P r o f. F o r e l s t i c h t i n g
=======================

ter bevordering van een harmonische levenswijze

Secretariaat:
Da Costaplein xxx Amsterdam W.
Telefoon 12.96.16

Penningmeester
Anton Waldorpstraat xx, Amsterdam W.
Postgiro 225400
Gem.giro F. 2600


S Y L L A B U S

van de door Mr.Drs.A.Börger gehouden cursus:

"De huidige phase in de strijd der sexen"
================================

uitgegeven door de Prof. Forelstichting.


   De strijd der sexen is even oud als de mensheid, maar wij doen er juist aan het begrip "strijd" niet enkel te zien als geweldpleging, ofschoon ook die voorkwam en -komt, noch als enkel strijd om de macht, al zij direct erkend, dat dit geen onbekend verschijnsel is, maar als

worsteling om elkaar te bereiken en tot harmonie te komen.

Harmonie vooronderstelt het zich vrijwillig naar elkaar voegen.
Voorwaarde hiertoe is, dat men elkaar leert kennen.

Wanneer wij zeggen dat de strijd der sexen harmonie beoogt, dan zeggen wij hiermede tevens, dat deze er om te beginnen niet is en dus dat de sexen aanvankelijk vreemd tegenover elkaar staan.
Waar dit het geval is, is geen liefde mogelijk, maar natuurlijk wel geslachtsdrift en -gemeen- schap, omdat deze buiten elk liefdegevoel kunnen optreden.
Ondanks de intimiteit blijven de individuen elkaar dan vreemd.

Wat is het fundamentele verschil tussen man en vrouw ?
En waarom staat de primitieve man in den beginne huiverig tegenover de vrouw ?
Denken kan hij nog niet en dus is hij volkomen


2.

op zijn gevoel aangewezen; machtig trekt zij hem aan, de huiveringwekkende, die maandelijks haar bloed laat vloeien zonder te sterven en uit wier schoot nieuw leven geboren wordt.

Voor ons is het denkend doorgronden wèl mogelijk, omdat wij denken kunnen. Bij het onderhavige onderwerp moeten wij dan om te beginnen indachtig zijn aan de woorden: De mens doet wat hij is.

Het kenmerkende der vrouw is van nature:
baren, verzorgen, voeden (uit haar lichaam).
Om zich op deze wijze te kunnen verwerkelijken heeft zij een man nodig, wiens zaad zij in haar schoot ontvangt.
Zij is dus van nature de ontvangende en tevens gevende, die het leven in stand houdt.
Om zich op natuurlijke wijze te verwerkelijken heeft de vrouw de man nodig, is zij van hem afhankelijk. Maar deze natuurlijke zelfverwerkelijking is tevens zedelijk. De mens-moeder is meer dan moederdier.

De man is voor zijn natuurlijke zelfverwerkelijking niet principieel op de vrouw aangewezen, want wat de levensdrift betreft, die in zijn totaliteit sexueel-agressiviteit is ligt bij hem het accent op de agressieve component; bij de vrouw op de sexuele.

Agressief zijn wil zeggen: aanvallen, onderwerpen, toeëigenen; in uiterste vorm: doden.
Op deze wijze tracht de mens het andere tot het eigene te maken. Is dit niet mogelijk, dan vernietigt hij het, omdat hij het andere niet verdraagt, niet als zodanig aanvaardt.

Omdat en voorzoverre de man het andere als

3.


het andere ziet heeft hij distantie tot de buitenwereld.
Deze wordt opgeheven door de voornoemde handelingen van toeëigenen enz., maar tevens door projectie.

Projectie: een psychische inhoud wordt op een object in de buitenwereld geprojecteerd.
Bijv. de mens projecteert de eigen nog onbewuste) bovennatuurlijkheid (de mens is wezenlijk bovennatuurlijk) op de zon (manlijk) en op de maan (vrouwelijk). (In de schijngestalten der maan ziet de primitief het zwellen van de vrouwenbuik.)

