Index-
pagina

Vishnoe daalt op aarde neer.

Een van de vele Indiase scheppingsmythen

Geprobeerd wordt is aan het bekende op wijsgerig en psychologisch gebied een nieuwe dimensie toe te voegen betreffende bovengenoemde mythe.

In de mythe wordt ons de geschiedenis van het ik verteld.
De mythe ontstaat omdat de mens o.a. begiftigd is met fantasie, magische gevoelens en combinatievermogen (d.m.v. hersenwerking)
De mens komt oorspronkelijk uit het "Nachtbewustzijn". In dat nachtbewustzijn verkerende, zittende in het nachtelijke duister voor zijn legerstede, ziet hij sterren en sterrenbeelden, die steeds terugkomen.
In de bergen lopende (o.a. de Himalaya) ervaart hij wonderlijke dingen, die hem overweldigen, want hij heeft nog een zwak dagbewustzijn. Hij voelt de tegenstellingen in de natuur van scheppen en vernietigen aan. De ontwikkeling van het persoonlijke "ik" is ook te vergelijken en vernietigen. Zo lopen de de gebeurtenissen parallel.

Toelichting: Een mens zegt bijv. vandaag "ik" tegen datgene wat hij nu in zijn macht heeft. Wanneer hij evalueert en een stap in zijn persoonlijke ontwikkeling verder komt, dan zegt hij "ik" tegen iets, dat een rijkere inhoud heeft, dan het eerste "ik" dat hij gisteren bezat.

***

Uitleg "Mythen der mensheid" A Eliot.
De Indische literatuur bevat belangrijke mythen, die twee grote onderwerpen behandelen; de cyclische wereldtijdperken tussen opkomst en ondergang van opeenlopende scheppingen en de tussenkomst van de goden om de goddelijke orde te handhavenwanneer die met vernietiging wordt bedreigd.
Zulke crisis gaan altijd gepaard met de verschijning van een demon, die de wereld in een chaos probeert te storten. Een Indische miniatuur laat Visnoe's eerste incarnatie als Matsia (Sanskriet voor vis) zien.
Terwijl Brahma ( de wereldziel) in de nacht voorafgaande aan de nieuwe schepping sliep,steeg het water tot het de aarde overdekte. In zijn slaap liet de god de Veda's heilige geschriften, die alle wijsheid bevatten, vallen en de demon Hayagriva nam ze mee naar de bodem van de oceaan. Vishnoe verscheen in de gedaante van een visgod, gewapend met een knots en vocht duizend jaren met de demon voordat hij hem definitief versloeg en de Veda's weer bemachtigde.

***

Uitleg Vishnoe daalt op aarde neer.

Op de hoogste top der bergen=symbool van zuiverheid.
Daar is rust en komt men tot bezinning, verder kan men veel overzien. Men staat dichtbij de hemel en dus het hemelse. De hemel tachtigduizend mijlen in omvang is 8 x 104. Het getal 8 is psychologisch het getal van de verandering, ongroeiïng het verleden en vernieuwd worden. Het getal 8 betekent als verbinding van 3 + 5 bewustwording en luitering.
Waar vindt een mens meer rust en kansen op bewustwording en loutering als hij op grote hoogte alles kan overzien en in zuiver beschouwing kan komen tot religie. (met religie wordt geen godsdienst bedoeld)
8 x 104 wil zeggen: acht, 10 duizend maal versterkt.
(10 is het getal van de mens in actie, van de scheppende mens. Het getal 4 is het getal van de natuur, doch ook van de psyche, vandaar de macht van het kruis.               Het geestelijke beginsel "Christus opgehangen aan het natuurlijke materiaal: hout".
Er bevinden zich 5 vijvers.
5 is de overschrijding van 4 en is het zinnebeeld van de denkend bewuste mens,
Dit oord is hoger dan de hemel van Brahma, Brahma is de god van de oude hindoes en betekent "de wereldziel"Ook wel "het absolute"of  "de universele Geest", Brahman.
Degenen die hun hartstochten volkomen hebben overwonnen zijn de mensen die de tweeheid, van geest en natuur, die in ieder mens in beginsel aanwezig is, hebben doordacht en daardoor in volkomen evenwicht zijn gekomen.
Deze mensen zijn wijs geworden en doorzien het leven, daardoor kunnen ze boven de tweeheid "god en demon" uitkomen en worden geestelijk zuiver, zodoende kunnen ze in - de hemel "Haikoente" doordringen en hebben een zuiver inzicht verworven.
De hemel is het verblijf van Vishnoe.
Vishnoe=de bewaarder, dus ook beschermer. Voor talrijke hindoes is hij de "Universele God". Hij draagt gewoonlijk 4 symbolen: een discus, een schelp, een staf en een lotus. Telkens wanneer de mens hulp nodig heeft, verschijnt deze welwillende god als een avatar, of reïncarnatie op aarde. Algemeen wordt geloofd, dat reeds negen avatars zijn verschenen, een tiende moet nog komen. Sommige avatars vindt men terug in de Indische geschiedenis.
(5)

