen zijn te hoog. Christus wordt nog elke dag gekruisigd. Slechts een minderheid bereikt de wijsheid die Rozenkruisers en Vrijmetselaars stellen,  al moet erkend worden, dat zij eens de zuurdesem van het maatschappelijk gebeuren waren. De Vrijmetselaars hebben een belangrijke bijdrage geleverd tot de bevrijding der boeren uit de lijfeigenschap, tot de afschaffing van folteringen en tot bescherming van de arbeidersklasse. Het waren ongetwijfeld idealisten.

Achtervolgd door een slang wil zeggen door het natuurlijke. De slang hoort bij de aarde. De zoon van een koning, de prins hoort in en paleis en dat betekent op het geestelijke vlak en niet op het natuurlijke, want daardoor wordt hij overmand en valt buiten bewustzijn.
De drie dames vertegenwoordigen zielsaspecten van de maan, het oervrouwelijke.
Deze instincten (instinct is het weten der soort) redden de prins, want zij doodden de slang. Dan ziet Tamino "der Vogelfängert", de primitieve natuurmens "Papageno". Hij is de gemiddelde mens, met weinig problemen als hij zijn buik maar kan vullen, enz..
Hij blaast op een zgn. Panfluitje (Enige fluitjes naast elkaar tot een eenheid verbonden).
Pan is de oude bosgod en god der rivieren en behoort zo tot de natuur, wordt uitgebeeld met bokspoten.
Papageno is een snoever en daarom wordt hij voor een leugen bestraft. Tamino ontvangt een portret met de beeltenis van Pamina. Omdat mannen die nog niet zijn ingewijd in de wijsheid en liefde steeds naar de buitenkant van een vrouw kijken en ze daarop vallen, wordt hij onmiddellijk een vazal van Amor vanwege "dies Bildnis ist bezauberend schön".
De koningin van de nacht probeert hier direct munt uit te slaan. Van de drie damens krijgen zowel Tamino als Papageno een toverinstrument. Papageno krijgt een klokkenspel en Tamino een fluit.
Een klokkenspel heeft o.a. als symbool, dat het vrolijk en eenvoudig klinkt, een natuurmens heeft er plezier mee. Diepte kan men er niet inleggen, zodoende past het bij Papgeno. Voor Papagena is het spelen van Papageno (herkenningsmelodie) een natuurlijke aantrekking.(zij is een vogelvrouwtje).

Tamino krijgt een fluit. De fluit is een van de oudste instrumenten die wij kennen. Over de betekenis in de loop der eeuwen van de fluit is een compleet boekwerkje te schrijven. Volgens de Heilige Schrift ligt het ontstaan van de fluit in de rijd van de oergeslachten.  De oude culturen beleefden de muziek als een geschenk van de goden. Een voortwerken van de oerklank.
Daarom is het mogelijk om met fluitmuziek de goden aan te roepen. Tamino heeft de goden nodig om de komende beproevingen te doorstaan en kan door middel van de toverfluit in contact komen met de wijsheid der goden, zodat hij de beproevingen met goed gevolg kan ondergaan.
Pamina wordt achtervolgd door Monstatos. Monostatos is als "zwarte broeder-figuur" de natuurlijke zwakke kant, die elk mens met zich draagt.
Niemand ontkomt eraan omdat elk mens in de dualiteit leeft.
Tamino betreedt het grondgebied van Sarastro, begeleid door drie knapen. Een knaap moet nog man worden en is nog onschuldig omdat hij nog niet volwassen zijnde niet alles kan overzien.
Tamino klopt driemaal op een poort en hoort bij poort 1 en 2 "terug". Op de middelste poort geklopt en die poort gaat open. Dit slaat op de methode der Vrijmetselaars, die een speciale volgorde van kloppen op een deur hebben.
De middelste poort gaat open omdat op dat punt de synthese, dus de samenvoeging van
1 en 2, ligt
Op de poort van de linkertempel (1) staat "Tempel der Natuur. Op de rechtertempel (2) staat "Tempel van het Verstand". Op de middentempel (3) staat "Tempel der Wijsheid". De synthese geeft dus wijsheid.