Natuurlijk is de vrouw ook agressief, evenals de man ook sexueel is.
De vrouw heeft dus ook de vernietigingsdrift in zich. Dit aspect is in de oervorm de Verschrikkelijke Moeder, die tegenover de Goede Moeder staat.
Het Grote Vrouwelijke heeft dus twee aspecten, evenals het Grote Manlijke.

Wezenlijk wil de vrouw het tegengestelde van afstand. Zij wil eenheid.
Het toeëigenen bewerkt slechts eenheid in de vorm van verslinden, dat met doden gepaard gaat.
De vrouw echter wil wezenlijk het leven. Ook het verslinden van het manlijk zaad beoogt het leven.

Ofschoon de man de vrouw niet nodig heeft voor zijn natuurlijke zelfverwerkelijking, is hij wel op haar aangewezen voor het afreageren van zijn sexuele energie, waarvan hij overmaat bezit. Zijn geslachtsdrift is naar buiten gericht; vandaar zijn vatbaarheid voor prikkels van buiten.

4.


In dit verband dient het instituut der veelwijverij beoordeeld te worden, alsook het feit, dat men het een man minder kwalijk nam als hij overspelig was, dan een vrouw, voor wie het van nature niet om de sexuele daad als zodanig gaat, maar als middel tot zelfverwerkelijking.
De vrouw wil ontvangen om het eigen wezen te vervullen. Daarom dient zij kieskeuriger te zijn dan de man, die van iets af wil.

Omdat de vrouw ontvangen wil ter zelfverwezenlijking wil zij zelf kiezen. Niet iedere man is goed genoeg.
De man, die een vrouw het hof maakt, biedt zich aan.

Van nature heeft de man de neiging om ook de vrouw te onderwerpen, wat nog in de hand gewerkt wordt doordat zij in de coïtus de onderliggende is, waardoor de gunstigste situatie voor de bevruchting ontstaat.
In de coïtus gaat de man de vrouw te lijf.

De oertegenstelling tussen de vrouw en de man is:
   leven  -  dood,
   eenheid  -  eenzijdigheid,
   verzoening -  strijd.

Maar er is tevens vanaf de oertijd een brug tussen vrouw en man, n.l. de band tussen moeder en zoon.
Deze verhouding is die van volstrekte afhankelijkheid van de man (het kind) van de vrouw (de moeder).
De zoon/moeder-verhouding, waarin de sexuele tegenstelling aanwezig is, is de oerliefde- verhouding, waaruit de man zich moet bevrijden, omdat hij moet ophouden kind te zijn. Hij

5.


moet volwassen worden en zelfstandig.
Als de man niet loskomt uit het ouderlijk gezin, komt hij niet tot de volledig manlijke instelling.

Omdat de man de buitenwereld ziet in het licht van het onderscheid, het anders zijn, is hij in principe eenzaam.
In het primitieve stadium overweegt bij de man het collectieve, maar hij moet cultuur-historisch de weg op naar de eenzaamheid omdat het zijn taak is tegenover het (vrouwelijke) Wij het (manlijke) Ik tot ontwikkeling te brengen.
Vandaar dat zijn ontwikkeling hem tot egocentriciteit voert.
En omdat hij zijn geslachtsdrift uiteraard niet voelt als nauw verbonden met zijn persoonlijkheid, voelt hij de Eros als een bedreiging.

Eros - het naar de ander gedreven worden door het gevoel met die ander een eenheid te zijn.
Sexe* - het verlangen naar geslachtsgemeenschap uit hoofde van de geslachtsdrift.
Eenheidsgevoel is hierbij niet aanwezig.
Bij de eros is de sexe toegift.
Bij de enkele sexe ontbreekt de eros.
* Waarschijnlijk sexe omdat dat beter klinkt dan sex.