De betekenis van Vishnoe en zijn symbolen.


De vier symbolen van Vishnoe.
De schelp is, dat uit het grote onbewuste “de zee” komt.
De grondslag waaruit Vishnoe oprijst is vanuit het onbewuste. Hij vertegenwoordigt het bewustzijn, dat moet ontstaan, omdat niets in een eenzijdigheid opgaat. Overal zit dualiteit in.
De discus stelt de grote symbolische reikwijdte voor die een “god” kan overbruggen. (Het denken is alles overbruggend)

De staf is het symbool ven “macht hebben”, maar ook het magisch vermogen tot wijsheid.
De lotus behoort als soort tot de (water)lelies en heeft een gebroken witte kleur, het symbool van zuiverheid, dat uit het onbewuste (het water) opbloeit.

Vishnoe heeft 9 avatars (reïncarnaties) gehad 9=3x3 is drie maal scheppingsimpuls.

***

Vishnoe troont in een geelkleurig gewaad (geel = zonneschijn en symbool van helderheid) gezeten op witte lotussen (wit= de kleur van de zuivere onschuld).

De edelsteen “kaustoebha”komt bij het karnen van de Oceaan uit het water. Als in het onbewuste van een mens beroering komt omdat het gekarnd wordt, kunnen er wonderlijke dingen (edelstenen) naar boven komen, zoals in sommige vormen van yoga.

(blz139) Aan de rechterzijde van Vishnoe zit Laksmi, de godin van de liefde schoonheid en geluk. De evenwichtige mens kan alleen zuiver blijven als hij het grote manlijke een vrouwelijke levensgevoel laat spreken in gelijkheid. Als de mens, de weg van het redelijk denken volgt en zijn vrouwelijke (o.a. intuïtie) levensgevoel laat meetasten, dan streeft hij naar een toestand waarin Vishnoe en Laksmi verkeren, nl. in goddelijke harmonie. Naar mate dat hij hierin slaagt is hij dichter bij de gelukzaligheid.

Vishnoe rijdt op een achtwielige goeden wagen. Goed is symbool van zuiverheid en tevens “zonnesymbool”Acht wielen: “Acht” is het symbool van dood en wedergeboorte, dus ontgroeiïng aan het verleden en vernieuwd worden. Het achtwielige rijtuig la. Door demonen voortgetrokken. Het verleden achter zich en is dus gericht op de toekomst, terwijl de demonen het voertuig trekken. Die demonen zijn blijkbaar aan banden gelegd en in dienst gesteld van het geheel. Dit betekent mede “het goede kan niet zonder tegendeel, het kwade”.
De mens draagt altijd zijn donkere broeder met zich mee. Brahma is de onpersoonlijke wereldziel, maar tevens ook schepper. Ee tijdruimte van twaalf miljoen jaren der goden. Dit getal is 12x106 >In 12 moet men ervaren , dar de volledige persoonlijkheid pas tot haar recht komt in dienst van het groter geheel en dat zij door daarin op te gaan haar bestemming vervult.
10 is het getal van de mans in actie en 6 is "de dualiteit" 3voudig beleefd, da spanning heeft op 3 niveaus doorgewerkt. In  het getal  "twaalf miljoen"zit het te bereiken eindpunt. Allicht dat Brahma (de wereldziel) zich dan ter ruste wil begeven>
Saywrata betekent "die in zijn waarheids-gelofte getrouw is"  Hijn was geheel aan Vishnoe gewijd. Hij deed boete, waarbij water zijn enig voedsel was. men kan doen boeten doen omdat men zelf iets verkeert heeft gedaan, maar ook omdat een ander fout is geweest en dat werkt ver door.
Vergelijk de christelijke opvatting over Eva. Door de fout van Eva boeten nu nog alle vrouwen.
Een Ned. priester dr. F.v.d. Heer (met een voorwoord van mgr.dr.J. de Jong) schrijft in zijn in 1941 pag. 94 (dat is onderdriching in't ware geloof "Eva die den vloek over zich afriep en in smarten baarde en tot erfschuld".

