SYLLABUS 5.
Cursus: De vrouwelijke emancipatie als voorwaarde voor de verdere ontwikkeling der mensheid.
De schoonheidszalf is het integratie-element, dat volgens het sprookje in het Grote Vrouwelijke is vervat.
Het Grote Vrouwelijke wordt eerst zelfstandig nadat de oereenheid - de Hermaphrodiet - in manlijk en vrouwelijk is onderscheiden.
Dit proces van het onderscheiden van de diverse aspecten van het Grote Vrouwelijke en het Grote Manlijke gaat verder en zo ontstaan de vele godinnen en goden.
Het Zelf, de eenheidsconceptie van het Grote Vrouwelijke, het beginsel der individuatie verschijnt dan als de Sophia.
Deze is de drijvende kracht, die tot zelfbewustzijn leidt.
Dit zelfbewustzijn is bij de vrouw de totaliteitservaring, die als totaliteitsgevoel een aanvang neemt.
Aphrodite is wegens haar negativiteit jegens Psyche een aspect van de Sophia, want door haar negativiteit is zij een drijvende kracht.
Zelfbewust worden is zich bewust worden van de tegenstrijdige krachten in de wereld der archetypen en van hun eenheid.
Op den duur wordt ook het aspect van de Verschrikkelijke Moeder van het Grote Vrouwelijke afgesplitst met als gevolg, dat de Goede Moeder overblijft en de Verschrikkelijke in het onbewuste verdrongen wordt.
De Verschrikkelijke stond negatief tegenover het manlijke; zij vertegenwoordigt daarmede ook de wil tot zelfstandigheid van het vrouwelijke ten aanzien van het manlijke.
Door de Verschrikkelijke te verdringen wordt deze wil mede verdrongen met als gevolg, dat de strijd tegen de manlijke (patriarchale) overheersing eveneens in het onbewuste verdrongen wordt en dus ook de strijd tegen de Eros-draak.
Het patriarchaat is te begrijpen als manlijke zelfbewustwor- ding en dus bewustwording van het Ik. Dit betekent het bewuste einde van het veelgodendom.
Vrouwelijke bewustwording is als bewustwording van het Zelf bewustwording van het identificerende beginsel, dat zij - vrouwelijk - op onmiddellijke wijze laat gelden.
De geïndividueerde vrouw is erotisch (dit is meer dan sexueel) gericht op een bepaalde man, die zij in haar totaliteit wil opnemen.
Doordat het vrouwelijke onmiddellijk is, komt het niet van de natuur los, weshalve ook de geindividueerde vrouw om natuurlijke erotiek (sexuele beleving) vraagt.---