De man voelt de eros als bedreiging, omdat hij er zichzelf in verliest; doordat de eros hem aan zijn eenzaamheid, anders zijn, eenzijdigheid ontrukt.
In de eros is hij persoonlijk in het geding.
In de sexe enkel lijfelijk, uiterlijk.

Daarom ging de man aanvankelijk de gebruikelijke weg: de onderwerping der vrouw.
Zij liet dit toe en kon het aanvaarden door

6.


haar aanpassingsvermogen.
Wat hij ook pretendeerde, zij ving hem altijd en was altijd de sterkste.
Hij verwekte bij haar kinderen, waarvoor hij werkte en zorgde en die zij verzorgde, evenals hem. Ook ten aanzien van hem blijft zij moederlijk. De oerliefdeverhouding is dus aanwezig, maar mag niet overheersen; echter is het ook niet wenselijk, dat de vrouw enkel minnares is.
Wel moeten zij overwegend minnares en minnaar blijven d.w.z. de verhouding moet persoonlijk zijn, innerlijk en gelijkwaardig.
Haar moederlijkheid jegens hem moet bijkomstig zijn, evenals zijn vaderlijkheid jegens haar.

De volmaakte vrouw is de moederlijke kuise minnares.

Kuisheid - de bescherming van de eros.
Erotiek is voor de vrouw vanzelfsprekend; de man moet de erotiek van haar leren uit zedelijke wil.
Het enkel sexuele is enkel natuurlijk en dus beneden de waardigheid van de mens.

In de persoonlijke spheer is de vrouw de waarheid van de man. In de onpersoonlijke andersom, althans wanneer en voorzoverre de man tot geestelijke aristocratie komt.

Het werken en zorgen voor vrouw en kinderen:
de agressiviteit krijgt een zedelijk doel.

De Middeleeuwen vertonen de wanhopige strijd van de "christelijk" geworden man tegen de aantrekkingskracht van de vrouw (het vrouwelijke). Hij is n.l. van buitenaf licht prikkelbaar, maar werpt de schuld op de vrouw, die

7.


immers verleidelijk is, maar in waarheid niet sexueel doch erotisch, d.w.z. meer dan sexueel.
De middeleeuwse man strijdt tegen zichzelf door middel van de cultus van de heilige maagd(elijkheid) en van de heksenjacht, waarvan tienduizenden knappe jonge vrouwen het slachtoffer geworden zijn.
Deze jacht is een even grote schandvlek voor Europa als Hitlers Jodenjacht.

Omdat dit alles op een mislukking moest uitlopen, gaf de renaissance-mens de strijd op, maar bleef hoog opgeven van de kuisheid der vrouw, echter zonder eigenlijk te weten waarom.
En men bleef zweren bij het huwelijk als de enige rechte vorm, waarbinnen geslachtsgemeenschap en gezinsvorming mocht plaats vinden.
Het gezag van de man bleef onaangetast tot het einde der XIXe eeuw, toen de vrouwenemancipatie begon.
Einde van het patriarchale tijdperk.

In de patriarchale wereld is feitelijk niemand volwassen, behalve de patriarch.

Aan het einde der vorige eeuw ging de vrouw eisen stellen, waaruit blijkt:
- dat zij het doen kon;
- dat zij het gezag van de man niet meer als
- vanzelfsprekend aanvaardde;
- dat zij zich als gelijkwaardig en volwassen
- ging beschouwen.

De man heeft dus aan ontzag en gezag ingeboet.
Oorzaak: de ontwikkeling der techniek vernietigt het Ik, d.w.z. het manlijke principe.
(Dit proces begint omstreeks de Franse revolutie.)

8.


Kenmerken van de man, zoals hij geworden was:
- zelfbewustzijn en daardoor
  zelfstandig oordelen uit kracht van eigen
  denken en de consequenties aanvaarden
  van de eigen daden;
- zelfdiscipline;
- avontuurlijkheid;
- eergevoel, ridderlijkheid, welwillendheid.