(7) blz139)

Hanoe – voortplanter en heer der mensheid Hanoe is een een boek waar wijsgerige stelsels in beschreven worden. Het is een wijsgeerte over het menselijk handelen, later komt er de idee der verlossing in voor

Satyawrata, wiens naam betekent – die zijn waarheidsgelofte getrouw is – is een wijze en tevens vorst. Een vorst is degene, die alles kan doorzien en in zijn wijsheid tot zuiver begrip kan komen. Natuurlijk ontkomt ook de wijze niet aan de twee-eenheid (dualiteit in zichzelve) d.w.z. ook hij doorziet niet direct alles en handelt dus ook wel eens verkeerd.

In zulk een geval moet hij wel eens boete doen. Opgemerkt dient te worden, dat elk mens een vorst kan zijn t.o.v. zijn eigen zieleleven. Satyawrata hoeft dus geen koning van een volk te zijn.

Tijdens een plengoffer houdt Satyawrata een saphari (klein visje) in de hand.

Water is van oudsher het symbool van het onbewuste waar nochtans ook leven in zit. Het is leven op natuurlijk niveau. Volgens biologen is de mens voortgekomen uit de zee. Als dat zo is, dan heeft later de omslag van alleen maar onbewuste naar het bewuste plaatsgevonden.

De saphari is als nietig visje de totale omslag van Vishnoe (scheppingsenergie) aangezien we aan het begin van een nieuw tijdperk staan, moet alles opnieuw, dus als aanvang beginnen.

Alle aanvang is nog onvolledig, omdat het nog niet is wat het worden moet.

Elk beginsel is tevens aanvang maar moet groeien naar volgende stadia. Het visje moet uitgroeien tot het volwassen is geworden. De weg tot volwassenheid gaat langs schepping, behoud en vernietiging (blz. 140 regel 17) Langs die weg loopt het pad der ziel, het is intuïtie en gevoel samen, hetwelk later door het denken bevrucht moet worden.

(8)

Aan het einde der Yoega is “aan het einde der wereld tijdvak”. Binnen zeven dagen vanaf heden o koning, bedwingen uwer vijanden, zullen de drie werelden van aarde – lucht en hemel – neerzinken in het water der vernietiging. Het getal 7 is in de psychologie het begrip “persoonlijkheid”. Aarde lucht en hemel zijn drie elementen, die noodzakelijk zijn voor het bezielde leven. De aarde is de potentie waaruit de mens naar voren komt, de lucht is de voorwaarde om tot leven te komen en de hemel is het bezielende. Samen vormen zij de scheppingsenergie. Door het water der vernietiging, dus door “het onbewuste” zullen ze overspoeld worden. Als een mens eenzijdig leeft in het onbewuste en zijn zieleleven daarin geen grote rol laat spelen, wordt het bewuste overspoeld door het onbewuste. Hij zinkt daar a.h.w. in weg of vlucht in een of ander vorm van depressie of erger ziekte.

Hierna volgt een primirie zondvloed verhaal. De grote wijze koning Satyawrata heeft vanwege zijn wijsheid, inzicht in de structuur der menselijke verhoudingen. Daarom wordt hij op een schip met alle levenselementen zoals dieren, zaden etc. gered.