Monostatos kwelt Pamina met zijn wellustig gedoe. Monostatos is immers de natuurlijke kant. Het gedoe maakt Pamina onrustig en zij wil vluchten. Dat ze onrustig is wil zeggen, dat zij nog niet sterk genoeg is om het natuurlijke af te weren. Sarastro vergeeft haar "haar zwakte", ze knielt immers voor hem, hetgeen wil zeggen, dat ze als dochter van de koningin van de nacht, haar trots opgeeft. Trots van een mens is oorzaak, dat men geen volledig mens kan worden.

De koningin van de nacht komt terug. Zij beveelt haar dochter om Tamino te doden. Maar dat gebeurt niet omdat Pamina reeds zover gevorderd is, dat ze geen wraakgevoelens meer kent. Zo verliest "het gevoel" het van het "denken". Sarastro zegt: "In diesen heiligen Hallen kennt man die Rache nicht".
Tamino en Papagena moeten zwijgen, (inwijdingsbevel). De in te wijden persoon moet leren: "Wees standvastig, verdraagzaam en zwijgzaam". Weer drie gegevens.
Papageno kan het praten niet laten en ook zal hij nooit de onthoudingen van de geneugten des levens kunnen laten. Daarom zal hij de vreugde van het leven nooit kennen. Hij verlangt er ook niet naar. Hij zal altijd in de ellende van de gespletenheid en het egoïsme blijven steken. Maar vastgesteld moet worden, dat hij geen slechte kerel is. Naar inwijding verlangt hij ook niet, hij is maar een gewoon mens, als zovelen. Hij rijpt echter wel op zijn niveau en zal een goede echtgenoot en toekomstig vader worden.
In een grot zingen twee geharnaste mannen een koraal. De rot is het symbool van het aardse. De poort der grot verbindt het aardse met het hemelse. Samen gaan ze, Tamino en Pamina, terwijl Tamino op zijn fluit speelt door een vuur en een waterval. Het vuur als oud reinigend symbool en het water als het onbewuste, door beide krachten moeten ze gelouterd worden.
Dit is een oeroud symbool der echtelijke verbinding en het zien der verantwoordelijkheid. Dan probeert de koningin der nacht nog eenmaal haar macht te doen gelden d.m.v. de Moor
en hem te beloven dat hij Pamina zal krijgen als hij haar in haar macht herstelt. Het is echter te laat, de "Wijsheid" heeft overwonnen. Tamino en Pamina hebben inzicht in het hogere gekregen. Ze zijn volwassen.



A.  Rosenberg schrijft in zijn boek Die Zauberflöte:

Wij worden getuige van de verbinding van Tamino en Pamina die in de zin van wederzijdse geestelijke verantwoordelijkheid hun huwelijk voltrekken, nog vóórdat Sarastro hen in de laatste overwinningsscène voor het aangezicht van de zon en haar al-doordringende licht verenigt.
Pamina kan dit niet doen uit eigen kracht: "Ich werd' an allen Orten an deiner Seite sein, ich selber führe dich, die Liebe leite mich" zingt zij.

Dat is dus het grote geheim van Pamina, zij is doordat zij de dood ervaren en overwonnen heeft, zo doordrongen van liefde, dat zij voortaan overal en altijd daardoor geleid wordt.
En omdat zij door de liefde tot helderziendheid is gekomen, is zij in staat de man zó te leiden op "grauser Bahn", als hij het alleen niet zou kunnen. Daarbij onthult zij tevens de herkomst  van de toverfluit als erfdeel van de zonnekoning, haar vader.
Vanuit de diepte van de duizendjarige eik, de levensboom, heeft de zonnekoning hem in een verborgen uur gesneden, daarom is het de stem van de goddelijke koning, die klinkt uit de houten fluit.
Daarom is het ook mogelijk, dat de elementen tot rust komen, zodat het verenigde paar, begeleidt door een eigenaardige, plechtige marsmuziek, door de macht van de klank, welgemoed schrijdt door de duistere nacht des doods.


                              Haarlem, 30 - 04 - 1979   A.F.C. de Zwart