Hiervan is weinig meer te bespeuren.
De ontwikkeling van heden past op bedenkelijke wijze bij het naar buiten gericht zijn van de manlijke natuur en zulks niet enkel sexueel, want de man is over de gehele linie geaccentueerd als agressief.
Om tot zichzelf te komen moet hij zich verinnerlijken; hij moet trachten zijn identiteit te ontdekken en te vormen. Dit wil op het gebied der sexe zeggen, dat hij tot erotiek komt en daarbuiten, dat hij tot geestelijk leven komt.
De erotiek echter is gevaarlijk voor het ongestoord functioneren der maatschappij, aangezien erotiek spontaniteit en persoonlijk leven vooronderstelt. Maar al wat werkelijk persoonlijk is: liefde en zelfstandig denken, werkt negatief ten aanzien van de efficiency. Deze eist passieve activiteit.
De technische apparatuur is gerealiseerd verstand.
Zij, die haar gebruiken, behoeven slechts te volgen.

De hedendaagse wereld werkt onafgebroken extra- verterend op de mensen en laat hen geen ogenblik met rust. En zij dringt meer en meer in het leven door tot zelfs in de huiskamers,

9.


die trouwens door de hedendaagse woningbouw meer aan etalages doen denken, dan aan besloten woonruimten.
Door de reclame staan de mensen bloot aan een trommelvuur van suggesties, die wegens het raffinement der reclametechniek als bevelen werken, waardoor de zelfstandigheid teloor gaat.
De autonomie van het Ik wordt om hals gebracht.
Het "Ik wil" is een holle phrase, want anderen bepalen, wat het Ik heeft te willen.
Volgzaam en gehoorzaam worden de mensen onder de ijzeren greep der techniek, die de werkelijke machthebber is en de beschikking heeft over propagandamiddelen, die massaal op hun beurt door de techniek mogelijk gemaakt worden.
Een onzedelijke toestand, waardoor de man zedelijk ontredderd wordt.

Ook de vrouwen laten zich door de techniek overweldigen, zowel in de maatschappij als binnenshuis. Ook bij haar een veruiterlijkingsproces, waardoor haar specifieke zelfbewustzijn achteruit gaat.
De vrouw is van nature niet naar buiten gericht.

De veruiterlijking leidt in de verhouding der sexen ertoe, dat zij zich sexualiseert, zodat voor erotiek geen plaats meer is.
Gezegd moet worden, dat de man haar daar toe drijft, omdat hij nergens meer tijd voor heeft dan voor de materiële kant des levens. Het samenzijn in het huwelijksbed wordt beperkt tot de toevallig vrije ogenblikken, evenals zulks het geval is met de opvoeding der kinderen.
Het gezin is al te vaak vrijwel uitsluitend een budgetpost.
Dientengevolge houdt de vader op de zedewet te zijn voor zijn kinderen, terwijl de moeder

10.


helaas vaak opgehouden heeft de liefdewet te zijn, want ook zij heeft het veelal te druk.
Meestal merken de vrouwen niet op, dat zij door deze situatie vereenzamen, psychisch honger lijden en haar waarde verlagen.

Voor het mysterie der Vrouw is de hedendaagse wereld blind.

De automatisering leidt tot automatisering der menselijke verhoudingen en der persoonlijke levenshouding.
Een ge-automatiseerde levenshouding is niet persoonlijk.

C.G.Jung heeft in vroeger jaren gezegd, dat het misschien noodzakelijk is, dat de mensheid een periode doormaakt, waarin de idividuen vrijwel uitsluitend functie zijn, maar thans blijkt hij geschrokken te zijn van de gevolgen der functionalisering, omdat deze de persoonlijkheid tenietdoet. De man is hard op weg om geheel in functionalisme op te gaan, ook in zijn gezin en hier tegen moet de vrouw de strijd aanbinden.
Zij moet weer eisen gaan stellen uit zelfrespect en zelfbehoud.
Het is immers beneden haar waardigheid om enkel middel te zijn voor een prettige ervaring, en om ook voor zich enkel deze te zoeken. En wat wordt de man dan voor haar?