(De wijze heeft de situatie in zijn macht.) Hij omringt met zeven rishis (dichters). Het getal is reeds eerder beschreven.
Hij is omringt door dichters wil zeggen, hij is omringt door kunstenaars en de dichters proberen evenals alle kunstenaars “het onzegbare te zeggen” op eigen wijze. Voor zover dit de kunstenaar lukt ontstaat een meesterwerk plus een dimensie die boven dat van de meester ligt. Het kunstwerk probeert de waarheid te zeggen van het object en is dus idealiteit van het gesteld onderwerp. Dus te meer de kunstenaar er in slaagt om zijn onderwerp vrij te maken van alle beperktheid van zijn gegeven, des te groter kunstwerk is het en wordt het onderwerp vrijgemaakt vn zijn beperktheid.

(9)

bldz 140 Satywrata krijgt op zijn schip zeven kunstenaars (rishis) mee. Het getal zeven drukt een volledigheid uit van gaast en stof en is daardoor het grondgetal van het begrip persoonlijkheid. De wijze Satywrata (koningsbeginsel) vormt met de zeven dichters, acht personen. Het getal acht drukt dood en wedergeboorte uit en is als zodanig “bewustwordingen loutering”. De scheppingskracht van het getal acht (3+5) drijft het schepsel in de problematiek, waardoor het ondergedompeld wordtin een tevoren ongeweten zijde van de werkelijkheid,waardoor het ook verborgenkrachten leert kennen. Uit deze crisisfase tevoorschijngekomen, voelt het zich herboren en open voor nieuwe perspectieven.

Wanneer het schip door de krachtige wind heen en weer wordt geslingerd, zal ik tot u komen en moet gij door middel van een grote slang aan mijn hoorn vastmaken.

De “slang” is het symbool voor “aarde “ (de slang kan in een rondje liggen) en deze moet aan het schip vastgebonden worden en wel aan de hoorn. De hoorn is “de hoorn des overvloeds van Vishnoe, die de scheppingsenergie voorstelt.

Dan zult ge in uw binnenste mijn ware grootheid leren kennen, welke men param en brahman het hoogste brahman noemt. Het hoogste brahman is het hoogste absolute, dus het meest zuivere wat te bereiken valt, bldz. 140 onderaan.

Daarna mediteert de vrome vorst en komt zodoende tot zijn eigen absolute nulpunt, innerlijk en dat is tevens het rustpunt, waar vanuit nieuwe impulsen kunnen opkomen. Hij heeft het gelaat naar het oosten gekeerd, dus naar het punt waar het zonnesymbool verschijnt.

(10)

bldz 141 Dan begint een eerste fase (ontwikkelingstrap) van “het Zondvloedverhaal”, dat in veel later in allerlei culturen steeds weer opduikt en steeds hoger ontwikkelde vormen aanneemt om te eindigen in het christelijke Bijbelse verhaal. Wat opvalt is dat (op regel 5) gesproken wordt over zeven heiligen en tevens van zeven kluizenaars.

“Rishis”, “heiligen” en “kluizenaars” zijn blijkbaar woorden voor hetzelfde begrip. Madhoesoedana (midden bldz 141) is ook een zonnesymbool, dat onafhankelijk van Brahman kan ontstaan. Het schip wordt aan de hoogste piek van de Himalaya vastgebonden en daarna daalt het water, waarna een nieuwe schepping kan plaats vinden. Demensheid die onbewust was weggezakt kan opnieuw geboren worden. Het schip is een “groot moeder”symbool waaruit waaruit het nieuwe geboren kan worden. Dat dit vanuit de Himalaya-top gebeurt is logisch omdat dit het symbool is van het zuivere waar vanuit men alles kan overzien.

Op bldz. 142 begint a.h.w. het vervolgverhaal.