Natuurlijk kunnen wij de klok niet terugzetten.
De techniek is een realiteit, waarmede wij in het reine moeten komen. En de vrouwen willen volwassen en zelfstandig zijn, wat voor de man vanzelfsprekend gepaard gaat met het verlies van de macht over de vrouw.
Dit is alles in orde. Maar niet in orde is,

11.


dat de man als Man ondergaat, want dit betekent niet minder dan de ondergang van Europa, aangezien dit het werelddeel is van de geest als zodanig en daarom van het Ik, dat manlijk is.
(Om misverstand te voorkomen: de vrouw is niet zonder manlijkheid, de man niet zonder vrouwelijkheid. Het verschil is een kwestie van verschil in accent. Elk individu is vrouwelijk-manlijk, sexueel-agressief.)

Het zelfstandig worden der vrouw is haar vermanlijking.
Wanneer echter beide sexen wedijveren in hebzucht en geldingsdrang, verzinkt de wereld in plebejisme.
En wanneer de omvang van het inkomen bepalend is voor het zelfrespect en de wederzijdse eerbied, wanneer beide partijen zich daarop blind staren, wat komt er dan terecht van de vermanlijking der vrouw?
De tijd is voorbij, dat zij zich moest bepalen tot keuken en kinderkamer, maar wat baat het haar als zij enkel meedoet in het verval van de persoonlijkheid en eraan meehelpt deze door gelijkschakeling te doen vervluchtigen ?
Het is nodig, dat zij bedenkt, dat zij van de man juist de erkenning van haar persoonlijkheid (als vrouw) moet eisen.
Nù mag zij zich niet aan zijn houding, inzichten en wensen aanpassen, hoezeer dit ook in haar aard ligt. Door dit vermogen kreeg zij de man altijd in haar macht, alle uiterlijke schijn ten spijt was zij altijd de sterkste.
Maar thans moet zij dit vermogen critisch aanwenden omdat zij anders met de man in de modder terecht komt.

Op andere wijze is de vrouw bezig zich aan

12.


te passen door haar vermanlijking.
Deze moet niet voeren tot imitatie van de man en zijn werkzaamheden. Zij moet haar eigen werk zoeken, in overeenstemming met haar behoefte om te verzorgen. In dit verband is het beroep van arts, verpleegster, onderwijs, sociale zorg e.d. als echt vrouwelijk te noemen.

Wat de beide sexen betreft: tegenover het hedendaagse materialistische plebejisme is een nieuwe aristocratie nodig; een andere instelling tegenover de buitenwereld, n.l. die der soberheid; alles wat niet werkelijk noodzakelijk is afwijzen, kiezen wat sterk maakt.
De huidige consumptierage werkt degenererend.
Niet al wat bruikbaar is, is de moeite waard.
En evenmin zedelijk verantwoord.

De massa is er nu eenmaal. Het individualisme is ten einde. Het gemeenschapsgevoel zal op hoger plan herboren moeten worden. Dit is vrouwenwerk want het vrouwelijke principe is het Wij-beginsel.

Vrouwelijk en Manlijk verhouden zich als ziel en geest.
De vrouw zal het tot rationalisme verdorde intellect opnieuw moeten bezielen, waartoe haar eigen vermanlijking haar de weg baant:
zelfbezieling en voorbeeld zijn.

De zich emanciperende vrouw zal zich leren begrijpen als de volkomen gelijkwaardige en tevens als het bezielende levensdoel van de man.
Zij zal hem moeten bezielen tot het streven naar waarheid door in de persoonlijke spheer weer zijn waarheid te zijn. Als zijn gelijkwaardige kameraad. En de sexualiteit zal zij weer moeten opheffen tot erotiek.

---


Opsporing en OCR: FdZ 
Laatste corr. H.W.