Het woord awataras, betekent “een geïncarneerde gedaante. Steeds vindt er een ontwikkeling plaats in de gehele mensheid en ook in de afzonderlijke mens. Het zijn ontwikkelingen meestal periodiek van zowel positieve als negatieve psychische krachten. De ever vertegenwoordigt die psychische kracht, die het de positieve psychische krachten mogelijk maakt om boven het aards uit te komen, want tussen het onbewuste en het bewuste is het aardse de symbolische nullijn ten opzichte van de totale psyche bldz 142 midden.

Wanneer die veile vijand vernietigt is, enz. wil zeggen, dat de negatieve psychische krachten het “echte hogere menselijke”, steeds proberen te nivelleren.

Bldz 142 midden. “Het doden van degene die de Veda lezen”wil zeggen dat degene die de “Veda”( te vergelijken met de bijbel) lezen, die “Waarheid lezen van datgenedaGod geopenbaard of gedicteerd heeft”. De Veda's behelzen eeuwige waarheden, zijn tegen niemand bevooroordeeld en bedoelen het welzijn van iedereen. Hun woorden zijn daarom volkomen betrouwbaar.

Hiranyaksha blijkt en soort opper-duivel te zijn, die net als Lucifer (in de bijbel) ver- en uitgeworpen werd, door het allerhoogste (God). Het duivelse, de verkeerde natuurlijke kant van de mensen, die “het hebben” aanwakkert, zet alle edele psychische krachten opzij en dompelt de mensen onder in de jacht naar veel bezit, genieten enz. en is aldus een kracht, die alles in brand zet en de mens perverteert (verderft). De opperduivel beschikt over vuur Bldz 143 bovenaan. Eerst bemerkte Brahma de demon niet, daar zijn lichaam waarin de mieren de huid , het vlees en het bloed hadden verteerd enz. Dit betekent, dat de negatieve psychische krachten (de mieren) alles hadden geëlimineerd. Brahma herkent Daitya, wil zeggen het goddelijke doorziet alles, dus ook de kluizenaar die niet aan de term kluizenaar voldoet. Brahma is de onpersoonlijke wereldziel en de ziel laat zich niet begrijpen als natuurlijke geest of geestelijke natuur.

Het zuiveredenken is ook: de geest. Aangezien het zuiver denken alles kan doorlichten kan Brahma ook alles doorlichten. Zodoende wordt Daitya herkent.

Als het zieleleven de kans krijgt en om onontwikkelde, maar nog wel sluimerende krachten op te wekken, kan een psychisch aspect weer herboren worden. De ziel is de goddelike krecht in de mens en kan sluimerende of onontwikkelde krachten weer in gang zetten. Zo'n psychische kracht kan dan onmiddellijk in volle kracht te voorschijn komen.

(12) Het hoeft niet een goede psychische kracht te zijn.

Begeerte om bv. Uit armoede te komen is goed, wanneer de materiële armoede overwonnen en men dan in overvloed wil leven is de begeerte niet goed meer en moet ingedamd worden.

Bldz 143 midden. De god komt op zijn zwaan gezeten uit de hemel. De zwaan is in India een heilig dier. Dit dier, een statige vogel, meestal wit, verzinnebeeld het zuivere (kleur wit) smetteloze hogere goddelijke beginsel , dat onaantastbaar is. Tevens kan het de hemel met de aarde verbinden. Vogels zijn dikwijls de “boodschappers”, symbolische beschrijvingen van het vermogen der ziel om zich vrijelijk elders in een meer innerlijke, vrijere, geestelijke wereld te bewegen.

Bldz 142, na 2/3 deel.

Zij veroverde de drie werelden dit is aarde, lucht en hemel. Daar oefende “de begeerte” dus zijn tiranniek bewind uit.

De begeerte behoort tot de natuurkrachten in de mens, die de mens door ontwikkeling van zijn psychische vermogens moet overwinnen. Hier op bldz 144 bovenaan schiet de de “geestelijke scheppingsenergie”van Vishnoe, hij is immers goddelijk te hulp, waardoor de mogelijkheid geschapen wordt om “de begeerte te ontgroeien en die geschapen wordt om “de begeerte” te ontgroeien en die nieuwe tijd, zegt de mythe is niet ver meer af.

Vier zonen had Daityas onder welke Prahläda uitblonk. Hij was het verstgevordeerd in echte menswording en de positieve psychische krachten hadden zich sterk ontwikkeld. Hiermee wil gezegd worden, dat uit het lagere, het hogere ontwikkeld kan worden. Het kind wordt per slot van rekening jongeling. De psychische krachten zijn dan zo sterk geworden, dat speren enz. (onderaan bldz. 144) hem niet meer kunnen kwetsen.

(13) bldz 145 bovenaan. Niets echter deert de deugdzame Prahläder.

Als de jongeling echt volwassen is geworden, ketst alles op hem af. Hij is onkwetsbaar geworden omdat hij wijs is geworden en inziet dat de waarheid van de mens is “de ontsnapping vanuit natuurlijke naar de geestelijke sfeer. In de christelijke leer is het met de figuur van “Jezus” niet anders want hij is ook de vertegenwoordiger van geestelijk inzicht. Het is in wezen de weg van vervolgens instinct, gevoel, verstandelijk (eenzijdig) denken naar het redelijk denken.

Verstandelijk denken is het uit elkaar denken der begrippen. Redelijk denken is het vereningen der tegendelen, ontstaan tijdens het analyseren der begrippen. Hierdoor ontstaat wijsheid, hetgeen tevens te begrijpen is als “zuiver begrip”

bldz145 2/3

Hiranyaksipoe slaat op de zuil. Die zuil is het “verstarde” in zijn eigen innerlijk. Het is datgene, wat verdrongen is en nu plotseling te voorschijn komt om wraak te nemen in de vorm van Vishnoe. Het is dier noch mens! Het is een god in mens-leeuwengedaante. De leeuw is een zonne-symbool. De manen der leeuw veersymboliseren de zonnestralen.

Het diepere inzicht dat de mens heeft verworven, die echt volwassen is geworden, is gelijk aan het licht van de zon, dat alles helder doet worden en waartegen niets bestand is.

Hierna treden de onstervelingen, dit zijn de positief psychische factoren van het bewustzijn op en prijzen de hoogste god “het totale inzicht”, dat boven alles uitgaat.

Bldz 147 Zo werd Hiranyakasipoe niettegenstaande de hem door Brahma toegestane gunst door Vishnoe gedood. Dit is een geniale vondst van de Indiase vertellers.

Tot besluit:

Het is niet eenvoudig om een mythe op de juiste manier te verklaren. Er zijn zoveel vormen en er zitten in één mythe dikwijls zoveel aspecten, die de ene keer op een natuur-gebeuren en de ander maal op een scheppings of psychisch uit- of inzicht bestaat, dat het veel onderscheidingsvermogen vraagt om een juiste beoordeling te geven.

Een mythe spreekt inbeelden en niet in begrippen en dit maakt een vertaling van het verhaal zo moeilijk. Oorspronkelijk werd de inhoud der mythe mondelijg doorgegeven. Dit betekent, dat er in de loop der eeuwen vele veranderingen in het oorspronkelijk gegeven, werd aangebracht. In deze mythen van Vishnoe komen nogal veel hoge getallen zoals duizenden of miljoenen jaren voor. Het is echter niet aan te nemen of op zijn minst twijfelachtig of men 3500 jaar voor Christus reeds met duizenden kon rekenen of werken.

Misschien kan men een mythe zoals over die waarover hier werd geschreven, alleen maar enigszins toetsen als men zelf de Indiase en Nepalese tempels heeft bezocht en zich onbevooroordeeld open heeft gesteld voor het onbewuste waarin vele Indische en Nepalese burgers zich nog bevinden als ze in de tempel vertoeven.

Mythen zijn ook te vergelijken met de grote dromen der mensheid. Ook de droom spreekt in beelden en de individuele droom is de mythe van het individu, die aan zichzelf verteld om zichzelf duidelijk te maken, hoe hij volgens zijn eigen vitale gevoel in het leven staat.

Het voorgaande is nog lang niet alles vertelt wat er mee te delen valt. In deze verhandeling is geprobeerd zoveel mogelijk de mythe uit te diepen.



Haarlem 19-1-1978